Vakantie!

vakantie blog 2

Vakantie, wat is dat?

In het woordenboek lees ik dat vakantie een periode is van een aantal dagen waarin je vrij bent en niet hoeft te werken. Vandaar dat er velen zijn die na hard werken naar vakantie uitkijken!

Een tweede betekenis volgens dat serieuze boekje is dat vakantie een verblijf is buiten de eigen woonomgeving voor ontspanning of plezier. Vandaar de monsterfiles op de snelwegen!

Als je zegt dat je op vakantie gaat, dan geef je aan dat je naar een vakantiebestemming vertrekt. Die bestemming varieert van mijlenver weg tot Graskant of Nieverans (op zijn Frans uitgesproken).

Ik ga dit jaar

op vakantie naar Zicht.

Waar ligt dat?

…Weet ik niet,

maar in de krant stond

‘Mooi vakantieweer in zicht!’

Als je zegt dat je met vakantie bent, dan kan dat betekenen dat je thuis vakantie viert.

Dat ‘vieren’ vind ik mooi uitgedrukt. Vakantie niet gewoon vinden, of een verworven recht, maar iets om te vieren!

In het woord vakantie zit het stukje ‘vacant’. Dat betekent leeg, open, onbezet en vrij. Daar zou vakantie om moeten gaan: een periode je dagelijkse routine openbreken zodat er veel vrije ruimte komt. Maar als ik zo om me heen kijk, zijn de vakanties druk bezet, en helemaal niet leeg.
Ik hou niet van overvolle stranden waar je je handdoek niet kwijt kan en waar de geur van zonnecrème de zilte geur van het zeewater grotendeels maskert. Ik hou ook niet van drukke toeristische plaatsen waar het culturele erfgoed verstopt zit achter een meute foto’s – trekkende haastige passanten.
Er zijn mensen die zulke plaatsen juist opzoeken en het geweldig vinden, maar ik wil tijdens de vakantie dingen kunnen loslaten, om zo mijn eigen innerlijke ik te helen en op te laden.

Vakantie is volgens mij bedoeld om nieuwe krachten op te doen en het leven op een andere manier te benaderen. Daarom vind ik het Engelse woord voor vakantie zo mooi: holidays. Letterlijk: heilige dagen nemen.
Misschien vindt dat woord de oorsprong in het feit dat de mensen vroeger alleen de zondag een beetje vrijaf hadden. Ik geloof wel dat vakanties heilige momenten kunnen opleveren en niet alleen als je de stilte opzoekt in een oude abdij.

Het is alleszins zo dat het woord ‘vakantie’ nog niet zo lang in het woordenboek van de gewone man staat. Vanaf 1920 voerden enkele grote fabrieken in het Antwerpse enkele dagen vakantie in voor hun personeel.
In 1938 werd het recht op vakantie uitgebreid tot alle Belgische werknemers. En in 1963 werd een derde vakantieweek ingevoerd. Tachtig jaar geleden werd één week ‘betaald verlof’ voor iedereen werkelijkheid.
Ik heb daar niet zo bij stil gestaan, vakantie hebben is iets vanzelfsprekend geworden. Voor mijn grootouders was een dagje naar zee al een uitzondering. Mijn eigen ouders gingen voor de eerste keer een weekje naar Heist-aan-zee toen ik tien jaar was. Ik herinner me nog dat het veel regende en dat mijn kleine zus verloren gelopen was op het strand – met alle paniek en angst erbij. Ik weet ook nog dat ik met mijn zakgeld het spel ‘Monopoly’ gekocht had in plaats van strandballen en emmers met schopjes. Maar die aankoop zal wel beïnvloed geweest zijn door het natte weer toen (jaja, het regende toen ook al dikwijls).

In de arbeidersbuurt waar ik opgroeide, was een vakantie in het buitenland zeldzaam. Spanje en de Provence waren exotische namen waar wij als kinderen uren over konden fantaseren. Ik merkte toen echter al dat afgunst nooit vakantie neemt (Francis Bacon). Hoe verder je op reis ging, hoe meer  je bewonderd werd door je omgeving.

Het duurde nog tot ik veertien jaar was voor ik naar het buitenland op vakantie ging. Dat was met de ziekenbond, naar Zwitserland. Ik stond tussen een heleboel meisjes met een kartonnen valiesje nerveus op de nachttrein te wachten. Ik had een berglandschap op mijn valiesje geschilderd. Best wel cool, maar ik denk dat de jeugd nu liever hun vakantiekleren in een Samsonite – koffer of een Kipling – rugzak wringt. Veel spullen konden wij niet meenemen, want op een kartonnen koffertje gaan zitten was uitgesloten.
In ieder geval belette die kartonnen valies niet dat ik geweldige nieuwe indrukken mee naar huis kon nemen.

Collect moments

not things.

Vroeger gingen we heel zuinig om met het fotorolletje in onze camera. We moesten altijd afwegen of het wel de moeite waard was om een beeld te vereeuwigen. Want na de twaalfde foto kon er immers nog een dertiende of veertiende hoogtepunt komen. Ik hield niet van een filmrolletje van 12. Soms had je geluk en kon er nog een foto bij, maar meestal stond die laatste foto niet op de afdrukken die je enkele weken later bij de fotograaf ging ophalen.
Nu maakt een klikje meer of minder niet veel uit. Maar het is wel een heel werk om uit honderden digitale foto’s een album te maken waar je meer plezier aan zal hebben, dan aan de harde schijf die je toch niet meer bekijkt, of die je niet meer weet liggen.

Ik las eens ergens dat vakantie ook een periode zou kunnen zijn om recreatief bezig te zijn. Recreatie … herschepping.
Je leven even letterlijk en spiritueel recreëren, herscheppen:

In plaats van van hot naar her te rennen: uitslapen, je uitrekken en uitgebreid ontbijten.
In plaats van een overvolle agenda: doen wat je leuk vindt en in de tuinzetel figuren ontdekken in de wolken.
In plaats van haast en drukte: vrienden uitnodigen en een middagdutje doen.
In plaats van alles te regelen: je eens laten bedienen, zand tussen je tenen voelen en op onbekende wandelpaden je schoenafdruk achter laten.

We zouden eigenlijk altijd vakantie moeten hebben.

We zijn er voor geschapen.

Maar waar moet je dan nog naar verlangen?

Simon Carmiggelt

Altijd vakantie hebben is zoals alle dagen kerst vieren. We zouden het niet meer waarderen, saai vinden, of misschien zelfs willen verwijderen. Een gezonde afwisseling tussen aan de ene kant werken, je inzetten voor een ander en aan de andere kant vakantie en vrije tijd, dat levert volgens mij de meeste voldoening op.

Vakantie verloopt ook niet altijd zoals we het zouden willen. Het woord ‘vakantiestress’ bestond voor mijn grootouders nog niet. Ze vulden hun spaarzame vrije tijd eerder in met het genieten van kleine dingen en de jaarlijkse kermis met vlaaien en worsten.
Voor we vertrekken moeten we van alles voorbereiden: kleren wassen en strijken, koffers inpakken, het huis schoonmaken, boodschappen doen, een oplossing voor huisdieren zoeken.
En onderweg kan het stressduiveltje ook nog op onze schouder zitten. Kibbelende of zieke kinderen in de auto, een afslag missen, files… Je wordt er bijna gek van.

Er is maar één ding erger

dan rijden met een caravan:

rijden achter een caravan.

Nu is voor veel mensen op vakantie gaan geen keuze meer, maar een moeten. Iedereen gaat immers op vakantie. De sociale druk om de hipste reis te maken is groot. Facebook en Instagram hebben dit nog verder in de hand gewerkt met een toestroom van de meest exotische foto’s ooit.
En als je al een keuzeverlamming hebt als je naar de tandpasta kijkt in een warenhuis, welk gevoel krijg je dan als men je poeslief vraagt: ‘Welke vakantie doe jij dit jaar?’

Hoewel voor veel landen het verschijnsel vakantie economisch gezien van groot belang is, krijg ik soms een vakantiekramp bij de keuzelijst die ik voorgeschoteld krijg:

Een bootvakantie, cultuurvakantie, creatieve vakantie, taalvakantie, sportvakantie, fietsvakantie, natuurvakantie, schildervakantie, muziekvakantie, strandvakantie, rugzakvakantie, thuisvakantie, werkvakantie, …

Godfried Bomans zei het heel eenvoudig:

De kunst van het leven

is thuis te zijn

alsof men op reis is.

Vakantie moet niet veel kosten, met een portie creativiteit kan je dichtbij een topper in je herinneringen creëren. Wat dacht je van kamperen in je eigen tuin? Of kriebelbeestjes zoeken in je eigen straat? Een filmavond thuis? Wandelen in het veld om de hoek? Voor je vrienden je buurt gidsen?
Maar als je er dan toch geld aan wil spenderen:

Travel is the only thing

you can buy

that makes you richer.

In mijn brein is een kamertje met vakantierijkdommen opgeslagen. Piep je even mee? Als je de deur opent dan zie je:

Het gevoel van vrijheid, van zon, zee en strand.
Mijn voeten in het warme zand, schelpjes verzamelen en een lekker ijsje van het karretje.
Een hitlijst van vakantie- en kampliedjes, kampvuur en marshmallows.
Zonnecrème en insectenbetenzalf, vervelde huid en rode bolletjes.
De geur van lavendel en in houtvuur gebakken pizza.
Waterdruppels op mijn huid na een baantje of twee rustig zwemmen.
Het geruis van de golven en de stilte op een bergtop.
Alpenweiden, koeien en eeuwige sneeuw.
Meesterlijke bouwwerken, en eeuwenoude kunstwerken.
Wonderlijke culturen, ver en dichtbij.
Keuvelen met mijn buren en spelen met mijn kleinkinderen.
Hand in hand met mijn geliefde op onbekende wegen.
Lachende mensen en lachende kinderogen…

Iedereen heeft wel zo’n kamertje in zijn hoofd. En dat is ook het mooie van vakantie, de herinneringen die je meebracht kan je zomaar weer oproepen. Een foto, een souvenir, een liedje of een geur, dat kan de herinnering nog versterken.
Ik weet dat die herinneringen de bloemen in de winter van mijn leven zullen zijn. Ik kan ze nu nog volop kweken.

Nog een doordenkertje van P. Sookdhew om af te sluiten:

De meesten van ons denken beter na

over wat we met twee weken vakantie gaan doen,

dan over wat we met de rest van ons leven gaan doen.

Tja, vakantie is nu eenmaal een korte periode tussen plannen en herinneren. Ons leven is meer dan vakantie alleen. Als een lach directe vakantie is, dan kunnen alle dagen een vakantiegevoel geven, ook als het regent.

 

 

Examens en de testen in het leven.

sizz en blog examen

 

 

De examenstress zit er voor een heleboel jongeren weer op. De testen zijn ingevuld en de resultaten zullen binnenkort gejuich of gesakker opleveren.

Men zegt wel eens dat je schooltijd de mooiste tijd van je leven is. Misschien is dat wel zo, maar ik weet toch nog dat ik de examentijd echt geen mooie belevenis vond.
Ik was gelukkig gezegend met een goed geheugen en met een verlangen naar meer kennis. Maar dat nam het feit niet weg dat ik bloednerveus het examenlokaal binnenstapte. Herinner jij je ook nog dat akelige gevoel: klamme handen, droge lippen en een knot in je maag?
Eén blik op de vragenlijst deed de zenuwachtigheid smelten als sneeuw voor de zon, of bezorgde juist hartkloppingen die in een ziekenhuis het alarm zouden laten afgaan.

The measure of a man

is not how much

he suffers in the test,

but how he comes out

at the end.

(Neal Shustermann)

Voor mij liggen de schoolexamens al een eind in het verleden, maar toch word ik nog dagelijks geconfronteerd met allerhande testen.
Het leven op zich is één grote test.

De belangrijkste testen in het leven

worden niet afgenomen

in een klaslokaal.

De kleine en minder kleine testen van het leven zullen in verschillende vormen komen en op verschillende momenten. Soms komen er een paar tegelijkertijd. Elke test moet beantwoord worden en we kunnen kiezen hoe:
met integriteit of met een leugen,
met de waarden onderwezen door de Meester, of met de glitternorm van een schuivende wereldmoraal.
Ik wil een waargebeurd verhaal vertellen dat ik lang geleden voor het eerst gelezen heb, maar dat een diepe indruk maakte:

Niet lang na het beëindigen van de Tweede Wereldoorlog stond de jonge luitenant Blandford op iemand te wachten in het Centraal station van New York.
Over enkele minuten zou hij de vrouw ontmoeten, die hij nog nooit gezien had, maar met wie hij gedurende de oorlog een diepzinnige briefwisseling had gevoerd.
Dertien maanden lang hadden ze geweldige geschreven gesprekken gevoerd en hij geloofde dat hij van haar hield. Daarom had hij nu een afspraak gemaakt.
Ze had nooit een foto willen opsturen. ‘Want’, schreef ze, ‘als uw gevoelens echt zijn dan doet het er niet toe hoe ik er uit zie. Stel dat ik mooi ben, dan zou ik altijd denken dat je daarom de kans genomen hebt. Stel dat ik er maar gewoontjes uitzie, dan zou ik kunnen denken dat je alleen maar teruggeschreven hebt omdat je eenzaam was. Als je naar New York komt dan zal je me zien, en dan kan je beslissen of je nog verder wil gaan. Ik zal een kleine rode roos dragen.’
Nog één minuut.
Een jonge vrouw stapte naar luitenant Blandford. Ze was slank en knap en droeg een groen mantelpakje. Maar er was geen kleine rode roos te zien. De vrouw glimlachte en de luitenant deed een stap naar voren.
Toen zag hij haar staan, een vrouw, ouder dan veertig, haar grijs haar onder een klein hoedje. Ze was meer dan mollig en zag er heel gewoontjes uit. Maar ze had een kleine rode roos op haar jas gespeld.
Luitenant Blandford voelde zich verscheurd. Hij wou achter het jonge meisje gaan, maar hij verlangde ook om kennis te maken met de vrouw die hem geestelijk zo had bijgestaan. En daar stond ze dan. Hij merkte dat haar bleke gezicht zacht en gevoelig was en haar grijze ogen hadden een warme twinkeling.
Luitenant Blandford aarzelde niet langer. Hij klemde het boek, wat zijn herkenningsteken was, nog wat steviger vast. Dit zou geen liefde worden, maar een vriendschap waar hij enorm dankbaar voor was.
Hij stelde zich voor en vroeg de vrouw of ze met hem wou dineren.
De vrouw lachte: ‘Ik weet niet wat dit betekent. Maar dat jonge meisje in de groene pakje vroeg me om deze roos op te spelden. Ze zei dat als jij me vroeg om mee te gaan, ik je moest zeggen dat ze op jou wacht in het restaurant aan de overkant. Ze zei dat het een test was.’

You can’t really know

what you are made of

until you are tested.

(O.R. Melling)

De testen van het leven zullen gebeuren op school en in verenigingen, in ziekenhuizen en in hotels, op de werkvloer en in kerken. We worden getest als we uitgaan, als we werk zoeken, als we een sportwedstrijd spelen of bekijken, als we een boekenwinkel binnengaan of de cinema. De test gaat verder terwijl we facebooken of twitteren.
Deze testen zullen doorgaan tot in het rusthuis, ons hele leven lang.
Miljoenen beslissingen zullen samenkomen en dàt zal ons leven zijn.

God tests and proves us by

the common occurrences of life.

its is the little things

which reveal

the chapters of the heart.

(Ellen G. White)

Ik heb niet alleen toetsen gemaakt, ik heb in mijn professionele leven ook veel testen afgenomen. Toen mijn leerlingen het klaslokaal binnen kwamen had ik met koeienletters op het bord geschreven:
Denk na.
Lees de vraag minstens twee keer.
Denk diep na.
Wees niet te vlug of te laks.
Controleer en verbeter indien nodig.
De eindtoetsen van de lagere school bestonden grotendeels uit multiple choice vragen. En sommige multiple choice antwoorden lagen zo dicht tegen elkaar dat je héél goed moest nadenken.
Zo is het leven ook. Om de test tot een goed eind te brengen, zullen we héél goed moeten nadenken en het leven niet te laks moeten opnemen. We zullen af en toe onze koers moeten evalueren en bijsturen indien nodig.

Als je een examenlokaal binnen stapt is het er heel stil. De tijd om uitleg te vragen is voorbij. De leerkracht loopt rond en wijst soms stilzwijgend een woord of een passage aan.

When you are going
through difficulty
and wonder where God is,
remember
that the teacher
is always quiet
during the test.

We weten niet wanneer ons eindexamen er is. De levenscursus eindigt voor iedereen op een ander tijdstip.
Om een goede test te maken moeten we ons grondig voorbereiden.
Ik heb uren leerstof geblokt –  binnen in een piepklein bureautje en buiten in een ligzetel – en heb honderden schema’s gemaakt. Ik heb medestudenten geraadpleegd, in werkgroepen gezeten en eindwerken gemaakt. Ik ben leerkracht en directeur van een basisschool geweest. Vrienden van mij zijn dokter geworden, journalist, advocaat, ingenieur, psycholoog, onderwijzer, verpleger, postbode, verkoper en poetsvrouw.
William Julius Wilson zei:

But the person, who scoured well on a SAT
will not necessarily be the best doctor
or the best lawyer or the best businessman.
These tests do not measure
character, leadership, creativity, perseverance.

Iedereen maakt een eigen unieke ontwikkeling mee in zijn leven. Iedereen zal persoonlijke en uitdagende testen ondergaan. Sommigen moeten een chronische ziekte doorspartelen, of een (vecht)scheiding verwerken. Anderen verliezen hun job, gaan failliet of vinden geen werk. Weer anderen leven met een beperking of baden in de glitter en glamour van de wereld. Er zijn er die de test van eenzaamheid en verwerping krijgen. Er zijn er ook die de proef van eer, kennis en erkenning op hun pad krijgen. Macht is ook een test, evenals onderdrukking en mishandeling.
Als we op deze aarde gekomen zijn om te leren, dan is het juist om te zeggen dat ons leven een school is en dat er testen zullen zijn.

Every test in our life

makes us bitter or better.

Every problem comes to

break us or make us.

The choice is ours

whether we become

victim or victor.

Voor een examen, bereiden we ons grondig voor. Tegenwoordig bestaan er zelfs cursussen ‘leren leren’.
We kunnen ons ook voorbereiden op de geestelijke testen van het leven.
Wat heeft mij al geholpen?
Ik heb hard leren werken om een doel te bereiken en bid om kracht en leiding in de beslissingen die ik moet nemen.

Ik bestudeer de schriften, lees biografieën, leer over geschiedenis en psychologie, zodat ik inzicht krijg in hoe anderen de uitdagingen in hun leven overwonnen.

Ik selecteer goede vrienden die me opbouwen en bij wie ik raad kan vragen.

Ik leer nog steeds hoe ik anderen kan helpen in hun moeilijkheden, ook al is mijn leven goed gevuld en zwem ik zelf tegen grote en kleine stromen.

Ik probeer mijn eigen intellectuele en geestelijke zwaktes en sterktes te kennen. Een verwittigde vrouw is er meer dan twee waard!

Ik geloof dat we niet alleen goed moeten scoren op een schoolse toets of een diploma moeten behalen (wat wel heel belangrijk is), maar ook dat we wijsheid moeten leren door onze ervaringen. Zo krijgen we een begrijpend hart en kunnen we beter voor anderen zorgen.

Shannon L. Alder schreef:
‘Vergeet dat wat je pijn deed in het verleden, maar vergeet nooit wat het je leerde. Maar als het je leerde om vast te houden aan bitterheid, om wraak te zoeken, om niet te vergeven of geen medelijden te tonen, om de mens in hokjes van goed en slecht in te delen, om te wantrouwen en je gevoelens af te blokken, dan heb je niets geleerd.
God geeft je geen les om je hart te sluiten. Hij geeft je lessen om je hart te openen, medelijden te ontwikkelen, te leren luisteren en te leren begrijpen. Als Hij alleen volmaakte mensen op je pad zou brengen, hoe zou je je dan geestelijk kunnen ontwikkelen?’

Als de mensen wisten wat begrijpen was,

zou er geen oorlog meer zijn.

er zijn heel wat mensen die

niet of nauwelijks begrijpen

wat begrijpen is.

Ze denken dat als ze iets verstaan

dat ze het dan ook begrepen hebben.

(Toon Hermans)

Een test correct invullen is niet altijd gemakkelijk. Sommige onderwerpen heb je gemakkelijker onder de knie dan andere. Er zijn toetsen waar je twijfelt over het juiste antwoord.
Ik gaf vroeger mijn leerlingen de raad om te elimineren. Elk verkeerd antwoord dat je schrapt, brengt je dichter tot de juiste oplossing.
Hoe meer je in de test van het leven vaststelt wat je niet zou moeten doen, hoe dichter je komt tot de dingen die je moet doen.

The great test of life

is to see whether we will

hearken to and obey

God’s commands

in the midst of the storms of life.

(Henry B. Eyring)

Misschien maak je in de vakantie wel wat tijd om een goed boek te lezen. In de volgende boeken heb ik alvast dingen geleerd die mij helpen in mijn levenstest:

Mijn Dinsdagen met Morrie. (Mitch Albom)

De Schuilplaats. (Corry ten Boom)

Jij veranderde mijn leven. (Abdel Sellou)

Mormon Scientist. (Henry J. Eyring)

The Silence of God. (Gale Sears)

Wat is er nu zo geweldig aan geweld?

blog geweld

 

Geweld en geweldig:

Twee woorden met slechts twee letters verschil, maar o zo tegenstrijdig.

 

Het lijkt alsof er op de wereld de een na de andere geweldsgolf losbarst en de mens meegezogen wordt in een immense geweldsspiraal.

Onverdraagzaamheid is geweld tegen de geest

en haat is geweld tegen het hart.

(Mahatma Gandhi)

Het nieuws bezorgt ons een geestelijke indigestie met een overvloed aan gewelddadige berichten, dichtbij of veraf:

Vijftig doden na schietpartij in Orlando.
Politieman en partner vermoord in Parijs.
Stakers vernielen kabinet minister.
Gewapende Syriëstrijders vertrokken naar Europa.
Conflicten in asielcentra.
Terroristen hebben mogelijk drie Belgische doelwitten in het vizier.
Cyberaanvallen.
Groeiende sociale onvrede.
Scheldtirades  tussen de Amerikaanse presidentskandidaten.
Illegale wapenhandel en mensensmokkel.
Hooligans laten golf van vernieling achter.

 

In de 17de eeuw zei Friedrich von Logau:

Als onverstand zich met geweld verenigt,

brengt deze echt de dolste wreedheid voort.

Is de mens zijn verstand aan het verliezen? Wil de mens echt deze glijbaan naar beneden?
Ik denk dat de meeste mensen de wereld wel ten goede willen veranderen. Maar ze willen hun buurman veranderen, hun collega op het werk, hun familie thuis,… Het zijn altijd de anderen die verkeerd zijn en die zich dringend moeten veranderen.

De politiekers zijn niet te vertrouwen, zegt het volk.
Het volk begrijpt er niets van, zegt de hooggeplaatste.
Mensen zitten mekaar voortdurend in de weg. Er wordt volop gebruikt gemaakt van ellebogen, van het gesproken en geschreven woord en van lichaamstaal die er geen doekjes om windt.
In het verkeer wordt er getoeterd, gebumperd en ‘gemidddelvingerd’.
In de business moeten alle woorden op papier staan, en menig papieren woord is zodanig verkeerd gespeld dat het geen waarde meer heeft.
In politieke kringen verwijt de pot de ketel dat hij zwart ziet, terwijl een schoonmaakmiddel de oplossing biedt.
Men roept en vloekt, en verwijten vliegen over de werkvloer, op het sportveld en zelfs in de huiskamer.
Men wil de ander veranderen
en men dreigt
maakt belachelijk
oefent druk uit
liegt
en grijpt naar wapens.

Voor geweld moet je leren haten.

Voor geweldloosheid moet je leren liefhebben.

(Phil Bosmans)

Geweld en geweldig: twee woorden die slechts twee letters verschillen, maar hemelsbreed tegenstrijdig zijn. Het ene vernietigt, het andere bouwt op.Ik geloof nog steeds in het goede, ook al zie ik zoveel kwaad om me heen.

Hoe geweldig is het niet

dat duizenden vrijwilligers zich inzetten in rust-, en ziekenhuizen, in jeugdbewegingen en asielcentra?

dat een vrouw haar man liefdevol blijft verzorgen?

dat leerkrachten dat ene kind in zichzelf laat geloven?

dat voetbalsupporters verbroederen?

Ik geloof nog steeds in schoonheid, ook al woekert het lelijke om me heen.
Hoe mooi is de glimlach van een kind? De uitgestoken hand van een zus? Een bejaard echtpaar hand in hand?

Ik geloof nog steeds in de liefde, ook al wordt haat gecultiveerd. De primitieve wet ‘oog om oog en tand om tand’ is al eeuwen vervangen door de hogere wet van naastenliefde. Al eens een hand proberen schudden met een gebalde vuist?

Niet het geweld

maar het goede

vernietigt het kwaad.

(Leo Tolstoj)

We kunnen een ander niet veranderen. Maar we kunnen wel met met een ander communiceren. we kunnen luisteren naar een ander. We kunnen onze mening uiten en onze waarden en normen uitleggen. Maar we kunnen een ander niet veranderen. Phil Bosmans zei eens dat de mens het enigste wezen is dat in staat is zichzelf te veranderen. Hij zei ook dat als mensen niet veranderen, er in deze wereld helemaal niets verandert.

Jezus van Nazareth onderwees:

Zalig zijn de vredestichters,

want zij zullen Gods kinderen worden genoemd.

Een vredestichter zijn is een hele opdracht in deze dolgedraaide wereld.
Ik hoop dat ouders de macht blijven inzien van hun kinderen geweldloosheid te onderwijzen.
Ik hoop dat ouders nooit te moe zullen zijn om hun kinderen te leren de anderen – wie dat ook mogen zijn-  lief te hebben.

No one is born

hating another person

because of the colour of his skin,

or his background,

or his religion.

People must learn to hate,

and if they can learn to hate

they can be taught to love,

for love comes more naturally

to the human heart

than its opposite.

(Nelson Mandela)

Ik hoop dat de mensheid nog mens genoeg is om schoonheid en goedheid te kunnen zien in elk ras, in elke cultuur, in elke godsdienst.
Net zoals zoveel schrijvers de strijd tussen goed en kwaad geweldig beschrijven, en goedheid laten zegevieren, weet ik dat  goedheid uiteindelijk zal overwinnen!
Anne Frank schreef in een van de gewelddadigste periodes van het mensdom:

Ondanks alles

geloof ik

in de innerlijke goedheid

van de mens.

Er wordt de laatste tijd veel gezegd over godsdienst en de beleving ervan. Sommigen schuiven het kwaad in de schoenen van de religie. Maar ik sta achter de woorden van Dallin H. Oaks:

‘Volgelingen van Christus moeten een voorbeeld van hoffelijkheid zijn. We moeten alle mensen liefhebben, goed naar hen luisteren en respect voor hun oprechte overtuiging opbrengen.
Hoewel we van mening kunnen verschillen hoeven we niet onaangenaam te zijn. We dienen iedereen vriendelijk te behandelen en elk soort vervolging af te wijzen, waaronder vervolging vanwege ras, afkomst, godsdienstige of agnostische overtuiging, en seksuele geaardheid. Ieder van ons dient haatdragend taalgebruik te schrappen en hoffelijk om te gaan met andersgezinden.
Hoe moeilijk het leven ook is met alle verwarring om ons heen, het gebod van de Heiland om elkaar lief te hebben zoals Hij ons liefheeft, blijft waarschijnlijk onze grootste uitdaging. Ik bid dat we dat mogen begrijpen en daar in al onze relaties en handelingen naar mogen streven.’

Geweld en geweldig, twee woorden die qua spelling op elkaar gelijken maar qua inhoud diep verschillen. Het ene maakt kapot, dwingt en zal uiteindelijk zelf ten onder gaan. Het andere tovert, zingt, danst en lacht, en zal uiteindelijk de overwinnaar zijn.

Leef een geweldig, weldadig leven!

 

Warmte

warmte blog

Het is warm. Te warm. Al een paar dagen blijft de temperatuur net onder de dertig graden hangen.
Net zoals ikzelf, blijkt mijn to-do-lijstje niet zo goed tegen de warmte te kunnen. In de verkwikkende schaduw van de kastanjeboom bekijk ik vanuit een luie ligzetel het kleine papiertje. Ik knipper met mijn ogen. Twee items van de ‘verplichte vijf’ zijn doorstreept: vaatwasser leeghalen en naar de bakker om brood. De drie andere dringende opdrachten zijn nochtans ook geen zwaargewichten.
Maar poetsen en strijken, dat zal echt voor een ander keer zijn. Ik krijg het nog warmer door er alleen maar aan te denken.

Volgens de wetenschap is er warmte op drie verschillende manieren:
door geleiding
door straling
en door convectie.
Dus NIET door het verrichten van arbeid!

Ik zucht, wetenschap is ook niet alles. Volgens mij vind ik ook  warmte op andere plaatsen.
Ik voel inderdaad warmte door de zonnestralen.
Maar als mijn kinderen en kleinkinderen voor mijn ogen zweven, dan voel ik ook warmte om zoveel vriendelijkheid en betrokkenheid.

Mensen, wier jeugd

gelukkig en vertroeteld is geweest,

bewaren in hun hart

altijd iets van

de lekkere warmte van het nest.

(André Theuriet)

Een tijdje geleden logeerde ik in een ver land bij een lieve vriendin. Ik voel in de mooie herinneringen nog de warmte van haar gastvrijheid. Ik werd in de watten gelegd en omringd met veel vriendschap. Toen ik thuiskwam, had ik geen ‘kleurtje’, maar in mijn hart zinderde nog dagenlang een warme gloed van dankbaarheid.
Van hartelijkheid en genegenheid wordt een mens warm.

Je liefde, warmte en zorgzaamheid, kan je aan veel mensen kwijt. Dat geeft jouw leven grote inhoud en verrijkt dat van een ander.

Het zomerzonnetje kan zalig zijn, maar te veel is te veel. Warmte wordt hitte. Hitte verschroeit en verbrandt. Zweetdruppels, klamme handen, een snellere hartslag …
Als het te warm is, stijgt de wrevel. De zon tovert glimlachende mensen, te veel zon tovert irritante mensen. Het schijnt dat er tijdens een hittegolf meer meldingen van agressie zijn. Hoe hoger de temperatuur stijgt en hoe zwoeler de lucht wordt, hoe korter het lontje lijkt.
Donder en bliksem doorklieven de lucht, plensbuien en hagel vallen in bakken naar beneden.
Een voorkruiper in een wachtrij doet bloed koken.
De krakende vingers van een zenuwachtige puber veroorzaken overdreven nerveuze reacties.
De bumperklevende dikke auto drijven voeten bijna op de rem.

Keep Calm

It’s Warm.

Mensen die motiverende quotes posten zijn minder intelligent.’ Die uitspraak las ik eens in een ernstig magazine en het irriteerde me vreselijk. De juiste quote op het juiste moment kan zoveel mensen een opkikkertje geven, een duwtje in de rug, of zomaar een glimlach.
‘Gebruik je verstand’, zei mijn moeder meer dan eens. En dat geldt voor zonnebaden, reacties op irritaties en op het posten van quotes.

‘Wat er nu gebeurt, gaat het gezonde verstand ver te boven’, schreef Béatrice Delvaux vorige week in de Knack. En ze had het niet over de wateroverlast na de hitte-onweders, maar over de aanhoudende stakingen in ons land.

Er is te weinig zon

onder het nieuws.

Voel jij warmte als je luistert naar het zoveelste debat over de vluchtelingencrisis, het extremisme, de besparingen, de stakingen en de presidentsverkiezingen in Amerika?
De gemoederen zijn verhit, de ketel borrelt langs alle kanten en staat op springen.

De zon maakt bloemen, warmte, hei,

de zee maakt stil

– wat maken wij?

(Leo Vroman)

Ik ben geen politieker, geen werkgever en geen hoge geleerde bol. Maar ik heb wel al meer dan vijftig jaar ervaring in volgende domeinen (het ene al wat meer en beter dan het andere):

organiseren
deligeren
musiceren
declameren

Ik heb me begeven in de wereld van de
psychologie
verpleegkunde
rechtspraak
opvoedkunde
huishoudkunde
animatie

Ik hanteer pen en papier, verf en borstel, en af en toe groene vingers.
Ik heb gepoetst, gewassen, gestreken, geverfd, en in mindere mate zelfs kleren hersteld (ik zal hier maar eerlijk in zijn: knopen aangenaaid).

Ik heb onderhandeld en overeenkomsten gesloten. Ik heb gewonnen en verloren.
Dit en nog veel meer heb ik gedaan als

dochter
zus
echtgenote
moeder
oma
tante
vriendin
schrijver
kunstenaar
leerkracht
directeur

En daarom vind ik het onbegrijpelijk welke politieke chaos er over heel de wereld heerst.
Waarom kan de mens niet over ideologische strekkingen heen samenzitten met gezond verstand, en samen redeneren over wat nu is, wat moet veranderen en wat de opties zijn? Is de handen in mekaar slaan zo moeilijk? Is opbouwende kritiek geven onmogelijk geworden? Is het daarvoor te warm geworden? Is het wij-gevoel gesmolten?

Jonathan Holslag zei dat we naar een slimme samenleving moeten evolueren:
‘Onze technologie wordt steeds slimmer, maar de samenleving dreigt dommer te worden. daarom hebben we nood aan creativiteit en betrokken burgers.’ (Knack 1 juni 2016)

Door de technologische revolutie zien we een hele hoop humane problemen en  diezelfde technologie reikt ons een hoop nepoplossingen aan, zoals knuffelrobots in rusthuizen die de menselijke warmte zouden compenseren. Hallo!

Een slimme samenleving is een bewuste samenleving die de grenzeloze technologische mogelijkheden wikt en weegt. Een slimme samenleving is gericht op het ontplooien van zo veel mogelijk talenten bij zo veel mogelijk mensen. Zij voert ethiek hoog in het vaandel. Zij daagt burgers uit en geeft hen economische kansen om zich te ontplooien, in plaats van de massa mentaal dood te maken met tv-programma’s zoals Temptation Island.
De slimme samenleving, die begint bij onszelf!
(Jonathan Holslag)

De zon

ziet de wereld steeds

vol warmte en licht.

Word eerst de zon

en aanschouw dan de wereld.

(Carmen Sylva)

Mooi gezegd. Als we een zonnetje zijn (laten we klein beginnen), dan geven we warmte.
Deze wereld heeft die warmte wel echt nodig, ook in een hittegolf.

 

Mijn eigen vader heeft me veel warmte gegeven. Mijn hemelse Vader omgeeft me ook dikwijls met heel veel warmte. Het is bijna vaderdag en daarom, aan alle papa’s:

Vaders,

voor je kinderen

zijn jullie het eerste voorbeeld van mannelijkheid.

Jullie zijn hun meest betekenisvolle mentor

en geloof het of niet –

jullie zijn hun helden.

Je invloed is eindeloos,

je warmte onvergetelijk.

(naar de woorden van M.Russell. Ballard)

 

Geniet van een kort filmpje:

youtube.com  earthly father, heavenly father

Ergens zijn stempel op drukken

 

 

blog stempel

 

Vorige week nestelde ik me tussen een paar kleinkinderen in de zetel. Buiten druppelde en regende het met tussenpozen van enkele minuten. Goed weer om een filmpje te kijken.

 

Drie paar onschuldige kinderogen en een paar ogen dat al wat meer van de wereld gezien had, fixeerden zich op een scherm tegen de muur.
Geamuseerd volgde ik het verhaal van een kleine dinosaurus die zo graag zijn stempel op een rots wou zetten. Zijn vader maakte de kleine dino duidelijk dat hij dat niet zomaar kon doen. Het zou veel tijd en werk vragen.

Wie heeft een stempel op jouw leven gedrukt?

Welke stempels heb jij gedrukt?

Jaren geleden had ik als jonge leerkracht een stempelkaart van de overheid gekregen. Ik moest een periode elke dag in een lange rij aanschuiven, om een verplichte stempel te halen.
Die stempelkaart was minder plezant dan de kaart die ik in het eerste leerjaar van een nonnetje kreeg. Toen kreeg ik een stempel als ik goed gewerkt had.

Nog steeds sieren stempels de schriften van kinderen die leren schrijven. Ze zien er veel leuker uit. In plaats van de bolletjes en sterretjes van vroeger, zijn het nu smiley’s of Disney-figuurtjes geworden. Het resultaat is hetzelfde: schitterende oogjes en het verlangen om nog beter te doen.

In de kleuterschool wordt nog steeds kwistig met vingerverf gesmeerd op handen en voeten. Die afdrukken worden dan fier overhandigd aan mama, papa, of oma en opa.

Kleine kinderen stempelen met hun handen, met beschilderde herfstbladeren, met een doorgesneden aardappel, of met kant en klare stempelstiften. Jonge ouders moeten hun kroost goed in het oog houden, want die kleine snottertjes willen wel overal een merkteken achterlaten. Net zoals een kater willen ze precies zeggen: ‘Hier ben ik geweest.’

De jeugd kerfde vroeger wel eens met een mes hun merkteken in een boomstam; nu krabbelen ze met stift hun namen op romantische bruggetjes of eeuwenoude stenen.

Hoe jong of oud we ook zijn, we willen een stempel achterlaten. Tegenwoordig vinden we een massa stempels op Facebook en andere sociale media. Alles wat we posten op social media heeft een invloed op ons persoonlijk merk.

Our fingerprints

do not fade from

the lives we have

touched.

Remember to leave

a positive mark.

(Healthy thoughts)

 

Er zijn veel mensen die niet alleen hun stempel op mijn wereld gezet hebben, maar die de hele wereld beïnvloed hebben.
Jezus Christus zei niet alleen hoe het moest, Hij leefde ook na wat Hij predikte. Zijn grote stempel van naastenliefde is misschien wel de meest belangrijke die ooit op deze wereld gezet is.
Joseph Smith gaf opnieuw betekenis aan ‘waarheid en licht’.
Grote filosofen zoals Plato, Socrates en Aristoteles lieten de mensen dieper nadenken.
Martin Luther King en Nelson Mandela behoren tot de strijders tegen de apartheid. Hun stempel is verdraagzaamheid en het aanvaarden van elke mens.
Ontdekkingsreizigers als Christoffel Colombus en Amundsen, om er een paar te noemen, stempelden onderzoekingsdrang en volharding.
Componisten en muzikanten, waaronder Beethoven, Mozart, de Beatles en Willem Vermandere, vormden gevoel voor ritme en muziek.
Net zoals vele mensen is mijn leven getekend door een reeks wetenschappers: Louis Pasteur, Marie Curie, Albert Einstein, en nog veel meer.
Uitvinders, zoals Henry Ford, Thomas Edison en Tim Berners Lee, hebben hun stempel gezet op ons dagelijks leven in dit digitale tijdperk.
Als ik een dipje heb, moet ik maar denken aan de vele helden van vroeger en nu. Het voorbeeld van van Florence Nightingale en Helen Keller geeft me een schop onder mijn kont. Marissa Mayer ging bij Google weg om Yahoo CEO te worden. Om vol te houden stelde ze prioriteiten: op de eerste plaats kwam God, dan haar gezin, en op de derde plaats het bedrijf. Wat een geweldige stempel hebben die vrouwen, en nog veel andere, nagelaten!

Het kan ook niet anders of er zijn kunstenaars en schrijvers die een onuitwisbare stempel hebben gezet. Om er een te noemen: de kunstwerken van Escher kunnen me nog steeds boeien.
Ik ben absolute fan van de schrijvers Gerald N. Lund, Emily Freeman en Richard Paul Evans. Ik ben jaloers op de schrijfstijl van Jodi Picoult, en J.K.Rowling is ook een favoriet. Buiten dat ik genoten heb van Harry Potter, vind ik het fantastisch dat deze schrijfster de wereld rondreist om kinderen het plezier van lezen bij te brengen.

The human soul

has still greater need

of the ideal

than of the real.

It is by the real

that we exist;

it is by the ideal

that we live.

(Victor Hugo)

 

Buiten al die grote namen, hebben ook heel gewone mensen een stempel op mij gedrukt.

You don’t have te be a

‘person of influence’

to be

influential.

In fact,

the most influential people

in my life

are probably not even aware

of the things

they’ve taught me

(Scott Adams)

Mijn ouders, sommige leerkrachten, mijn vrienden, zij hebben een stempel gezet op mijn denken, mijn doen en mijn laten. Misschien denk je nu dat ze te klein waren om invloed te hebben. Maar als je dat denkt, dan heb je waarschijnlijk nog nooit de nacht doorgebracht met een mug op je kamer. Iedereen heeft het karakter om een stempel te zetten.
Er waren mensen die slechts mijn leven gekruist hebben, en er waren er die slechts korte tijd op mijn pad meewandelden. Maar zij hebben een onuitwisbare stempel in mijn hart en ziel gedrukt.

 

How do you want to

leave your mark

on the world?

Ik hoop, dat als ik ergens vertrek, of als ik iemand moet verlaten, of afscheid moet nemen, dat ik dan die plaats, of die persoon, beter achter laat dan voor die ontmoeting. Soms zal mijn stempel klein zijn: een glimlach, een schouderklop, een luisterend oor.
Maar ik hoop, dat ik, door te schrijven een rimpeling in iemands leven kan veroorzaken.

Ik ben misschien van de oude stempel, maar ik geloof nog steeds dat het beter is te geven, dan te nemen.

We moeten allemaal geen beroemde personen worden, maar we oefenen allemaal een invloed uit: als mens, als partner, als ouder, als grootouder, als vriend, als …
L.Tom Perry zei over de stempel die ouders zetten:

The influence of righteous

conscientious,persistent,

daily parenting

is among the most powerful

and sustaining forces

for good

in the world.

 

En, o ja, ’the Good Dinosaur’ heeft zijn stempel kunnen plaatsen!

Al gelachen vandaag?

 

 

Een glimlach is de                                                                                                                                                                                                           zonlachen blog

die de winter

van je gezicht

verdrijft.

(Victor Hugo)

 

 

 

 

 

Lachen is de reactie van mensen op humor, of een uiting van blijdschap, opluchting of spanning.
Al gelachen vandaag?
Ik lachte gisteren om een grapje van mijn man. Hij heeft wel enkele leuke grapjes en hij vertelt nooit dezelfde. Soms gelijken ze goed op elkaar, maar dat doet er niet toe. Mijn man tovert altijd een glimlach op mijn gezicht.

Een Vlaming kan altijd drie keer lachen om een mop.

De eerste keer als je ze vertelt,

de tweede keer als je ze uitlegt

en de derde keer als hij ze begrijpt.

(Louis Paul Boon)

Ik lach vandaag, omdat de lucht er minder grijs uitziet. Het zonnetje geeft een blij gevoel en ik hang vrolijk de was  aan de droogmolen in onze tuin.

En ik lach morgen – zeker weten- om het liedje van ‘Ridder Martijn en ridder Koen’ dat mijn kleinkinderen met gebaren en al enthousiast zullen zingen.
Mijn kleinkinderen maken me blij. De twee oudste kleindochters zijn giechelkonten geworden, en een beetje jaloers denk ik terug aan die zorgeloze prille tienerperiode in mijn leven. Een ander kleinkind is een echte lachebek. Haar schaterlach werkt heel aanstekelijk en besmet in een mum van tijd heel haar omgeving. Mijn kleinzoons hebben dikwijls een grijnslach. Wie proberen ze nu weer een loer te draaien?
Ja, lachen is eigenlijk heel simpel. Het leven is veel te kort om er sip bij te lopen over dingen het echt niet waard zijn.

 

Lachen is een boeiend onderwerp. Het interesseert de wetenschap, de reclamewereld en degenen die kijkcijfers willen halen.
Als we lachen maken we een geluid dat we nauwelijks kunnen controleren. Een spontane lach maakt een spontaan geluid. Af en toe zweven er op het internet filmpjes met kraaiende en schaterende baby’s. Als je in een dipje zit en je kijkt naar zo’n filmpje, dan krullen je mondhoeken vanzelf omhoog.

De lach van een kind

is het mooiste geluid ter wereld.

De Mona Lisa heeft de beroemdste glimlach van heel de wereld. Hoeveel keer is haar glimlach al bekeken, gedeeld en bestudeerd? Elke dag passeren 20.000 mensen het schilderij in het Louvre. Een aantal jaren geleden was ik één van hen. Ik weet nog toen ik in dat indrukwekkende museum voor die beroemde glimlach stond, dat ik eigenlijk verbaasd was over de afmetingen van dat beroemde kunstwerk. Ik had me dat schilderij veel groter voorgesteld. Moest het niet duidelijk in de belangstelling staan, je zou er zo kunnen voorbij lopen. Over de glimlach van de dame zijn tientallen theorieën te vinden, van de mysterieuze glimlach van een zwangere vrouw tot de glimlach van Leonardo da Vinci zelf. Huidige software die emoties zou herkennen, geeft aan dat er voor 83% geluk in die lach zit. Oef, de beroemdste glimlach is dus een echte!

 

Behalve het gezicht van de Mona Lisa, moet je eens het gezicht van levende mensen observeren. Dat kan je doen als je aan het wandelen bent, of als je een terrasje doet. Ik vind dat mensen met een glimlach meer stralen. Ik krijg er zelf een glimlach van op mijn gezicht. Een oprechte glimlach is een reflexie van je karakter en zendt licht uit. Charles Gordy merkte op dat een glimlach een goedkope manier is om je uiterlijk te veranderen. Ik zou zelfs durven stellen dat een glimlach de beste facelift is die je jezelf kan geven. Kijk maar eens met een glimlach in de spiegel: je ziet er mooier, levendiger en jonger mee.

Je bent nooit helemaal gekleed

zonder glimlach.

(Martin Charnin)

 

Het is gemakkelijk om te glimlachen als je leven rustig verloopt. Maar wat doe je als dat leven in een stroomversnelling komt? In een storm? In een tsunami? Wat doe je als alles tegenzit? Zakt je gezicht dan in elkaar en kan er geen lachje meer af? Die sombere periode van je leven wordt nog somberder als je in de spiegel een gezicht ziet met neerhangende mondhoeken. Tegenslag is een deel van het leven, lift je mondhoek omhoog. Wilhelm Raaber zag het zo:

Humor

is de zwemgordel

op de rivier van het leven.

Ik heb al veel verhalen gelezen over dramatische oorlogen. In al die boeken waren er mensen in staat om die verschrikking te overleven door onder andere humor. In ons persoonlijke leven moeten we meer dan eens een oorlog uitvechten.

Het leven moet met liefde en met humor worden geleefd:

liefde om het te begrijpen,

en humor om het te dragen.

(Carlos Fisas)

 

Lachen en humor zullen onze levensvraagstukken niet oplossen, maar helpen ons wel er doorheen te spartelen. Het leven is ernstig, maar we nemen het soms te ernstig op. We moeten onszelf niet te serieus nemen, af en toe humor is goed. Het helpt ons door moeilijkheden en is als een tedere balsem wanneer dingen hard zijn. Toon Hermans zei:

Het leven is zeker niet altijd

‘een reden tot blij zijn’.

Om blij te zijn heb je moed nodig.

Daarom is het woord blijmoedig een veelzeggend woord.

 

In spreuken 17:22 staat: Een blij hart bevordert de genezing.
Ik heb dat zelf ondervonden. Gedurende een heel moeilijke periode van onbegrip, tegenwerking en vechten tegen windmolens, voelde ik me op en leeg. Ik voelde me zo verdrietig, zo onbekwaam. Het was moeilijk om nog licht te zien. Op een dag keek ik in mijn toverspiegel. Ik zag een doffe blik en een neerhangende mond. De spiegel, of hoe je het ook wil noemen, kuchte en zei heel liefdevol: Alleen al een glimlach zorgt voor een beter gevoel. Pas maar op, je wil je rimpels toch op de juiste plaats krijgen? 

So much in life

depends on our attitude.

The way we choose

to see things

and respond to others

makes all the difference.

To do the best we can

and then to choose

to be happy about our circumstances,

whatever they may be,

can bring peace and contentment.

We can’t direct the wind,

but we can adjust the sails.

For maximum happiness, peace and contentment,

may we choose

a positive attitude.

(Thomas S. Monson)

Mijn ’toverspiegel’ liet me inzien dat een vrolijk hart het duister helpt op te trekken. Een vrolijk hart geeft mij kracht en laat hoop groeien. Ik kon niets aan de wind doen, maar heb mijn zeilen bijgestuurd. Dat was niet zo gemakkelijk, en af en toe wakkert de wind weer een beetje aan, maar ik kan weer lachen en echt gelukkig zijn.
En terwijl mijn ogen weer fonkelen en mijn mondhoeken omhoog krullen, fluistert de spiegel opnieuw: één glimlach kan duizend anderen aansteken. Wees die ene.

Een glimlach doorgeven, een vrolijke noot uitdelen, laat ook bij anderen het duister optrekken en plant een sterk zaadje van kracht en hoop. Het is een andere manier van dienstbetoon aan onze kinderen, onze ouders, onze familie, of aan onze vrienden die problemen hebben, of die gewoon een extra dosis van dit vrolijke medicijn nodig hebben.

Probeer eens een ander aan het lachen te maken. Het zal je een fijn gevoel geven. Een heel ander gevoel dan dat je anderen belast met je tegenslagen en klachten.
Onze noorderburen spreken over een ‘baaldag’. Gelukkig hebben wij dat woord niet in onze Vlaamse woordenschat. Misschien moeten we er wel een ‘lachdag’ in opnemen. Dat zou een geweldige dag zijn, juist nu in deze wereld, waar men soms wel van zou balen.

Het aansteken van een lamp in het donker

is het meest zinvol.

Lachen kost minder dan elektriciteit

en geeft minstens evenveel licht.

(Abbé Pierre)

Lachen is een hulpmiddel om de lucht op te klaren, om de spanning te verlichten, en ook gewoon om plezier te maken. Zoals met alle gereedschap moeten we ook dit hulpmiddel goed en wijs gebruiken. We weten allemaal wel dat in bepaalde situaties ‘grappig zijn’, onbeleefd of aanvallend zou overkomen.
Misschien heb je ook wel al eens in gezelschap gelachen als een boer die kiespijn heeft, terwijl je het eigenlijk helemaal niet leuk vond. Lach eerlijk en vriendelijk.

We leven in een wereld waar ruwe taal aanvaard is om te spotten en dingen belachelijk te maken. Alles kan in de naam van ‘humor’. Het gelach en de humor die ik zoek, is die waarmee ik met opgeheven hoofd naast de Heer kan staan. Dit zorgt er voor dat ik ook oppas voor sarcasme of kwetsende humor.

Een goed ontwikkeld gevoel voor humor

is de pool

die balans toevoegt aan uw stappen,

terwijl u loopt

op het koord van het leven.

(William Arthur Ward)

Hugh B. Brown zei:

A wholesome sense of humor

will be a safety value

taht will enable you

to apply the lighter touch

to heavy problems,

and to learn some lessons

in problem solving

that

‘sweat and tears’

often fail

to dissolve.

Lachen is gezond! Gebruik de lach wijs. Gebruik hem op een vriendelijke manier. Lach eerlijk, lach zoals je bent. Te hard proberen grappig te zijn is niet meer grappig. Hou van je eigen lach, of die nu hoog, breed, laag of dun is. En help kinderen het belang van lachen in te zien. Leer hen het wapen van humor te gebruiken, zodat ze explosieve situaties kunnen ontladen. Leer hen dat ze zo kalmer kunnen worden onder druk. Leer hen dat lachen broodnodig is.

Al gelachen vandaag? Doen!
Want met een twinkel in onze ogen en liefde in ons hart kunnen we een drager zijn van licht en hoop.

 

 

De tuin van mijn leven

blog tuinen

De periode van tuinbeurzen en tuinbezoeken is volop aan de gang. Er zijn er die beweren dat de Engelse tuinen de mooiste van de wereld zijn. Hoewel ik eveneens enorm gecharmeerd ben door die romantische tuinen, vind ik de tuinen van Versailles en Keukenhof in Nederland – hoewel heel verschillend van smaak – ook wel prachtig.
Er zijn historische tuinen, botanische tuinen, romantische tuinen, rozentuinen, watertuinen en nog veel meer tuinen.
Ooit wil ik nog eens verdwalen in de tuinen van Claude Monet om zelf te zien of die echt een schilderij zijn. Ook de Lost Gardens of Heligan in Cornwall staat op mijn lijstje. Het schijnt dat je daar in een mytische wereld belandt. Dat lijkt me best wel leuk in deze hoogtechnische wereld.
De hangende tuinen van Babylon fascineren me ook, misschien omdat je deze alleen in vervlogen dromen kan bezoeken.
Ook in ons eigen kleine landje vind je hier en daar prachtige tuinen, zoals de kasteeltuinen van Annevoie.
Ik ga het in deze blog hebben over zo’n tuintje in eigen land, mijn hof.

 

Ik vind het heerlijk om mijn werk even te laten voor wat het is, en om dan een zalig plekje te zoeken in onze tuin. Mijn man en ik hebben hem liefkozend en bewonderend ‘ons klein paradijsje’ genoemd.
Onze hof van Eden kan natuurlijk niet tippen aan de oorspronkelijke paradijselijke tuin.
Eerst en vooral is hij een pak kleiner, lopen we er niet naakt rond, en zijn slangen ver te zoeken. In onze tuin vind je geen boom des levens en de boom van kennis van goed en kwaad groeit er ook niet. We hebben wel een tamme kastanjeboom, een lijsterbes of twee, een paar grove dennen en enkele onbekende sierboompjes. Een vlinderstruik, hulst, een grote azalea en enkele rododendrons zijn een streling voor het oog.
Het liefst van al zit ik aan de vijver. Daar ijveren vrouwenmantel, riet, bies, gele lis, kattenstaart, pijlkruid, waterlelies en nog meer kleurrijke planten om mijn aandacht.
In onze tuin moet ik dikwijls de handen uit de mouwen steken. Zonder mijn handschoenen en een snoeischaar zouden brandnetels, varens haagwinde en nog meer van dat woekerende kruid de macht over nemen.

Ik cultiveer mijn tuin

en mijn tuin

cultiveert mij.

(Robert Brault)

Als ik tijd maak voor mijn tuin, dan leert hij mij heel veel.
Ten eerste, geduld.
Na de winter ligt alles er nogal kaal bij. En als het eerste lentezonnetje voor wat opwarming zorgt, dan hunker ik naar het frisse groen en naar bloemende struiken, en kan de natuur niet vlug genoeg zijn werk doen.
Als ik dan ’s morgens de gordijnen opentrek en de tuin een goeiemorgen zeg, dan wil ik verrast worden worden met bloeiende waterlelies, dansende libellen en een kwakende kikker. Dan wil ik dat de azaleastruik pronkt met honderden rode bloemetjes. Ik wil citroenvlinders en atalanta’s zien fladderen van struik naar struik.
Maar mijn tuin glimlacht om zoveel ongeduld en opent hier een blaadje, daar een dotterbloem en ginds ontrolt hij de eerste varen.
Geen twee dagen zijn hetzelfde in mijn tuin.
Ik ondervind aan den lijve wat Emilie Barnes bedoelt:

Growth takes time.

Be patient.

And while you’re waiting,

pull a weed.

Zoals ik al eerder zei, moet ik in mijn paradijs werken. God zei tegen Adam en Eva dat de aarde om hunnentwil vervloekt was. Dat houdt in dat het voor hun goed was.
Als ik dan onkruid van tussen de plantjes trek, dan durf ik wel eens dromen van een tuin waar niet in moet gewerkt worden.
Maar als ik  ’s avonds de gordijnen dichttrek en slaapwel zeg tegen de tuin, dan lacht hij me breed toe. Ik zie de vruchten van het wieden, maaien, knippen en snoeien, en ben gelukkig.

Your life is your garden,

your thoughts are the seeds.

If your life isn’t awesome,

you’ve been watering the weeds

In mijn tuin is er veel plaats
om te spelen en je te verstoppen,
om te praten en te luisteren,
om te snoezelen en te luieren,
om te genieten en te dromen…

Ik hou van bloemen. Eén bloem kan een heel wonderlijk wereldje zijn. Bloemen leren me veel.
Bloemblaadjes,kelkblaadjes, kroonblaadjes, meeldraden en stampers lokken heel wat zoemend, kruipend en vliegend volk. De lange tong van een kolibrievlinder, het gezoem van bijtjes, het rusten van waterjuffertjes, dit alles ontlokt de gedachte dat bloemen niet alleen mooi zijn, maar ook machtig.
Ik groeide op in de jaren zestig en zeventig, de flowerpower periode. Als we al de rekeningen van zaad, gereedschap en andere uitgaven bij elkaar optellen, dan krijgen we een idee wat flowerpower betekent (letterlijk en figuurlijk).

A flower doesn’t think

of competing to the flower next to it,

it just blooms.

Wat minder competitief stilstaan bij de bloemen die rondom ons groeien, zou meer voldoening en minder strijd en afgunst geven.

Ik geniet met volle teugen van mijn tuin die zich stap voor stap ontwikkelt. Ik zorg voor mijn tuin, maar mijn tuin zorgt ook voor mij. Weet je wat hij gisteren tegen me zei:

Munt uit in jouw veld – wees jezelf en ontwikkel je talenten.

Hou je hoofd hoog – besef je waarde en laat je niet hangen.

Verspreid zaadjes van geluk – een glimlach, een knuffel, een luisterend oor.

Voed de vogels – ontvang vrienden, vertel en koester.

Denk zonnig – er zijn al wolken genoeg in het leven.

 

Er zweeft een liedje van Wim Sonneveld door mijn hoofd:

En langs het tuinpad van mijn vader

Zag ik de hoge bomen staan.

Ik was een kind en wist niet beter

Dan dat het nooit voorbij zou gaan.

Met weemoed vlieg ik terug in de tijd en denk aan ‘onzen hof’: een langwerpige tuin, met veel struiken en drie berken. Helemaal achteraan was er een moestuintje en groeide er een perenboom. Ik sluit mijn ogen en zie mijn pa wandelen in onze tuin, ietwat gebogen en zijn handen op zijn rug. Mijn vader inspecteerde dagelijks wat groeide en bloeide. Hij hield van zijn kleine stadstuin.
Ik wist inderdaad niet dat dit beeld ooit verleden tijd zou zijn.

Langs het tuinpad van mijn leven staan hoge bomen en kleine struiken. Er groeien veel bloemen en het wemelt van het leven. Ik zaai, ik plant, ik maai en ik snoei. Maar ondertussen snoeit de Grote Tuinman mij ook. Soms is dat pijnlijk, maar zijn snoei is gefocust op mijn groei.

En aan het eind van mijn tuinpad staat een zalige tuinstoel, hoopvol en uitnodigend te wachten.

 

Plant dreams

Pull weeds

And grow a happy life.

 

En als het een typische Belgische zomer wordt, dan is het misschien een goed idee om you tube te openen en te kijken naar

De Geheime Tuin
(The Secret Garden)

 

Zaaien en groeien

zaaien
zaaien

Vorige week slenterde ik een tuincenter binnen, op zoek naar eenjarige plantjes voor in de tuin. Die zouden, zoals de naam zegt, een jaar moeten meegaan, maar meestal halen ze zelfs niet een jaar. In september, en anders zeker in oktober, hebben ze het welletjes gevonden. Eigenlijk zijn het dus maar halfjarige plantjes, als een zomerse hagelstorm er na een maand al geen korte metten mee maakt.

De geraniums, begonia’s, lobelia’s, surfinia’s en nog meer schoonheden, roepen kleurrijke taferelen op van Zuiderse Franse dorpjes en bebloemde houten bergchalets. Het lijkt in mijn herinneringen dat die bloemenweelde daar prachtiger is. Misschien komt het omdat het licht daar anders is?

De tuinmannen of tuinvrouwen onder ons zijn nu ook druk in de weer. Het zaaiseizoen is immers aangebroken. Wat in de plantenwinkel dan ook een herinneringscode in mijn hersenpan triggert, zijn de zaadjes. Je weet wel, ze hangen aan rekken in tientallen papieren zakjes: radijsjes, sla, bonen, wortels en nog veel meer. Ik zie mijn vader nog zo’n zakje openscheuren en tientallen piepkleine zwarte bolletjes rollen in zijn hand. In een ander zakje zaten dan weer maar een paar dikke bonen.
Groeien daar echt radijsjes uit? Boontjes? Wortelen?
Ik hoor mijn vader nog wijselijk antwoorden; ‘Als je radijsjes zaait, kunnen er geen wortels uit groeien.

Wat je zaait zal je oogsten.

Ik ontdekte al vlug dat alleen zaadjes die aandacht krijgen, groeiden.
Later, op school, liet een juf met ietwat groene vingers ons cressonzaadjes zaaien op een vochtig watje. Het magische was, dat er inderdaad tere cressonplantjes tevoorschijn kwamen. En enkele dagen later waren ze nog lekker ook!
Sommige van mijn zaai- en plantexperimenten mislukten door te veel of te weinig water, door een slechte grond, door een ontsnapte koe (echt waar!), maar meestal door te vergeten dat zaaien maar het begin is.

Plant dromen,

Wied onkruid,

en een gelukkig leven groeit.

Je moet natuurlijk onkruid leren onderscheiden. Ooit was er eens een juf die helemaal geen groene vingers had, maar ze wou wel de klas het wonder van zaaien en oogsten laten ondervinden. Ze wou niet te groot beginnen en de rage van een vierkantemeter-tuin was voor haar de oplossing. Ze kocht allerlei zaadjes en samen met de kinderen zaaide ze kwistig in haar kleine tuintje. Toen de juf ergens opving dat onkruid altijd de kop opsteekt, ging ze ongerust haar tuintje bekijken. Ze zou dat onkruid eens direct leren wie de baas was. Jammer genoeg trok ze ook alle kiemende plantjes uit. Dat jaar was er in een bepaalde klas geen oogst.

 

Een zaadje is bedoeld om te groeien. Een eikeltje kan een kanjer van een eikenboom worden.

De mens is een goddelijk zaad,
bedoeld om te groeien
tot iets wat onmogelijk lijkt.

We groeien lichamelijk, wat op tienerleeftijd heel frustrerend kan zijn. We groeien emotioneel, we leren mee te leven met een ander. We groeien sociaal, hoewel sommigen muurbloempjes blijven. We groeien intellectueel, mede dankzij de verplichte leertijd in ons land. We groeien ook spiritueel, ook al zie je in deze eeuw een flinke groeiachterstand bij een enorme hoeveelheid mensen. Nochtans is deze geestelijke groei, volgens Elizabeth Kübler, de enige reden van ons bestaan op aarde.

Om in de richting te groeien die we willen, zullen we een boom in onze tuin steunen, leiden en snoeien.
Om zelf in de gewenste richting te groeien, zullen we bewuste keuzes moeten maken. Iets wild laten groeien, levert zelden de gewenste vruchten op. Daarom is snoeien noodzakelijk.

Je krijgt niet wat je wilt,
maar wat je voor je innerlijke groei nodig hebt.
(Annemarie Postma)

 

Groeien als mens, ons ontplooien, ons ontwikkelen, vooruitkomen in het leven, dit vergt geloof, wijsheid en geduld, en is soms een pijnlijk proces.
Soms durven we onze comfortzone niet verlaten en houden we op die manier onze groei tegen.

Er waren eens twee zaadjes die naast elkaar op een vruchtbare grond lagen. Het ene zaadje zei: ‘Ik wil groeien!’
Het wilde zijn wortels diep in de grond voelen en door de aarde heen naar boven uitbreken. Het wilde met zijn tere knoppen de komst van de lente aankondigen. Het wilde de warmte van de zon op zijn gezicht voelen, en de morgendauw op zijn blaadjes.

En dat zaadje groeide en groeide!

Het tweede zaadje zei: ‘Ik ben bang!’
Het was bang voor wat hij in de donkere aarde zou tegenkomen,  als hij zijn wortels naar beneden zou laten groeien. Hij was bang om zijn tere knoppen te beschadigen, als hij door de aardkorst zou breken. Hij was bang dat als hij zijn blaadjes zou uitrollen, ze misschien door een slak zouden worden opgegeten. Hij was bang dat als hij zijn bloesems zou openen, een klein kind ze misschien zou afbreken. Dus wachtte hij liever tot de kust veilig was.

Het zaadje wachtte en wachtte.

Toen kwam er een kip voorbij.
Ze vond het zaadje
en pikte het op.

We moeten durven groeien! Als we onze dromen willen laten uitkomen, moeten we er aan werken, hard werken. Dat vergt tijd, keuzes maken, soms een pleziertje opgeven, het kan ook een mislukking opleveren, ontgoocheling, pijn. Maar als we blijven wachten om iets te proberen, zouden die dromen wel eens diep begraven kunnen worden.

We weten allemaal dat het gras niet groeit door aan de sprieten te trekken, maar door de wortels water te geven. Daarom maakt de grasmaaier na zomers regenweer zoveel overuren.

Maar opgepast! Harry Mulish zei niet voor niks:

Een boom die zo hard wil groeien

dat hij zijn wortels uit de aarde trekt,

zweeft niet ten hemel,

maar valt om.

 

Een van de bijbelverhalen die me veel heeft laten nadenken is het verhaal van de zaaier. Voor degenen die er niet vertrouwd mee zijn:

Zie, een zaaier ging eropuit om te zaaien.
En toen hij zaaide, viel een deel van het zaad langs de weg; en de vogels kwamen en aten het op.
Een ander deel viel op steenachtige plaatsen, waar het niet veel aarde had; en het kwam meteen op, doordat het geen diepte van aarde had.
En toen de zon opgegaan was, verschroeide het; en doordat het geen wortels had, verdorde het.
Een ander deel viel tussen de dorens; en de dorens kwamen op en verstikten het.
En weer een ander deel viel in goede aarde en gaf vrucht, het ene honderd-, het andere zestig-, en een ander dertigvoudig.
(Mattheus 13)

Hetzelfde soort zaad kwam op bepaalde plaatsen niet op, verdorde, verstikte en groeide. Het lag dus niet aan het zaad. De grond was de reden waarom het ene zaad groeide en het andere niet, of onvoldoende. Het eerste zaad kan je vergelijken met het verhaal van het zaadje en de kip. Als we zelf niets ondernemen, kunnen we niet groeien. Bye bye droom. Zaad tussen de stenen zou kunnen betekenen dat ik te vlug ben, geen wortels heb, en bij de minste tegenslag opgeef. Bye bye droom. Zaad tussen de dorens groeit eerst, maar wordt verstikt door de zorgen, de drang naar erkenning en rijkdom. Bye bye gelukkige droom. Het laatste zaad groeit en bloeit, maar is het je opgevallen dat niet alle zaad evenveel vruchten draagt? Er volgt geen oordeel op deze vaststelling. We zijn allemaal verschillend getalenteerd. Veel mensen sporten graag en veel, maar weinigen zijn topsporter. Veel mensen spelen graag muziek, maar weinigen zijn topmusici. Veel mensen schrijven graag hun gedachten neer, maar weinigen zijn topschrijvers.
Misschien zit er ook een waarschuwing in dat we onze dromen niet moeten vergelijken met een ander.

Er zijn piepkleine zaadjes en grote zaadbollen. Zou het niet fijn zijn moest ieder mens elke dag een zaadje planten. Moest iedereen overal waar hij komt iets achterlaten,
iets moois,
een geweldig idee,
een prachtige droom,
een helpende hand,
een schouderklop,
een brede lach.

Laat ieder dag een zaadje achter. Je zal zien, eens worden ze een tuin die je toelacht.

 

Gedachten over moederschap

 

moeders blog

 

 

 

Moederdag: We kunnen er niet om heen. Hoewel de commerce er een handeltje van maakt, vind ik een boeketje bloemen toch wel lekker ruiken op zo’n dag. Iedereen heeft een moeder, en daarom eerst en vooral:

 

 

 

Bedankt ma,

om mij en mijn twee zussen en broer op de wereld te zetten
en om ons te steunen en te helpen.

Bedankt ma,

om mij te laten zien hoeveel je van pa hield
en hoe dapper je hem tot het eind verzorgd hebt.

Bedankt ma,

voor je voorbeeld
en je liefde.

 

In de kring van mijn leven zijn er vrouwen die geen moeder zijn. Vroeger bekroop me in hun nabijheid dan soms een schuldgevoel om zelf wel moeder te zijn. Maar is moederschap gekoppeld aan kinderen baren? In de Liahona, oktober 2001 las ik een mooi artikel over de vrouw en het moederschap, geschreven door Sheri L. Dew. Ik haal een klein stukje aan:

Het moederschap omvat meer dan kinderen krijgen. Het is de kern van wie we zijn als vrouw. Het is een beschrijving van onze identiteit, onze goddelijke status en aard, en de unieke eigenschappen die onze Vader ons gegeven heeft. God heeft in vrouwen iets goddelijks geplant.
Terwijl wij geneigd zijn om het moederschap alleen in verband te brengen met kinderen krijgen, heeft het woord ‘moeder’ in de taal van de Heer verschillende betekenissen. Eva werd de moeder van alle levenden genoemd nog voordat ze ooit een kind had gebaard.
Alle vrouwen hebben de taak om lief te hebben en de opgroeiende generatie te leiden. Kijk om u heen. Wie heeft u en uw invloed nodig? Als wij echt iets goeds tot stand willen brengen, dan zal dat gebeuren als we zorgen voor degenen die we het leven hebben geschonken, en voor degenen voor wie we willen zorgen.

 

Op 24 september 1979 werd mijn eerste kind geboren. Op diezelfde dag werd ik ook opnieuw geboren: ik was moeder geworden.
Trillend van emotie nam ik voor ’t eerst mijn kleine jongen in mijn armen. Negen maand had ik hem dicht bij mijn hart laten groeien. Nu had ik de verantwoordelijkheid om hem te helpen alleen verder te groeien. Nog drie keer gaf ik leven aan een nieuw mensenkind, een meisje en nog twee jongens. En telkens werd mijn hart groter. Biologisch gezien heeft een hart vier kamers, maar emotioneel heeft mijn hart er door de jaren heen heel wat liefdevolle kamers bijgekregen.

Moeder worden, is een wonder

Moeder zijn, een heel gedonder.

En net als vele moeders, heb ik dikwijls geworsteld met de vraag of ik het wel goed deed. Ik had een pedagogisch diploma op zak en veel van die opgedane theoretische kennis kon ik als moeder in de praktijk toepassen. Dat was dikwijls fijn, maar gaf ook veel frustraties. Mijn kinderen liepen niet op de lijntjes van mijn cursus, ze hadden elk nood aan een specifiek op maat gesneden moederlijke aanpak.

There is no way

to be a perfect mother,

but a million ways

to be a good one.

 

Net als alle moeders voor en achter mij, kreeg ik er meer dan een persoonlijkheid bij. En het switchen van het ene type naar een ander kon vliegensvlug gebeuren.

Ik was een tovenaar en kon sprookjes en raadseltjes uit mijn mouw schudden. Aan witte konijnen heb ik me niet gewaagd, maar met goudvissen, schildpadjes, dwerghamsters en zwerfkatjes toverde ik veel verwondering en glinster in de ogen van mijn vier sloebers.

Ik was een beschermengel, zonder vleugels, maar met supersnelle reacties als het er op aan kwam.

Ik was een kokkin die spruitjes en witloof een zoetere smaak gaf; die cupcakes bakte voor het een rage was en die pannenkoeken als een hemels gerecht voorstelde op verjaardagsfeestjes.

Ik was een adviseur die raad gaf, subtiel en direct, voor dovemansoren en voor gretige luisteraars, in het bos en op het strand, in de winkel en op een feestje, van ’s morgens aan tafel tot ’s avonds in bed.

Ik was een politie agent die het huiselijk verkeer leidde, een detective die waarheid van leugen trachtte te onderscheiden.

Ik was een vertelster, een financiële coach, een verpleegster, een helderziende, een modecoach, een poetsdame, een lerares, een sportcoach, een taxichauffeur, een uitvindster, een psycholoog, een moeder …

The joy of motherhood

comes in moments.

There will be hard times

and frustrating times,

but amid the challenges

there are shining moments

of joy and satisfaction.

(M.Russell Ballard)

 

Ik heb veel geleerd in mijn mama-zijn, over mezelf en over vele andere dingen.
J.Soares zei:

Het geduld van een moeder is als tandpasta.
Hoeveel je er ook van gebruikt,
er is altijd nog een beetje over.

Iedereen moet geduld ontwikkelen in zijn leven: wachten aan de kassa, in de wachtkamer van een dokter, wachten op genezing, wachten op begrip, … Door mijn kinderen heb ik pas geleerd wat geduld is: uren in de rij gestaan voor een oudercontact, voor een gesigneerd boek en voor de ingang van een pretpark. Uren geworsteld over schoolresultaten, vriendenkeuze en beroepskeuze …

Ik ben door mama te zijn, ook beter geworden in het organiseren. Het was van te moeten. Want een raam vol vingerafdrukken, wasmanden met was, wasmanden met strijk en bijna verongelukken over rondslingerend speelgoed, dat alles zorgde meer dan eens voor een kort lontje. Dus het was organiseren geblazen, met vallen en opstaan, met to-do-lijstjes en zonder, met een week- en dagplanner, met een takenlijst voor heel het gezin.

Je bent blij als alles vlotter loopt. Je bent blij als de kinderen eindelijk slapen. Je houdt onvoorwaardelijk van hen, maar op het eind van de dag ben je zo moe, zo moe. Je wil rust. Om kwart over zeven wakker worden, voelt als uitslapen.

Mothers are all slightly insane. (J.D.Salinger)

Een van mijn gekke gedragsveranderingen was dat ik dingen ging verstoppen: koekjes, sleutels, stylo’s ( nu zou ik zeker mijn IPad en IPhone een veilig plaatsje geven), stiften, afstandsbedieningen, enzovoort. Want voor ik het wist, waren deze dingen onvindbaar, of ze lieten sporen achter die duizend irritaties opriepen.

Als je mama bent, dan vind je moeilijk nog een plaatsje voor jou alleen. Zelfs de WC deur vliegt wijd open. Je schrikt je rot en even floept het idee van een deurslot in je vermoeide hersenpan. Maar dit beeld wordt vlug verdrongen door een horrorbeeld van een krijsend kind dat niks begrijpt van je instructies hoe je een deur moet openen.
En dat zalige badkamermoment kan je ook enkele jaren vergeten. Schrap het woord ‘zalig’ en verander ‘moment’ in ‘momentjes’.

Ik ontdekte in mijn prille moederschap dat ik een kannibalentrekje had. Ik zou mijn kinderen zo kunnen opeten hebben! Later ontdekte ik tot mijn verbazing dat ik ook sadistische neigingen had. Er was een periode dat ik mijn kinderen achter het behang wilde plakken, of een paar jaar in de diepvries wou steken.

Being a mother is

learning about

strenghts you didn’t

know you had …and

dealing with fears you

didn’t know existed.

(Linda Wooten)

Na ongeveer 10 jaar te hebben geprobeerd een goede mama te zijn, ging ik een nieuwe taal studeren: de Aliëntaal.  Zoon- en dochterlief hadden de taal en de gebruiken van een Aliën ontwikkeld. Je bent waarschijnlijk niet verbaasd als ik zeg dat deze studie mij bloed, zweet en tranen heeft gekost. Maar zo plotseling als dit buitenaards gedrag gekomen was, zo plotseling was het ook verdwenen. De volgende quote illustreert heel goed de super power die mama’s dienen te ontwikkelen als er puberende kinderen in huis rondwaren:

Opvoeden vraagt

de kracht van Samson,

de wijsheid van Salomo,

het geduld van Job,

het geloof van Abraham,

het inzicht van Daniël

en de moed van David.

De verhalen van deze personen staan in de Bijbel. Ik heb veel van deze mannen geleerd bij het opvoeden van mijn kinderen.
Voor ik moeders in spé afschrik met hoge kosten, onbegrip en vele tranen, wil ik verklaren in dikke letters:

Ik hou er van om moeder te zijn.

Want ondanks de zwangerschapsstriemen, de slapeloze nachten, de schijnbaar eindeloze zorgen, heb ik me ook nooit zo trots, zo blij en zo geliefd gevoeld!
En het mooie publieke geheim aan dat mama-zijn, is dat er een prachtige beloning op volgt:

Kleinkinderen

Mijn hart heeft weer een heleboel kamers bijgemaakt en mijn taak is niet om die mensjes op te voeden, hoewel ik zeker met nog meer begrip en liefde

ze zal knuffelen en opeten
ze raad zal geven
ze verhalen zal vertellen
met hen zal spelen
met hen zal lachen
met hen zal wenen

 

Een geweldige jonge mama schreef:

Hoe kan een mens toch zoveel van een kind houden dat je er graag een groot deel van je vrijheid voor opgeeft? Hoe kan aardse liefde zo sterk zijn dat je je vrijwillig aan verantwoordelijkheid, kwetsbaarheid, onrust en hartzeer blootstelt en toch steeds om meer blijft vragen? Wat voor aardse liefde kan je doen voelen, zodra je een kind hebt, dat je leven nooit en te nimmer meer van jezelf is? Moederliefde moet wel goddelijk zijn (Liahona oktober 2015).

Moederkensdag, we kunnen er niet om heen. De commerce heeft er een handeltje van gemaakt, maar toch vind ik zo’n dag wel fijn.

 

http://youtube.com  it was mom: a mother’s day tribute to Moms

 

 

Vangen vroege vogels de dikste wormen?

merel met worm
merel met worm

Ik kijk door het raam om de waarheid van het weerbericht in te schatten. In dit grillige lenteweer piept de zon toch af en toe eens door de grijze wolken. Je ziet blauwe vlekken verschijnen en even voelt het weer echt als lente aan.
Ook de tuinvogels profiteren van dit droog momentje. Het roodborstje pikt verwoed op de plaats waar nog niet zo lang geleden, onze twee kippen een leven van scharrelplezier hadden. Ligt er misschien nog ergens een minuscuul graankorreltje?
Kool- en pimpelmezen vliegen aan en af. Er worden volop nestjes gebouwd. Een paar dagen geleden vond ik in onze brievenbus tussen de rekeningen en de reclame een hoopje mos. Gelukkig is de aannemer een meer geschikte plaats gaan zoeken voor de nieuwe woning.
Twee merels pikken woest in het gras. Ze moeten wel heel hongerig zijn, of hebben ze al de verantwoordelijkheid om een hele kroost te onderhouden? Even later vliegt één van de twee triomfantelijk weg, een lange glibberige worm tussen zijn bek geklemd.
Ocharme, die worm, die zal nu wel zo dood als een pier zijn.

Ik vind regenwormen niet van moeders mooiste. Maar ze zijn wel nuttig: ze woelen de aarde om, brengen er op die manier zuurstof in en voorzien de bodem van waardevolle humus.
Wist je dat er drie soorten regenwormen zijn: de strooiselwormen, de bodemwoelers en de diepgravers.

Strooiselwormen zijn armetierige pieren, ze krioelen er in de bovenlaag van het bos maar wat op los.

Sommige mensen zijn als strooiselwormen,

zonder veel dieptegang,

eet, drink en wees vrolijk.

De bodemwoelers leven in de bovenste dertig centimeter van de grond en zij spelen een belangrijke rol in het mengen van organisch materiaal in de bodem.

Sommige mensen zijn als bodemwoelers,

ze willen meer te weten komen,

ze proberen van alles uit,

hun leven is rijk gevuld.

De diepgravers kunnen in goed gedraineerde grond wel een paar meter diep kruipen. Wat een olympische prestatie!

Sommige mensen zijn als diepgravers,

ze zijn specialisten,

geweldige uitvinders

en grote denkers.

Zij eten, drinken en zijn vrolijk,

zij zetten dat soms wel even opzij

voor een hoger doel.

Pol le Roy zei eens: “Een massa-meeting doet me altijd denken aan een feest van regenwormen.”

Krioelende mensen, krioelende wormen…
Daar kan je wel eens in de knoop van geraken. Ik las ergens het volgende anonieme gedichtje:

De regenworm

Een reuzelange regenworm
die sprak: ‘Ik ben vandaag uit vorm,
want waar ik kruip of sta of zit,
ik merk dat ik vol knopen zit,
hetgeen mijn kronkelen vermindert
en mijn bewegingsvrijheid hindert.
Ik weet de reden daar wel van:
’t wil maar niet regenen! – en dan
verliest een regenworm de hoop
en raakt al piekerend in de knoop…’

Maar nauwelijks had hij dit verzucht
of het werd donker in de lucht
en ’t regende opeens enorm,
het was een echte regenstorm!
‘Hèhè’, zei toen de regenworm,
‘Ik kom warempel weer in vorm,

hetgeen bewijst dat al zit je nog zo in de knopen,
blijf steeds op de ontknoping hopen!’

Een eenvoudig gedichtje, maar we zitten soms wel eens in de knoop, met onszelf of met anderen. En dan vermindert ons kronkelen, we worden minder creatief. We beperken onze bewegingsvrijheid, we mijden plaatsen of vrienden. We kunnen de zon niet meer vinden en verliezen de hoop.
Al eens een knoop ontward? Daar is veel geduld voor nodig, een goed oog, soms een bril, en soms hulp van een ander. Maar wat een opluchting als de knoop weg is!

 

Winston Churchill zei:

We zijn allemaal wormen,

maar ik denk dat ik

een glimworm ben.

Als we naar de uitgestrektheid van het heelal kijken, dan kunnen we ons wel als een worm voelen. Maar wormen doen hun onmisbare deel in hun biotoop; van mensen wordt  verwacht hun onmisbare deel te doen in hun biotoop, de aarde.
Nu, een glimworm is geen worm, het is een kevertje. Maar de gedachte is wel mooi om, als je dan toch een worm bent, een glimworm te zijn en licht te geven.
Ik ben een boekenworm, maar ik wil wel graag een glimboekenworm zijn. Ik las een verhaal over een regenworm in ‘Een parel voor elke dag.’

Er was een een kleine regenworm.

Zo’n regenworm bestaat uit kleine ringen,
die elkaar voortstuwen, elkaar voeden,
en samen de grond vol gaatjes boren
zodat die goed kan ademen.
De kleine regenworm was trots op zijn werk.

Op een dag kreeg de laatste ring een idee:
‘Ik wil ook wel eens vooraan graven’, zei die.
En hij begon in de andere richting te graven,
tot grote verbazing van de andere ringen.

Maar ook zij wilden wel eens de eerste zijn.
En zo begon iedere ring zelf eerst te graven.

De kleine regenworm kronkelde zich in alle bochten.
Elke ring trok in een andere richting.
Meer nog,
ze gaven geen voedsel meer aan elkaar,
want ze wilden zelf
zoveel mogelijk groeien en sterk worden,
Ook al moesten de anderen hiervoor uitdrogen.
Ze waren helemaal vergeten
dat zij van elkaar afhingen.

Korte tijd later,
lag de worm te sterven.

 

Welk soort worm we ons ook voelen, we hebben elkaar nodig. Het is nodig dat we af en toe   IK  eens opzij zetten en de waarde van  WIJ  eens onderzoeken, niet als een strooiselworm, maar als een diepgraver. Wedden dat onze omgeving daar rijker van wordt?

Ondertussen is de zon weg. Donkere wolken schuiven traag voorbij. Het druppelt, en de druppels worden dikker. IJs valt uit de lucht en kleine bolletjes springen als mini-pingpongballetjes naar alle kanten.
Ik herinner me ineens de titel van een artikel uit de National Geographic, vorig jaar in mei:

In Noorwegen regent het regenwormen!

In het zuiden van Noorwegen vielen in april 2015 duizenden wormen uit de lucht. Dit was geen aprilgrap, dit was horror in het echt! Wetenschappers breken er zich het hoofd over.
Al verlang ik naar mooi lenteweer, ik zie toch liever hagelbolletjes dan vallende pieren.

En krijgt de vroegste vogel nu de dikste worm?

Vroeg opstaan kan zijn voordelen hebben. Maar de pannenkoeken eten, die een vroege vogel voor jou gemaakt heeft, smaken toch ook héél lekker!