De echo van een compliment kan eindeloos zijn.

Buiten vrouwendag, frietjesdag, seniorendag, dag van de jeugdbeweging, … is er ook een complimentendag. Eigenlijk wel bizar dat sommige dingen extra in de verf moeten gezet worden. Hebben we het dan zo moeilijk om een waardering uit te spreken?
Iedereen vindt waardering belangrijk. Elk mens wil wel ergens bij horen, al eens gezien worden, begrepen en erkend worden. We willen allemaal weten of het wel zinvol is met wat we bezig zijn. Een complimentje voorziet in al die behoeften.

Waardering is de zonneschijn
die het leven verwarmt
en prestaties doet groeien.

Abraham Lincoln zei al dat iedereen ervan houdt een compliment te ontvangen. Als ik naar mezelf kijk doet het wel deugd als een lezer me zegt hoe mooi ik iets geschreven heb. Je had de twinkeling in mijn ogen moeten zien, toen een kleinkind bewonderend zuchtte hoe mooi mijn harpspel was. En toen vorige week een totaal onbekende me glimlachend zei wat een mooie rok ik droeg, stapte ik de rest van de dag veel zelfzekerder rond.
Ik ben echt niet alleen die graag hoort dat zijn kwaliteiten, zijn persoonlijke vaardigheden en zijn resultaten worden gewaardeerd.

Waardering is belangrijk voor je zelfbeeld.

Het is heel leuk een complimentje te krijgen over je nieuwe kapsel of de coole schoenen die je aanhebt, maar de complimenten die onze ziel beroeren zijn nog geweldiger. In onze maatschappij krijg je niet gauw waardering voor wat je in stilte doet, voor je goedheid, voor je hulpvaardige houding. Men applaudisseert voor het behalen van een universiteitstitel, voor je wetenschappelijke waarde, voor behaalde ereprijzen en voor je ambitie.
Er zijn mensen die nooit een schouderklopje krijgen voor de duizend kleine dingen die ze doen. We merken zoveel dingen niet meer op die thuis gebeuren, in het ziekenhuis, of op ons werk. Misschien onze ogen en onze mond open doen?

Het geeft een goed gevoel wanneer
iemand waardeert wat je doet
wat een ander als
vanzelfsprekend ziet.
(Helens world)

Oprechte complimenten kunnen zo’n deugd doen. ‘Oprecht’ is hier wel een belangrijk onderdeel, want mensen voelen heel goed aan of je het meent of  het vleierij met holle woorden is.
Oprechte, eerlijke, gemeende woorden kunnen iemands dag maken. En als we beseffen dat een woord van waardering soms wel een heel leven kan veranderen, waar wachten we dan nog op om op onverwachte momenten onze appreciatie in woorden om te zetten?

Een oprecht compliment heeft de mogelijkheid in zich
een omwenteling in een leven te veroorzaken.

Heel veel mensen gaan gebukt onder moeilijkheden, onder afwijzing, of worden genegeerd. Waardering is een belangrijk element om gelukkig te zijn. Misschien kunnen jouw woorden wel een negatieve spiraal doorbreken?
Ook voor kinderen is waardering onontbeerlijk voor de ontwikkeling van hun zelfbeeld. Het moedigt hen aan om vol vertrouwen nieuwe dingen te proberen en over fouten heen te stappen. Ouders en leerkrachten hebben een enorme verantwoordelijkheid om de kinderen op te bouwen, om ervoor te zorgen dat hun onzekerheden geen reuzeproporties aannemen. Ze moeten de kinderen vertellen hoe fantastisch zij wel zijn en van onschatbare waarde.
Ik heb jaren voor een klas vol deugnieten gestaan en heel wat knipoogjes, glimlachen, schouderklopjes, dikke duimen en high five’s gegeven. Ik vond het geweldig dat op onze school niet alleen pluimen werden uitgereikt voor wetenschappelijke, wiskunde- en taalresultaten, maar ook voor vriendelijkheid, werkhouding, sportprestaties en kunstprojecten.
Dr. Steve Maroboli schreef: ‘I will be generous with my love today. I will sprinkle compliments and uplifting words everywhere I go. I will do this knowing that my words are like seeds and when they fall on fertile soil, a reflection of those seeds will grow into something greater.’

Natuurlijk mogen complimenten niet in ons hoofd blijven steken, net zoals we kritiek ons hart niet mogen laten breken Maar iedereen doet meer zijn best als wat hij doet gewaardeerd wordt. We zeggen wel eens dat een pluim ons vleugels geeft. Bernie Siegel zei het nog mooier, vind ik:

Compliments are the helium
that fills everyone’s balloon,
they elevate the person receiving them
so he or she can fly over life’s troubles
and land safely on the other side.

Gordon B. Hinkley merkte op:
‘Ik stel voor dat als we door het leven gaan, we ons meer op het positieve richten. Ik vraag om een beetje beter naar het goede te zoeken en beledigende of sarcastische stemmen het zwijgen op te leggen. Ik vraag om meer oprecht waarden en inspanningen te complimenteren. Ik vraag niet dat alle kritiek stilvalt. Want groei spruit voort uit correctie. Wat ik wil suggereren is dat we ons van het negativisme dat zo overheerst in onze maatschappij zouden afkeren en dat we zouden uitkijken naar het wonderlijke goede onder degenen met wie we omgaan. Dat we meer waarderingen uiten in plaats van op fouten te wijzen, dat ons optimisme het pessimisme vervangt.’

Oprechte complimenten geven geeft ook een positieve impuls aan ons eigen leven. We zullen zelf genieten van de glimlach die we toveren, van de blos die tevoorschijn kwam, van de schittering in iemands ogen.

Receiving sincere compliments affects us for good.
So does giving them.
I believe that when compliments
come from the heart,
they bring with them
the Spirit of the Lord.
(Chad Morris)

De ‘complimentendag’ voor dit jaar is gepasseerd, maar waarom wachten tot volgend jaar? Uit je waardering voor degenen die van je houden, voor degenen die met jou samenwerken  en voor de onverwachte passant in je leven.

Wel, waar wacht je nog op? Niet te lang aarzelen, een complimentje kan best kort zijn, maar de echo van jouw woorden kan eindeloos zijn.

 

Het leven is vol wonderen!

Wat is dat, een wonder?
Bestaan er in deze moderne wereld nog wel wonderen?
Geloof jij in wonderen?
Alles wat we niet kunnen verklaren is een wonder en we gebruiken dat wonderlijke woord in verschillende contexten.
Toen ik klein was zong ik het liedje van de twee beren die broodjes smeerden:

‘k Zag twee beren broodjes smeren,
O, dat was een wonder!
’t Was een wonder, boven wonder
dat die beren smeren konden!
Hihihi, hahaha, ‘k stond erbij en ik keek ernaar.

En nee, ik heb geen trauma overgehouden aan het feit dat ik nooit beren een boterham zien smeren heb. Maar ik heb er ook mijn geloof in wonderen niet door verloren.
In mijn leven heb ik al dikwijls horen zeggen èn heb ik het ook dikwijls zelf gezegd: ‘Het is een wonder dat …’
Sommige mensen vinden een zonsopgang of zonsondergang een wonder, omdat het wel iets magisch heeft en dikwijls nog heel mooi is ook. Andere mensen merken die zonsondergang zelfs niet eens op of vinden dat maar alledaags; het gebeurt toch elke dag?
Zo is voor velen een telefoon een wonder omdat je met iemand kan praten die aan de andere kant van de wereld woont. Maar er zijn er genoeg die daar niet meer bij stil staan en zelfs de nieuwste smartphone maar gewoontjes vinden.
Ik vind een smartphone wel een wonder, en een computer ook, en een televisie, en nog veel meer dingen. Ik kan persoonlijk niet begrijpen hoe beeld en tekst van duizenden kilometers ver met één muisklik op mijn scherm verschijnen, een echt wonder vind ik dat. Maar veel mensen begrijpen deze wonderen wel en kunnen ze perfect uitleggen en verklaren met allerlei wiskundige en fysische wetten.

Miracles happen everyday,
change your perception of what a miracle is
and you’ll see them all around you.
John Bon Jovi

Al mijn dagen zijn gevuld met wonderen:

de liefde van mijn man,
de kleinkinderen rond de tafel,
de knuffel van een kind,
het ijsvogeltje aan de vijver,
het mailtje van een vriendin,
het telefoontje van mijn moeder,
een boekenrek vol boeken,
lezers van deze blog,
tomatensoep met balletjes,
vrede en rust.
Zoveel wonderen in alledaagse dingen.

We live on a blue planet
that circles around a ball of fire
next to a moon that moves the sea,
and you don’t believe in miracles?

Als sommige mensen je het woord ‘wonder’ horen uitspreken, dan denken ze dat je niet met beide voeten op de grond staat, dat je zweeft. Maar ik geloof echt in wonderen en ik denk wel dat ik nog steeds stevig met alle twee mijn voeten op de grond sta (behalve als ik een sprongetje van vreugde maak).
Ik heb al dikwijls meegemaakt dat hopeloze toestanden ‘als door een wonder’ een oplossing krijgen: een succesvolle gecompliceerde operatie, het stillen van immense pijn, een verloren kind terugvinden, een passende woonst …
Sommigen zullen zeggen dat dit geluk was, of toeval. Voor anderen kan iets wat gebeurd is geen wonder zijn, omdat het gebeurt – E. J. Ouweneel.

Het verbaast me niet dat ‘wonderen’ in onze maatschappij bestempeld worden als religieuze zweefdoenerij. Onze wereld heeft een lange geschiedenis van dingen verwerpen die men niet begrijpt, die men met zijn zintuigen niet kan verklaren. Maar omdat we iets niet met onze fysieke ogen kunnen zien, wil dat niet zeggen dat het niet bestaat. Volgens Dieter F. Uchtdorf is er inderdaad ‘meer in hemel en op aarde dan waarover gedroomd wordt in onze schoolboeken, wetenschappelijke tijdschriften en wereldse filosofieën. Het heelal is vol prachtige en verbazingwekkende wonderen – zaken die alleen geestelijke ogen kunnen begrijpen.’

I think miracles exist in part as gifts
and in part as clues
that there is something beyond
the flat world we see.
(Peggy Noonan)

‘Dringt het wel tot je door?’ Die vraag hebben we waarschijnlijk dikwijls in onze jeugdjaren gehoord van onze ouders en van leerkrachten. Maar misschien moeten we die vraag ook nu nog geregeld aan onszelf durven stellen: ‘Dringt het wel tot je door?’
We zien en horen veel dingen, maar staan er dikwijls niet bij stil. Ik heb waarschijnlijk al dikwijls ‘wonderen’ vlak onder mijn neus gekregen, maar net zoals in mijn kinderliedje ‘stond ik erbij en keek ik ernaar.’ Paulo Coelhoe zei:

Als alle dagen hetzelfde lijken,
ben je blind geworden
voor de wonderen in jouw bestaan.
De remedie is eenvoudig;
beter opletten.

Als we dus wonderen willen zien, moeten we misschien wat beter om ons heen kijken. Ik hou van de uitspraak van Lemony Snicket:

Miracles are like pimples,
because once you start looking fot them
you find more than you ever dreamed you’d see.

Het meest wonderlijke wonder op onze planeet is misschien wel het leven zelf in al zijn vormen: de natuur, de dieren, de mens.
Ja, het leven is vol wonderen en één daarvan ben jij!

Al de wonderen van de wereld
zijn slechts een schaduw
van het wonder
dat jij bent als mens.
(Patrick Hundus)

De mens is een wonder dat wonderen kan teweeg brengen. Door kleine menselijke uitingen zoals een vriendelijk woord, een glimlach, een schouderklop, een helpende hand gebeuren tal van wonderen. Als je wat in je binnenste zit, al je geloof, al je liefde, al je creativiteit, al je optimisme, al je talenten, als je dat naar buiten brengt, dan steek je wonderen in gang.

Weet je wat nog zo’n wonder is: Gods kracht. zien en voelen. Ik zie zijn wonder in het lieveheersbeestje, in het madeliefje, in het grassprietje, in de statige eik, in de zee en in de bergen. Ik zie zijn wonder in de genezing, in de vergeving, in de vriendschap, in de liefde. Ik laat het spijtig genoeg niet altijd tot mij doordringen. Maar op de momenten dat ik dat wel doe, dan voel ik het wonder van zijn bestaan. En door dat gevoel heb ik al veel verdriet, tegenslag en angsten overwonnen. Het is een wonder dat Wonder te mogen ervaren! En als een verlangd wonder niet gebeurt, dan kan ik er daardoor ook mee omgaan en kan ik ook begrijpen dat sommige wonderen wel even kunnen duren.

Some people think that a miracle is only a miracle if it happens instantaneously, but miracles can grow slowly and patience and faith can compel things to happen that otherwise never would have come to pass. (Boyd K. Packer)

Ik las ergens dat wonderen misschien niet gebeuren om iets te bewijzen, maar om ons te laten weten dat de fysische wereld niet zo stevig en echt en betrouwbaar is als we denken. Dat is toch een zin om over na te denken. zou het niet kunnen dat geestelijke krachten, goddelijke krachten, geestelijke wonderen, Gods wonderen,dat we die maar met geestelijke ogen kunnen zien?
Elke dag is een wonder. Ik wil mijn dagen niet voorbij lopen; ik wil als doel stellen om geen enkel wonder te missen.

The only way to live is
to accept each minute as
an unrepeatable miracle,
which is exactly what it is:
a miracle and unrepeatable.
(Margaret Storm Jameson)

Thank God for the miracles, right?

 

 

Als de stormen woeden …

 

Ik denk dat iedereen het verhaal nog wel kent van dat pientere, dappere, kleine ventje dat zichzelf en zijn broertjes in veiligheid bracht door gebruik te maken van de zevenmijlslaarzen.

Ik stel me zo voor wat Klein Duimpje zijn reactie was toen hij de reuzenlaarzen voor het eerst zag: ‘Oei! Ik ben veel te klein! Daar kan ik nooit mee vooruit, die zijn véél te groot!’
Of: ‘Wauw! Een nieuw vervoermiddel! Super! Dat zal ons hier wel wegkrijgen!’

Zou het kunnen dat we ons soms als Klein Duimpje voelen? Dat we de stormen om ons heen te groot en te woest vinden? Dat de rotsblokken op onze levensweg te groot lijken om er langs te gaan? Dat we onszelf te klein vinden om ook maar één stap vooruit te gaan?

One small crack does not mean
you are broken,
it means that you were put to the test
and you didn’t fall apart.
(Linda Poindexter)

Ik ben pas weer ‘een jaartje ouder’ geworden. Telkens als mijn getalletje groter wordt, denk ik aan wat er ook gegroeid is: wijsheid, kennis, ervaring, geloof en evenwichtigheid. Het was dan wel even slikken toen ik op mijn verjaardag in de spiegel onder mijn rijpere uiterlijk een twijfelende, kwetsbare vrouw zag. Een klein stemmetje fluisterde: ‘Dat is niet erg. Je moet nog zoveel leren van het leven. Zoals een boom pas in de storm laat zien hoe sterk hij is, zo zal ook deze storm in je leven je weer sterken. En dat heeft niets met leeftijd te maken.’

You never know how strong you are
until being strong
is the only choice you have.
(Bob Marley)

In de loop der jaren heb ik geleerd dat de mooie momenten in het leven èn de crisissen mijn ziel voedsel geven. In moelijke tijden staan we als het ware op een splitsing. We kunnen de weg nemen die ons laat concentreren op het negatieve, die onze hoop en ons vertrouwen verbrijzelt met wanhoop en ongeduld. We kunnen ook de andere weg kiezen en de moeilijke ervaring beschouwen als een kans om te zoeken naar mogelijkheden tot groei en hoop, en zo een innerlijke bron van rust en kracht ontdekken.
Pas op, bepaalde ervaringen zijn verschrikkelijk moeilijk te doorspartelen. Maar ik geloof dat als we naar het grotere geheel, het hele plaatje kijken, we gevoed zullen worden met licht en vreugde.

Wanneer we zouden kunnen inzien
dat alles, zelfs een tragedie,
een geschenk in vermomming is,
dan zouden we de beste manier gevonden hebben
om de ziel te voeden.
(Elisabeth Kübler-Ross)

Levensstormen kunnen ons leven verrijken. We gaan meer aandacht geven aan de belangrijkste aspecten in ons leven en zullen prioriteiten bijsturen. We zullen schijnbaar eenvoudige dingen opnieuw waarderen en beseffen wat er echt toe doet.
Als het figuurlijk stormt in mijn leven, dan zoek ik een hogere Bron op. Het bijbelverhaal over het stillen van de storm krijgt dan meer betekenis. Christus was aan het slapen op de boot toen er een grote storm losbrak. De golven sloegen over in het schip, zodat het water begon te bevatten. De apostelen maakten Jezus wakker en zeiden tegen Hem: ‘Meester, bekommert U zich er niet om dat wij vergaan?’
En Hij, wakker geworden, bestrafte de wind en zei tegen de zee: ‘Zwijg, wees stil!’
En de wind ging liggen en er kwam een grote stilte.(Markus 4: 38-39)
Toen draaide Christus zich naar zijn apostelen en vroeg: ‘Waar is je geloof?’
Christus herinnerde hen liefdevol aan het feit dat Hij een storm kan stillen.

Als we tot op ons bot door elkaar geschud worden, dan is het niet zo gemakkelijk om dit Bijbels verhaal te herinneren en te geloven dat Christus niet alleen letterlijke stormen, maar ook onze eigen levensstormen kan stillen. De stormwinden zullen misschien niet direct gaan liggen, zoals in Galilea, maar we kunnen zijn vrede voelen door kleine vingerafdrukken van zijn liefde voor ons.
In de lofzang ‘O vast als een rotssteen’ staan een paar verzen die mij al dikwijls kracht gegeven hebben als het even niet goed gaat:

Als voor diepe waat’ren gij eens komt te staan,
weet dat Ik een weg door de kolken u baan.
Ik blijf uw Beschermer, uw eeuwige Borg,
en wijd tot uw welzijn uw smart’lijkste zorg.
Als door bitter lijden Ik u roep te gaan,
en gij veel verdriet ondervindt op uw paân,
zo zal Ik in smarten van u geenszins vliên,
maar bijstand en hulpe in kommer u biên.

 

De weg, de bijstand en de hulp kunnen op zoveel verschillende manieren komen: een belletje, een email, een berichtje, een bezoekje, een knuffel …
Ik ga ook naar buiten, want de ‘struggle for life’ is te zien in de natuur. Deze week nam ik in de eerste lentezon gewapend met een snoeischaar en tuinhandschoenen onze tuin onder de loep. Ik verwijderde verdroogde plantenresten en onderaan de bruine, afgestorven stengels ontdekte ik dat er al nieuw leven begon te groeien. Ik merkte dat de knopjes in de beukenhaag beloftevol aan het zwellen zijn en de voorjaarsbloemen staken her en der hun kopje boven de grond: ‘Hallo, hier zijn we weer!’ Enkele goudvissen toonden met enige zwier dat ze de vrieskou en de reigerbezoeken hadden overleefd en genoten duidelijk van het frêle voorjaarszonnetje. Ik hoorde zelfs een paar vogels die midden februari al zo gek zijn om de lente in te luiden.
Ik voelde me zoals Toon Hermans het zei:

Ik geloof heel sterk dat het beeld van de natuur is, zoals het is, om onze geest te voeden. Het is er helemaal voor ons. Wij mogen het in ons opnemen, in onze blik en in ons hart, en ik ben er zeker van dat wanneer ons oog intens geniet van wat het ziet rondom in geuren en kleuren, dat het levende rondom ons dan een niet te onderschatten kracht kan geven aan ons eigen leven.

Een van mijn zonen heeft een zware ziekte mee te dragen. Hij is zo’n krachtige man. Kris Gelaude beschreef hem en mijn gevoel op deze manier:

Iemand die ziek is
kan meer kracht
in zich dragen,
dan wie gezond is.
Maar om het te zien moet je
stil genoeg luisteren.
Want het grootste wonder
voltrekt zich
vanbinnen.

Een mens kan zich niet alleen klein voelen omwille van zichzelf, maar ook omwille van een ander. Elke ouder zal me gelijk geven dat als je een kind ziet lijden, je je machteloos klein voelt. Je kan niets doen dan alleen maar liefhebben, afwachten en hopen. In die kleine ziekenhuiskamer voelde ik niet alleen mijn eigen nietigheid, maar ook de grootse heiligheid van Hem die alle pijnen gevoeld en doorstaan heeft.

De kamer
van iemand betreden
die ernstig ziek is,
doe je altijd zonder
het schoeisel
van eigen kunnen.
En met de grootste schroom.
Want de grond
waarop je je voeten zet
is meer dan ooit
heilige grond.
(Kris Gelaude)

De laatste tijd heb ik me meer dan eens nog kleiner dan Klein Duimpje gevoeld. Die kleinheid toelaten opent de deur naar warmte en licht. Ik heb me mogen verwarmen aan de warmte van mijn medemens. Ik voelde me verlicht door zoveel bouwstenen van geloof, hoop, vriendschap en vertrouwen.
Vol goede moed trek ik de zevenmijlslaarzen aan en wend me hoopvol naar het licht van morgen.

Worrying does not empty tomorrow of its troubles,
it empties today of its strenght.
(Corry ten Boom)

 

Vertrouwen: krachtig en kwetsbaar

 

Soms is het alsof het leven even stilstaat. Al het gekende wordt onzeker, hoop wankelt en angst probeert vertrouwen te verdringen. Het is geen leuke ervaring als onzekerheid terrein wint, want dan groeit de onrust in je ziel. En je weet wel dat je dan eigenlijk zou moeten vertrouwen, maar kan je het wel?

De kracht van vertrouwen
maakt onrust tot rust.
(dr. Eliza Laurillard)

Een van de fundamenten van een samenleving is vertrouwen. Dat geldt ook voor familiebanden, vriendschappen en andere relaties. Vertrouwen is een elementair deel in alle aspecten van ons leven. Het omvat eerlijkheid, respect, loyaliteit, integriteit, verantwoordelijkheid en loslaten.
Vertrouwen cirkelt in drie dimensies:
– je geeft vertrouwen
– je krijgt vertrouwen
– je hebt vertrouwen

Het is fijn als je mensen kan vertrouwen.
Het is fijn als men jou vertrouwt.
Vertrouwen is een krachtig iets, maar ook heel kwetsbaar. Als woorden en daden elkaar tegenspreken, dan verdwijnt het vertrouwen. Iemand volledig vertrouwen is soms moeilijk, omdat het risico bestaat dat je gekwetst wordt. Maar zonder vertrouwen kunnen mensen niet naar elkaar toegroeien en een liefdevolle relatie ontwikkelen.

Vriendschap en vertrouwen gaan hand in hand!

Als men opgroeit in een gezin waar je leert om andere mensen te vertrouwen en waar het veilig is om te zeggen wat je denkt en wat je voelt, dan vertrouw je in het volwassen leven meestal gemakkelijker mensen en geef je ook makkelijker het vertrouwen.
Ik mag me gelukkig prijzen dat ik in zo’n gezin groot geworden ben.

Wie geen vertrouwen in anderen stelt,
zal ook nimmer het vertrouwen van anderen winnen.
(Lao-Tse)

Maar er zijn momenten in ons leven dat vertrouwen in iets, in anderen of in onszelf niet meer genoeg is. Duisternis bekruipt je gedachten en angst strekt haar tentakels uit. Ken je die momenten? Ik wel. Ik heb dit al een paar keer meegemaakt: toen ik heel ernstig ziek was en niet wist of ik door het oog van de naald zou kunnen kruipen; toen mijn man jaren geleden een hersenvliesontsteking kreeg en ik niet wist of alles wel goed zou komen; toen mijn dochter door een pijnlijke echtscheiding ging en ik mijn hart voelde huilen; toen een kleinkind in het ziekenhuis belandde en ik besefte dat zorgen zich voorbij het ouderschap strekten; toen roddel en leugens mijn waarde aantastten en mijn eigen ik in een schaduw ronddwaalde; toen een zoon een levensbedreigende ziekte kreeg die tot vandaag scheurende gevolgen heeft.
Toen heb ik heel diep van binnen naar mijn vertrouwen moeten zoeken en ben ik op mijn knieën gegaan om de beloftes van de Man van Nazareth op de proef te stellen. Voor mijn lieve lezers die misschien zelfs niet weten over wie ik het heb: het is niet mijn bedoeling om te preken. Ik wil alleen maar zeggen dat, als er geen menselijke hulp meer is, er nog andere hulp is. En zoals Toon Hermans het zei: ‘Als je die hulp leert kennen, dan zie je hoe beperkt wij mensen zijn in de hulp die we elkaar kunnen bieden.’

Uit alles wat ik gezien heb,
heb ik geleerd
de Schepper te vertrouwen
voor alles wat ik niet gezien heb.
(Ralph Waldo Emerson)

Ik heb al heel mijn leven vertrouwd op God. Het klinkt misschien naïef, maar dat is het echt niet. Als je iemand vertrouwt, dan ben je overtuigt dat de ander de juiste keuzes maakt. Het is dan misschien niet zoals jij het zag, maar het klopt uiteindelijk wel.

Geloof is vertrouwen,
vertrouwen dat God ziet wat wij niet kunnen zien
en dat Hij weet wat wij niet weten.
(Dieter F. Uchtdorf)

In de Bijbel staat: ‘Vertrouw op de Here met uw ganse hart en steun op uw eigen inzicht niet’.
W. Mark Bassett zei dat zo:

Om in de Heer te geloven en op Hem te vertrouwen, moeten we erkennen dat zijn wijsheid de onze overstijgt. We moeten ook erkennen dat zijn plan ons de meest geestelijke ontwikkeling en lering biedt.

Is dat altijd gemakkelijk? Zeker niet! Maar ik weet dat ik altijd de keuze zal hebben om naar mijn angsten te luisteren – dat alles zal mislukken, dat het verkeerd zal uitdraaien, dat het niet zal lukken –
of te luisteren naar mijn vertrouwen:
Mijn vertrouwen in een nieuwe dag met goed nieuws,
vertrouwen in bemoedigende woorden die energie injecteren,
vertrouwen in de weg die voor mij ligt en hoopvolle kansen biedt,
vertrouwen in al het goede dat al gebeurd is, want dat heeft al wonderen verricht,
vertrouwen in God, dat alles wat Hij doet – iedere zegen die Hij mij schenkt en iedere zegen die Hij mij tijdelijk onthoudt – voor mijn eeuwig geluk is.

Door vertrouwen kan je de eerste stap zetten, moedig volhouden, dapper slikken, loslaten en aanvaarden.
Vertrouwen … vanzelfsprekend? Zeker niet. Dit mooi tekstje van Kris Gelaude beschrijft perfect mijn gevoelens:

Zullen wij
iedere avond
nog even opkijken
naar de sterren
om genoeg vertrouwen
te vinden
dat ons leert
aan de angst
te ontgroeien.

Ik heb dikwijls omhoog gekeken om mijn vertrouwen te sterken in die Goddelijke wijsheid en liefde.
Ik besef dat ik nog dikwijls omhoog zal kijken.

 

Want moed dat moet …

 

Af en toe geraak ik wel eens ‘vast’ op een internetsite. History Bites is er zo eentje van. Vorige week kon men er verschillende filmpjes bekijken over moedige mannen en vrouwen, die in WOII vele Joden gered hebben van de Holocaust.
Ongelooflijk wat een moed sommige mensen kunnen opbrengen. Heel wat anders dan de moed die ik mij deze week moest inblazen om mezelf een spuit te zetten.

Moed, wat is dat eigenlijk? Volgens Wikipedia is moed de bereidheid de confrontatie met lichamelijke pijn, tegenslag en levensbedreiging, onzekerheid, angst en intimidatie aan te gaan en te doorstaan. Een dikke boterham met heel wat beleg …
Door de geschiedenis en over de culturen heen werd moed steeds beschouwd als een grote deugd.
Vanaf we klein zijn tot ons sterfbed leren we helden kennen via sprookjes, jeugdverhalen, boeken, en teken- of andere films. Wie kent er niet Klein Duimpje, Harry Potter, Simba en Corrie ten Boom, om er een paar op te noemen?

In het echte leven ken ik ook veel moedige mensen. Vrienden en familieleden die moed uitstralen op verschillende terreinen: die risico’s durven nemen, die hun nek durven uitsteken, die weerstand niet uit de weg gaan, en die met een zekere grootsheid met pijn en lijden omgaan.

Applaus voor de moed om mens te zijn!

We leven in een buitengewone periode in de geschiedenis van onze aarde. De mensheid heeft bijna onbeperkte mogelijkheden. In het Westen kunnen we studeren wat we willen, we kunnen verre reizen maken en andere culturen leren kennen, en door de technologische vooruitgang komen zoveel dingen binnen handbereik.
Maar we worden ook met een groot aantal moeilijkheden geconfronteerd die echt geen ‘peanuts’ zijn.
We leven in een maatschappij waar zedelijke normen grotendeels opzij geschoven worden. We krijgen te maken met druk op allerlei fronten, van wat we eten en consumeren tot wat we denken en geloven. Er zijn bedrieglijke invloeden die het fatsoen naar beneden halen, van ‘f-woorden’ in films en cyberpesterijen tot politieke scheldpartijen. We worden geconfronteerd met mediaberichten die soms twijfelachtig en oppervlakkig zijn, soms ronduit leugenachtig en sensationeel en dikwijls verre van objectief. Oppervlakkige filosofieën binden de strijd aan met bestaande religies en de seculiere maatschappij wil elk nadenkend mens overtuigen van de belachelijkheid te geloven in een God.
Zijn wij moedig genoeg om daar tegenin te gaan?

Men kan niet standhouden als men met de voeten in het drijfzand van de publieke opinie en goedkeuring staat. We hebben de moed van een Daniël, een Abinadi, een Esther, een Moroni of een Joseph Smith nodig om standvastig in het goede te blijven. Zij waren moedig genoeg om niet het makkelijke, maar het goede te doen. (Thomas S. Monson)

Er wordt voortdurend van iedereen moed gevraagd. We moeten dagelijks moedig zijn – niet alleen in uiterst belangrijke situaties, maar vooral in de beslissingen die we nemen en in onze reacties op de gebeurtenissen om ons heen, zoals de verkiezingen in de US, de politieke aantijgingen in eigen land, de vluchtelingenaanpak en de vele kleine dingen in ons eigen gezinswereldje.
Carmen Sylva zei:

Gelukkig degene, die de moed bezit,
te zijn en te doen,
niet wat de openbare mening,
maar wat zijn geweten hem voorschrijft.

Thomas S. Monson formuleerde het zo: We hebben moed nodig om de juiste beslissingen te nemen – de moed om ‘nee’ te zeggen als dat nodig is, de moed om ‘ja’ te zeggen als dat van ons wordt verwacht, de moed om het goede te doen omdat dat juist is.

We hebben zoveel innerlijke moed nodig. Moed om voor het goede op te komen, ook als we bang zijn. Moed om te blijven geloven, ook als de kans bestaat dat we uitgelachen worden of daardoor vrienden verliezen. Wie voor het goede opkomt weet dat het risico bestaat dat hij niet aanvaard wordt of impopulair zal zijn.

The true badge of courage is
overcoming the fear of men
(Lynn G. Robbins)

Moed is niet alleen nodig in oorlogstijd of bij het horen van inbraakgeluiden bij jou thuis. Innerlijke moed omvat veel meer. Het is integer blijven in moeilijke situaties, maar ook als niemand het ziet. Het is de wasmachine blijven vullen, de strijk blijven doen; het is dat bezoekje, of dit telefoontje; het is de stugge hand reiken; het is blijven geloven in het goede; het is pal staan voor je principes. Met zoveel haat en commotie in de wereld hebben we moed nodig om de bittere verdeeldheid tussen ‘zij’ en ‘wij’ te vervangen door liefde.

Alledaagse moed heeft weinig getuigen.
Maar omdat u geen tromgeroffel of gejuich hoort,
is uw moed niet minder bewonderenswaardig.
(Robert Louis Stevenson)

Ja, het vraagt moed om te groeien en te worden wie je diep van binnen bent – E.E. Cummings.
We hebben op zoveel terreinen moed nodig! We hebben allemaal talenten, maar hebben we de moed om ervoor te gaan? Ik denk dat we onze dromen kunnen bereiken door te beseffen dat wat we ook doen, er altijd wel iemand is die je vertelt dat je verkeerd doet, dat het op niks trekt,of dat het helemaal niet uitmaakt.
Karl Raats schreef i.v.m. creatieve moed: ‘Of je wint iets, of je leert iets.’

De mens is een stuk natuur, met lentedagen en herfstdagen, met de warmte van de zomer en de kou van de winter. Omdat de mens het ritme van de zee volgt: eb en vloed. Omdat ons bestaan een voortdurende repetitie is van ‘leven’ en ‘sterven’.
Als je dit begrijpt, kun je vol moed en vertrouwen verder, want dan weet je dat na elke nacht weer een nieuwe morgen komt.
Als je dit aanvaarden kunt, zul je door dit regelmatig ‘op’ en ‘neer’ steeds dieper en vreugdevoller gaan leven. (Phil Bosmans)

Naast de moed die handelt,
bestaat de moed die aanvaardt.
(Jean-François-Anne Landriot)

Af en toe lijkt de pijn te intens, het uitzicht troosteloos, de toekomst somber.
Af en toe krijgt angst de overhand – kunnen we het wel – en is onze moed ver te zoeken.
Af en toe wordt het ons allemaal te veel en zakt de moed diep in onze schoenen. Maar dan zit het precies daar waar het moet zijn om de eerste stap te zetten.

Pas als je de moed toont je weg te gaan,
toont de weg zich aan jou.
(Paulo Coelho)

Schrijven over moed is makkelijker dan moedig te handelen. Ik heb in mijn leven nog geen heldendaden verricht die de krantenkoppen halen en geregeld stond ik in het drijfzand van publieke populariteit met mijn moed héél diep in mijn schoenen.
Ik heb al wat kwaaltjes doorzwommen en al verschillende ziekenhuizen kunnen bewonderen aan de binnenkant. Ik heb me al heel alleen en klein gevoeld.
Ik heb geschilderd, muziek gespeeld en boeken geschreven met het lawaai van criticasters in mijn oren. Soms ontnam me dat de moed om verder te doen.

Maar ik weet uit ervaring dat er ook telkens aanmoediging komt uit een andere hoek, van geliefden, van vrienden en zelfs van onbekenden. Ik weet dat als ik de kust niet uit het oog verlies, ik steeds de moed zal hebben om oceanen en bergen over te steken, om op te staan en te spreken, maar ook om soms te gaan zitten en zwijgend te luisteren.
De beste scheepslui staan aan wal, dat met een kwinkslag weten,  is iets wat ons moed kan geven om onze dromen te blijven najagen.
In deze harde, veroordelende wereld moeten we de moed hebben om liefde te blijven uitstrooien. Onze liefdevolle hand, hoe klein ook, kan een mens genezen en hem helpen zijn verloren moed terug te vinden.
Want moed … dat moet!

Moed, en niet de gulden middenweg,
verdient de goedkeurende glimlach van God.
(Thomas S. Monson)

Om moed op te doen van waargebeurde moed:
Even tijd maken om nu naar de bioscoop te gaan, of later thuis te chillen, met deze kanjer van een film over moedige vrouwen: ‘Hidden figures’

 

En om direct te kijken:

Als jij drie wensen mocht doen…?

Januari is de maand van wensen geven. We zenden en zeggen onze vrienden en kennissen ‘de beste wensen’ toe.
Wat bedoelen we daar eigenlijk mee?
Brengt het wel iets op om iemand een ‘gelukkig’ jaar te wensen?
Iemand iets anders wensen zou wel heel ongepast en grof zijn, ik ga er dus voor om jullie een nieuw jaar toe te wensen
bruisend en sprankelend,
zorgeloos en prachtig,
zonder verdriet, ziekte of tegenslag,
vol vreugde en zonneschijn,
met veel voorspoed en geluk.

Fijn toch om elkaar veel goeds toe te wensen, terwijl we echt wel ten volle beseffen dat die 365 dagen niet altijd zullen sprankelen, dat er verdriet en tegenslag zal zijn, dat de kans bestaat dat we goed ziek kunnen worden, en dat in ons land de zon soms ver te zoeken zal zijn.
Misschien willen we met die wensen alleen maar zeggen:
Ik geef om jou, ik hou van jou, ik ben dankbaar voor jou, ik geloof in jou, ik ben er voor jou.

Met vuur en geknal
is een heel jaar uiteengespat
en het nieuwe ingezet:
het wordt een boeiende reis
van twaalf maanden
met af en toe een tussenlanding
op deze blog.
Dank voor het lezen van
mijn teksten
en soms het plaatsen van een reactie.
Het is voor mij een stimulans
om met schrijven door te gaan.
Mijn wens is
dat je er een heel nieuw jaar
van mag genieten.

 

Toen ik klein was hield ik ervan om sprookjes te lezen. Ik fantaseerde soms wat ik zou wensen mocht een goede fee verschijnen. Een geest uit een fles of een lamp zou ik nooit kunnen antwoorden, ik zou de fles zelf niet durven openen hebben.
Ik dacht in ‘prinsessenstijl’, koetsen, paleizen en glazen muiltjes inbegrepen,  en mijn hoofdwens was de toverstaf zelf, want dan kon ik toch alles krijgen?
Toen ik een tiener was kregen wensen een nieuw perspectief met het lezen van het verhaal van de Japanse Steenhouwer van Multatuli.

Een ontevreden steenhouwer wenst om de keizer te zijn, dan zou hij nooit meer hoeven te werken en de baas zijn over iedereen. Als keizer wordt hij gehinderd door de felle zon en wenst hij de zon te zijn. Maar donkere wolken schuiven voor de zon en houden de zonnestralen tegen. Dan wenst hij een stormwolk te zijn. Hij laat alles wegspoelen, maar de rotsen blijven gewoon staan. Opnieuw wenst hij een andere gedaante: hij wil de rots zijn. Maar dan komt een steenhouwer langs en hakt grote stukken uit de rots. Het gevolg is dat hij de steenhouwer wil zijn en ook die wens komt uit. Hij verandert in de steenhouwer die hij was. Hij verdient niet veel, moet hard werken, maar is gelukkig.

De mens moet voelen,
dat wat hij bezit,
oneindig meer is,
dan wat hij kan wensen en vatten,
en dan alleen kan hij
gelukkig zijn.
(R. Tagore)

 

Misschien kennen jullie ook het sprookje van het koppel dat ontevreden was met hun leven en drie wensen mocht doen. Het sprookje komt in verschillende variaties voor, maar komt telkens neer op het feit dat de man en de vrouw goed wilden nadenken over hun drie wensen. In een onbewaakt moment dacht de vrouw boven de kookpot hoe lekker een worst wel bij die zuurkool zou smaken. En poef! De worst lag in de pan. De man werd razend om het verspelen van die eerste wens en riep dat die worst beter aan de neus van de vrouw zou hangen. Tja, die wens was zo niet bedoeld, maar de vrouw liep nu wel met een hele rare neus rond. Er zat niets anders op dan met de derde wens de worst weer te laten verdwijnen. En alles was weer bij het oude. Uiteindelijk waren ze blij dat ze elkaar hadden.
Drie wensen doen is blijkbaar niet zo eenvoudig, ik vond het koppel echt dom.
Ik moest een paar jaar wijzer worden voor ik begreep dat tevreden zijn met wat je hebt, je gelukkig maakt.

Als jij drie wensen mocht doen, wat zou jij dan wensen?

When all your wishes are granted,
many of your dreams
will be destroyed.
(Marilyn Manson)

 

Ik wil een stukje aanhalen uit ‘Mijn dinsdagen met Morrie’ van Mitch Albom. Mitch bezoekt zijn doodzieke professor en stelt de volgende vraag:

‘Als je nou eens één dag helemaal gezond was? Wat zou je dan doen? Vierentwintig uur?’
‘Laat me eens kijken… Ik zou ’s morgens opstaan, mijn oefeningen doen, een heerlijk ontbijt eten met zoete broodjes en thee, gaan zwemmen, dan mijn vrienden uitnodigen voor een lekkere lunch. Ik zou ze met een of twee tegelijk laten komen, zodat we over hun gezin konden praten, over wat belangrijk voor hen was, over hoeveel we voor elkaar betekenden.
Dan zou ik graag een wandeling gaan maken in een park met een paar bomen, naar hun kleuren kijken, naar de vogels kijken, van de natuur genieten die ik al zo lang niet meer heb gezien.
’s Avonds zouden we met elkaar naar een restaurant gaan, waar ze verrukkelijke pasta hadden, en misschien eend – ik ben dol op eend-, en dan zouden we de rest van de avond dansen. Ik zou met al die fantastische danspartners daar buiten dansen, tot ik uitgeput was. En dan zou ik naar huis gaan en heerlijk diep slapen.’
‘ Meer niet?’
‘ Meer niet.’
Het was zo eenvoudig. Zo gewoontjes. Ik was eigenlijk een beetje teleurgesteld. Ik had verwacht dat hij naar Italië zou vliegen of met de president zou lunchen of aan het strand zou dartelen of ieder buitensissig dingetje zou proberen dat hij kon bedenken. Hoe kon hij, nadat hij daar al die maanden had gelegen, zonder een been of een voet te bewegen – zo’n doodgewone dag dan volmaakt vinden?
Toen besefte ik dat het daar juist om ging.

 

Natuurlijk willen we allemaal wel eens dat een grote wens uitkomt, dat een geliefde gezond mag worden, dat er geen financiële problemen meer zijn, dat een ruzie bijgelegd wordt,…
Dat zijn wensen die we soms vurig omhoog zenden in de hoop dat ze verwezenlijkt worden.
Ik geloof echter dat we moeten oppassen om ‘frivole’ dingen af te dwingen.

‘En nu, als God, die u heeft geschapen, van wie gij afhankelijk zijt voor uw leven en voor alles wat gij hebt en zijt, u geeft wat gij ook in geloof vraagt dat goed is, in het vertrouwen dat gij zult ontvangen, o hoezeer behoort gij elkaar dan niet te geven van hetgeen gij bezit. (Mosiah 4: 21)

Bedenk dat u zonder geloof niets kunt doen; vraag daarom in geloof. Ga niet lichtvaardig met deze dingen om; vraag niet om datgene waar u niet om behoort te vragen. (L&V 8: 10)

Wensen en dromen op zich zijn niet verkeerd. Ze kunnen ons een sterke impuls geven om actie te ondernemen.
Wens je prachtige foto’s te kunnen maken? Misschien is het volgen van een fotocursus wel de oplossing.
Kriebelen je vingers als je iemand een muziekinstrument ziet bespelen, of een schilderij ziet maken? Je kan het leren.
Tintelen je benen als je een sportwedstrijd ziet? Kom uit je zetel.
Voel je je alleen? Heb je zorgen? Misschien helpt vrijwilligerswerk wel om uit je schelp te komen.
De toverspreuk zit in handelen, in actie.

Hope is wishing something would happen.
Faith is believing something will happen.
Courage is making something happen.

Joseph Addison zei eens:
If you wish success in life, make perseverance your bosom friend.
Volharden is van zo groot belang om iets te bereiken. Met vallen en opstaan kunnen we dromen waar maken. Bij tegenslagen is het belangrijk om te blijven geloven in jezelf. In de dingen waar we zelf geen grip op hebben kan een wens overvloeien in geloof in een hogere macht.

We all have our own life to pursue,
our own kind of dream te be weaving,
and we all have the power
to make wishes come true,
as long as we keep believing.
(Louisa May Alcott)

Een kinderwens, een tienerwens, een volwassen wens … Er zijn wensen die veranderen met de jaren. Ik wens me geen prins meer toe -ik heb hem al 🙂 – , mijn ‘luxewensen’ roepen soms nog om aandacht, maar ik besef dat ik de voorbije jaren veel goede dagen onopgemerkt beleefd heb, maar ik ze terug wil wensen als er een slechte op mijn pad komt. Misschien moeten we wat meer opmerkzaam zijn voor alle goede dingen.
We kennen allemaal de zegswijze dat een gezond mens duizend wensen heeft en een zieke maar één. Gezondheid komt dan ook in alle wensen voor. Een groot stuk daarvan hebben we zelf in de hand door onze levenswijze. Diezelfde levenswijze zal ook onze houding bepalen als een ernstige ziekte zich opdringt in ons leven.

Weet je, ik denk dat ik de toverstaf gevonden heb:
blij zijn met wat ik heb en aanvaarden wat ik niet kan veranderen. Dat leidt tot innerlijke rust en zo kan ik misschien een toverstaf zijn voor een ander door wat ik maak, wie ik ben, wat ik doe en wat ik weggeef.

Ik wens je de ogen en het hart van een kind,
dat dolgelukkig over een verboden grasperk rent,
dat juicht om een vis in het water,
dat vraagt wie de sterren heeft aangestoken,
en dat je graag ziet.
(Phil Bosmans)

Is doelen stellen dromen of juist wakker worden?

Nieuwjaarsdag is alweer voorbij. Binnenkort breken we de kerstboom af en bergen de kerstspullen op. De kerstliedjes verdwijnen van de radio en uit de CD-speler. We feesten misschien nog eventjes door, doen nieuwjaarsbezoekjes en wensen vrienden het allerbeste toe. We keren terug naar de normale gang van zaken.

Het afsluiten van de kerstperiode is voor mij altijd een melancholisch moment. Het duurt nog wel een tijdje voor we écht zien dat de dagen lengen en dat geeft me soms een ongeduldig gevoel. Ik hou van licht en nu de kunstmatige lichtjes één voor één uit het straatbeeld verdwijnen, voelt de duisternis zo donker.

Er kruipt een rilling over mijn ruggengraat als ik me afvraag of kerst- en nieuwjaarsdagen zich vlugger lijken op te volgen. Een klein stemmetje fluistert: ‘Een reden te meer om nog meer écht te leven.’
Een mens moet tegenwoordig opletten om het digitale wereldje niet te verwarren met het echte leven. Toch merk ik dat het op het internet in de eerste weken van het jaar wemelt van wensen en goede voornemens.
En ja, januari kan telkens een nieuwe start zijn om het beste van onszelf te geven.
Het klinkt zo mooi: 365 blanke pagina’s die volgeschreven zullen worden. Ik heb een passie voor schrijven en ik wil dat al mijn pagina’s de moeite waard zijn om geschreven te worden.
Opnieuw hoor ik het kleine stemmetje fluisteren: ‘Wat wil je schrijven?’

Er is een stem in het universum die ons aanspoort
om ons te herinneren aan het doel van ons leven
op deze geweldige aarde te zijn.
Dat is de stem van de inspiratie
die in ieder van ons aanwezig is.
(Wayne Dyer)

Het is de moeite waard om na te denken over ons leven van het voorbije jaar en om prioriteiten te stellen. Het loont de moeite om tijd te zoeken om diep na te denken waar we naar toe willen en wat we nodig zullen hebben om er te geraken.

Het is misschien een cliché, maar voor vele mensen is goede voornemens maken en doelen stellen een gewoonte rond nieuwjaar. Net zoals de grond zich klaarmaakt om uit te barsten in alle frisheid, voelen velen de drang om een frisse start te maken. Waar wil een mens zich zoal in verbeteren?
Als je een hoop goede voornemens en doelen analyseert dan merk je vast wel dat ze allemaal cirkelen rond vier dingen:
geestelijke en intellectuele groei,
het verbeteren van sociale vaardigheden
en de lichamelijke conditie op peil stellen.

Ik vroeg me af of er in de Schriften iets te vinden was waarop ik mijn goede voornemens kon baseren. Ik vond in het Nieuwe Testament een vers dat me wat vertelt over de ontwikkeling van de Heiland tussen zijn twaalfde levensjaar en zijn formele bediening toen hij dertig was:

En Jezus nam toe
in wijsheid
en in grootte
en in genade bij God
en de mensen.
(Lucas 2: 52)

Het viel me op dat Christus zich ontwikkelde in dezelfde vier gebieden waarin wij goede voornemens maken:
in wijsheid- intellectueel
in grootte – fysisch
in genade bij God – geestelijk
in genade bij de mensen – sociaal

Ik wil zeker dit jaar mijn intellectuele horizon verruimen en wat wijzer worden. Goede boeken lezen zal me daar zeker bij helpen. We hebben allemaal leren lezen, maar lezen we wel? Ik ben ervan overtuigd dat de boekenkeuze die ik maak, een verschil zal uitmaken in de ontwikkeling van mijn gedachten en mijn karakter. Ik denk dat ik bij vrienden een lijstje zal vragen van vijf boeken die een invloed op hun leven gehad hebben, dan zal ik genoeg lectuur hebben om een heel jaar te vullen.

Be as careful of the books you read,
as of the company you keep;
for your habits and character
will be as much influenced
by the former as by the latter.
(Edwin Paxton Hood)

 

Ik wil ook mijn lichamelijke gezondheid op peil houden. Ik besef wel dat ik niet alles in de hand heb, maar met gezond verstand zal ik al een heel eind komen.
Meer dan 180 jaar geleden openbaarde de Heer een gezondheidscode die ‘het Woord van Wijsheid’ wordt genoemd, en die een heel verschil kan uitmaken in hoe we ons voelen en hoe we eruit zien. Het omvat wat goed is om te eten en welke stoffen we moeten vermijden (L&V 89).
In december 1832 gaf de Heer de volgende openbaring aan Joseph Smith:

Houdt op lui te zijn; houdt op onrein te zijn; houdt op fouten te zoeken bij elkaar; houdt op langer te slapen dan nodig is; gaat vroeg naar bed, opdat u niet vermoeid zult zijn; staat vroeg op, opdat uw lichaam en uw geest versterkt zullen worden.
L&V 88: 124

‘Rust roest’ is een Vlaamse zegswijze. Rusten is goed, als het om uitrusten gaat. Net zoals we ons gezond verstand moeten gebruiken als we willen diëten, moeten we dat ook gebruiken bij onze doelen om te bewegen. Geen enkel lichaam is gelijk en reageert hetzelfde. Ik hou iets langer vol als het haalbaar is én als ik het leuk vind. Ik weet niet wat jouw keuze zal zijn, maar ik geef de voorkeur aan wandelen. Ik vind het geweldig fijn om in de natuur te wandelen. Het maakt me vrolijk en ik kom altijd met meer energie terug thuis. De joggers die ik op mijn wandelen tegenkom zien er meestal niet al te gelukkig uit (grapje).

 

Het derde soort voornemen betreft het sociale aspect. Ik voel dat het belangrijk is om open te staan voor anderen, om echte interesse te tonen en beter te luisteren. Van nature uit ben ik niet het ‘oversociale’ type, eerder het afwachtende, maar ik besef dat het belangrijk is dat ik een lichtje – hoe klein ook-  kan zijn in deze donkerwordende wereld.

Een nieuw gebod geef Ik u, dat gij elkander liefhebt; gelijk Ik u liefgehad heb, dat gij ook elkander liefhebt.
Johannes 13: 34

 

De laatste groep voornemens gaat over geestelijk groeien. Ik denk dat als een mens geestelijk wil groeien, hij hoogmoed moet kunnen laten varen. Hij moet niet beter willen zijn dan een ander, alleen beter dan zijn voorgaande zelf. Robert J. Mc Cracken zei in dat verband:

Soms bevinden we ons in een soortgelijke situatie als die van een kartuizerse monnik die zijn orde wou verbeteren. Die monnik moedigde met de volgende woorden zijn medebroeders aan zich te verbeteren: ‘Wanneer het op goede werken aankomt, dan kunnen we niet tegen de Benedictijnen op. Bij het prediken vallen we onder de Dominicanen en de Jezuïeten zijn ons ver voorbij wat geleerdheid betreft. Maar wat nederigheid betreft, daar staan wij aan de top!’

Als we geestelijk willen groeien, dan moeten we dagelijks geestelijk voedsel tot ons nemen. Sommige mensen mediteren, maar als je écht wil weten of God bestaat, als je écht een band met Hem wil maken, dan moet je leren de diepste gevoelen van je hart omhoog te zenden. Bidden is niet alleen gebeden zeggen.

 

Goede voornemens maken, doelen stellen… niet altijd gemakkelijk. Maar het lukt beter als we de stilte opzoeken en even nadenken zoals Friedrich Nietzsche:

Heb ik nog een doel?
Een haven, waarheen mijn ziel zich richt?
Een goede wind?
Ach, enkel wie weet waarheen hij vaart,
weet ook welke wind hem goed en gunstig is.

Als we onze haven weten, dan kunnen we de wind bepalen, doelen stellen. We moeten niet bang zijn als we eens vallen. Bekijk het als ganzenbord spelen. je kunt steeds weer opnieuw beginnen, tenzij je in de put blijft zitten.
Het is ook geen schande om langzaam vooruit te komen, wel om stil te blijven staan. denk maar aan de fabel van de schildpad en de haas.
We moeten onze doelen niet te hoog stellen, dat werkt ontmoedigend. Maar we moeten ze ook niet te laag stellen, dat geeft geen voldoening.
We moeten dromen, maar om ze te laten uitkomen moeten we wel wakker worden!
Comtesse Diane de Beausacq formuleerde op een mooie manier hoe we te werk moeten gaan:

Het ongeduld heeft vleugels
en vliegt zijn doel voorbij.
Het voornemen pakt zijn koffer
en mist de reiskoets.
De wilskracht vertrekt te voet
en komt waar zij wezen wil.

Soms zijn we ongeduldig en willen we direct ons doel bereiken. Misschien moeten we beseffen dat het onderweg zijn al zoveel moois te bieden heeft? Soms maken we alleen maar voornemens om de volgende januarimaand te beseffen dat we ze helemaal vergeten waren, dom, dom, dom. Wat is er nodig? Dromen, denken, ideeën krijgen, doelen stellen, plannen maken, doen, doen, doen… en dan volgt succes.

Ik heb meer bereikt in mijn leven en ben gelukkiger geworden door het stellen van doelen en aan de verwezenlijking te werken. A. Schopenhauer zei:

Elk bereikt doel
is weer het begin
van een nieuwe weg
en zo tot in het oneindige.

Dat is zo waar. Doel na doel, dromen, plannen, uitwerken en doen: zo leven we ons leven echt.
Niet opgeven, blijven proberen. Niet tevreden zijn met halfslachtig gedoe. De volgende uitspraak van Dieter F. Uchtdorf kan je ook van toepassing brengen op alle doelen:

When it comes to living the gospel, we should not be like the boy who dipped his toe in the water and then claimed he went swimming. As sons and daughters of our Heavenly Father, we are capable of so much more. For that, good intentions are not enough. We must do. Even more important, we must become what Heavenly Father wants us to be.

Ik wens je succes met het schrijven van je 365 pagina dikke boek! Vergelijk je nooit met waar een ander staat en raak niet ontmoedigd. Rome is ook niet op één dag gebouwd!

Shoot for the moon.

Even if you miss,

you’ll land among

the stars.

(Les Brown)

 

Januari: doorgang tussen verleden en toekomst.

We zijn bijna januari. Deze maand is genoemd naar Janus, de Romeinse god van de doorgangen en het begin, van het openen en het sluiten. Janus had een speciaal voorkomen: hij had een hoofd met twee gezichten, een aan de voorzijde en een aan de achterzijde. Met zijn ene gezicht keek hij terug naar het verleden om zijn eigen fouten en successen te ontdekken. Door zijn andere gezicht keek hij naar de toekomst om plannen te maken voor het nieuwe jaar.

Janus laat me een beetje aan een tijdmachine denken. We kennen allemaal wel verhalen waarin een tijdmachine  voorkomt. De teletijdmachine in de stripverhalen van Suske en Wiske, en die in ‘De Kruistocht in spijkerbroek’ van Thea Beckman lieten me soms verlangen naar een tijdreis. De film ‘Back to the Future’ gaf daar nog wat meer dimensie aan en recentelijk creëerde de reeks ‘The Flash’ de gedachte dat tijdreizen best griezelig kan zijn.
In een tijdmachine trek je aan een hendel en je keert terug naar je eigen verleden of naar een gebeurtenis uit het verleden, zoals de veldslag bij Waterloo of zo. Als je de hendel naar de andere kant duwt, kom je in de toekomst en kan je dingen aanpassen zodat ze anders verlopen.
De Schriften leren ons dat God deze ’tijdreismogelijkheid’ bezit en soms geeft Hij die ook aan profeten. In de geschriften van Abraham bijvoorbeeld: ‘De Heer nu had mij, Abraham, de intelligenties getoond die waren georganiseerd eer de wereld was; en onder al dezen waren er velen van de edelen en de groten.’
En ook Johannes de Openbaarder zag alles van het begin tot het eind (zie het boek Openbaring in de Bijbel).
Sommige mensen dromen wel eens over iets dat voorbij is of over iets dat nog moet gebeuren. Misschien verlangen wij ook wel eens naar een herbelevenis – voor de fun of om iets te veranderen. Sommigen willen weten wat de toekomst voor hen in petto heeft, vandaar het succes van horoscopen. Maar de meesten van ons zullen -buiten wat dagdromerij- steeds in het ‘nu’ verblijven.
Toch kan de maand januari een soort van tijdmachine zijn. Het is de ideale maand waarin we terug kunnen kijken op wat voorbij is en plannen kunnen maken om in wat komt meer ‘effectief’ te leven.
Deze periode van het jaar mogen we de lessen niet vergeten die we in het afgelopen jaar geleerd hebben. Het is de enige tijd van het jaar waarin we massaal terugkijken naar het verleden en dan starten met een nieuw begin op een onbeschreven blad. Nieuwjaar is dan ook volgens mij een van de beste dagen waarin we voornemens kunnen vormen en beslissingen kunnen nemen die de rest van ons toekomstig leven een positieve richting kunnen geven.

Het einde van het jaar
is geen einde en geen begin,
maar een voortgaan met alle wijsheid
die ervaring ons kan bijbrengen.
(Hal Borland)

 

Als ik terugkijk naar 2016 dan verschijnen op mijn netvlies niet zo fraaie beelden: aanslagen in ons eigen land, in Europa en in de rest van de wereld, vluchtelingenstromen, angstige en boze burgers, het bouwen van muren, de ‘jungle’ in Calais, IS, Aleppo, mislukte staatsgreep in Turkije en de nefaste gevolgen voor de rechten van de mens aldaar, Brexit, het bluf- en pokerspel van Rusland, Noord-Korea en nog heel wat andere landen, de verkiezing van Donald Trump, de zwartepieten en kerststallen heisa en … Pokémon Go.
Terwijl volgens mij de wereld op zijn grondvesten davert gaan jonge en niet zo jonge burgers op jacht naar fictieve figuurtjes.
Ik ben er nog niet uit wat me het meest zorgen moet baren: PokémonGo of de toestand in de wereld. Wie speelt struisvogel?

I fear the day that technology
will surpass our human interaction.
The world will have a generation
of idiots.
(Albert Einstein)

Weet je wat ik fijn zou vinden? Dat men in het dagelijks nieuwsbericht ook positief nieuws zou brengen. De balans in evenwicht brengen. Hoop creëren. De realiteit in het juiste perspectief plaatsen. Ik geloof nog steeds dat er massa goed nieuws is, niet sensationeel maar wel belangrijk.
Terwijl mijn haardvuur zo’n tien keer per jaar fijn stof door de schoorsteen spuwt, geeft het me hoop om te lezen dat vliegers onder getijdewater energie kunnen opwekken: één vlieger van 20 x 35 m zou volgens het tijdschrift Eos stroom leveren voor 1.200 huishoudens.
Ik glimlach als ik lees dat de kans zeer groot is dat polio in 2017 volledig wordt uitgeroeid, dat wetenschappers CO2 in steen veranderen en dat het gat in de ozonlaag aan het genezen is.

In Knack lees ik dat zo’n vier lichtjaren van onze aarde een tweede aarde is ontdekt, dat men een herbruikbare draagraket heeft uitgevonden en dat de gravitatiegolven (golven in de kromming van de ruimtetijd) ècht zijn waargenomen. Een echte tijdreis lijkt niet meer zo futuristisch.
Een Amerikaanse computer berekende het grootste priemgetal ooit. Als je het cijfer zou uitschrijven is het 22km lang en het zou drie jaar duren om het voor te lezen.
In plaats van in de verleiding te komen je als doel te stellen dit getal voor te lezen, is het beter om eens naar al dat ‘vrijwilligerswerk’ om je heen te kijken. Ik ken verschillende vrijwilligers. Iemand organiseert om de twee weken een muzikaal happymoment in een bejaardenhuis. Iemand anders is buddy voor een vluchteling, nog iemand is geëngageerd in de ouderraad op een school. Ik ken mensen die af en toe meehelpen in een klas, die buren helpen, die opbeurende bezoekjes brengen aan zieken. Ik ken er die hun creatief talent gebruiken om kinderen te laten lachen, om volwassenen te laten genieten van woord, beeld en muziek.

Stel dat er dagelijks in het nieuws zo’n vrijwilliger aan bod mocht komen, zou dat de Pokémonjacht verminderen en meer vrijwilligers opleveren? Begrijp me niet verkeerd, ik heb niets tegen computerspelletjes en de digitale vooruitgang, zolang het maar een vooruitgang is.

Straks worden in veel Vlaamse huisgezinnen nieuwjaarsbrieven voorgelezen. Het is meestal een ontroerend, soms grappig moment waarbij kinderen hun goede voornemens in een al dan niet ludieke woordkeuze even op een rijtje zetten.
Januari associëren we dan meestal ook met goede voornemens en doelen stellen.

Goede voornemens zijn een stellage.
Je kunt er niet in wonen.
Je dient het aan te kleden met goede daden.
(Geert Grub)

Sommigen zullen een pak goede voornemens maken, anderen hebben misschien gekozen om dit jaar geen enkel voornemen te maken, omdat ze weten hoe moeilijk het is je er aan te houden.
Nochtans zijn goede voornemens een machtig hulpmiddel om het leven gelukkiger en succesvoller te maken.
Een goed voornemen is een verlangen om vooruitgang te maken, niet om iemand anders te willen zijn.

Iemand anders willen zijn,

is verspilling van wie je bent.

(Kurt Cobain)

We kennen misschien wel het verhaal van de grote bokaal dat illustreert wat we moeten doen om onze tijd goed te gebruiken. Je hebt grote stenen, kiezelsteentjes, zand en water om de bokaal mee op te vullen. Je moet eerst de grote stenen in de pot doen. Als je eerst de kleinigheden erin doet, krijg je die grote stenen er nooit meer in.
Als we onze tijd in het nieuwe jaar goed willen gebruiken, dan moeten we ons afvragen wat de grote stenen van ons leven zijn. Wie kleinigheden als zand en steentjes belangrijk vindt, zal merken dat zij zoveel plaats innemen dat er geen tijd meer overblijft voor wat echt belangrijk is.

Ik kan de hele wereld niet helpen, jij kan dat ook niet. Maar ik kan wel de kleine wereld rondom mij mooier maken, dat kan jij ook. Ik weet niet wat politiekers  het komende jaar zullen beslissen, ik kan geen terreurdaden tegenhouden, ik kan geen oorlog stoppen, ik kan geen huisvesting geven aan alle vluchtelingen. Ik kan wel, door wie ik ben en door wat ik doe in de kleine wereld rondom mij een verschil maken. Hoe klein dat verschil ook is, het is een verschil.

Ik ga deze dagen luisteren naar mijn leven van het afgelopen jaar. Elk moment heeft me iets te vertellen. Dan ga ik mijn grote stenen bepalen. Volgende week vertel ik daar meer over.

Geniet van je tijdreis deze week!

Kerstmis: vreugdefeest of aanstootgevend?

 

 

In deze periode van het jaar waarin we de geboorte van de Heiland herdenken, zijn er veel lessen te leren. De meeste van deze lessen komen als we zien, luisteren en lezen. Niet zozeer van de woorden en de beelden, maar van wat we voelen in ons hart.

De boodschap van Kerstmis is
dat de zichtbare en materiële wereld
verbonden is met
de onzichtbare geestelijke wereld.

 

Ik hou ervan om naar kerstliedjes te luisteren en kerstverhalen te lezen. Het brengt in mezelf een zoete geest van herinneringen, vrede, reflectie en inzicht mee.

‘A Christmas Carol’ is misschien wel het meest bekende fictieve kerstverhaal. Het heeft heel veel mensen beïnvloed en men zegt wel eens dat Charles Dickens Kerstmis uitgevonden heeft.
Kerst bestond natuurlijk al lang voor Dickens geboren was. Maar voor zijn beroemde kerstverhaal was Pasen het meest gevierde christelijke feest. In bepaalde protestantse gemeenschappen werd het vieren van Kerstmis op 25 december als een heidens feest gezien. De reden dat we kerst op 25 december vieren heeft niks te maken met de geboortedatum van Jezus Christus, want die zou wel eens in de lente  kunnen geweest  zijn.
De Germanen vierden rond 21 december de joelfeesten waarbij de boze werd verjaagd en het licht begroet. In de vierde eeuw besloot keizer Constantijn de Grote dat Kerstmis op 25 december zou worden gevierd. Op deze datum werd rond de Middellandse Zee tot dan toe de zonnegod vereerd. Constantijn vond dat die eer beter paste bij Christus, die gezegd had dat Hij het Licht der wereld was. Om de kerk aantrekkelijk te maken voor nieuwe bekeerlingen stelde paus Julius I 25 december als de geboortedag van Christus in.

Wisten jullie trouwens dat de Germanen in het joelfeest altijd een groenblijvende boom in huis haalden? In de 16de eeuw verklaarde Luther de kerstboom tot symbool van de geboorte van Christus. Eerst stond de boom alleen in kerken, pas eind 19de eeuw zag men hem ook verschijnen in de protestantse huiskamers. De katholieken gaven de kerststal de ereplaats in hun huis.
De huidige tradities rond het kerstfeest zijn van land tot land verschillend. Door de globalisering dringen de Amerikaanse commerciële kerstgewoontes overal door, ook in ons land.
Maar of we nu een kerstboom al dan niet versieren, kerstkransen hangen of cadeautjes geven, als die dingen bij ons de kerstgeest oproepen zit het wel goed.

Wat is kerst?
Het is mildheid voor het verleden,
moed voor het heden
en hoop voor de toekomst.
(Agnes M. Pahro)

En deze quote brengt me dan weer bij het verhaal van Ebenezer Scrooge die de drie geesten van kerst op bezoek kreeg. Dickens schreef dit tot de verbeelding sprekende kerstverhaal in het begin van de 19de eeuw. Deze tijd was een donkere periode voor de werkmens. De meerderheid van de kinderen geboren in het arbeidersmilieu, stierf voor hun vijfde levensjaar. Kinderarbeid, hongersnood en uitbuiting waren schrijnende toestanden waarmee Dickens ook zelf in zijn jeugd geconfronteerd werd.
Het is misschien interessant om te weten dat Dickens een leeftijdsgenoot was van Friedrich Engels. Ze leefden allebei in Engeland en waren alle twee geraakt door de slechte levensomstandigheden van de arbeiders in hun tijd. Beiden hadden een talent om te schrijven. Terwijl Engels schreef over een politieke revolutie – hij vormde de inspiratie voor het ‘Communistisch Manifest’ van Karl Marx – beschreef Dickens een andere revolutie. Hij schreef over een revolutie van het hart. Hij schreef over het belang van welzijn voor de kinderen en de nood aan sociaal dienstbetoon. Dickens schreef het onsterfelijke  ‘A Christmas Carol’.

Kerstverhalen als dit, kerstfilms, kerstmuziek, … ze roepen warme gevoelens op in een – ondanks de opwarming van de aarde –  steeds koeler wordende wereld.
Dieter F. Uchtdorf zei: (in het Engels, maar er zou veel verloren gaan in mijn letterlijke vertaling)

This is a season of rejoicing! A season of celebration! A wonderful time when we acknowledge that our Almighty God sent His Only Begotten Son, Jesus Christ, to redeem the world! To redeem us!

It is a season of charitable acts of kindness and brotherly love. It is a season of being more reflective about our own lives and about the many blessings that are ours. It is a season of forgiving and being forgiven.

But perhaps most of all, let it be a season of seeking the Lamb of God, the King of Glory, the Everlasting Light of the World, the Great Hope of Mankind, the Savior and Redeemer of our souls.

I promise that if we unclutter our lives a little bit and in sincerity and humility seek the pure and gentle Christ with our hearts, we will see Him, we will find Him – on Christmas and throughout the year.

 

Ik las deze week een nieuwsbericht over een bepaalde gemeente die de kerststal wou verbannen omdat die aanstootgevend zou zijn voor sommige mensen. Als men de kerststal aanstootgevend vindt, dan heeft men het kerstverhaal niet begrepen.
Misschien moet het desbetreffend gemeentebestuur en de anti-kerststal sympatisanten het volgend verhaal eens lezen en laten doordringen:

 

Op een keer, het was enkele dagen voor Kerstmis, schilderden drie mannen op een muur:
Vreemdelingen buiten!’
Wat later kon je in de kleine stad horen:
‘Kom, nu is het genoeg. Wij doen wat op de muur staat. Wij zijn weg!’
Eerst kwamen de pakjes cacao naar buiten, dan de chocolade en de pralines in hun kerstverpakking. Zij wilden naar Ghana en West-Afrika.
De koffie volgde.
De ananas en de bananen kropen uit hun kisten.
Ook de druiven uit Zuid-Afrika.
De peperkoek en de koekjes twijfelden. Want zij zijn gemaakt van meel uit België, maar kregen hun pittige smaak van kaneel uit India.
Japanse computerspelletjes trokken in lange rijen naar het oosten.
In de lucht zag men kalkoenen terug naar Engeland vliegen, en tapijten die naar Teheran wilden.
De stoololie en de benzine vormden beken en vloeiden naar Saudi-Arabië en Koeweit.
Auto’s vielen uit elkaar:
wat uit aluminium gemaakt was, trok naar Rusland, het koper trok naar Zimbabwe, het ijzer naar Brazilië, de rubberen onderdelen naar Congo.
Na drie dagen herinnerde er niets meer nog aan vreemdelingen. Omdat het bijna Kerstmis was, zongen de mensen Stille Nacht, maar dan heel stil omdat het eigenlijk een Oostenrijks liedje is.
Maar één stel was gebleven: Maria, Jozef en hun zoontje Jezus.
‘Wij blijven,’ zei Maria, ‘want als wij ook weggaan, wie zal er dan nog de weg naar de menselijkheid kunnen wijzen?'( naar H. Wôllenstein)

 

The glitter of the season should never

prevent us from truly seeing

The Prince of Peace.

(Dieter F. Uchtdorf)

Vrolijk kerstfeest iedereen!

 

 

Cadeautjestijd

In deze tijd van het jaar staat in heel wat huizen op een centrale plaats een kerstboom te pronken met ballen, hartjes, popjes, slingers en lichtjes. Men moet goed zoeken om er nog een stalletje naast te vinden. Om de mooi ingepakte cadeautjes te zien heb je echter geen bril nodig. Cadeautjes zijn een deel van Kerst geworden.

 

Toen ik een kind was waren pakjes onder de kerstboom zeldzaam. De Sint had pas geschenkjes gebracht en Nieuwjaar stond te wachten om zijn cadeaus te geven. In mijn tienerjaren groeide de commerce rond het kerstgebeuren en men kon de eerste kerstman Hohoho horen roepen. Tegenwoordig kan je je geen kerst meer inbeelden zonder cadeautjes.

The spirit of Christmas puts in our hearts
a desire to give joy to other people.
(Henry B. Eyring)

Weet jij nog welk geschenk er voor jou vorig jaar onder de kerstboom lag? Was het een hippe trui of een paar glanzende schoenen? Was het je lievelingsparfum of een juweel? Of was het een boek dat op je verlanglijst stond om te lezen, of een Bongobon? De kans bestaat dat de cadeaus die we kregen vervlogen zijn met het verstrijken van het jaar. De trui is misschien gekrompen in de was en de schoenen zijn versleten. De parfum is leeggespoten en het juweel ligt ergens in een doosje. Het boek is uitgelezen en de bon is opgesoupeerd.

Weet je nog welk geschenk je ooit met je hele hart hebt gegeven? Deze vraag laat je waarschijnlijk dieper nadenken en ik ben er zeker van dat enkele tedere herinneringen naar boven komen.

Het is door te geven
in plaats van te krijgen
dat de geest van kerst
in ons huis binnenkomt.

Ik herinner me de vele ‘geheime missies’ die we met ons gezin uitvoerden. Met de allures van 007 werd een verrassingspak door een supersnelle Flash aan een deur gedropt. Het geven bracht een warm gevoel waar ik nu nog vrolijk van kan worden.
En wat is er zaliger dan een geschenk uit te zoeken voor een geliefde en dan, als het pakje geopend wordt, met een glimlach en fonkelende ogen beloond te worden?

Rond kerst zoeken we cadeautjes die we willen geven aan mensen die we graag zien.  Sommige van de beste geschenken kan je echter niet inpakken.

Paul kreeg eens als kerstcadeau een sportwagen van zijn broer. Toen Paul op kerstavond zijn kantoor uitkwam, stond een armtierige jongen met bewonderende blikken naar zijn glimmende nieuwe racewagen te kijken.
‘Is die auto van u, meneer?’
Paul knikte. ‘Die heb ik voor kerstmis van mijn broer gekregen.’
De jongen was verbijsterd.
‘Bedoelt u dat u hem hebt gekregen? Zo maar voor niks? Tjonge, ik wou dat …’
Hij aarzelde even. Natuurlijk wist Paul wat die jongen wou wensen. Dat hij ook zo’n broer zou hebben. Maar Paul voelde een rilling over zijn rug lopen toen de jongen zei:
‘Ik wou dat ik zo’n broer zou kunnen zijn.’
Paul keek de jongen verbaasd aan en in een opwelling vroeg hij: ‘Heb je soms zin om even een eindje mee te rijden in mijn auto?’
‘Cool!’
Nadat ze een stukje gereden hadden draaide de jongen zich met glinsterende ogen naar Paul en vroeg: ‘Meneer, zou u voor mijn huis willen stoppen?’
Paul glimlachte. Natuurlijk wilde die knaap zijn buren laten zien dat hij met een chique auto naar huis werd gebracht. Maar Paul vergiste zich weer.
‘Wil je daar stoppen, bij die twee treden? Ik kom direct terug.’
De knaap rende het trapje op. Even later kwam hij terug, maar nu heel langzaam. Hij droeg zijn kreupele broertje in zijn armen, zette hem neer op de onderste trede en wees naar de auto.
‘ Daar staat hij, maatje. Precies zoals ik het je vertelde. Hij heeft hem voor kerstmis van zijn broer gekregen en hij moest er geen cent voor betalen. Er komt een dag dat ik jou er net zo een zal geven… Dan kan je zelf gaan kijken naar al die feestelijke etalages waar ik over verteld heb.’
Paul stapte uit zijn auto en tilde de kleine jongen op de voorbank. De oudere broer ging met glinsterende ogen naast hem zitten en gedrieën begonnen ze aan een feestelijke rit die ze zich nog lang zouden herinneren.
Die kerstavond begreep Paul wat Jezus bedoeld had toen Hij zei: ‘ Het is zaliger te geven …’

 

 

De waarde van een geschenk
wordt niet bepaald door de prijs.
(Gotthold Ephraim Lessing)

Natuurlijk is het leuk om iets te geven. Als het met ons hart gegeven wordt is het goed. Maar misschien moeten we ook eens stilstaan bij de niet-tastbare geschenken die we kunnen geven. Niet voor niets zei Ralph Emerson:

Het enige geschenk is een deel van jezelf.

Een deel van jezelf geven, dat kan oprechte aandacht en tijd zijn. Er is een kerstlied: ‘Have yourself a merry little Christmas’. We kunnen onszelf een prachtige kerst geven als we de geschenken onthouden die God ons gegeven heeft, en als we deze zoveel mogelijk aan anderen geven.

Be an angel to someone else whenever you can,
as a way of thanking God for the help
another angel has given you.
(Eileen Elias Freeman)

Nog een laatste gedachte over cadeautjes. Stel je voor dat je de prachtige pakjes die je gaat krijgen met verwondering bekijkt: Wat is het mooi ingepakt? Wat zou er in zitten? Je schudt er eens mee en legt het dan neer zonder het ooit open te doen.
Dat zou maar raar zijn. Maar eigenlijk doen we dat soms met de geschenken die God ons geeft.

‘ Want wat baat het een mens indien hem een geschenk wordt gegeven en hij het geschenk niet aanneemt? Zie, hij verheugt zich niet in hetgeen hem wordt gegeven, evenmin verheugt hij zich in hem die de gever is van het geschenk.’ L&V 88:33

God offers His priceless gifts freely to all at Christmas and throughout the year. I pray we will not leave them unopened but receive them.
And as we do, we will be filled, step by step and degree by degree, with love, joy, peace, purity and power. (Douglas D. Holmes)

 

Kerstfeest, een familiefeest waar we het grootste geschenk aller tijden vieren: het geschenk van de Zoon van God, Jezus Christus.

Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.
Johannes 3: 16

We voelen ons dikwijls gestresseerd in de kerstperiode. We willen de perfecte cadeautjes vinden, de volmaakte menu samenstellen en ons huis in een echte kerstsfeer dompelen. Ik geniet ervan om dit te kunnen doen en het zal een pak van mijn hart zijn als alles op tijd in orde is. Net zoals de meeste mensen hou ik van geven en het is fijn om dit in deze periode van het jaar dat eens extra in de verf te kunnen zetten.
Geniet van het shoppen, relax af en toe met een goed kerstboek, luister naar kerstliedjes en vergeet niet dat er een heleboel mensen wachten op je niet-ingepakte cadeautjes.

 

Nog een boekentip (Engelstalig): The Gift van Richard Paul Evans.

 

Filmpje: The first gift of Christmas: