Schoonheid: het leven in zijn fijnste essentie.

glasraam in de Paris Temple

Enkele dagen geleden kreeg ik een ‘schoonheidsinjectie’ in Versailles. Deze stad ligt ongeveer 20 km buiten Parijs en is zeker een bezoek waard.
Lodewijk XIV , de zonnekoning, bouwde er zijn koninklijk verblijf.
Vanop de ruime parking voelde ik me al overweldigd door dit reusachtige paleis met zijn verschillende bouwstijlen. De zon zorgde ervoor dat het bladgoud nog eens zo fel schitterde. Net zoals vele andere toeristen stond ik me te vergapen aan dit prachtige, spectaculaire paleis.
De tuin aan het Paleis ven Versailles is 100 ha en de grootste paleistuin van Europa. Mijn ogen wisten niet waar eerst kijken: bloemperken, bomen, fonteinen, beelden, bassins, het Grand Canal – een geometrisch patroon vol schoonheid.
Maar ik voelde er ook de arrogantie, de hoogmoed en de historische tragedie van opstand en bloedvergieten. Niettemin straalt het paleis en zijn tuin een zekere grandeur uit en of je nu voor deze stijl bent of niet, je kan niet ontkennen dat het een zekere schoonheid bevat.

Alles heeft z’n schoonheid,
alleen ziet niet iedereen
dat altijd.
(Confucius)

In datzelfde Versailles, niet ver van het paleis en zijn tuin, bezocht ik nog een ander prachtig gebouw: een tempel van de Kerk van Jezus Christus van de heiligen der laatste dagen. Het is een spiksplinternieuw gebouw en past qua bouwstijl perfect in deze historische plaats.
Aan de ingang las ik volgende woorden: ‘La Maison du Seigneur’.
Het paleis van de zonnekoning was mooi, maar in dit Huis van God moest ik bij zoveel schoonheid naar adem happen. Mijn ziel verheugde zich over sober, degelijk meesterwerk, over de glasramen bezaaid met Franse lelies en ik werd stil van de schoonheid van de schilderijen en de muurschilderingen. Ik voelde er eerbied, respect en een verlangen naar goedheid.

Er is niets dat meer rechtstreeks de ziel raakt,
dan schoonheid.
(Joseph Addison)

De dag van vandaag zien we echter rondom ons ook veel lelijkheid en domheid, en het beste middel om daaraan te ontkomen is om jezelf onder te dompelen in een wereld van schoonheid: in de wereld van de muziek en de kunst, in poëzie, in de natuur en zelfs in de gewone mens.
Ralph Waldo Emerson zei:

We kunnen de wereld afreizen
op zoek naar schoonheid,
maar we moeten haar in ons dragen
om haar te kunnen vinden.

Er is zoveel schoonheid in de wereld, maar je moet ze willen zien en er voor open staan. Ik herinner me nog hoe ik eens in de winter een les Frans heb stilgelegd en alle kinderen door de ramen naar de ondergaande zon liet kijken. De kleuren die de zonsondergang in de lucht toverde, had iedereen in zijn greep. Verschillende leerlingen wisten niet dat een zonsondergang zo mooi kon zijn. Het was een betoverend moment van schoonheid en daarmee bedoel ik niet alleen het schouwspel van de zakkende zon. De blozende wangen en de verrukte kinderogen, dàt was ook schoonheid.

De schoonheid der aarde is niet te koop,
zij behoort aan wie haar ontdekt,
haar begrijpt,
en haar weet te genieten.
(Henry Bordeaux)

Er is veel verschillende schoonheid. Maar heel wat mensen koppelen het woord ‘schoonheid’ aan een mooi lichaam. Echte schoonheid, wat is dat? Wat maakt iemand mooi? De wereld probeert ons te overtuigen dat cosmetica, parfum, juwelen, kleding, dieet en zelfs plastische chirurgie noodzakelijk zijn voor schoonheid. Sommige van deze dingen zijn wel leuk, maar ze kunnen alleen maar de uiterlijke verschijning veranderen. Ware schoonheid gaat dieper dan de dikte van je huid. Iemand die straalt van geluk en reinheid, reflecteert innerlijke schoonheid. Geen enkele oogschaduw, lippenstift of mascara kan het opnemen tegen de natuurlijke schoonheid van een echte glimlach. Zulk een glimlach tovert licht van binnen uit en zegt meer dan welke make up ook.

A smile
is the most beautiful curve
on a womans body.

Wie kent het sprookje niet van Sneeuwwitje?
‘Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wie is de schoonste van het land?’
De strijd om de schoonste te zijn, mondt in vele sprookjes uit tot een door jaloersheid gedreven complot.
‘In pageants there is only one declared the fairest of them all. But with the Lord there is no competition. All have an equal privilege to have His image engraven upon their countenance. There is no truer beauty.’ (Lynn G. Robbins)

Dat schoonheid van binnen zit, moeten we onderwezen krijgen, moeten we geloven en moeten we waar maken. De mens is een eeuwig wezen, de sterfelijkheid is onderhevig aan verval. Kijken we naar schoonheid door de eeuwige spiegel of door de sterfelijke?

De ware rijkdom van een mens is
het goede dat hij verricht in deze wereld.
Schoonheid is eeuwigheid die
naar zichzelf kijkt in de spiegel.
Maar jij bent eeuwigheid
en jij bent de spiegel.
(Kahlil Gibran)

Over smaak valt niet te twisten, maar tegenwoordig wordt wel eens schoonheid in het hoekje geduwd, terwijl lelijkheid op het podium staat. In ‘The Wanderer’ heeft Kahlil Gibran daar een mooi verhaal over neergeschreven. Misschien moeten we dit wel in gedachten houden als de media ons overspoelt met liedjes, literatuur en beelden waar de massa uitbundig op reageert, maar wat diep in ons een heimwee naar hogere schoonheid doet oplaaien.

Schoonheid en Lelijkheid ontmoetten elkaar aan het strand van de zee.
‘Kom, laten we gaan zwemmen’, zei de ene tot de andere.
Ze kleedden zich uit en gingen zwemmen in de zee.
Na een poos keerde Lelijkheid terug naar het strand. Daar trok ze het mooie gewaad van Schoonheid aan en wandelde weg, alsof er niets gebeurd was.
Wat later verliet ook Schoonheid de zee. Ze was zeer verbaasd dat ze haar kleren niet vond op de plaats waar ze die had neergelegd. Omdat ze niet wilde naakt lopen, trok ze de kleren aan die Lelijkheid had achtergelaten. Zo ging ze verder.
Maar tot vandaag verwarren de mensen de ene met de andere. Sommigen herinneren zich wel het gelaat van Schoonheid en herkennen haar, niettegenstaande haar lelijke kleed.
Sommigen kennen ook nog het gelaat van Lelijkheid. De mooie kleren waarmee ze zich nu kleedt, verbergen voor hun ogen haar werkelijke wezen niet.

Het criterium van ware schoonheid is,
dat zij toeneemt bij onderzoek,
van valse schoonheid,
dat zij vermindert.
(Fulke Greville)

Heel wat jongere en oudere meisjes hebben een minderwaardig gevoel over hun schoonheid. Als die ontmoediging van tekort schieten aan het ideale afgeschilderde beeld de kop op steekt, zouden we onszelf moeten proberen zien door de ogen van degenen die van ons houden. In die spiegel kijken kan ons helpen om ons beter in ons vel te voelen en ons ook zo te gedragen. Dit wordt soms het ‘Pygmalion effect’ genoemd, of ook wel het Rosenthal effect, naar het bloemenmeisje, Eliza Dolittle, uit de musical ‘My fair Lady’. Het is gebaseerd op het verhaal van de Romeinse dichter Ovidius over een beeldhouwer wiens gebeden verhoord werden toen zijn standbeeld van de ideale vrouw tot leven kwam. Eliza’s schoonheid was er altijd al, zij had alleen hulp van anderen nodig om die te ontdekken.
Misschien moeten we dit op de spiegel schrijven:

I’m no beauty queen,

I’m just beautiful me.

Als je dus de volgende keer aan mooie dingen denkt, vergeet dan ook jezelf niet!

 

Tip: uitstap Versailles
uitstap naar de bergen, de zee, de bossen, …
musical ‘My Fair Lady’

Boeken zijn als mensen.

 

 

boeken-blog

WAUW!
Dit sterke kleine woordje drukt mijn verbazend, verwonderd en gelukkig gevoel uit als ik de eerste grote hall van de boekenbeurs binnenstap.
Verbazend – omdat er ondanks de supersnelle digitale wereld toch weer kilometers beschreven papier uitgestald ligt.
Verwonderd – omdat er jaarlijks weer zoveel nieuws te vinden is en zoveel ouds vernieuwend overkomt.
En gelukkig – omdat ik gezegend ben met een geluksgen dat geactiveerd wordt als ik alleen al boeken zie.

Boeken zijn als mensen:
ze maken een bepaalde al dan niet prettige indruk op ons, nog voor we ze hebben leren kennen.
(Cees Buddingh)

Boek – een woord met weinig letters, maar dat zo veel omvat.
Als iemand zegt: ‘ Hé, Linda, het is maar een boek’, dan glimlach ik omdat ze het gewoon niet snappen.
Er zijn mensen die bij het woord ‘boek’ alleen een hoeveelheid papier zien, bedrukt met saaie, moeilijke woorden en langdradige zinnen. In hun achterhoofd circuleren nog slechte cijfers bij verplichte boekbesprekingen.
Voor anderen opent dat kleine woord een hele wereld. Ik val onder die categorie. Ik ben het type dat je met een boek op de schoot in een trein ziet zitten tussen tientallen smart- en andere phones (voor de rest ben ik heel normaal).

De uitvinding van de boekdrukkunst in de 15de eeuw was de start van een explosie aan teksten en het verdwijnen van monnikenwerk. Schrijfmachines, kopieerapparaten en de pc versnelden de verspreiding van het geschreven woord nog meer.
Er zijn miljoenen boeken te koop, zowel op papier als in digitale vorm. Ik sla met argusogen de ontwikkeling van het e-boek gade. Stel dat het papieren boek verdwijnt? Stephen Fry zei:

Books are no more threatened by e-books

than stairs were by elevators.

Ik zal dat maar geloven zeker? Wist je dat het e-boek goed is voor 3,5% van de boekenverkoop in België? 1/4 van alle boeken zijn in Vlaanderen beschikbaar als e-boek en 25% van de Belgen koopt zijn boeken online.
Ik heb 107 boeken op mijn IPad staan. Ik heb ze zonet geteld en wist zelf niet dat het er al zo veel waren. De meeste daarvan zijn studieboeken.
Je kan me thuis alle dagen wel op een of ander tijdstip gezellig genesteld, al dan niet onder een lamp, druk bezig zien een gesprek te voeren met een geopend boek. Dat is een vreugde die geen enkel e-boek me al geschonken heeft.
De boekenrekken thuis zitten propvol boeken en nee, ik ga ze niet tellen, maar het zijn er veel meer dan 107.
Cicero zei:

Een kamer zonder boeken

is als een lichaam zonder ziel.

Dat voelt zo juist aan. Ik zorg er wel voor dat er een ‘mooie ziel’ in huis hangt door mijn boekenkeuze.
Henry Ward Beecher merkte op:

Boeken zijn niet bedoeld als meubilair,

maar er is niets anders

dat een huis zo prachtig meubileert.

De meeste boeken in mijn boekenkasten heb ik gelezen. Sommige zelfs meerdere keren en andere moeten nog geduldig hun beurt afwachten. De kasten moeten geregeld herschikt worden, omdat er nog steeds nieuwe exemplaren bijkomen. Mijn lievelingsboeken hebben een prominente plaats. Dat zijn de boeken die ik meer dan een keer heb gelezen en die een blijvende indruk achterlieten. En ja, soms doe ik wel eens een ‘miskoop’. dat boek verdwijnt dan naar de kringloopwinkel en als ik het echt ronduit slecht vind, dan gaat het naar de papiercontainer. Tijd is kostbaar, dus wil ik een ander de ‘verloren tijd’ van het te lezen en het ‘verloren geld’ sparen.

Wie smaak vindt in het lezen van goede boeken

is bij machte om de eenzaamheid te dragen,

waar dan ook en met groot gemak.

(Mahatma Gandhi)

Ik ben blij dat ik van lezen hou. Toen ik eens weken moest herstellen van een ingrijpende operatie en te zwak was om zelfs de straat uit te stappen, behoorden boeken tot mijn beste vrienden. En nu ik al maanden herstel van een emotionele ingreep, zijn boeken nog steeds mijn beste vrienden.

Good books are as friends,

willing to give us

if we are willing

to make a little effort.

(Gordon B. Hinckley)

De term goede boeken zal voor iedereen wel een ander invulling hebben. Wat zijn voor mij goede boeken?
Bij een goed boek heb ik halverwege al spijt dat het eens uit zal zijn. En als ik het dan uitgelezen heb, dan is het alsof ik van een goede vriend afscheid neem. Voor mij heeft een goed boek niks met de dikte ervan te maken, maar het moet me wel licht geven. Een goed boek laat de tijd stil staan en dan vergeet ik alles om me heen. Een goed boek wil ik zeker nog eens lezen.

Sometimes

I forget myself in a book

and when I have to stop reading,

it takes me a moment

to remember where I am.

Soms heeft een mens nodig dat zijn verstand even op nul staat. Ik heb al genoeg boeken gelezen die me gewoon op het moment zelf spannend bezig houden, of me romantisch meeslepen. Ze halen me even uit mijn wereld en laten me veilig wegdromen.
Maar er zijn ook boeken die mijn verstand op volle toeren doen draaien. Het boek ontspant dan niet echt, maar brengt me in de war of maakt me zelfs boos. Zo las ik onlangs ‘Het achterland’ van Caroline Brothers. Het gaat over twee Afghaanse broertjes op zoek naar een toekomst. Mijn visie op de vluchtelingenproblematiek werd er aardig door elkaar geschud. Verbijsterd om zoveel oneerlijkheid en ellende, liep ik toch enkele dagen met een machteloze kater rond.
Jodi Picoult is een van mijn favoriete auteurs. Ze beschrijft tegenstrijdige gezichtspunten vanuit individuele standpunten en ze heeft me in haar fictieve personages meer perspectief bijgebracht over verschillende gebeurtenissen.
Zulke boeken duwen me op een soms ruwe manier in de bange, boze wereld en ik leer weer meer.

Een boek is een medicus en een medicijn tegelijk… Boeken zijn natuurlijk niet alleen maar artsen. Sommige romans zijn liefdevolle levensbegeleiders. Andere zijn als een draai om je oren. Weer andere zijn als een vriendin die je een voorverwarmde handdoek omhangt als je weemoedig bent in de herfst. En er zijn boeken … tja. Sommige zijn roze suikerspinnen, die het brein drie seconden prikkelen en een gelukzalig niets achterlaten. (Uit ‘De boekenapotheek aan de Seine’ van Nina George)

Ik las eens dat je aan het eind van een goed boek een beetje uitgeput moet zijn, omdat je immers diverse levens heb geleefd.
Door goede boeken te lezen kan je niet alleen verschillende levens leiden, maar leer je ook jezelf beter kennen.
Lezen over klein en groot verdriet, over ontgoocheling en verwerping, over geluk en vreugde, dat kan een spiegel zijn. Ik herken er mezelf soms in en dat kan deugd doen. Die boeken zijn als vrienden van vlees en bloed, ze geven raad en zijn heel geduldige leraars.

Begrijp je nu waarom ik van boeken hou?

Er zijn boeken die een enorme impact op mijn leven hadden en hebben. Een ervan staat op nummer één op de lijst van bestsellers aller tijden: de Bijbel. Van de vijf miljard boeken die ervan verkocht zijn heb ik een bijschrijfbijbel in huis. Ik kreeg dit boek van mijn vader en het heeft een enorme emotionele en geestelijke waarde voor mij. Het is een geïnspireerd boek dat me nog steeds aanspoort een beter mens te zijn. Het brengt me dichter bij mijn Hemelse Vader en het onderwijst me welk mens ik behoor te zijn.
Net als de Bijbel terzijde geschoven wordt door een a-religieuze maatschappij, wordt ook het Boek van Mormon verguisd. Het Boek van Mormon is nog zo’n boek dat mijn leven ondersteboven gooide. Het is schriftuur en leert me zoveel meer over mijn doel hier op aarde. Ik schaar me achter de volgende woorden van D. Todd Christofferson:

Consider the magnitude of our blessing to have the Holy Bible and some 900 additional pages of scripture … I suppose that never in history has a people been blessed with such a quantity of holy writ. And not only that, but every man, woman and child may possess and study his or her own personal copy of these sacred texts, most in his or her own language. How incredible such a thing would have seemed to the people of William Tyndale’s day and to the Saints of earlier dispensations! Surely with this blessing the Lord is telling us that our need for constant recourse to the scriptures is greater than in any previous time. May we feast continuously on the words of Christ that will tell us all things we should do.

Oprah Winfrey merkte eens op dat sommige vrouwen een zwak voor schoenen hebben. Ze bekende dat ze op blote voeten kon lopen als het moest, want zij had een zwak voor boeken. Ik heb dat ook. Ik kan onmogelijk een boekenwinkel voorbijgaan zonder binnen te stappen en de geur van boeken in me op te nemen. De indrukwekkendste boekenwinkel die ik tot nu toe heb bezocht is Boekhandel Dominicanen in Maastricht. Deze boekhandel behoort tot de mooiste ter wereld. Duizenden boeken vinden hier een plaatsje in de 13de eeuwse Dominicanenkerk. Architecten ontwierpen een stalen constructie die de kerk het uitzicht geeft van een reusachtige boekenkast. Door de hoge gotische ramen speelt het licht van de zon met de kleurige boekenruggen. Er is volgens mij geen beter plaats om zo dichtbij huis een boekenfan te worden.
In een hemelse sfeer werd mijn aardse portemonnee wel verschillende euro’s armer gemaakt.

Men zou rijk moeten zijn

om zich arm te kunnen kopen

aan boeken.

(Jean de Boisson)

Je kan op YouTube verschillende filmpjes bekijken van deze wondermooie boekenwinkel in Maastricht. Maar als je kan moet je er zeker eens binnenstappen. De echte wereld is zoveel mooier dan de virtuele en wie weet, misschien kijken er wel enkele enthousiaste monniken over je schouder mee.

Ik hou van boeken, van historische en natuurboeken, van sommige thrillers, van allerlei verhalen, van eenvoudige kookboeken en sommige fantasy verhalen, van geestelijke boeken, poëzie en nog veel meer. Ze kunnen veel, die boeken, maar niet alles. de belangrijke dingen moet je leven, niet alleen maar lezen.

Veel boekenplezier!

 

Is wandelen tijdverlies?

IMG_20151228_135754

To walk or not to walk,

that’s the question.

Wandelen kan je op vele manieren doen. Je kan stappen, lopen of te voet gaan. Je kan kiezen om te slenteren, te kuieren of te trekken. Je kan zelfs flaneren.

Flaneren gaat me niet zo goed af, maar ik kijk wel graag naar mensen die flaneren.
Voor mij is ’te voet gaan’ vanzelf verlopen. De kleuterschool lag zo’n kilometer van ons huis, maar weer of geen weer, er was geen keuze buiten te voet gaan. Ik was nog te klein om moederziel alleen te gaan, dus ging moeder of tante mee. De lagere school lag nog enkele kilometers verder (in mijn ogen nog véél verder), maar mijn benen waren mijn enigste transportmiddel. Samen met mijn broer, zus, nichtje, neef en buurkinderen stapte ik elke dag gezwind naar school. ’s Avonds slenterde ik moe terug naar huis. Ik had geen stappenteller nodig, die bestond trouwens nog niet in de jaren ’60. Iedereen bereikte zonder tellen het minimum aantal stappen wat men anno 2016 als gezond bestempelt. Trouwens, fitnessen gebeurde toen ook in open lucht: lopen, fietsen, hinkelen, touwtjespringen, zaklopen, kaatsen, ‘rekkeren’, tikkertje , en nog meer van die ‘zweetbevorderende’ oefeningen. Maar ik ging het over ‘wandelen’ hebben.

Ik wandel graag. Zowel alleen, als met twee, als in een groepje.
Alleen kom ik mezelf tegen.
Met twee zijn gesprekken nog zo prettig.
En in groep leer ik zo veel meer.

Als je wandelt,

kom je niet enkel buiten,

maar ga je ook naar binnen.

(Annelies De Waele)

In onze tijd moet alles ‘sociaal’ zijn. Hoe meer vrienden op je social media, hoe geslaagder je lijkt in het leven. Alleen iets doen, krijgt een zielige of een marginale stempel. Ik hou er van om af en toe eens alleen ‘het blokje rond’ te stappen. Ik geniet dan van het wandelen zelf: verstand op nul, blik op oneindig.En weet je, er worden dan nieuwe ideeën geboren.
Dat gebeurt ook als ik met mijn man wandel. Buiten romantische ontboezemingen, zijn er ook oneindig veel ideeën ontsproten uit deze tête à tête – wandelingetjes langs de Wase velden. Heerlijk is dat! Albert Einstein zei niet voor niets:

De benen zijn de wielen

van creativiteit.

Soms is mijn wandelen ook gepland, heeft het een doel. Op stap met mijn moeder, of een natuurdomein bezoeken, of wandelen op het strand of op de zeedijk. Soms sjok ik ook achter een natuur- of stadsgids. Ik proef dan met al mijn zintuigen van het natuurlijk of stedelijk landschap.
Als je wandelt, dan beweeg je veel trager dan als je fietst. Ja, je geraakt minder ver, maar kleuren en geuren en allerlei gekke en kleine dingen vallen meer op. Maak eens tijd om door je eigen buurt te wandelen. Je gezichtsvermogen verbetert, want je merkt dingen op die je nooit  eerder zag (was die deur altijd al blauw geschilderd?). En als je de kwetterende zwaluwen hoort die boven je hoofd scheren, en je de tsjif-tsjaf in de verte hoort ’tsjif-tsjaffen’, dan weet je dat je nog niet direct naar de oorspecialist moet.

We wandelen niet

om het leven te ontvluchten,

maar opdat het leven

ons niet zou ontvluchten.

Trekken, is wat langer wandelen, met wat water en een snack in je rugzak. Dan gebeurt het wel eens dat je moet stoppen om je schoen los te maken. Je schudt hem eens goed ondersteboven en dan kan je weer fluitend verder stappen (als je adem dat toelaat).

Het zijn niet de bergen en dalen

die het wandelen

moeilijk maken,

maar het steentje

in je schoen.

 

En hiermee ben ik dan aan het filosofische pad gekomen.
We hebben allemaal wel al eens gehoord dat een voettocht van duizend kilometer met de eerste stap begint. Ons leven is een trektocht langs verschillende paden. En we moeten soms een beslissing nemen in de wegen die we willen bewandelen. Voor je een keuze maakt, is het goed om de uitspraak van Voltaire voor ogen te houden:

Wie een verkeerde weg inslaat,

moet een heel eind lopen.

Dit zal menige trekkende kaartlezer beamen.

 

Niettemin is het beter

om alleen te wandelen,

dan de massa te volgen

die de verkeerde richting uitgaat.

(Diane Grand)

 

Iemand volgen kan ook goed zijn. Een gids in de woeste bergen is van onschatbare waarde. Hij leidt je op betrouwbare wegen, hem volgen betekent veiligheid.
Jezus Christus zei: Ik ben de Weg. Volg mij.
Als de mensheid Hem zou volgen, dan zouden ze niet meer moeten zoeken naar het paradijs; dan zou heel de wereld het paradijs zijn, voor iedereen.

Het wandelseizoen is aangebroken. Profiteer van de lange dagen en ga op stap. Wandelen is nooit tijdverlies, behalve als je motto ’tijd is geld’is. Hippocrates wist al dat wandelen het beste medicijn is. En wandelen kan je geestelijk inspireren omdat het traag is.

Schildpadden kunnen

meer over de weg vertellen

dan hazen.

(Kahlil Gibran)

 

Tip!

Een toffe gezinswandeling: Ninglispo (Aywaille), regio Luik – Sougné – Remouchamps.

De Ninglispo is een zijriviertje van de Amblève. Op de parkeerplaats kan men verschillende bewegwijzerde wandelingen kiezen. Jo en ik kozen de avontuurlijke, romantische wandeling nr. 21, gemarkeerd door een blauwe rechthoek. Die is ongeveer 6 km, reken op 2 à 3 uur met kinderen.
Het eerste deel van de wandeling loopt langs en over de Ninglispo. Dat stuk zullen de kinderen het leukst vinden: over rotsen klauteren, over smalle brugjes stappen (sommige zijn echt wel heel smal), klimmen … Toch opletten bij nat en vochtig weer. Er hangen niet voor niets stevige touwen om je wat houvast te bieden. Het tweede deel van de wandeling loopt  door de bossen zacht naar beneden langs een brede weg tot aan de parking.
Het is een prachtige wandeling. Ik deed ze in de winter. In de zomer kunnen de kinderen veel waterplezier beleven in het stromend water en aan de watervalletjes.

Doen dus!

Parking Auberge du Ninglispo
Sedoz 5
4920 Sougné- Remouchamps (Aywaille)

 

Ruïnes van steen of van vlees en bloed …

 

IMG_7782

Hoe kom ik er bij om over een ruïne te schrijven?

Op Wikipedia lees ik: Een ruïne of bouwval bestaat uit de resten van een in verval geraakt of vernield gebouw. In het online woordenboek vind ik volgende synoniemen: een bouwval, puinhoop, overblijfsels, ondergang, verderf, verwoesting. Direct na deze zelfstandige naamwoorden volgt het werkwoord ‘ruïneren’ met als betekenis: verwoesten, ongelukkig maken, ten gronde richten.

Als men iets ruïneert, is een ruïne het resultaat.

Onder deze woordenlijst valt mijn oog op deze opmerking:

 

Eigenlijk is het onbegrijpelijk dat de moderne mens kan genieten van een ruïne. Het is immers het restant van een gebouw waarmee iets heel erg is misgelopen …

 

Hoe kan een prachtig gebouw een ruïne worden? Hoe kan een robuust kasteel herleid worden tot een hoop stenen?

De oorlogsmachine produceert op een vlug tempo heel wat ruïnes. Bewijzen daarvan zijn niet alleen in de geschiedenisboeken te vinden,  elke avond biedt ons modern kijkbakje ook zulke beelden aan. Maar oorlog is niet de enige boosdoener die majestueuze gebouwen verwoest. Eens zo’n prachtig kasteel verlaten wordt, neemt de tand des tijds het heft in handen. Beetje bij beetje bijt de tijd een stukje weg, hier een steen, daar een raam en ginds een poort. En het duurt echt geen eeuwigheid voor vleermuizen, ratten en ander ongedierte een nieuw verblijf hebben gevonden.

 

Oude mensen, zieke mensen, eenzame mensen … bouwvallige lichamen en geesten, zij zijn ruïnes van vlees en bloed. De tijd richt ook bij de mens ravage aan. Ziektes en allerlei soorten pijn eisen ook hun tol op dit eens zo majestueuze bouwwerk.

 

Eigenlijk is het onbegrijpelijk dat een mens kan genieten van een ruïne.

 

Maar dat doen we toch, niet? Je moet geen archeoloog zijn en universitaire studies gedaan hebben om zo’n bouwval fantastisch te vinden. Menig jong koppeltje voert er meer dan een romantisch gesprekje. Iedereen die de ruïne een beetje tijd geeft, voelt hoeveel die brokken steen en puin te vertellen hebben. Als je je uurwerk negeert, schiet de teletijdmachine in gang. De oude muren dragen zo veel geschiedenis in hun stenen muren. In gedachten zie je jonkvrouwen door het raam turen en ridders zich warmen aan de haard. Je ziet monniken in de tuin werken en begijntjes zieken verzorgen. Op de met mos begroeide trappen word je omringd door mysterieuze flarden liefde en verdriet, oorlog en pijn, feesten en gezang.

Als men tijd geeft aan een ruïne, dan ontwikkelt zich liefde en begrip voor wat eens was en nu nog is.

Zo veel enthousiasme en liefde voor een hoop stenen knipogen naar de nog grotere waarde om tijd te nemen voor die ruïnes van vlees en bloed. Ook zij hebben ons veel te vertellen. En als we dan onze drukke agenda negeren, dan schiet ook nu de teletijdmachine in gang. We zien liefdesverhalen waarbij geen enkele moderne soap kan concurreren. We worden omringd door mysterieuze flarden van plezier en kermisvertier, van verdriet en onbegrip, van een wereld nog niet zo lang geleden – maar toch zo ver weg.

Als we tijd geven aan een ruïne van vlees en bloed, dan ontwikkelt zich een liefde voor wat eens was en nu nog is.

 

Eigenlijk is het onbegrijpelijk dat een moderne mens kan genieten van een ruïne.

 

In deze ik-maatschappij is het verfrissend om te zien hoe vrijwilligers ruïnes opknappen en er zo voor zorgen dat het verleden doorgegeven wordt aan komende generaties.

Of het nu vrijwillig, of beroepshalve, of familiegebonden is, het opknappen van oude, zieke en eenzame ruïnes zorgt er voor dat komende generaties ook deze geschiedenissen niet zullen vergeten.

 

Van wie anders kan je levenslessen leren

dan van mensen

die al een leven lang

aan het leren zijn?

 

Om te genieten:

Vlakbij Dinant ligt het kleine dorpje Falaën, verscholen in de vallei van de Molignée. Met de railbike kan je tot Maredsous trappen en terug. Lekkere kaas, dat wel, maar de abdij is slechts beperkt toegankelijk. Geef mij dan maar een pittige wandeling naar de ruïnes van Montaigle. Ben je minder goed ter been, dan kan je met de auto bijna tot aan de ruïnes rijden (er is wel niet veel parkeerruimte).

Met veel plezier betaal ik vier euro inkom. De site wordt immers onderhouden door vrijwilligers. Geweldig dat nog zulke mensen bestaan!

Ik bezocht de ruïnes in december. Maar ondanks de kilte en de grijze lucht overviel me direct een romantisch gevoel. Wie zou hier allemaal rondgelopen hebben? Het bleken Romeinen, jonkvrouwen, ridders en soldaten te zijn. Het was dus eerst een Romeinse garnizoensplaats, dan een middeleeuwse vesting, daarna een grafelijke residentie en ten slotte een romantisch pelgrimsoord voor schilders en dichters begin 19de eeuw.  Je kan vrij rondlopen in de ruïne, wat heerlijk is, maar kleine kinderen geef je best een hand.

De burchtruïne is uiteraard een uitgelezen plek voor diverse legendes en spookverhalen. Ik moest niet te veel moeite doen om de kasteelvrouwe uit de  belegerde burcht te zien komen, een takkenbos op haar rug. Wat de aanvallers niet wisten, was dat de kasteelheer tussen de takken verstopt zat. en zo de vrijheid tegemoet ging.

Een modernere versie van Romeo en Julia is de oorzaak dat men op donkere nachten een schim tussen de resten van de burcht kan zien dwalen. Soms kan je haar wanhopige kreten horen, maar ik verkies het rationele beeld van een krijsende roofvogel.

 

Ben je de tijd te veel uit het oog verloren? Ben je te moe om direct naar huis te rijden? Ik verbleef in de bed en breakfast  ‘La Bergerie’  in Falaën. Er zijn drie slaapkamers die landelijk zijn ingericht en zeer ruim zijn. Vlaams-sprekende eigenaars die je ’s morgens vragen of je goed geslapen hebt en hoe je je eitje wil, is mooi meegenomen. Bij mooi weer kan je in de grote tuin genieten van een prachtig zicht op een van de mooiste dorpen van Wallonië (www.labergerie-falaen.be)

Geniet van de ruïnes!