Happy New Year!

Januari … nieuwjaarsmaand in de Westerse wereld. Het is een feestmaand, een ‘bezoekjesmaand’, een reflectiemaand, een doelen-stellen-maand, een wintermaand. Zeg het nu zelf, een maand om U tegen te zeggen.
Niet alleen op 1 januari, maar 31 dagen lang kunnen we onze dichte of verre medemensen een gelukkig nieuwjaar toewensen. In ons kleine Belgenlandje lezen kinderen in Vlaanderen nieuwjaarsbrieven voor aan hun ouders en andere familieleden. Het is al een heel lange traditie en het is best wel leuk om de kleinsten een zelfgeschreven briefje te horen opzeggen. De groteren, die de lagere school gepasseerd zijn, willen niet onder doen en zoeken via google op hun al dan niet ‘slimme’ phone een versie waar ze zelf om grinniken.
Het geeft me een warm gevoel als ik mijn kleinkinderen woorden hoor formuleren als – snuifjes geluk en druppeltjes vrede, beloftes om hun best te doen en de waarschuwing dat ze toch wel soms vergeetachtig zijn. Hoopvolle woorden en verwachtingsvolle wensen in een wereld die echt wel niet zo fraai is.

 

We beginnen aan een nieuw levensboek en hopen dat we het vol kunnen schrijven met leuke, diepzinnige, grappige, spirituele, gezonde en prachtige anekdotes.  Maar het is goed voordat we beginnen te schrijven op de lege bladzijden van ’t nieuwe jaar, dat we ook ons volgeschreven vorige boek even overlopen. Terugblikken op het gepasseerde jaar is een prachtig middel om te reflecteren op hoe je gegroeid bent en hoe je in de kersverse jaar verder wil groeien.

Until
you take the journey
of self-reflection,
it is almost impossible
to grow and learn
in life.
(anoniem)

Als je dan begint na te denken over wat voorbij is, wat er nu gebeurt, en wat er in het verschiet ligt, dan kan vooral dat laatste je adem wegnemen en vele vragen beginnen door je hoofd te razen.  Wat als dit of dat gebeurt? Of niet gebeurt? De nieuwjaarsmaand is niet bedoeld om angstig de toekomst in te staren, maar om met open armen het onbekende te omhelzen. Martin Held zei eens: ‘Wie de toekomst als tegenwind ervaart, loopt in de verkeerde richting.’  Als je wil fietsen en je zeurt over tegenwind, dan blijft je fiets op stal staan, ja toch?
Zelfreflectie is bedoeld om uit te zoeken hoe je denkt over dingen, wat je er over zegt, en wat je ermee doet. Ja, door terug te kijken kunnen we ons leven begrijpen, maar we moeten hoopvol voorwaarts kijken om het ten volle te beleven. Albert Einstein zei: Leer van gisteren, leef voor vandaag, hoop voor morgen.’  Hoop geeft moed, geloof geeft kracht en zekerheid. Maar dat zijn dingen die je moet kiezen. Je moet ervoor kiezen om te hopen. Je moet ervoor kiezen om het zaadje van geloof te planten. Je moet ervoor kiezen om dat zaadje te verzorgen en voedsel te geven. Je moet ervoor kiezen om het goede te blijven zien in je medemens, in de wereld om je heen.

‘Ieder persoon bewandelt zijn pad in een voortdurend veranderende wereld – een wereld van wedijverende ideologieën. De krachten van het kwade zullen altijd in strijd zijn met de krachten van het goede. Waarheid, verbonden en verordeningen stellen ons in staat om angst te overwinnen en de toekomst met geloof tegemoet te zien.’ (Russell M. Nelson)

Je zal niet op al je vragen een positief antwoord krijgen, maar ontdek antwoorden die je aansporen om je eigen leven wat te verbeteren.
Verandert het klimaat? Ik kan dit niet omkeren of stoppen in mijn eentje, maar in mijn kleine wereldje kan ik besluiten om de natuur rondom mij te respecteren, er verwonderd over te blijven, schoonheid te ontdekken, en een steentje – hoe klein ook- bij te dragen.
Ik kan in mijn eentje kernwapens niet laten verdwijnen of de oorlog in Oekraïne stoppen, of het geweld weg toveren. Ik kan wel in mijn eigen kleine wereldje liefde en begrip onderwijzen voor elk levend wezen. Ik kan een luisterend oor zijn voor collega’s, voor vrienden, voor mijn kinderen en kleinkinderen, zelfs voor een onbekende.
Ik kan in mijn eentje fake news niet tegen houden en venijnige sociale media-antwoorden geen halt toeroepen, maar in mijn eigen kleine wereldje kan ik zelf mijn verantwoordelijkheid opnemen om verschillende bronnen te raadplegen, verschillende meningen te horen en opbouwende kritiek te uiten.
Ik kan in mijn eentje de politieke chaos niet oplossen, de prijsstijgingen niet naar beneden halen en het verdwijnen van respectvolle omgangsnormen niet keren, maar ik kan wel in mijn eigen kleine wereldje mijn buren helpen, vrijwilligerswerk doen en goede initiatieven steunen.
Ik kan in mijn eentje de besparing op licht niet teniet doen, de duisternis niet volledig afzwakken, maar ik kan een lichtje zijn in deze bij tijden donkere wereld. Licht doet duisternis verdwijnen. Hoe meer licht, hoe minder donker het zal zijn.
Ik kan in mijn eentje tegen de spot met God, godsdienst, kerken en Schriftuur niet opboksen, maar ik kan wel de Godgegeven keuzevrijheid aan de mens respecteren en door mijn wandel en handel, door woord en daad, een liefdevolle getuige zijn van een almachtige God die wel alle moeilijkheden, ongemakken, leugens en slechtheid kan laten verdwijnen. Waarom doet Hij dit dan niet? Hij geeft al zijn kinderen, wij dus, alle mensen, de tijd en de vrijheid om te kiezen tussen goed en slecht, tussen beter en best.
Wat we zullen kiezen zal ons geluk en onze gemoedsrust bepalen in het nieuwe jaar.
Het afgelopen jaar heeft mij alvast dit geleerd: mijn omstandigheden hebben mijn diepste geluk niet bepaald, maar wel mijn reactie op die gebeurtenissen.

‘Meer dan het verleden
interesseert mij de toekomst,
want daarin
ben ik van plan
te leven.’
(Albert Einstein)

Zoek een rustig plekje thuis (of buiten) en laat hoopvolle verwachtingen in je binnenste stromen. weef in deze overpeinzingen het besluit om te geloven. Te geloven in jezelf, in je kracht en in je mogelijkheden. Ook om te geloven in je opstandige puber, in een vriend die je vergeten is, in de mensheid, in de triomf van goedheid en het gezonde verstand. En omarm met je hele ziel het feit dat er een liefdevolle God is die je zal helpen jouw diepste wensen te verwezenlijken.

En o ja, vergeet het oude jaar niet te bedanken voor alles wat het je gaf, want daardoor heb je de dag van vandaag bereikt en ben je geworden wie je nu bent.

 

 

 

Balans of overweldigd?

Het nieuwe jaar is weer met bellen, toeters, vuurwerk, doelen en beste wensen ingeluid.
Ben je positief en blij het blanco jaar binnengestapt, of zit je met een kater verweesd te staren naar je levenspagina’s van het verleden?
Is je batterij aan het sputteren of leeg door de extreme drukte, verlangens en verplichtingen?
Snak je naar meer balans zodat je je batterij weer kan opladen?

 

Life is a balance of
holding on,
letting go,
and knowing
when to do
which of the two.

 

Ervaring heeft me geleerd dat extremen mijn batterij laten leeglopen. Als ik té hard werk, is het leven niet meer leuk. Als ik té weinig werk, voel ik me ook niet goed in mijn vel. Als ik zelf té veel aan het woord ben, dan vergeet ik te luisteren. Als ik té weinig geluiden voortbreng, dan hoort niemand mij.
‘TE’ is nooit goed. ‘TE’ vreet je op. Langzaam maar zeker knabbelt ‘TE’ je dromen kapot. ‘TE’ maakt je roekeloos, of laf. ‘TE’ zet je hoog boven iedereen, of verandert je in een vod.
De Oude Grieken wisten het al dat je een ‘gouden midden’ moet vinden, het perfecte leven tussen een extreem overschot en een extreem te kort – met andere woorden: een gezonde balans in je leven.
Maar hoe doe je dat?

Balance
is not something you find,
it’s something you create.
(Jana Kingsferd)

Iedereen vergeet al eens zijn batterij op te laden. Ik, en misschien nog vele anderen, denken dat het ‘Duracell-konijn’ eeuwig rondhuppelt. Maar batterijen die niet opgeladen worden, lopen leeg.
Mijn batterij verbruikt veel als ik een lange to-do lijst moet afvinken, als ik die toch zo leuke technologische grote en kleine schermen onbeperkt mijn leven laat beheersen en als ik teveel zorgen heb. Er zijn dingen die je niet kan controleren, maar als ik bij ’t minste van ’t minste geïrriteerd word, dan roept het alarm dat het hoog tijd is om te veranderen. En als mijn man, of vrienden liefjes opmerken dat ik er toch zo moe uitzie, dan verplicht mijn ijdelheid me om de fonkel weer in mijn ogen te krijgen.

Als je van binnen in balans bent,
zie je dat aan je buitenkant.

In tijdschriften, blogs, boeken en op websites vind je honderd en één tips om je batterij weer op te laden. Die tips kunnen je ook weer stress geven. Ik zou zeggen: blijf wie je bent en volg je buikgevoel en je ingevingen om dingen los te laten, of om meer of minder te doen.

Het enige dat je hebt
wat niemand anders heeft
is jezelf:
je stem,
je verstand,
je eigenste verhaal,
je talenten,
je visie,
je dromen.
Dus,
denk en bid,
schrijf en teken,
speel en dans,
en leef het beste leven
voor jou.

Ik laad mijn batterijen op door rust te zoeken en door de wereld even weg te duwen. Ik vermijd dan het lawaai en afleiding van sociale media door een tijdje te stoppen met scrollen en posten, en zet de biep- en trilgeluiden van mijn mobieltje af.
Ik heb ontdekt dat geregeld de stilte opzoeken me de energie boost geeft om duidelijker het pad te zien waar ik op sta en of dit wel leidt naar mijn droombestemming. Wist je trouwens dat Jezus Christus het ook belangrijk vond om in de stilte te zijn? Hij ging dikwijls alleen op de berg of in de woestijn. Nu, die vinden we niet in ons laag landje, maar er zijn genoeg alternatieven. In de bossen, de duinen en aan het strand brengt de stilte me rust en besef ik duidelijker waar ik nog kan groeien en hoe ik die groei kan  bereiken.
Als mijn batterij aan het opladen is dan besef ik WAT ER ECHT TOE DOET.

Tegenwoordig zie je meer en meer oplaadpunten voor elektrische wagens. Zonder die oplaadpunten zou zo’n mooie peperdure auto niet ver geraken.
Hetzelfde geldt voor mijn leven. Als ik mijn batterij wil opladen moet ik wel iets doen: ik moet naar een oplaadpunt. Albert Einstein zei het zo:

Life is like riding a bicycle.
to keep your balance
you must keep moving.

Mijn belangrijkste oplaadpunten zijn verbinding zoeken met God en echte tijd doorbrengen met mezelf en met vrienden.
Ik zoek geregeld een heilige plaats om met God te praten. Deze praatlijn geeft me super energie. Het machtigste Wezen in het universum zendt me via de Heilige Geest nieuwe inzichten, moed, kracht, zachtmoedigheid en liefde.

When I am in tune spiritually
I find that
I can balance everything in my life
much more easily.

Tijd met mezelf doorbrengen is mijn binnenste en buitenste ‘ik’ verzorgen. Mijn brandstof is een goed boek lezen, harp spelen, een aquarelletje maken, schrijven, wandelen in de natuur, en me in de Schriften verdiepen. Echte vrienden maken daar soms een verlengstuk aan: samen wandelen, een schilderijtje cadeau geven, een stukje muziek voor hen of samen spelen, een boek bespreken en diepzinnige gesprekken voeren.
Tijd geven aan je relaties kost energie, ja, maar geeft ook veel energie terug. Vriendelijke, liefdevolle en wijze communicatie laat je groeien. Het hoeven niet altijd veel woorden te zijn: een knipoog, een knikje, een glimlach, een knuffel zorgen voor heel veel warmte en je batterij zal vlug opgeladen zijn.

Met een opgeladen batterij ben ik 100% meer mezelf, heb ik opnieuw 100% vertrouwen en kracht om de bergen te beklimmen die op mijn levenspad liggen en weet ik weer 100% welk een prachtig uitzicht de top biedt.

Mijn wens aan jullie is dat je de beste oplaadpunten mag vinden en voor 100% kan genieten van het mooie uitzicht dat het nieuwe jaar voor jou brengt.

GELUKKIG NIEUWJAAR!

De moed om beslissingen te nemen.

Onlangs had ik een vergadering met een 40-tal jonge mensen, meisjes en jongens. Ze kwamen uit Canada,de Verenigde Staten van Amerika, Brazilië, Suriname, Duitsland, El Salvador, Spanje, Engeland en Nederland. Allemaal hadden ze de beslissing genomen om ongeveer twee jaar hun land vaarwel te zeggen om in Nederland en België totaal vreemde mensen aan te spreken over een delicaat onderwerp: geloof.
Toen ik hun lachende gezichten zag vroeg ik me af waarom ze die moeilijke beslissing genomen hadden. Ik vroeg me af waar ze hun thuis en hun vrienden hadden achtergelaten. Was het eenvoudig geweest om hun studies even te stoppen, een sportcarrière opzij te schuiven, en een muziektalent te parkeren? Was het gemakkelijk geweest om een vreemde taal te leren en zonder enige vergoeding een verre sprong te maken? En bovenal, vonden ze het de moeite waard?

We nemen al heel ons leven alle dagen kleine en grote beslissingen. En met elke beslissing die we nemen, krijgen we meer ervaring in het nemen van beslissingen. Wat heb ik, in dit verband, op mijn levenspad zoal geleerd?
Eén ding is zeker: een beslissing is maar het begin. Als er geen actie komt, dan hebben we eigenlijk geen beslissing genomen.

Beslissingen nemen
is een kwestie van doen.

Een beslissing hangt ook af van de situatie waarin we ons bevinden en welke positieve of negatieve gevolgen we kunnen verwachten. Onder die jonge mensen in mijn vergadering waren er  wiens ouders ooit ook diezelfde keuze in hun leven gemaakt hadden. Ze hadden mooie, grappige en spannende verhalen gehoord en kregen daardoor meer zelfvertrouwen om naar een vreemd land te gaan. Anderen hadden met negatieve kritiek en soms ronduit vijandige reacties te maken gehad. Dezen wisten dat er moed voor nodig was om ja te zeggen, maar ook moed om nee te zeggen. Ze werden voor hun vertrek geconfronteerd met een diep zelfonderzoek naar de motivatie van hun beslissing.

Since truth is the only meaningful foundation upon which we can make wise decisions,
how then can one establish what is really true?
(Richard G. Scott)

Iedereen wil de juiste beslissingen maken, maar dat is niet gemakkelijk in de ultra-internet doorweven wereld waarin we nu leven. Allerhande media bestoken ons dag en nacht met raad, meningen, promoties, uitdagingen, enz. Geen wonder dat we soms met de handen in het haar zitten om de juiste beslissing te nemen.
Maar om het ons nog wat moeilijker te maken, horen en lezen we op verschillende platforms dat wat we beslissen sociaal aanvaardbaar en politiek correct moet zijn. Dat klinkt logisch, maar er zit een addertje onder dat gras. Onze westerse sociale structuren verschillen enorm met die in China of in Ghana, of in … En politiek? In geen enkel land zijn de organisaties dezelfde en met de tijd kunnen die zelf heel sterk veranderen. Lees er de geschiedenis van de laatste 20 jaar maar eens op na.

Is er dan niets wat ons kan helpen de beste beslissing te maken? Wel, er zijn volgens mij twee manieren om waarheid te vinden en allebei zijn ze zeer nuttig om goede beslissingen te maken.
Ten eerste is er de wetenschappelijke weg waarbij men door experimenten een theorie als waarheid bestempelt.
Ten tweede is naar de Bron van alle waarheid te gaan en om inspiratie vragen.
Ik heb me de vraag gesteld of de wetenschappelijke benadering de beste leverancier is voor waarheid. Ik stel vast dat de wetenschap steeds vlugger zijn theorieën bijpast door steeds nieuwe ontdekkingen. De verste uithoek (tot nu toe) van het heelal, en de verste uithoek (tot nu toe) van materie, hebben ons alleen nog maar meer laten beseffen hoe beperkt ons huidig begrip is. Wat de ene keer gezond is, wordt de andere keer verguist. Fundamentele waarheden blijken ineens niet meer zo fundamenteel te zijn (plat of rond, krimpend of groeiend, kleinst of nog kleiner, intelligent of toch niet, drie dimensies of vier of nog meer …).

Dus, om mijn beslissingen zuiver op wetenschappelijke ‘waarheden’ te baseren, lijkt me niet zo slim. Welke waarheid levert openbaring dan?
Eeuwen geleden openbaarde God:

‘Want zie, dit is mijn werk en mijn heerlijkheid: de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengen’ (Mozes 1: 39)

‘En indien het mogelijk was dat de mens de stofdeeltjes der aarde kon tellen, ja, van miljoenen aarden zoals deze, dan zou het nog geen begin zijn van het aantal van uw scheppingen … En de Here zeide tot Henoch: Zie dezen uw broeders; zij zijn het maaksel van mijn eigen handen, en Ik heb hun kennis aan hen gegeven ten dage dat Ik hen schiep; en in de hof van Eden heb Ik de mens zijn keuzevrijheid gegeven; … en Ik heb hun ook het gebod gegeven, dat zij elkander moeten liefhebben en dat voor Mij, hun Vader, moeten kiezen.’ (Mozes 7: 30, 32,33)

‘En ontelbare werelden heb Ik geschapen, … want zie, er zijn vele werelden … en ze zijn voor de mens ontelbaar; maar alle dingen zijn geteld bij Mij, want ze zijn de mijne en Ik ken ze.’ (Mozes 1: 33,35)

Ik heb al verschillende keren in mijn leven Gods aanwezigheid en zijn liefde gevoeld. Het is raar om te zeggen, maar ik weet dat Hij mijn Vader is en dat Hij mij in al mijn beslissingen wil helpen. Wie zou er nu geen raad willen aanvaarden van iemand die oneindig veel werelden geschapen heeft met het doel zijn kinderen gelukkig te maken?
Elke beslissing die ik maak, heeft een gevolg. Sommige hebben weinig of geen invloed op mijn eeuwige vooruitgang, maar anderen hebben er een enorme impact op. Als ik beslis om vandaag een blauwe trui te dragen, maakt dat uiteindelijk geen verschil, maar de beslissing om anderen te helpen of niet, zal alle verschil in mijn leven uitmaken.

You can’t make eternal decisions
without eternal consequences.
(Thomas S.Monson)

Het gebeurt wel eens dat ik na een beslissing begin te twijfelen. Kan ik het wel? Gaat het wel lukken? Ook die jonge mensen waar ik het eerder over had, worstelen wel eens met deze angst. De vraag is dan: lopen we weg, of proberen we harder? De manier waarop we naar iets kijken en ermee omgaan bepaalt niet alleen onze keuze, maar ook onze motivatie, onze moed en onze volharding. Er is een tegenstelling in alle dingen, ook in onze houding. Wat zien we? Charles Dickens in ‘A Tale of Two Cities’ schreef het zo:

It was the best of times, it was the worst of times,
it was the age of wisdom, it was the age of foolishness,
it was the epoch of believe, it was the epoch of incredulity,
it was the season of Light, it was the season of Darkness,
it was the spring of hope, it was the winter of despair,
we had everything before us,we had nothing before us.

Dit is onze wereld. Onze beslissingen zullen bepalen aan welke kant we zullen eindigen. We zullen weten dat we een juiste beslissing hebben gemaakt, als we vrede in ons hart voelen.
We hebben allemaal grote dromen en om die dromen te bereiken moeten we juiste beslissingen nemen. We worden misschien niet een nieuwe Columbus die een nieuw land ontdekt, of een tweede Einstein die de wetenschap op haar grondvesten laat daveren, maar we hebben allemaal de opdracht om de wereld beter te maken door goede beslissingen te nemen.
De jonge mensen in mijn vergadering namen op een kruispunt in hun leven de beslissing om onbekende mensen in een vreemd land te vertellen over de liefde die God heeft voor al zijn kinderen.

Ben jij voorbereid
om de juiste beslissingen te maken
op de kruispunten in je leven?

En, by the way, als enkele van die lieve, moedige meisjes en jongens jouw levenspad kruisen, misschien kan je dan het besluit nemen om even naar hen te luisteren. Lang geleden heb ik dit gedaan, en het is de beste beslissing in mijn leven gebleken.

 

Ben jij een volmaakte moeder?

Ik denk dat er een tijd was waarin we allemaal een volmaakt perfecte moeder waren. Ik was dat, en jij ook.
Wanneer was dat dan?
Dat was de periode voor we letterlijk een moeder werden.
Als ik de klok terugdraai, dan hoor ik mezelf als jong meisje vele ‘moederdingen’ veroordelen. Misschien herken jij je ook in mijn toenmalige opmerkingen:
‘Als ik later mama word, dan zal ik nooit …’ (vul maar in).
Of, ‘Als ik mama word, zal ik altijd … ‘ (hier is ook genoeg in te vullen).
Ik stond aan de zijlijn en observeerde mijn moeder, mijn oma, mijn tantes, mijn buurvrouwen, de mama’s van schoolvriendinnen, en zelfs totaal onbekenden die mijn pad kruisten. Het leek zo gemakkelijk, ik had een heel plan over het volmaakte moederschap in mijn brein geweven. Op een dag zou ik het perfect ten uitvoer brengen. Ik schreef een gelukkig sprookje met headlines van dingen die ik nooit zou doen en van dingen die ik altijd zou doen. Tjonge, wat was ik zelfzeker over mijn toekomstig moederschap.
Maar toen kwam de dag dat mijn perfect uitgeschreven scenario in duizend stukken viel. Het was de dag dat mijn vliezen braken. Nog niet goed beseffend wat me overkwam zijn mijn man en ik halsoverkop naar het ‘moederhuis’ gereden. Zo noemden ze vroeger dat gedeelte van het hospitaal, waar je zonder baby binnenkwam en met baby naar buiten ging.
Onze baby liet al direct merken dat hij een eigen willetje had, maar uiteindelijk werd een prachtige kleine jongen in mijn armen gelegd. Ik was doodmoe. Ik was gelukkig, maar was doodmoe. Wist ik dat die moeheid een bijgeschenk van het moederschap is? Ik was dolgelukkig, maar voelde ineens een enorme bezorgdheid – nog zo’n cadeautje voor de rest van je moederleven. Mijn hele lichaam trilde van alle hormonale en emotionele veranderingen die ineens mijn jonge leven kwamen overdonderen.
Toen ik even later alleen in mijn kamer lag en het ‘babybolletje’ zachtjes op en neer ging in zijn bedje, borrelden allerlei gedachten omhoog:
Waar was iedereen nu?
Wat moest ik doen?
Waarom kwam niemand uitleg geven?
Waarom lag er geen handleiding op mijn nachtkastje?
Ik was bang, boos, gelukkig, bezorgd en verdrietig tegelijk. Ik weet nog hoe ik mijn baby in zijn mooie blauwe oogjes keek en hoe de tranen over mijn wangen liepen. Ik voelde me zo onbekwaam en zo onwetend, maar tjonge, wat voelde ik ook een oneindige liefde voor dit kereltje dat negen maanden lang heel dicht bij mij had geleefd.

We have to learn to say good-bye to
what we thought motherhood was,
so we can love
what motherhood is.
(Christie Gardiner)

Ik kreeg nog drie kinderen: een dochter en twee zonen. Ondertussen zijn ze zelf al ouders en ik weet zeker dat zij, net als ik en alle ouders, ook droombeelden over ouderschap hebben moeten laten vallen.
Heel wat jonge, en oudere, ouders voelen zich onbekwaam, ze voelen zich niet goed genoeg. Onze digitale wereld heeft daar zeker aan meegeholpen, want die schildert al te gemakkelijk perfecte gezinsfoto’s, perfecte kinderen, perfecte maaltijden, perfecte woonkamers, perfecte uitstappen, enz. De werkelijkheid is meestal heel wat anders.
Als oma, met veel moederschapservaring, wil ik alle ongeruste, overbezorgde mama’s een geheim of twee vertellen over het mama zijn en worden.

Ten eerste: moeder zijn is moeilijk. Maar als je het voor geen goud ter wereld wil opgeven, dan is dat genoeg. Dan ben jij genoeg.

Ten tweede: je zal je meermaals niet goed genoeg vinden. Onbekwaamheid zal je bezoeken. Onbekwaamheid komt honderd keer op bezoek, en waarschijnlijk nog veel meer keren. Misschien maak je de keuze om met je kind geen dokter te bezoeken, want kleinzerigheid past niet in jouw woordenboek, maar een paar dagen later snel je met datzelfde kind naar de spoeddienst. Of je rijdt als een snelheidsmaniak juist wèl naar de spoeddienst met je krijsende baby, en je wordt direct weer naar huis gestuurd met de mededeling ’tandjes op komst’, terwijl meewarende blikken je naar de uitgang begeleiden. Of de schooldirecteur verwittigt je dat je kind gevallen is en de wonde moet genaaid worden. Bij de verpleegster merk je dan dat je kind al drie dagen dezelfde trui aanheeft en met schaamrode wangen teken je de verzekeringspapieren. Je bent misschien al eens een schoolpapier vergeten in te vullen, of je bent het oudercontact helemaal vergeten. Dochterlief zal je daarvoor enkele dagen geen ‘klank’ geven. Maar soms zal je ook niet beseffen wat je verkeerd gezegd of gedaan hebt, als je tienerzoon zijn kamerdeur keihard dichtknalt – of was zijn lievelingsbroek nog niet gestreken?
Ja, er zijn momenten dat je tegen je kinderen zal roepen, ook al hebben ze dat niet verdient, je zal ze volgens de boekjes te dikwijls pizza, frietjes of snelle hapjes voorschotelen, je zal capituleren en ja zeggen als het eigenlijk een nee moet zijn. Of je zal nee zeggen, terwijl het beter ja was geweest. O ja, je zal dikwijls domme dingen doen en zeggen. Ben je dan onbekwaam? Ben je dan niets waard als moeder? Hemeltje nee,  vergeet je niet alle goede beslissingen, alle gezonde maaltijden? Onthou, niemand is volmaakt, ook moeders niet.

I believe that someday
each of us mothers
will kneel at the feet of our Savior
as we talk to Him about being a mom,
and we are going to lament with broken hearts
all of the things we did wrong,
and He will make them right.
(Christie Gardiner)

Nog een prachtig geheim dat mij zoveel inzicht heeft gegeven is deze Afrikaanse spreuk:

It takes a village to raise a child.

Ik ben wie ik ben door onder meer de vele vrouwen en moeders die mijn pad kruisten. Ik las een mooi idee over ‘stammen’ in het boek ‘You are the mother your children need’ van Christie Gardiner. Eigenlijk zou je kunnen zeggen dat ik als moeder deel uitmaak van een bepaalde vrouwenstam. Een stam die me helpt om moeder te zijn en een stam waarin elke vrouw iedereen liefdevol helpt. We behoren tot vele stammen, zoals de stam van onze naam, de stam van onze school, de stam van ons dorp, de stam van ons geloof enz. De belangrijkste stam is de stam van Hemelse Vader, daar behoren alle mensen bij. Alle vrouwen behoren ook tot de stam van Moeder Eva. Hoeveel krachtige moeders zijn er al niet uit die stam voortgekomen? Vrouwen die de macht hebben om elkaar te helpen en te steunen in een van de meest heilige roepingen: het moederschap.
Misschien denk je dat goede moeders het wel alleen aan kunnen. Nee, hoor! Ik wil een vergelijking maken met de ringen van een boomstam. In het midden staat je kind. De eerste ring is God, de volgende ring is papa en mama. De ring erna is misschien oma en dan volgen de ringen van tantes, nichtjes enz. In een boomstam staan de ringen dichter of verder van het centrum, maar elke ring vormt de sterkte en de groei van de boom. Voor onze kinderen zullen sommige ringen dichter of verder van hen afstaan, maar allemaal hebben ze een invloed op hen en zijn ze een deel van hun groei en vooruitgang.
Het is maar een vergelijking, maar alle vrouwen hebben een invloed. Zo kunnen wij ook een ring toevoegen aan de boom van kinderen die niet de onze zijn.

Twee zijn beter dan één, omdat zij een goede beloning hebben bij hun zwoegen.
Want, indien zij allen vallen,
dan richt de een de ander weer op;
(Prediker 4: 9-10)

We mogen elkaar niet belemmeren om een ring te plaatsen rond een kind. We moeten elkaar niet in de weg staan om ‘het dorp’ te zijn.
Marjorie Hinckley zei het zo mooi:

We are all in this together.
We need each other.
Oh, how we need each other.
Those of us who are old need you who are young,
and hopefully,
you who are young need some of us who are old …
We need deep and satisfying friendship with each other.
These friendships are a necessary source
of sustenance.

In de boomstam van mijn leven zijn al vele ringen gemaakt. Ze zijn gemaakt door mijn ‘stamleden’: twee echte zussen, schoonzussen, buurvrouwen, vriendinnen, leden van mijn kerkwijk en kerkring, boekenliefhebsters, kunstliefhebsters en museabezoeksters wiens naam ik niet eens ken. Sommigen in mijn stam hebben hetzelfde geloof als ik, anderen niet. Sommigen hebben dezelfde politieke ideeën, anderen niet. Sommigen houden van dezelfde schrijvers, anderen niet. Sommigen houden van klassieke muziek, anderen niet. Deze smeltkroes van ideeën en ervaringen maken mijn stam van vrouwen geweldig!
We mogen ook niet vergeten hoeveel mannen een positieve invloed uitoefenen, een kind heeft ook een papa, en vele geweldige mannen kruisen ook hun pad. Maar deze blogtekst is nu vooral aan de vrouwen gericht, de mannen komen een andere keer aan bod.

Ik ben een moeder, en dat is niets iets dat ik zomaar tussendoor doe. Mijn moederzijn neem ik mee in alles wat ik doe. Ik ben moeder als ik een toespraak geef en als ik een blogtekst schrijf. Ik ben moeder in mijn lesgeven en in mijn creatieve uitingen. Het moederschap beïnvloedt mijn politieke voorkeur en ideeën. Het heeft invloed op mijn winkelen, mijn babbelen en nog zo veel meer. Moederschap zit in mij.
Ik begin zo stilaan te beseffen dat ik wel echt de moeder ben die mijn kinderen nodig hebben, ook al doe ik vele dingen niet zoals het zou moeten.
Als ik me afvraag of ik wel bekwaam genoeg ben, dan keer ik me naar mijn Hemelse Vader. Hij en Zijn Zoon zijn het middelpunt van mijn leven. Te midden van de moeilijkheden die het moederschap geregeld meebrengt, voel ik Hun liefde en krijg ik vrede.

MAM
Dat spel je ondersteboven als
WAW

Juist, mama’s zijn wauw! Een hopeloos moment maakt je heus geen hopeloze moeder.
Een beetje humor komt ook wel van pas. Als je kleine kinderen weer eens de zetels als trampoline gebruiken, als je tieners weer eens de ijskast geplunderd hebben, als er weer eens vuile voeten op de vloer staan, of vingerafdrukken op de ramen en kasten, als je weer eens de tablet of spelconsole weggestopt hebt en je kinderen zeuren dat ze zich dood vervelen … spring dan in gedachten naar de toekomst en fantaseer dat je later, als zij groot zijn, bij hen thuis binnenspringt, je voeten niet afveegt en je alles opeet en opdrinkt wat ze in huis hebben. Kortom, je maakt er een boeltje van. Je kijkt op je uurwerk en geeuwt. Je zegt dat je je dood verveelt en je verdwijnt.
Enfin, een moeder mag soms wel eens een kortstondige ‘heksengedachte’ hebben.

Het leven van een mama is onvoorspelbaar, moeilijk, en soms een puinhoop. Het is verre van volmaakt en een moederhart breekt meer dan eens. Maar het leven van een mama is ook leuk, grappig en creatief. Het is inspirerend, verheffend en vreugdevol.

Gelukkige moederdag
aan alle mama’s
en aan alle vrouwen
van de stam die ringen bouwen.

Jullie zijn GEWELDIG!

 

 

Mantels en jassen.

Het wordt kouder en dat voel je niet alleen, dat zie je ook. De bomen hebben een mechanisme in werking gezet dat hun bladeren eerst betoverend kleurt, maar dan genadeloos laat vallen. Zomerbloemen zijn, behalve enkele koppige exemplaren,  zo goed als verdwenen en de tuinen kleuren zich met herfstbloemen en allerlei zaaddoosjes. Ook op straat zijn de tinten veranderd. De meeste mensen die je tegenkomt hebben hun zomerse kleurige outfit in de kast gestopt en verhullen zich nu in meerdere donkere laagjes. Waar eerst nog lichte regenjassen het straatbeeld overheersten, zie je nu meer en meer wollen mantels moedig de kille temperaturen trotseren. Het jassen- en mantelseizoen is begonnen.

Terwijl ik de kraag van mijn mantel wat hoger trek om de zure wind buiten te houden, moet ik denken aan een voorval van jaren geleden. In de middelbare school  veegde een leerkracht me de mantel uit omdat ik een zakdoek verkeerd had gestreken ( In de jaren zeventig kreeg je in het ASO buiten talen, wiskunde en wetenschappen ook nog strijk-, kook- en naailessen, écht waar!). Ik begrijp nog altijd niet dat ik zo uitgefoeterd werd – hoe kan je nu een zakdoek verkeerd strijken? Enfin, al bij al kreeg ik weinig onder mijn voeten op school. Wat ik geweldig vond was dat vele leerkrachten me lieten nadenken en wezen op de dwaasheid van zo maar de mantel naar de wind te houden. Een meeloper zijn is misschien gemakkelijker en voelt misschien veiliger aan, maar ik ben blij dat ik geleerd heb een eigen mening te vormen en die te uiten.

Be a voice
not an echo.

Weet je wat ik een mooi gezegde vind? Iets met de mantel der liefde bedekken.’
Het is niet alleen mooi om te horen, maar het is ook geweldig als we het echt doen. We kunnen dan iets door de vingers zien. Of we zien iets dat niet goed is en geven toch geen oordeel. We vergeven foutjes en draaien de bladzijde om.
Natuurlijk is dat niet altijd goed. Soms moeten we dingen rechtzetten, verbeteren of bespreken.

Haat wekt twisten op,
maar liefde bedekt alle overtredingen.
(Spreuken 10:12)

We hebben allemaal een uniek karakter, andere eigenschappen en … rode knoppen. Rode knoppen zijn onze gevoelige kantjes, onze lange tenen. En wee de persoon die zo’n rode knop indrukt!
Een beetje frustratie hoort bij het leven. Niemand is perfect. Het kan niet allemaal rozengeur en maneschijn zijn. Niet alles kan altijd koek en ei zijn. Maar ik denk dat er weinig mensen zijn die erop uit zijn om hun medemens met opzet te kwetsen. Weinig mensen hebben echt slechte bedoelingen. Misschien moeten we overwegen dat ze uit een ander nest dan het onze komen, of dat ze slecht geslapen hebben, of niet goed hebben nagedacht.

Als je je beledigd voelt, probeer dan eens in het vel van de ander te kruipen. Ik blijf geloven dat weinig mensen ècht slecht zijn en dat ze gewoonlijk proberen te doen wat juist is.

The giving or taking of offence can be avoided
if we exercise charity in our relationships with others.
(Denise Turner)

Wanneer je verdrietig om iets bent, of iets irriteert je, dan mag je dit ook niet opkroppen, dan moet je dit wel zeggen. Maar het is belangrijk om niet van elke kleinigheid een oorlog te maken.
Er zijn heel wat problemen doordat agressie met agressie beantwoord wordt. Soms wordt de agressor zelfs geïmiteerd. Zei men vroeger niet dat je eerst je tong tien keer moest ronddraaien voor je een antwoord geeft?

Verspil geen tijd meer met ruzie
over wat een goed mens behoort te zijn.
Wees er één!
(Marcus Aurelius)

Een mantel is veel wijder dan een jas. We kunnen er dus veel mee bedekken: aanvaringen, botsingen, conflicten, disharmonie, disputen, geschillen, meningsverschillen, onvrede, wrijvingen, …
In onze relatie met onze partner, of onze kinderen, kan deze mantel niet breed genoeg zijn. Ruzie maken is echt voor niets goed. Aan de andere kant worden we wel dagelijks geconfronteerd met conflictsituaties en soms vergeten we onze mantel, of is hij niet wijd genoeg, of willen we hem met opzet strakker maken of zelfs niet aan doen.
Mensen kunnen ons diep kwetsen, kunnen we daar zo maar aan voorbij gaan?
Ik geloof dat we de lucht moeten laten opklaren, maar zonder ruzie.
Eerst moeten we bij onszelf eens kijken: is er een rode knop ingedrukt? Zijn mijn tenen te lang? Ben ik moe? Heb ik een slechte dag en moet mijn partner of kind dit nu bekopen?

Als ik me gekwetst voel dan weet ik dat ik dat niet mag opkroppen, want dat is de munitie die ik dan verzamel voor de spreekwoordelijke bom. Ik laat dat gevoel dus binnenkomen en wil het dan kwijt. Ik denk dan na hoeveel ik van mijn partner of mijn kind hou, hoeveel ze voor mij betekenen en ik zeg hen dat. De moeilijkheid is dat ik mijn emoties nog moet onderdrukken en met een open geest moet luisteren naar de emoties van mijn kind of partner. Als we ons op de andere focussen, dan kunnen we ons eigen ego een halt toeroepen. Geen gemakkelijke opdracht, maar wel noodzakelijk om open te kunnen praten.

Pas als de ander
alle ruimte heeft gekregen
om te praten en zich te uiten,
zal deze in staat zijn
naar jou te luisteren.
(Mireille Mettes)

In Mattheüs 5: 40 lezen we: ‘Als iemand uw hemd wil nemen, laat hem dan ook uw mantel.’
In de Engelse King James vertaling leest dit als: ‘And if any man take away thy coat, let him have thy cloke also.’
Ik zie dit vers zo, dat als iemand je jas vraagt, je hem dan ook je mantel geeft.
De Heer bedoelt hiermee echter niet dat we elke agressie moeten bedekken. Hij vraagt zeker niet om een agressor een ander slachtoffer aan te bieden. Joseph D. Parry legde het als volgt uit:

‘ Offering our cloak when our coat is required, is a way of imputing a reasonable motive to another’s action, allowing the action to define itself as a statement of need or fear that we might actually be able to do something about. Moreover, in asking us to give what they would take from us He is asking us to extend them the right to rethink what they wanted and why they wanted it; to acknowledge their right and capacity to change without being compelled to do so, just as we would prefer not to be compelled to do or give something. The Golden Rule, in other words.’

De mantel der christelijke liefde
dragen de meeste mensen
strak dichtgeknoopt.

Er zijn sprookjes over mantels geschreven, er zijn films over mantels gemaakt en in de Schriften staan ook veel verhalen over allerlei mantels waaronder de veelkleurige mantel van Jozef, de profetenmantel van Elia, de koningsmantel, de mantels op de weg naar Jeruzalem, de purperen mantel van Jezus.
Jesaja spreekt over een ‘lofgewaad’ (Jesaja 61:3)
Er zijn momenten waar we letterlijk een mantel kunnen geven, aan daklozen of vluchtelingen, of aan mensen die zich geen degelijke winterjas kunnen kopen. Maar die momenten zullen zich niet zoveel voordoen, een ‘lofgewaad’ geven kunnen we altijd. Er is nooit genoeg vriendelijkheid in de wereld, op ons werk, in onze buurt, bij ons thuis. Overal zijn er mensen die pijn hebben, die ziek zijn, die gepest worden, die niet goed in hun vel zitten, die moeilijkheden hebben. Iedereen kent wel iemand die eenzaam, ontmoedig of verdrietig is.
Elke dag hebben duizenden mensen nood aan een vriendelijke daad. Een eenvoudige glimlach of een complimentje kunnen iemand zijn dag maken.

Compliment people,
magnify their strengths,
not their weaknesses.

We worden overstelpt met mediabeelden over mensen die in nood verkeren. Het is meestal ‘de ver-van-mijn-bed-show’. Maar het is heel belangrijk om gevoelig te blijven voor de noden van een ander.
Misschien moeten we in deze donkere dagen wat beter rondkijken naar mensen die gebukt gaan onder een last.
Misschien moeten we een glansspray bij ons hebben om ontmoedigde mensen wat glitters te laten zien.
Misschien moeten we wat meer complimentjes geven, wat meer glimlachen.
Zijn we alert genoeg om de mensen te herkennen die onze ‘mantel van naastenliefde’ of een ‘lofgewaad’ nodig hebben?
Als mensen ‘bibberen’ , mogen ze dan onder jouw mantel warmte voelen?

Weet je welke mensen een hele wijde mantel hebben en een prachtig lofgewaad om te delen? De vele mantelzorgers in onze maatschappij! Ik zag het bij mijn eigen moeder en bij een schoonzus hoe zij een dierbare dag in dag uit onder hun liefdevolle vleugels namen en hun eigen leven in het teken van die ander zetten. Prachtig!

Het jassen – en mantelseizoen is dus aangebroken. Ik probeer mijn mantel niet te strak te knopen en ik probeer het ‘lofgewaad’ ook niet te vergeten. En jij?

Luisteren om te groeien.

Zoals sommigen misschien weten is een stukje van wie ik ben natuurgids. Ik hou van de natuur in mijn Vlaamse vlakke land en heb in het verleden een aantal cursussen gevolgd om planten, paddenstoelen en vogels te herkennen. De leukste en leerrijkste ervaringen had ik in de buitenlucht met een ervaren gids aan mijn zij.
Ik vind het fijn om mijn kinderen, kleinkinderen en vrienden te wijzen op bepaalde planten en vogelgeluiden. Een natuurwandeling wordt nog leuker als je het gezang herkent van een tsjif-tsjaf, een merel, een vink, een koolmees enz.
Ik heb er plezier in als iemand mij vraagt welke vogel hij hoort. Meestal weet ik het antwoord, soms ook niet. Dat komt waarschijnlijk omdat ik niet altijd goed geluisterd heb naar wat men mij verteld heeft.

John Burroughs, een natuurkenner, liep eens door een drukbezocht park. Boven de geluiden van de stad hoorde hij het fluiten van een vogel. Hij stopte om ernaar te luisteren. De mensen om hem heen hadden de vogelzang niet gehoord. John keek naar de mensen in het park. Niemand merkte het vogelgeluid op. Onze natuurkenner maakte zich er druk over dat iedereen zo iets moois miste. Hij nam een geldstuk uit zijn zak en wierp het in de lucht. Het kwam met een rinkelend geluid op het plaveisel neer; het klonk niet luider dan het geluid van de vogel. Verschillende mensen keerden zich om. Dàt hadden ze gehoord.
Het is moeilijk om tussen al de geluiden van het stadsverkeer het geluid van een vogel te onderscheiden, maar je kan het horen! Je kan het duidelijk horen als je oefent om ernaar te luisteren.

Als we ècht willen luisteren, dan moeten we ons erin oefenen en dan moeten we ook storende geluiden kunnen negeren. Om een merel te horen fluiten moet je het gebabbel van vrienden even uitsluiten. Om te genieten van een concert moet je je afsluiten van het geroezemoes om je heen. Om inspiratie of een goddelijke stem te horen moet je misschien wel de stilte opzoeken. Om naar een medemens te luisteren zullen we ons volledig moeten concentreren.

Luisteren doen we niet alleen met onze oren,
ook met onze ogen en ons hart.

In ‘De boekenapotheek aan de Seine’ van Nina George, ontdekte ik het woord doorhoorzicht.’ Doorhoorzicht is een talent waar je je oren, ogen en intuïtie gebruikt. Je leest aan de lichaamshouding, beweging en gebaren af welke gevoelens er benadrukt worden. Je ziet en hoort door datgene heen waarachter de meeste mensen zich verschuilen. En daarachter zie je alles waar ze zich zorgen over maken, wat ze dromen en wat ze missen.’
Hebben we niet allemaal het talent van ‘doorhoorzicht’ nodig?

Listening with our ears and our hearts may not be easy,
but it is always essential –
especcially for family members who need a hug.
(Ted Hindmarsh)

Je hebt misschien ook al de ervaring gehad dat je opmerkt dat er niet veel mensen zijn die tijdens een gesprek ècht luisteren naar jou. Over ’t algemeen zijn ze gefocust op wat zij zelf het laatste zeiden of wat ze straks zullen zeggen.
Aandachtig luisteren is een van de mooiste dingen die we aan iemand anders kunnen geven. Luisteren is de basis van een goed gesprek. Echt luisteren is niet zo eenvoudig. Als je goed wil luisteren, moet je jezelf opzij zetten. In feite is luisteren een uiting van liefde. Het kost moeite, want we moeten dikwijls ons ‘zegje’ opofferen om de andere de ruimte te geven zichzelf te uiten.
Als je luistert, dan toon je respect voor de andere persoon zijn ideeën, meningen en ervaringen. Je focust je op zijn noden en interesse en stopt de jouwe in de diepvries. Dat is niet gemakkelijk, maar als jij me iets vertelt dan probeer ik volledig aanwezig te zijn en niet af te dwalen met mijn gedachten. Net zoals je natuurgeluiden kan leren, zo kan je ook aandachtig leren luisteren.
Mitch Albom heeft er een mooi stukje over geschreven:

‘Aandachtig leren luisteren? Hoe belangrijk kon dat zijn? Nu weet ik dat het belangrijker is dan bijna alles wat men ons op de universiteit heeft geleerd.
Talloze mensen, met veel kleine problemen, zijn zo in zichzelf verdiept dat hun ogen glazig worden als je langer dan dertig seconden aan het woord bent. Dan denken ze al aan iets anders, een vriend die ze moeten bellen, een fax die gestuurd moet worden, een geliefde over wie ze aan het dagdromen zijn. Pas als je klaar bent met praten, hebben ze er opeens weer hun aandacht bij en dan zeggen ze: ‘Hm -hmm’, of ‘Ja, inderdaad’, en dan doen ze alsof ze aldoor hebben geluisterd.
Het probleem is gedeeltelijk dat iedereen zo’n haast heeft. De mensen hebben de zin van hun leven nog niet gevonden, dus rennen ze voortdurend rond op zoek ernaar. Ze denken: de volgende auto, het volgende huis, de volgende baan. Maar dan ontdekken ze dat die dingen ook leeg zijn, en zo blijven ze rondrennen.
We zijn echt heel goed in praten over koetjes en kalfjes: Wat doe je voor werk? Waar woon je? Maar ècht naar anderen luisteren – zonder te proberen ze iets te verkopen, ze te versieren, ze ergens voor te werven, of om prestige te winnen – hoe vaak kom je dat nog tegen?’

As we learn the social skill of listening to others
and the spiritual skill of hearing the direction of the Spirit,
we will progress in our earthly labors,
and, more important
we will be happy in our labors.

De mens praat ontzettend veel. Soms wel eens tegen zichzelf, maar meestal toch tegen minstens één persoon. Net zoals jullie heb ik al ontelbare gesprekken gevoerd. Beroepshalve tegen honderden kinderen en tientallen leerkrachten, maar ook tegen gezinsleden, vrienden, dokters en volslagen onbekenden. Waarschijnlijk heb jij je, net als als ik, al ontzettend geïrriteerd aan mensen die niet luisteren, of die de schijn van luisteren ophouden. Voel jij ook geen wrevel als men je onderbreekt, of je zin aanvult nog voor je zelf uitgesproken bent? Mensen die me niet aankijken en wiens blik afdwaalt naar andere dingen geven me algauw het gevoel van niet in mij geïnteresseerd te zijn. Weet je waar ik me ook in kan ergeren? In personen die me het vervelende gevoel geven dat ik hun kostbare tijd verspil; ze gluren naar hun uurwerk of wriemelen met hun smartphone. En wat denk je van degenen die hun eigen verhaal er tussen wringen, dikwijls nog in de overtreffende trap: ‘Moet je horen wat ik …’
Nu, ik bevind me soms ook aan de andere kant, dan ben ik degene van wie verwacht wordt aandachtig te luisteren.
Uit onderzoek is gebleken dat mensen elkaar na gemiddeld 17 seconden (!) al onderbreken. Daar gaat het èchte luisteren dan. Hoewel dat onderbreken niet altijd slecht bedoeld is – we geven zo graag advies of goede raad.

Most people do not listen with the intent to understand,
they listen with the intent to reply.
(Steven R. Covey)

We moeten inderdaad wat meer leren luisteren om te begrijpen, niet alleen om te antwoorden. We moeten leren luisteren zonder in te vullen, zonder te oordelen. Luisteren naar degenen van een andere religie of politieke voorkeur kan tolerantie en begrip vermeerderen. Iets wat we in onze tijd zeker nodig hebben!

Wisdom will come
as we listen to learn.
(Russell M. Nelson)

Wist je dat we ook moeten leren luisteren naar wat niet gezegd wordt? Dat is luisteren met de oren van je hart. Dat is luisteren naar wat je niet hoort, maar wel ziet: een liefdevolle blik, een verdrietige traan, een bezorgde rimpel, een trotse glimlach.
Maar er is wel een maar aan verbonden. We moeten opletten dat we niet te vlug denken te weten wat er zonder woorden gezegd wordt. Zo scheppen we spoken en verkeerde interpretaties.

Bijzondere leraren kunnen horen
wat een kind niet kan vertellen.

Elk mens zou moeten leren luisteren met liefde en zo proberen begrijpen wat de andere voelt in wat hij zegt.
Misschien moeten we wat meer tijd geven om te luisteren, zodat we de tonen en de nuances waarop iets gezegd wordt beter tot ons kunnen laten doordringen.
Niet goed naar de andere luisteren is dikwijls de oorzaak van een sputterende, verstoorde relatie.
Misschien moeten we meer proberen luisteren met ons hele ‘zijn’, met onze oren, met ons hart en met ons verstand.

Marion vertelde zijn dokter dat zijn vrouw Ida hoorproblemen had. De dokter vroeg hoe erg het probleem was, maar dat wist Marion niet echt. De arts vroeg om het uit te zoeken. Marion moest uit een andere kamer tot zijn vrouw spreken en dan dichter komen tot ze hem zou horen. Marion deed wat de dokter hem gevraagd had. Hij riep iets vanuit zijn slaapkamer naar Ida die in de keuken was – geen antwoord. Hij kwam dichter en weer kwam er geen antwoord. Dus ging hij voor de keukendeur staan en vroeg: ‘Ida, kan je me horen?’ Ze antwoordde: ‘Wat is er met jou, Marion? Ik antwoord nu al drie keer op dezelfde vraag!’ (Burton Howard)

Zelfs zonder hoorproblemen lijken sommige koppels niet naar elkaar te luisteren. Wijze partners luisteren om van elkaar te leren.
Met ons hele ‘zijn’ luisteren naar onze partner kan mooie momenten opleveren en crisissen de kop indrukken. Kijk in zijn/haar ogen en zie de schoonheid. Koester de expressie van de ogen, de mond, de handen. Luister met begrip en liefde.
Met ons hele ‘zijn’ luisteren naar onze kinderen kan bewondering, trots en liefdevol begrip geven. Luister naar wat je kind vertelt en moedig het aan met je ogen en je houding. Kinderen stellen veel vragen. Soms stellen ze zoveel vragen dat we het vervelend kunnen vinden. Maar besef dat ze je geen vragen zullen blijven stellen, en op een dag, als ze -veel te vlug- volwassen zijn, dan zal je wensen dat ze je wat meer vragen zouden stellen. Luister en geniet van je kind.

Spend a great deal of time listening,not just telling.This listening should be done with an open mind and heart.
When children feel they can talk freely about their feelings, problems and successes,
wonderful relationships develop between parents and children.
(Ben B. Banks)

Met ons hele ‘zijn’ luisteren naar onze ouders is het grootste geschenk dat we hen kunnen geven. Luister naar hun raad en hun herinneringen. Nu ze er nog zijn, luister naar het wonder van de ouderdom.

Luisteren met ons hele ‘zijn’ naar vrienden is de naam vriendschap waardig. Luister naar de zorgen en bekommernissen, naar de frustraties, de gedachten en de blijdschap. Luister en voel mee. Je kan op de sociale media veel likes en volgers hebben, maar een echte vriend krijg je en behoud je door goed te luisteren.

Onze ziel zal verruimen als we leren luisteren naar onze partner, naar onze kinderen, naar onze ouders en naar anderen. Mijn ziel is daar zeker wijzer door geworden.
Toch is er nog een ander soort luisteren wat ons enorme groei kan brengen. Net wat mensen proberen dat soort luisteren onder de knie te krijgen. Je merkt het aan bepaalde rimpelingen in onze overgeconsumeerde, egoïstische, bodycult-gerichte maatschappij: mensen zoeken de stilte op, camino-tochten zijn hip, meditatiecoaches springen als paddenstoelen tevoorschijn op het internet, filosofen krijgen weer een plaatsje in tijdschriften, enzovoort.

Ik ontdekte dat ik minder en minder te zeggen had,
tot ik uiteindelijk stil werd en begon te luisteren.
En in die stilte hoorde ik de stem van God.
(Sören Kierkegaard)

We moeten misschien eens gaan zoeken in onze eigen culturele roots: in de Bijbel en andere Schriften.
Jezus Christus gebruikt dikwijls de woorden horen en luisteren:

‘Wie oren heeft om te horen, laat hij horen.’ (Matt. 11:15)

‘Luister, o gij volk van mijn kerk, … Luister gij volk van verre; en gij die op de eilanden der zee zijt, luistert allen.’ (L&V 1: 1)

‘…gezegend zijn zij die naar mijn voorschriften luisteren en mijn raad het oor lenen, want zij zullen wijsheid leren…’ (2 Nephi 28:30)

‘Wie wijs is zal horen en inzicht vermeerderen.’ (Spreuken 1: 5)

‘Neig uw oor en kom tot Mij, luister, en uw ziel zal leven.’ (Jesaja 55: 3)

Wijsheid komt als we luisteren om iets te leren. Sommigen noemen het meditatie, een hogere bron, intuïtie. Ik noem het God.
In ons leven komen we allemaal moeilijkheden en uitdagingen tegen. We worstelen allemaal wel eens met vragen, teleurstellingen en ontmoediging. We hebben allemaal een of andere zwakheid en geregeld voelen we onze ‘kleinheid’ in het grote universum. Dan is het goed dat familie en vrienden naar ons luisteren. Maar ook God luistert en biedt kracht en hulp aan:

‘Ik zal u van mijn Geest meedelen, die uw verstand zal verlichten, die uw ziel met vreugde zal vervullen.’ (L&V 11: 13)

De fluisteringen van de Heilige Geest horen en herkennen is een levenslange opdracht. Net zoals goed luisteren naar onze medemens niet eenvoudig is en oefening en opoffering vraagt, is ook God horen een hele uitdaging. Meditatie, camino-tochten en stilte zijn prachtige hulpmiddelen, maar misschien moet je er ook de Schriften eens bijhalen en eens bidden. Sommigen kennen de bijbelverhalen nog van vroeger op school, anderen hebben er nog nooit van gehoord. Ik heb ondervonden dat als ik me in oude en hedendaagse schriftuur verdiep, ik Gods stem kan ‘horen’. Net zoals ik zijn stem ‘hoor’ als ik na mijn gebed ‘luister’.

Our Heavenly Father is only a prayer away,
and the Holy Ghost is within whispering distance.
Elaine S. Dalton

Ik heb misschien teveel geschreven over luisteren, maar ik ben er me van bewust dat elk mens zich daarin zou moeten verdiepen. Ons land heeft niet voor niets de hoogste zelfmoordcijfers, laten we dus leren luisteren met ons hele ‘zijn’.
Misschien ben je stil geworden bij mijn laatste opmerkingen over het spirituele luisteren. Maar stilte is goed, stilte spreekt.

Op mijn levensreis moet ik nog beter leren goed te luisteren. Ik wil dat doen, want luisteren is groeien.

 

 

Tijd om te leren.

Je hebt ze waarschijnlijk ook zien fietsen of stappen: kleine en grotere mensjes met een van felgekleurde tot saai-grijze variërende tas op de rug, gezwind of ietsje trager, op weg naar een nieuw schooljaar om te leren. Want daarom gaan ze toch naar school, om te leren, niet?

Hoe leuk is het niet om een mini-mensje na de eerste klaservaring, met fonkelende ogen en een brede glimlach te horen verklaren: ‘Ik kan al lezen!’ Ik denk met vertedering terug aan zulke momenten met mijn eigen kinderen en met sommige van mijn kleinkinderen. Het geluk straalde eraf!
Het is een feit dat het gevoel dat je groeit als mens, bijdraagt aan je levensgeluk. Vitaminen zijn goed voor ons lichaam. Nieuwe dingen leren zijn vitaminen voor je geest.

Develop a passion for learning.
if you do,
you will never cease to grown.
(Anthony J. D’Angelo)

De manier waarop je als jongere en jongvolwassene leert, legt het fundament voor een leven lang leren.
Mogen groot worden in een (t)huis waar een liefde voor leren in de kamers rondzweeft, is een zegen.
Als kind droomde ik ervan om later in mijn eigen huis een kamer in te richten als bibliotheek. Je weet wel, zo’n kamer uit de films, met honderden boeken in rekken tegen de muur – zo hoog dat er ladders voorstaan. Nu, in mijn eigen huis is er geen plaats voor zo’n bibliotheek, maar in bijna elke kamer staat tenminste één boekenrek met allerlei soorten boeken.
De meeste gezinnen wonen niet in een kast van een huis en er is misschien zelfs plaatsgebrek. Maar met een beetje goed wil en wat fantasie, kan je in elk huis een ‘bibliotheekhoekje’ inrichten. Een hoekje waar het stil is – geen teevee, geen Wifi, waar ieder die het wil kan zitten lezen, snuisteren, nadenken en notities maken.
Mijn jarenlange ervaring in het onderwijs heeft me geleerd hoe belangrijk voorlezen, lezen en leren thuis wel is, voor ieder gezinslid.
Vroeger had elk gezin minstens twee gemeenschappelijke maaltijden. Daar werd niet alleen gegeten, maar ook gelachen, gekibbeld en verteld. Ik heb al heel wat bijgeleerd aan de eettafel, van goede manieren tot geduld en empathie. De gezinsmaaltijden waren in mijn ogen meestal een lawaaierige en gezellige boel, maar ik was toch blij dat ik me altijd kon terugtrekken in mijn bureautje.

Learning something new is a fabulous way to be refreshed.
When work can grind you down,
something about learning a new activity
thrills the soul.
It reminds you
that the world is bigger than
your desk and your to-do list.
(John Ortberg)

Er is al veel gezegd en geschreven over de noodzaak om een leven lang te leren. In onze tijd, waar technologie, globalisering en biodiversiteit ons met voortdurende aanpassingen en nieuwigheden overspoelen, is een leven lang leren geen hobby meer, het is een noodzaak. Leren is een proces dat nooit mag stoppen. Het maakt niet uit hoe oud we zijn, of hoe oud we ons voelen, we kunnen steeds nieuwe dingen in ons opnemen en ze toepassen.
Niemand weet genoeg, het leerproces heeft geen einde. Hoewel met ouder worden we zouden kunnen denken dat we alles al ervaren en geleerd hebben, ligt er nog zoveel om te leren te grijpen.
Ik ben van mening dat we moeten blijven lezen, observeren en nadenken over wat we leren. Er is zoveel ‘fake’ nieuws, zoveel valse, misleidende en onvolledige berichten. Onder geleerde namen en termen worden ons allerlei smoesjes voorgeschoteld. We moeten zelfredzaam in ons denken blijven!
Stel je eens voor wat er met jou zou gebeurd zijn als je gestopt was met leren toen de schoolpoort achter je dichtklapte. Zou je kansen gemist hebben? Zou je een andere persoon geworden zijn?
Als ik mezelf onder die loep neem, en deze vraag voor mezelf even laat sudderen, dan keer ik terug naar eind jaren zeventig van vorige eeuw. Ik voel dat sommigen nu gniffelen, maar nee, toen liepen er geen dinosaurussen op aarde. Maar als ik genoegen had genomen met de kennis die ik toen verworven had als afgestudeerde leerkracht,
dan zou ik niet op de computer kunnen werken,
dan zou ik geen berichten met de gsm kunnen versturen,
dan zou ik niet kunnen skypen met verre vrienden,
dan zou ik van de ontwikkelingen op technologisch vlak weinig of niets weten,
dan zou ik van wereldse, godsdienstige en politieke kwesties niet op de hoogte zijn,
dan was mijn visie op onderwijs en educatie in de oude doos blijven steken,
dan was ik geen natuurgids geworden,
dan kon ik geen harp spelen,
dan was ik mijn geloof kwijtgeraakt,
dan had ik weinig of geen persoonlijke en geestelijke groei doorgemaakt.

Aan leren komt geen eind.
Het is niet omdat je een boek of twee gelezen hebt,
of geslaagd bent in je examen,
dat je kan stoppen met leren.
Je hele leven,
van je geboorte tot je dood,
en zelfs nog verder,
is een leerproces.

We leven in een tijd waar eeuwenlange kennis binnen een duimklik in ons bereik komt. We kunnen in een korte periode leren waar anderen jarenlange onderzoeken over gedaan hebben. Er zijn nog nooit zoveel mensen in wereldse kennis onderlegd geweest. Men zou daarom kunnen verwachten dat de wereld bijna volmaakt moet zijn. Maar het tegengestelde is waar: ziektes in de maatschappij – letterlijk en figuurlijk, conflicten en problemen die miljoenen mensen op de vlucht doen slaan en anderen een bang hart geven.
Elke dag word ik me er meer van bewust dat het leven meer is dan wetenschap, wiskunde, geschiedenis en literatuur. Zoals Gordon B. Hinckley zei: ‘Er is een ander soort vorming nodig. Zonder die vorming leidt wereldse kennis alleen tot verwoesting. Ik heb het over de vorming van het hart, van het geweten, van het karakter, van de geest.’

Bij alles wat je verwerft:
verwerf inzicht!
(Spreuken 4:7)

De mens moet buiten kennis ook inzicht verwerven.
Inzicht in zichzelf: wie ben ik?
Inzicht in het doel van het leven: waarom leef ik?
Inzicht in geestelijke materie: bestaat er een God?
Die kennis zal onze seculiere opleiding prachtig aanvullen en ons leven en karakter op een unieke manier verrijken.

Het vormen van uw geest is even belangrijk
of zelfs belangrijker
dan het vormen van uw verstand.
(Gordon B. Hinckley)

Ik hou nog steeds van seculier leren. Mijn dag is niet goed als ik niet iets gelezen heb. Mijn man kijkt soms met opgetrokken wenkbrauwen naar de vier boeken die ik tegelijk aan het lezen ben en naar verschillende opengeslagen tijdschriften en notities die her en der rondzwerven in ons huis. Ik hoor hem dan iets mompelen in de trant van ‘ vrouwen’ en ‘met meer dan een ding bezig zijn’.
Ik vind het geweldig om te leren wat specialisten schrijven over de natuur, de sterfelijkheid, de psyche van de mens, enz. Deze seculiere ideeën bedreigen mijn geloof in een levende God niet, omdat ik door de jaren heen ook spirituele kennis verzameld heb. Door mijn geestelijke kennis kan ik dingen filteren en innerlijke vrede behouden. Mijn school- en werkervaringen hebben me de noodzaak geleerd om steeds meer geestelijke kennis op te nemen. Ik ga helemaal niet akkoord met wat Bertrand Russell zei: ‘ Religion is something left over from the infancy of our intelligence, it will fade away as we adopt reason and science as our guide lines.’
En je hoort ook wel eens zeggen dat onwetende mensen op godsdienst leunen omdat ze bang zijn van de dood. Mijn vader zou zeggen dat zulke uitspraken te flauw zijn om dood te doen. Ik vind me wel in de uitspraak van William Blake:

De adelaar verloor nooit zoveel tijd
als toen hij erin toestemde van de kraai te leren.

Voor vele gelovigen is een leven lang leren een van Gods hoogste prioriteiten voor de mens. Verschillende godsdiensten beklemtonen het belang van toenemende kennis en intelligentie. Een Joodse rabbijn zei: ‘Intelligentie is Gods grootste gave aan de mensheid.’ (Lord Jonathan Sacks). In schriftuur van de heiligen der laatste dagen staat: ‘De heerlijkheid Gods is intelligentie.’ (L&V 93:36)
De Koran leert dat het grote ontzag voor God alleen gerealiseerd wordt door degenen die kennis hebben (Qu’ran, 35: 28, Oxford World’s Classics edition)
Geloof is geen oogklep, geen kruk, geen blindheid!
Geloof moedigt nieuwsgierigheid en vragen aan. De werkwoorden vraag, zoek en klop komen meer dan 500 keer voor in de Bijbel. Christus onderwees zijn volgelingen: Bid, en u zal gegeven worden,zoek en u zult vinden; klop, en er zal voor u opengedaan worden.(Mattheus 7: 7)
Dit is geen passieve of blinde manier om te leren, maar een uitnodiging om door iets te doen, het zelf te weten te komen.

The realness of a personal God; the continued active life of the Christ; the divinity of the restoration, these can be known as surely as that the sun shines, by every responsible person, and to fail to attain this knowledge is to admit that one has not paid the price. Like academic degrees it is obtained by intense strivings.
(Spencer W. Kimball)

Een van de grootse gevaren voor de mensheid is dat de mens denkt alles te weten. De apostel Paulus schreef in 1 Korinthe 8:2 ‘En als iemand denkt iets te weten, dan heeft hij nog niets leren kennen zoals men het behoort te kennen.’
Er moet nog zoveel waarheid ontdekt worden!

Learning happens in the minds and souls,
not in the databases of multiple-choice tests.
(Ken Robinson)

Leren is zowel een praktische als een geestelijke kwestie (Gordon B. Hinckley).
Ik hou van leren en benut vele kansen om kennis op te doen. Ik vind het heel belangrijk om mezelf te blijven ontwikkelen. Soms wil ik direct kunnen vliegen, maar ik moet eerst leren kruipen, rechtstaan, stappen, lopen, klimmen en dansen. Seculier en geestelijk leren gebeurt stap voor stap. Men is nooit te oud om de eerste stappen te zetten, men is nooit te oud om te leren. Als je stopt met leren dan ben je oud, of je nu twintig of tachtig jaar bent. Wie blijft leren, blijft jong. Henry Ford zei het al: ‘The greatest thing in life is to keep your mind young.’

Michelangelo was 87 jaar toen hij zei: ‘I’m still learning.’

Ik leer nog alle dagen bij. Jij ook?

 

 

 

Mens, wie ben jij?

San Marco plein

Ik zit op een marmeren bankje, zet mijn zonnebril wat steviger op mijn neus, duw de zonnehoed wat vaster, en kijk verwonderd, verdwaasd en ietwat verblind door de felle middagzon naar al dat leven om me heen. Honderden mensen slenteren over het San Marco plein, zich vergapend aan het Dogepaleis, de kathedraal en andere monumenten. Ellenlange rijen toeristen wachten op hun beurt om al dit moois ook van binnen te bewonderen. Enkele kinderen trekken zich los uit de wachtende slang en verschrikken lachend een bende duiven die klapwiekend voor meer dan één fotogenieke afdruk zorgen.
Ik hoor een mengelmoes van Duits, Italiaans, Engels, en zo waar enkele Nederlandse woorden. En tussen die ietwat bekende klanken zweven vreemde, rauwe, sissende en zangerige noten tussen korte en lange broeken, tussen zwierige en piepkleine rokjes.
Dikke, dunne, lange, korte, grote en kleine mensen flaneren langs mijn netvlies. Zwarte, bruine, witte en ‘besproete’ armen en benen zwaaien en draaien, ter plaatse, of omhoog en omlaag. Onder krullend, stijl, kort, lang, donker en blond haar priemen lachende gezichten.
Ik neem de hand van mijn liefste en fluister- bijna dronken van blijdschap- in zijn oor: ‘Zie jij het ook? Er is hier maar één ras met een verscheidenheid aan huidskleuren en andere lichamelijke eigenschappen. Prachtig, toch?’

Alle mensen zijn hetzelfde.
Het zijn slechts hun gebruiken die verschillen.
(Confucius)

Het probleem is, dat ik niet altijd geloof dat we zoveel op elkaar gelijken: blanken en zwarten, christenen en moslims, boeddhisten en atheïsten, mannen en vrouwen. Als we in elkaar meer gelijkheid zouden vinden, dan zouden we misschien toch Utopia kunnen bouwen, dan zouden we iedereen als familie zien.
Hoe ouder ik word, hoe meer de verschillen wegvallen. Iedereen heeft hier op onze planeet hetzelfde begin – onze geboorte- en iedereen heeft hier ook een einde – onze dood. Waarom bestookt men ons dan langs alle kanten met de gedachte dat we heel veel van elkaar verschillen? Is dat zo?

In iedere mens is iets van alle mensen.
(Georg Christoph Lichtenberg)

Als je bij goed zomerweer op een terrasje zit kan je gezellig ‘mensen kijken’. Af en toe hoor en zie je wel eens dingen waardoor er binnen in jezelf een ketting van gedachten losbarst – al dan niet veroordelend. De ene keer kleven we het etiket arm, dwaas, verwaand en onbelangrijk. Maar even later plakken we er verstandig, sterk, begeesterend en aantrekkelijk op. De manier waarop we naar een mens kijken bepaalt onze mening. Heel dikwijls is ons zicht beperkt, gekleurd en onjuist.
Met de jaren heb ik al veel mensen ontmoet, sommigen zijn geschenken, anderen zijn lessen, allen zijn uniek.

Ik las eens in het tijdschrift happinez:

Stel dat we aura’s konden zien,
een kroon van licht, die elk gezicht omlijst,
dat je aan de buitenkant kon zien,
al die schoonheid, al die kleuren:
de ziel van de ander,
dan zou je nooit meer vergeten
hoezeer ieder mens van betekenis is.

Is de mens zoals een vlinder die een tijdje rondvliegt, voor nakomelingen zorgt, overlijdt en dan verdwijnt? Wat is de mens? Een verheven diersoort? Het toevallige resultaat van een of andere evolutie? Of is er meer aan de hand?
Zita nieuws (28/07) blokletterde volgende titel:

DE MENS KOMT UIT STERRENSTELSELS HIER VER VANDAAN

In de bijbel lezen we dat God de mens schiep naar zijn eigen beeld, dat we kinderen van God zijn, erfgenamen door Christus.
Ons menszijn begrijpen, onze relatie tot de eeuwigheid, tot de wereld waarin wij leven en tot de werelden die voor ons liggen, dit begrijpen is de belangrijkste tocht die we kunnen ondernemen. We bereiken deze kennis door te luisteren naar wat sommigen de innerlijk kern noemen, of de goddelijke kern, of inspiratie, of openbaring.
Is het niet prachtig om te beseffen dat de mens al bestond voordat hij hier op aarde kwam? Dat de mens een zoon of dochter van God is en dat in hem een goddelijke vonk huist? Zou het niet fantastisch zijn moesten we erkennen dat de mens in embryonale staat alle eigenschappen en machten van God in zich heeft?

Durf te beginnen aan
de langste reis in een mensenleven:
van je hoofd naar je hart.
(David Hodges)

‘En Hij maakte uit één bloed heel het menselijk geslacht.’ (Handelingen 7: 26)

… Hij verwerpt niemand die tot Hem komt, zwarte en blanke, slaaf en vrije, man en vrouw; en Hij is de heidenen indachtig; en allen zijn voor God gelijk, zowel de Joden als de andere volken.’ (2 Nephi 26: 33)

Wat een verschil zou het zijn moest iedereen elk ander behandelen als een kind van God, moest iedereen bezorgd zijn om het welzijn van alle mannen en vrouwen, wat hun geloof, ras of nationaliteit ook is. We zien jammer genoeg, dat diepe verschillen van ras, afkomst, politiek, religie, economische status en cultuur, over de hele wereld mensen scheiden.

If we are to build and maintain strong and righteous individuals and caring communities in the future, we must break down the barriers which separate us from others and build bridges needed to create peace and harmony. This can occur only if we respect, understand, accept, and appreciate others for the admirable qualities they possess.
Racism is an offense against God and a tool in the devil’s hand.
(Alexander B. Morrison)

Niemand is een eiland. Wij zijn allemaal verbonden met elkaar. Wat verbindt ons zoal? Dat is zoveel: kunst, cultuur, poëzie, lieratuur, geschiedenis, .. Maar ik denk ook kinderen, want zij zijn de toekomst van elke natie. Ouders moeten bezorgd zijn om de kinderen – alle kinderen – niet alleen hun eigen kroost.
Armen en behoeftigen zijn er ook overal. We moeten voor hen zorgen. We moeten boven de stereotype vooroordelen stijgen. We moeten leren naar anderen kijken met liefdevolle ogen, hen niet bezien als vreemdelingen, maar als medeburgers, als kinderen van God.

God’s second commandment,
love they neighbor,
clearly leaves no room for racism.
(Neal A. Maxwell)

Ik sta recht. De drukte op het San Marco plein is nog toegenomen.
Ik glimlach.
Wat is het heerlijk om een mens te zijn, om te leven.
Wat is het fijn om een gewoon mens te zijn, om naar het spel van de lucht en de wolken te kijken, om te genieten van de natuur en van een lekkere maaltijd.
Wat doet het deugd om naar kinderen te kijken en te lachen.
Wat een voorrecht is het om te kunnen spelen, werken, dromen en fantaseren.
Wat is het fantastisch om een mens te zijn die kan denken, liefhebben en tevreden is.

Wat heerlijk om een mens onder de mensen te zijn.

Anderen en jezelf ontmoeten.

Heb je al eens goed naar mieren gekeken? Niet naar zo ééntje, of twee, die in jouw keuken op zoek gaan naar zoete voorraden, maar naar een hele nest tezamen.
Die ene (of enkele) in mijn keuken zijn geen lang leven beschoren (kwestie van de wetten in huis), maar buiten, in de natuur, is het fascinerend om die beestjes heen en weer te zien wriemelen. De mieren in mijn tuin zijn altijd druk bezig. Ik zie ze onder stenen, onder struiken en zelfs zomaar midden in het gras. Sommigen slepen met een dennennaald – vraag me niet waarom, misschien maken ze er wel een mierenbezem van. Met wat geluk zie ik ze een dode vlieg naar hun nest slepen – geen wonder dat ze mijn keuken liever bezoeken. Af en toe merk ik een hele mierenstraat op: ze kruipen allemaal snel achter elkaar – net als auto’s tijdens het spitsuur op onze wegen. Maar heel soms gebeurt het dat twee mieren blijven staan. Ze voelen met hun voelsprietjes aan elkaar en het lijkt alsof ze kennismaken.

Ik moest aan ons, de mensheid, denken. We zijn ook allemaal druk bezig in onze nesten. We slepen voedsel, kleding en allerlei andere nuttige en nutteloze dingen ons huis binnen. We stappen achter elkaar op het voetpad en wachten in een rij aan de kassa. Maar af en toe staan we ook stil, geven een hand of een knuffel, slaan een praatje, of stappen arm in arm verder.
In ons leven kruisen we geregeld het pad van een ander mens.
Soms is het een toevallige ontmoeting.
Zo ontmoette ik onlangs een vroegere klasgenoot die het heel grappig vond dat ik rimpeltjes had (het was meer dan 30 jaar geleden dat we elkaar gezien hadden).
Toevallige ontmoetingen kunnen heel leuk zijn, maar soms ook heel vervelend. Op reis kan je fantastische mensen ontmoeten aan de ontbijttafel, in een museum, aan het zwembad, op een bergtocht, … Ik hou mooie herinneringen aan koppels die op vakantie even mijn pad kruisten: de fijne gesprekken, de grapjes aan tafel, de politieke babbel.
Maar af en toe was zo’n toevallige ontmoeting ook ronduit verschrikkelijk. Je herkent misschien ook wel de situatie dat onbekende mensen naast je komen staan tijdens een receptie en alleen maar zelf aan het woord zijn, of kritiek voeren op van alles en iedereen. Als ik denk dat ik genoeg ‘geleerd’ heb uit die situatie, dan pas ik heel discreet de ‘verdwijntruc’ toe in de hoop dat een andere ontmoeting aan dat tafeltje wat verder véél meer voldoening zal geven.

Als je iemand ontmoet
wiens ziel niet op één lijn zit met de jouwe,
zendt deze dan je liefde en ga verder.
(onbekend)

Naast de toevallige ontmoeting heb je ook de vluchtige, zoals gisteren, toen de Bofrostman aan de deur belde en ik te veel ijsjes voor in de diepvries kocht van hem (misschien zat zijn verkopersglimlach er voor iets tussen, maar ik verdenk eerder de hitte waar de zon al enkele dagen te kwistig ons landje mee bedient).
In elk geval, vluchtige ontmoetingen hebben we heel dikwijls: met de postbode, de bakker, de beenhouwer, de kassierster,… noem maar op. Heel veel mensen kruisen vluchtig ons levenspad, zoals medepassagiers in een trein bijvoorbeeld. Maar kunnen we dat een ‘ontmoeting’ noemen? Ik denk meestal niet, soms wel. Zoals die onbekende dame die, net voor ze van de trein afstapte, naar me toestapte en glimlachend zei: ‘Proficiat mevrouw met uw kinderen, dat zie je niet zo gauw meer op de trein.’
Mijn dag was goed, en niet alleen omdat ze me jonger schatte – het waren mijn kleinkinderen- maar gewoon omdat een onbekend iemand waardering uitsprak.
Een woord van dank, een goedkeurende blik, een glimlach, een blijk van waardering, … dit alles maakt een ‘vluchtige ontmoeting’ de moeite waard.

Het is heerlijk
de blik van een vriendelijk mens te ontmoeten.
(Euripedes)

Er zijn ook ontmoetingen die we plannen, sommige zelfs op heel geregelde basis. Ik denk aan familiefeestjes, vriendenbezoekjes, en zelfs doktersafspraken. Die laatste ontmoeting is misschien wat afstandelijker, maar kan ook boeiend zijn en in veel gevallen levensnoodzakelijk.
Maar zelfs een geplande ontmoeting is dikwijls geen èchte ontmoeting.
Wanneer kan je spreken van een echte ontmoeting? Volgens mij moet die voldoen aan een paar punten:
– de persoon ècht zien,
– ècht luisteren,
– willen ontdekken en de moeite doen om te weten te komen waar die persoon voor staat, waar hij voor gaat, wat hij belangrijk vindt, wat er in hem leeft.

In een echte ontmoeting zit dus een hele opdracht, een spontane ongedwongen opdracht. Het is geen huiswerk, of een lijstje afwerken, maar diepe menselijke interesse. Prinses Diana zei:

Ik wist wat mijn werk was;
het was er op uit te gaan
en de mensen te ontmoeten
en van hen te houden.

Is dat niet het werk van elke mens?
Wat zijn zo een paar van die echte ontmoetingen in mijn leven geweest?
Eerst en vooral springt er de ontmoeting van mijn man omhoog. Ergens in Averbode ontmoette ik een knappe jonge man met donker haar en blauwe vriendelijke ogen. Na een eerste aarzelend gesprek volgden er veel meer. Deze ontmoeting is nog steeds niet afgelopen. Ze is breder, dieper, ruimer en mooier geworden dan die eerste toevallige ontmoeting. Na 40 jaar huwelijk kijk ik nog steeds in de mooie ogen van mijn man. Ik doe mijn best om goed naar hem te luisteren. Mars en Venus zijn in die 40 jaren al veel dichter bij elkaar gekomen. Ik weet zo stilletjesaan wel wat er leeft in mijn beste maatje en ik weet waar hij voor staat. Maar ik wil dingen in zijn ziel blijven ontdekken. Die eerste ontmoeting met mijn man is een samensmelting geworden die zich tot in de eeuwigheid zal uitstrekken.

When men and women are able
to respect and accept their differences,
then love has a chance to blossom.
(John Gray)

Bij echte ontmoetingen denk ik ook aan mijn echte vrienden: die speciale klasgenote, die meelevende collega, geestelijke reuzen in de kerk, … Soms lopen onze wegen nog dicht bij elkaar, soms hebben ze een andere wending genomen, en soms hebben onze paden zich weer gekruist. Er zijn diepe wekelijkse ontmoetingen geweest met veel ‘meidengeklets’, ‘filosofisch gebabbel’, en  zielverheffende gesprekken.
Sommige van die ontmoetingen kregen een vervolg in de nieuwe technologie, anderen zijn verwaterd en opgedroogd. Soms, als onze levenspaden weer kruisen en er een ontmoeting – gepland of verrassend- gebeurt, dan vallen tijd en afstand weg en knuffelen onze lichamen en zielen alsof er nooit een verwijdering was.

Onder echte ontmoetingen vallen natuurlijk ook de interacties met mijn kinderen en kleinkinderen. Toch blijft het opletten dat ook die samenkomsten uit mijn ziel moeten komen.

De ontmoeting met een goed mens
blijft altijd een mooie herinnering in ons leven.
(André Demedts)

Misschien moeten we ook wat meer durven in onze ontmoetingen. Sommige mensen zijn heel sociaal, maar anderen koesteren het eiland-gevoel. Ik zit er zo’n beetje tussen en heb af en toe wel een duwtje nodig. Zo was onlangs een Amerikaans gezin op zoek naar onderdak voor een paar dagen. Het ‘zouden we’ of ‘zouden we niet’ spelletje werd een ‘Ja, we doen het!’
Onbekende mensen gepland ontmoeten is een aftasten en aanvoelen. Het naambordje met een glimlach aan de uitgang van een station opende de deuren van zien, luisteren en ontdekken. Het zorgde voor een verrijkende ontmoeting en  een nieuwe vriendschap. Onze paden hebben even gekruist, de herinneringen zullen nazinderen.

Laten we elkaar altijd ontmoeten met een glimlach,
de glimlach is het begin van de liefde.
(moeder Teresa)

Ik wil het nog over twee andere ontmoetingen hebben die heel belangrijk zijn: die met God en die met onszelf.
Beide ontmoetingen kunnen gepland zijn, maar kunnen evengoed verrassend toevallig gebeuren. Beide zullen nooit vluchtig zijn, maar een onuitwisbare indruk achterlaten.
Er zijn mensen die God ontmoeten in de grootste pijn en hartzeer, in de bitterste omstandigheden; anderen ontmoeten hebben in de grootste schoonheid en vreugde. Weer anderen zoeken hem zelf op. Ik heb God ontmoet in deze drie situaties: in een ziekenhuis, in een rouwproces, in een lieflijke bergvallei, aan zee, in onze tuin, in Gods huis.
Een ontmoeting met God moet aan dezelfde voorwaarden voldoen als met een menselijke ontmoeting. Je moet Hem zien, naar Hem luisteren en Hem ontdekken.
Een ontmoeting met God verandert je leven, compleet. Een ontmoeting met God hoeft niet eenmalig te zijn, maar kan de eeuwigheid omvatten.
Ik denk dat voor we God ooit kunnen ontmoeten we eerst onszelf moeten ontmoeten.
Jezelf ontmoeten is geen gemakkelijke opdracht. Multatuli schreef al:

Ik wou mezelf gaarne eens ontmoeten om te weten hoe ik me beviel. Maar ‘k moet bijzonder goed gehumeurd wezen op die dag, want ik hou niet van onaangenaamheden.

De spiegel toont slechts één aspect van ons zijn, maar wel een waar de media het meest belang aan hecht. Het is goed om eens een gesprek met je spiegelbeeld te voeren (misschien best een tijdstip kiezen dat je alleen bent, of men denkt nog dat je te lang in de zon gezeten hebt). Durf jij jezelf de volgende vragen stellen? En, deze lijst is zeker niet compleet:

Ben ik dat écht? Of verberg ik me onder allerlei crèmes en kleurtjes?
Laat ik Facebook bepalen hoe ik eruit zie?
Wie ben ik eigenlijk?
Waar sta ik voor?
Ben ik gelukkig?
Wat maakt me gelukkig?
Wat maakt me ongelukkig?
Kan ik daar zelf iets aan doen?
Waar leef ik voor?
Wat vind ik belangrijk?
Op wie wil ik echt lijken?
Moet ik iets veranderen?

Jezelf ontmoeten, daar is durf voor nodig. Mensen deinzen nergens zo voor terug als voor een ontmoeting met zichzelf (Fritz Muliar).

Een gesprek met jezelf voeren kan een hele openbaring zijn. Het kan een opluchting zijn. Het kan het begin van een nieuw leven zijn. Het kan bevrijdend zijn. Het kan bevestigend zijn.
Jezelf ontmoeten opent de weg naar echte ontmoetingen.

Alleen wie bij zijn eigen zelf is gekomen,
kan de ander werkelijk ontmoeten.
(Martin Buber)

De zomertijd is een unieke tijd om vluchtige ontmoetingen een kleurtje van begrip en liefde te geven, om toevallige ontmoetingen de kans te geven een gouden randje toe te voegen aan je leven, en om diepe, echte ontmoetingen tijd en zuurstof te geven.
Ik ben dankbaar voor alle ontmoetingen in mijn leven. Voor de bittere, omdat ze me iets leerden over mezelf en de wereld om me heen. Voor de zoete, omdat ze me verfristen, opbouwden en versterkten.

We ontmoeten mensen niet bij toeval.
Zij kruisen ons pad voor een reden.

Ik kijk ook uit naar een ontmoeting die nog in de toekomst ligt: het weerzien met mijn overleden familie en vrienden. Ik weet nu al dat die ontmoeting heel intens zal zijn.

Zullen wij elkaar ontmoeten aan de overzij van ’t meer?
Waar de golven zachtjes kabb’len, want daar zijn geen stormen meer.
Ja, ik zal, ja, ik zal, ja, ik zal u daar ontmoeten
en met blijdschap u begroeten aan de overzij van ’t meer.
(Horace L. Hastings)

Ik wil deze vakantiemaanden mijn vluchtige, toevallige en geplande ontmoetingen kruiden met echtheid. En jij?

Geniet van het leuke filmpje en de prachtige lofzang:

Wat heet ‘gelukkig zijn’?

gelukkig zijn in de Dolomieten

Mensen die me goed kennen weten dat ik me gelukkig voel als ik kan lezen. Voel je even mee?
Ik … onder een blauwe hemel met hier en daar een witte kerosinestreep,
Ik … in de schaduw van een bladerdak met honderden kastanjeblaadjes,
Ik … alleen in een kleine groene oase van rust,
Ik … met klaterend water en een zanglijster op de achtergrond,
Ik … met een leesbril op mijn neus,
boek in een hand,
papier en pen binnen handbereik,
Zalig gewoon!

 

Op een van die gelukkige ontspanningsmomenten las ik ’t volgende:

‘Alles wat ze (school) ons bijbrengen, mon ami, is een afleidingsmanoeuvre. Binomiale formules, citroenzuurcyclus, Franse grammatica, perspectief tekenen, eisprong, driesprong, continentenverschuiving, haplotypering – allemaal bedoeld om te zorgen dat geen van ons op het idee komt om te vragen: ‘En hoe is het als je sterft? Hoe vind je een huis? Hoe vind je de juiste vrouw? Wat is de zin van het leven? … Weet je, mon ami, ze verzwijgen het belangrijkste voor ons.’
‘En dat is?,’ vraag ik.
‘Hoe we gelukkig worden.’
‘Nee, dat is het niet. Ze verzwijgen voor ons hoe we merken dat we gelukkig zijn.’
(Nina George in ‘Duizend kleuren blauw.’)

Merken jullie het wanneer je gelukkig bent?

Er wordt veel over geluk en gelukkig zijn gezongen en geschreven. Kunnen we geluk zoeken, of moeten we het zelf maken? Wat maakt een mens gelukkig? Is plezier geluk? Brengt geld geluk? Kan je gelukkig zijn als je ziek bent? Zijn anderen zoveel gelukkiger als jij? Kunnen we uberhaupt in deze wereld nog wel echt gelukkig zijn?
Geluk laat zich niet zomaar vangen, zelfs niet met de voorzichtige inspanning zoals een kind een vlinder probeert te vangen in een vlindernetje. Ook niet met eindeloos geduldig wachten zoals een visser bij zijn lijn. Geluk vliegt of zwemt niet zomaar rond in ons zelfgemaakt of ingebeeld paradijs. Ons leven zit vol pijn en tegenslag. Geluk vind je niet, geluk moet je zelf maken. Is dat niet een geweldig feit? Geen enkele super rijke, super geleerde, super popster, super sportman, super economist, super politieker, super filosoof, geen enkel mens kan geluk kopen, of afbakenen, of egoïstisch voor zichzelf opeisen. Geen enkel mens, alleen jij, bepaalt of je gelukkig wil zijn.

Happiness and joy come
from what a person is,
not from what he or she possesses
or appears to be.
(Dallin H. Oaks)

Ik heb eens gelezen (ja, wat dacht je) dat wetenschappers ontdekt hebben dat iedereen een zogenaamd vast gelukspunt heeft, een persoonlijk geluksniveau. Bij de ene mens ligt dat wat hoger dan bij de andere. Maar de mens is in staat om zijn vaste gelukspunt te verhogen. Je bent zelf de sleutel tot je geluk. Alles wat je doet, zegt, denkt en voelt heeft een invloed op je gelukkig zijn.
Marci Shimoff (co-auteur van Chicken Soup for the Woman’s Soul) heeft een boek geschreven over geluk: ‘Happy for no reason’. Daarin schrijft ze dat we bepaalde gewoontes in ons leven dienen te ontwikkelen om gelukkig te zijn. Ze gebruikte de metafoor van een huis om die gewoontes in zeven belangrijke aspecten van het leven toe te passen:
De fundering: het nemen van verantwoordelijkheid over je eigen geluk,
vier hoekstenen: je gedachten, hart, lijf en ziel.
Het dak wat voor een geïnspireerd leven staat.
En de tuin met mensen die ons omringen.

Ik moest bij haar indeling denken aan een uitspraak van Joseph Smith:

Happiness is the object and design of our existence,
and will be the end thereof,
if we pursue the path that leads to it;
and that path is virtue,
uprightness, faithfulness, holiness,
and keeping all the commandments of God.

We zullen gelukkig zijn als we de weg volgen die ernaar toe leidt.
In de Schriften staat dat ‘ goddeloosheid nooit geluk bracht (Alma 41: 10). Wat voor moois de reclame ons ook wil laten geloven, er is geen geluk te vinden in alcohol of drugs, alleen verslaving. Er is geen geluk in geweld, alleen pijn en verdriet. Er is geen geluk in seksuele ontrouw, pornografie en andere misbruiken van die goddelijke gave, alleen afstomping en degradatie van de ziel. Wat de glitter van Hollywood ook voorschotelt, je hebt zelf de verantwoordelijkheid voor je eigen leven en hoe je dat ervaart.

Het geheim van geluk is vrijheid
en het geheim van vrijheid is lef.
(Thucydides)

De mens heeft de vrijheid om keuzes te maken, maar je draagt ook de verantwoordelijkheid voor die keuze. Het leven bestaat uit keuzes, je geluk is afhankelijk van de keuzes die je maakt. Heb de moed om goede keuzes te maken. Iedereen heeft al eens spijt van gedane keuzes. Soms moet je het verleden kunnen vergeten, loslaten, om dan opnieuw keuzes te nemen die je gelukkig maken.

Eén van de hoekstenen waarover Marci het had, zijn onze gedachten, onze waardigheid. Op het pad naar geluk zijn we eerlijk met onszelf. ‘Om gelukkig te zijn, moet je een beetje uit de spotlights blijven, anders verbrand je je aan de zon en komen je vleugels los, zoals bij Icarus. En dan val je van hoog. Het is alsof de media ons in een sjabloon willen drukken van succes, en voor sommige mensen is dat oké: die zijn getalenteerd, maar sommigen zijn dat niet en die voelen zich ongelukkig. Wees dankbaar voor wat je hebt’ (Dirk De Wachter)
We zullen gelukkiger zijn als we een eerlijk beeld van onszelf geven en als we naar ons geweten luisteren. Iemand zei eens: ‘Ik ben het gelukkigst als ik geen knagend geweten heb.’

Het gaat niet om de plek, noch de omstandigheden,
alleen de eigen gedachten, de eigen geest,
kan ervoor zorgen dat iemand
gelukkig of ongelukkig is.
(Roger L’Estrange)

Je gedachten kunnen je maken of breken. Geef gedachten die je beperken geen kans om een negatieve invloed uit te oefenen. Zoek iets waar je goed in bent, wat je graag doet. Als je je creatief inzet, dan voel je je gelukkiger. Want dan moet je wel bij je eigenste ik naar binnen gaan en dan vergeet je de wereld om je heen.

Nog hoekstenen waren ons hart en onze ziel, symbolen van onze gevoelens en liefde. We zijn gelukkig als we kunnen liefhebben. Blijvende relaties en vriendschappen maken echt gelukkig.
Als ik aan bepaalde mensen denk, dan verschijnt er bijna automatisch een gelukzalige glimlach rond mijn mond.

Als ik zo eens om me heen kijk en het dichte en verre nieuws volg, dan besef ik dat geluk ook is om zelf goed en slecht te kunnen herkennen. Daardoor zullen er goede keuzes gemaakt worden.
Mensen die een doel en een missie hebben in hun leven en er trouw aan blijven, zijn gelukkige mensen. Observeer maar eens vrijwilligers in rusthuizen, in scholen, in musea enz. Je zal een ander perspectief op geluk krijgen.
Je hebt het misschien al dikwijls gehoord, maar jezelf ontwikkelen is belangrijk om gelukkig te zijn. Je persoonlijkheid, je karakter opbouwen, maakt gelukkig. Je kan alleen gelukkig zijn, wanneer je de persoon wordt die je echt bent. Leef niet het leven van een ander. Je zal gelukkig zijn als je blijft werken aan je persoonlijke groei, op wat voor gebied ook.
Confucius zei:

Er is vaak verandering nodig
om altijd gelukkig of wijs te zijn.

Ik schreef in het begin van dit bericht dat het pad naar geluk ook heiligheid en het onderhouden van Gods geboden is. Voor je nu stopt met verder lezen of je wenkbrauwen optrekt, zal ik het even anders formuleren:

Wanneer je wilt dat anderen gelukkig zijn,
toon dan mededogen.
Wanneer je zelf gelukkig wil zijn,
toon dan mededogen.
(Dalai Lama)

Kijken naar mensen om ons heen en hen trachten te helpen is een geluksbrenger. Geluk vindt zijn wortels niet in een egoïstisch leven, je oogst wat je zaait. Ralph Waldo Emerson zei het op deze manier: ‘Het geluk is een parfum: wij kunnen het niet over een ander uitstorten zonder dat er een paar druppels op onszelf vallen.’Druppels van geluk zijn je zegeningen tellen en dankbaar zijn om wat je hebt. Materiële dingen brengen geen echt geluk. Iemand schreef eens: ‘Waar ambitie eindigt, begint het geluk.’ Ambitieus zijn en streven naar rijkdom is niet slecht, zolang het geen obsessie wordt. Phil Bosmans zei het perfect:

Bij het zoeken naar de diepste reden van menselijk geluk
heb ik nooit geld gevonden,
het bezit, de luxe, het niets doen, het profiteren, het feesten.
Bij gelukkige mensen vond ik aan de basis altijd
een diepe geborgenheid en een spontane vreugde
om kleine dingen
en een grote eenvoud.

Misschien heb ik het gelukkig zijn teveel in hokjes gepropt. Leo Tolstoy zei echter: ‘Gelukkige families zijn allemaal hetzelfde, terwijl iedere ongelukkige familie op haar eigen manier ongelukkig is.’
Misschien kruipt na dit alles te lezen er een gevoel bij jou omhoog van Yes! Ik kan best gelukkig zijn!
Of is het eerder Nee! Dat kan niemand!
Voor deze laatsten nog een stukje uit ‘The King and I’:
De koning van Siam lag op sterven en Anna’s dochter vroeg:

‘Was he as good … as he could have been?’
Anna answered: ‘I don’t think any man has ever been as good … as he could have been – but this one tried.’

Het lijf en de tuin Van Marci blijven nog onbesproken. Wat kan ik zeggen over het lijf? We weten allemaal voor ons lichaam zorgen, gezond eten en voldoende bewegen, ons gelukkig stemt.
En de tuin van Marci: onze tuin, ons huis, zijn dat plaatsen waar we gelukkig zijn? Je huis moet niet in de modeboekjes kunnen staan, maar je een geluksgevoel geven vanaf je de deur opent (ook al wacht er een berg was, of strijk). Versier je huis en je tuin met familie en goede vrienden. Een gelukkig gezin en echte vrienden zijn zijn onmisbaar op ons pad naar geluk.

Een mens beseft pas veel later hoe gelukkig hij wel was, … toen de kinderen klein waren, … toen hij een prachtig lichaam had, … toen hij nog goede ogen en oren had, … toen hij nog kon werken, … toen …
Stel dat gevoel niet uit! Ga naar buiten, geniet van de zon of van de schaduw, lach met je kinderen of je huisdier, laat een boek je leven veranderen, denk na over het pad dat jij mag bewandelen, en toast samen met Toon Hermans op jouw geluk:

De zon schijnt.
Je loopt in een schitterend landschap van mooie bomen,
en vers jong groen gras.
De hemel is blauw.
Je voelt je sterk en gezond
Blijf dan eens staan in dat landschap en geef je
eens rekenschap van dat geluk.
Je hoeft het niet af te kloppen.
Integendeel.
Geluk kan je vieren.