Honing, bijen en ik.

 

Ik zit hier gezellig aan de ontbijttafel een lekkere boterham met honing op te eten. Ik ben gek op honing en vooral de zachte lentehoning heeft mijn voorkeur. Als ik na een vakantie mijn koffers leegmaak, dan vind ik daar steevast een potje honing in van een plaatselijke imker. De lekkerste honing die ik ooit gegeten heb had ik gekocht in Cyprus. Ik zie de oude imker nog op de vuile grond zitten met enkele potten honing voor zich. De honing was nog witter dan melk en ik vroeg me af of dit wel honing was. Een brede glimlach en veel handgebaren overtuigden me om een pot te kopen. Toen ik later thuis die witte honing proefde, was Cyprus nog nooit zo dichtbij geweest.

Eet honing, mijn zoon, want dat is goed,
honingzeem is zoet voor uw gehemelte;
erken, dat de wijsheid zo is voor uw ziel.
Als gij haar gevonden hebt, dan is er toekomst
en uw verwachting wordt niet afgesneden.
(Spreuken 24: 13-14)

Ik sta versteld van het wonderlijke proces hoe bijen honing maken. Honingbijen verzamelen nectar uit bloemen en die nectar bevat verschillende suikers, mineralen en sporenelementen. De nectar komt in de maag van de bij terecht en vanuit speekselklieren in de kop en het borststuk voegt de bij er de eerste enzymen en goede bacteriën aan toe. Als de bij in de bijenkast toekomt wordt het zoete sapje uit de honingmaag via de monddelen aan andere bijen doorgegeven. Terwijl de druppel van bij naar bij gaat, voegen de bijen steeds opnieuw kleine beetjes speeksel toe waarin verschillende enzymen zitten. Daarna wordt de honing in lege honingraatcellen geduwd en door snel vleugelgeklapper verder ingedikt. Als de honing rijp is verzegelen de bijen de cellen met wasdekseltjes. Dan kan de honing geoogst worden.

Wist je dat voor elke kilo honing vier kilo nectar nodig is? In ons land maakt een bijenvolk zo’n 30 kg honing per jaar. Er is me verteld dat in een bijenkorf tussen de 20 000 en  60 000 bijen leven. Om 1 kg honing te produceren moeten al die bijen miljoenen bloemen bezoeken. Dat is om te duizelen! Ik waardeer mijn lekkere honing nog meer als ik besef dat één bijtje slechts een gemiddelde leeftijd van een paar weken tot vier maanden heeft.

De bijen zoemen rond hun woning
en werken aan een nijver plan,
zij zorgen voor de zoete honing,
wij maken er een potje van.
(Toon Hermans)

Weinig dieren hebben de menselijke verbeelding zo beïnvloed als de bijen. Het was niet alleen de honing en de was die hen een faam bezorgde, maar ook hun samenlevingspatroon was een inspiratie voor filosofen, schrijvers, staatshoofden en politici zoals Aristoteles, Plato, Shakespeare en Tolstoy. Er zijn vele volksverhalen en legendes waarin bijen een rol spelen.

Ik heb een beetje rondgesnuisterd en las interessante, grappige en spirituele weetjes over deze slimme diertjes. Ik ontdekte dat de bij als een heilig insect werd beschouwd en dat het diertje de brug was tussen deze fysische wereld en de onderwereld.
De oude Grieken associeerden lippen met honing gezalfd met welsprekendheid. De bijen waren voor hen het symbool van ijver, welstand en reinheid. Ze waren ‘de Vogels der Muzen’ en werden aanzien als inspiratie voor kunstenaars. Soms zagen ze in de bij ook de bezorger van liefde.
In het Oude Egypte was de bij een teken van koningschap. Bijen waren levensgevers en stonden symbool voor geboorte, dood en wederopstanding. De tranen van de zonnegod die op aarde vielen, veranderden in werkbijen.
De Joodse historicus Josephus vermeldde dat de naam van de dichteres-profetes Deborah ‘bij’ betekent. De wortel ‘dbr’ geeft ‘woord’, wat de missie aangeeft om het Goddelijk Woord, de Waarheid, voort te brengen (Toussaint-Samat). De naam Melissa betekent hetzelfde.
Hindoes, Kelten, Islamieten, Romeinen, Chinezen, … bijna alle volken hielden bijen hoog in aanzien.
In alles wat ik gehoord en gelezen heb, wordt de bij als een symbool beschouwd van onsterfelijkheid, wedergeboorte, vlijt, arbeid, spaarzaamheid, ordening, organisatie, samenwerking, wijsheid, intelligentie, reinheid en zuiverheid. Ze brengt hemelse gaven naar de aarde en fungeert ook als hemelse boodschapper. Amaai, de bij is dus wel een diertje om u tegen te zeggen.

Be like the honey bee:
anything it eats is clean,
anything it drops is sweet,
and the branch it sits upon
does not break.
(Imam Ali)

Ik vind het verontrustend dat wetenschappers aan de alarmbel trekken. Bijen dreigen uit te sterven! Afgelopen winter stierf 14% van de tachtigduizend honingbijenvolken (Naturalis juli 2017). Als de bij zou verdwijnen is het gevolg voor de mensheid immens groot. Meer dan 3/4 van de landbouwproducten is afhankelijk van dit diertje. (Denk aan fruit, groenten, koffie, cacao, noten,…) Het is niet echt duidelijk waarom het slecht gaat met de bijen. Er worden verschillende redenen genoemd: door de intensieve landbouw, waarbij men zich richt op één gewas, vinden bijen te weinig voedsel; ook het toenemend gebruik van pesticiden is een bedreiging, evenals het verdwijnen en de versnippering van natuur en open ruimtes, de Aziatische hoornaar die bijen op zijn menu zet is ook een kleine ramp voor de diertjes, maar het is vooral een parasitaire mijt die voor veel sterfte in de bijenkasten zorgt.

If the bee disappears
from the surface of the earth,
man would have no more
than four years to live.
(Albert Einstein)

Ik vraag me af wat ik persoonlijk kan doen om mee te helpen dit tij te keren. Ik denk dat wat wild bloemenzaad zaaien in de tuin of in een bak alvast wat bijtjes zal lokken. Een bijenhotel voor wilde bijen zie ik ook wel zitten. Dat is een kleine handeling. Misschien te klein?
Ik wil over kleine handelingen en wat dit teweeg kan brengen toch nog iets kwijt.
Eén honingbij produceert niet meer honing dan 1/12 van een koffielepel. Dat lijkt heel weinig in vergelijking met het totaal, maar dit kleine deel is van groot belang voor het leven in de hele korf. Bijen zijn van elkaar afhankelijk.
Er zit een grote symboliek in: grote dingen worden tot stand gebracht en lasten worden lichter omdat vele handen tezamen werken.
Stel je voor wat miljoenen mensen in onze wereld zouden kunnen bereiken als ze doelgericht samen zouden werken zoals bijen in een bijenkorf?

In sommige christelijke bronnen wordt Christus vergeleken met honing. De Heiland zei meer dan 2000 jaar geleden:

‘Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand. Dit is het grote en eerste gebod. Het tweede, daaraan gelijk, is: Gij zult uw naasten liefhebben als uzelf. Aan deze twee geboden hangt de ganse wet en de profeten.’
(Mattheüs 22: 37-40)

Dat zijn heel eenvoudige woorden. Iedereen kan ze begrijpen en ze zijn zo belangrijk om na te leven. Wij dienen God lief te hebben en zowel voor onze naasten als onszelf te zorgen. Stel je voor wat er in de wereld zou veranderen moesten de mensen de handen ineenslaan en hulp geven aan eigen familie, aan vrienden, aan buren, aan medeburgers?
Er zijn gelukkig veel hulp- en kerkorganisaties die over heel de wereld humanitaire hulp geven en dat is prachtig! Maar wat kunnen we in ons eigen dagelijkse leven doen? Beeld je eens in wat het effect zou zijn van miljoenen kleine, dagelijkse daden die gebeuren uit liefde voor Christus en voor elkaar? Onze wereld verkeert in moeilijkheden van allerlei slag en ik geloof dat onze maatschappij vandaag de dag meer dan ooit nood heeft aan christelijke liefde.

We ought tot do good to others
as simply as a horse runs,
or a bee makes honey,
so a man when he has done a good act
does not call out for others
to come and see,
but he goes on to another act,
as a vine bears grapes
season after season,
without thinking of the grapes it has borne.
(Marcus Aurelius)

Eenvoudige dagelijks dienstbetoon lijkt op zich niet zo veel te betekenen, maar het is als die 1/12 honing op een koffielepel die zo belangrijk was voor de hele korf.

There is power in our love for God and for his children,
and when that love is tangibly manifest
in millions of acts of Christian kindness,
it will sweeten and nourish the world
with the life-sustaining nectar of
faith, hope and charity.
(M. Russell Ballard)

Misschien vraag je je af hoe jij in je drukke leven iemand kan helpen. Als je gelovig bent, dan kan je misschien elke dag bidden of je opmerkzaam mag zijn voor de noden van een ander. Leef dan je dag, doe gewoon, maar kijk met geloof en liefde uit naar die persoon die je nodig heeft. Gelovig of niet, focus je op de mensen rondom je, net zoals de kleine bij zich focust op de bloemen om nectar te verzamelen. Als je dit doet zal er een spirituele gevoeligheid groeien en zal je gelegenheden ontdekken om hulp, troost of hoop te geven. Denk niet te gauw aan iets groots, zoals een huis helpen verbouwen, de strijk doen, eten brengen (hoewel dit ook kan), maar een simpele glimlach, een mailtje, of een telefoontje kunnen een vermoeid hart opbeuren. Een schouderklopje of een complimentje kan moed geven. Een knuffel of een gesprekje bij een tasje thee en een koekje kan iemands dag goed maken.
Net zoals elk 12de deel van een theelepel van alle bijen samen nodig is om de hele korf in leven te houden, zo zal elk dienstbetoon van honderden mensen, elke uitgestoken hand van duizenden mensen, elk gebed van tienduizenden mensen, elke glimlach van miljoenen mensen, een geweldig effect ten goede uitstralen. In deze steeds donker wordende wereld zal daardoor het Licht van Christus feller beginnen schijnen.
Samen – welke overtuiging of geloof je ook hebt – samen kunnen we liefde en vreugde brengen in onze familie, in het leven van een eenzame, een arme en een wanhopige. Samen kunnen we via kleine daden grootse dingen tot stand brengen.

De meeste mensen kennen het beertje Winnie de Poeh. Hij is net als ik gek op honing (hij wel een beetje meer denk ik). Ik las de volgende dialoog en vond die super:

‘Wat doe je het allerliefst op de hele wereld, Poeh?’
‘Het allerliefste…’ zei Poeh, en toen moest hij eerst even nadenken.
Want al was ‘honing eten’ iets heel prettigs,
er was toch één ogenblikje,
vlak voor je begon te eten,
dat nog veel prettiger was,
maar hij wist niet hoe dat heette.
(A.A.Milne)

Wat is dat ogenblik voor jou?

Nog een tip:

Zaai of plant verschillende bloemen in je tuin of bloembak.

Lees de spannende novel: ‘De geschiedenis van de bijen.’ van Maja Lunde

Bezoek een imker.

Geniet van een boterham met honing.

 

 

Hoe blijf je eeuwig jong?

Mensen zeggen me wel eens: ‘Wat zie jij er goed uit voor je leeftijd.’ Dan weet ik twee dingen: ja, ik zie er nog ‘goed’ uit, en owee, ik word ‘oud’.
Het zinsdeel ‘voor je leeftijd’ spreekt boekdelen. A propos, er loert voor mij weer een verjaardagsfeest om de hoek, en nog wel een speciaal feest. Sommigen grappen nu al dat het toch wel een ‘antieke voordeur’ is die krijg. Ach, what’s in a number?

In onze maatschappij ligt veel nadruk op het jong-zijn èn het jong-blijven.
Vind ik het dan niet erg om 60(!) te worden?
Mijn hemel, het is geweldig om 60 te mogen worden!
Ik heb genoten van mijn jeugd. Ik heb onbezorgd onnozel kunnen doen. Ik heb geswingd en geslowd. Ik kon uren stappen zonder mijn benen te voelen en hield van hoogspringen en volleyballen. Nina George schrijft het zo mooi in ‘De boekenapotheek aan de Seine’:

We bewaren de tijd allemaal. We bewaren de oude versie van de mensen die ons verlaten hebben. En ook wij zijn nog die oude versie, onder onze huid, onder de laag van rimpels, ervaringen en gelach. Daaronder zijn we nog wie we vroeger waren. Het vroegere kind, de vroegere geliefde, de vroegere dochter.’

Jong zijn was fantastisch! Maar wil ik wel terug zo jong zijn?
Als ik 20 jaar zou blijven, zou ik altijd maar dàt weten van die 20-jarige. O ja, op die leeftijd dacht ik echt dat ik zo goed als alles wist, terwijl ik zo onwetend was als een onnozel gansje.
Weet je, ik wil niet terug. Ik wil vooruit, nog meer zien, nog meer leren, nog meer doen.
Natuurlijk ben ik een beetje jaloers op jonge mensen, eens de 50 gepasseerd is iedereen dat wel eens. Jong zijn, vol toekomstdromen, naïef en bruisend van energie, wie wil dat niet blijven? Ja, het steekt soms wel eens als het wat meer begint te kraken en te piepen.
Maar ik denk dat alles zijn beurt krijgt, en elke fase is nodig om volledig tot ontwikkeling te kunnen komen. Ik heb mijn fantastische beurt van 20-jarige gehad en nu volgt de geweldige beurt om als 60-jarige door het leven te gaan.
Mitch Albom verwoordt mijn gedachten in dit stukje uit ‘Mijn dinsdagen met Morrie’:

Al die nadruk op jong zijn – ik trap er niet in. Hoor eens, ik weet hoe ellendig het kan zijn om jong te wezen, dus vertel mij niet dat het zo geweldig is. Al die jongelui die bij me zijn gekomen met hun problemen, hun conflicten, hun gevoelens van minderwaardigheid, hun idee dat het leven afschuwelijk was, zo erg dat ze er een eind aan wilden maken …
En bij al die ellende komt nog dat jonge mensen geen wijsheid bezitten. Ze begrijpen heel weinig van het leven. Wie wil er iedere dag leven, als je niet eens weet wat er aan de hand is? Als andere mensen je manipuleren, je wijsmaken dat je mooi wordt als je dit parfum koopt, of sexy als je deze spijkerbroek koopt – en jij gelooft ze ook nog! Het is zo’n onzin.
Ik verwelkom ouder worden met open armen. Naarmate je ouder wordt, leer je meer. Als je 22 bleef zou je altijd zo onwetend blijven als toen je 22 was. Ouder worden is niet alleen achteruit gaan. Het is ook groeien. Het is meer dan het negatieve dat je straks doodgaat, het is ook het positieve dat je begrijpt dat je doodgaat en juist daarom een beter leven gaat leiden.’

Als ik gezond mag blijven, dan kan ik zonder zorgen oud worden. Verschillende wetenschappelijke onderzoeken wijzen zelfs uit dat ‘jochies onder de 50’ op vele terreinen het onderspit moeten delven tegen de ‘oudjes’. Een paar voorbeelden: Woordenschat bereikt zijn piek pas op 71 jaar (ik kan dus nog heel wat verbetering in mijn blog steken). Menselijke emoties worden best begrepen vanaf ’tram 5′, alsook wiskundige vaardigheden. Op 69 jaar zou de levensvreugde het hoogst zijn en vanaf 74 is de mens gelukkig met zijn lichaam. Pas op 82-jarige leeftijd is men ook psychologisch het gelukkigst. (infografiek Business Insider 03/2017)
Dit zijn maar grafiekgegevens en gemiddelden, maar, wauw! Ik kan dus nog wel een tijdje mee!

Geluk zit niet in je leeftijd,
geluk zit tussen je oren.

In de oudheid waren er niet zoveel mensen die een hoge leeftijd bereikten. Misschien daarom dat men de ervaring en wijsheid van die hoogbejaarden bewonderde. Men stopte ze toen niet in vergeten rusthuizen, maar eerde het geestelijk niveau dat die mensen uitstraalden.
In onze hoog technologische, moderne, materiële wereld heerst er een geestelijke ontkenning. Het lichaam is een afgod geworden en alles wat afbreuk doet aan de ‘volmaakte jeugd’ wordt wantrouwend bekeken. DNA- afwijkingen en aftakelingen wil men uitschakelen. De mens heeft zichzelf tot god verklaart en daar past geen enkel syndroom in, noch Alzheimer, ouderdom en dood. Men is vergeten dat het leven meer is dan de tijdspanne tussen geboorte en dood. Het leven is niet aan ’tijd’ gebonden.

In de Bijbel zegt God tot de mens:

Want stof bent u
en u zult tot stof terugkeren.’
(Genesis 3:19)

We praten er niet over, het is een taboe, we denken er liefst niet aan, maar het is een zekerheid dat ons lichaam aftakelt en zal sterven.
Maar is de mens enkel dat lichaam?
Ik geloof dat ik meer ben dan mijn stoffelijk omhulsel. Dat omhulsel wordt oud, krijgt gebreken en zal tot stof vergaan. Maar ik, mijn wezen, ik zit in dat omhulsel. Die ‘ik’ wordt nooit oud.

Je hart blijft eeuwig jong
terwijl je door de tijd reist,
laag na laag.
(onbekend)

Ik geloof dat de mens een eeuwig wezen is, zonder begin en zonder einde. Het leven is een mysterie dat niet aan tijd gebonden is. Op mijn ‘zestigste’ is dat mysterie een mooi gegeven, maar ook een gegeven waar mijn kennis ervan nog in peuterschoentjes staat. Er zijn zoveel schriftteksten die mijn verstand over dat onderwerp prikkelen. Ik wil jullie even meenemen op mijn eeuwige reis:

Ik bestond al voor ik geboren werd, en daar bedoel ik niet mee dat mijn leven begon bij de conceptie en het is ook geen reïncarnatie.
Soms gaat de moderne mens ervan uit dat vroegere profeten niet al te slim waren, maar kijk eens naar wat zij als openbaring van de Heer ontvingen omtrent een leven voor de geboorte:

De Heer had nu mij, Abraham, de intelligenties getoond die waren georganiseerd eer de wereld was; en onder al dezen waren er velen van de edelen en de groten. (Abraham 3:22)

…Want Ik, de Here God, heb alle dingen waarvan Ik heb gesproken, geestelijk geschapen, voordat ze in hun natuurlijke staat op het oppervlakte der aarde waren … (Mozes 3:5)

De mens was eveneens in het begin bij God. Intelligentie, of het licht der waarheid, is niet geschapen of gemaakt, en dat kan ook niet. (L&V 93:29)

Ja, voor hun geboorte ontvingen zij, met vele anderen, hun eerste lessen in de wereld der geesten en werden erop voorbereid om in de bestemde tijd des Heren op aarde te komen … (L&V 138:56)

Voordat Ik u in de moederschoot vormde, heb Ik u gekend; voordat u uit de baarmoeder naar buiten kwam, heb Ik u geheiligd. (Jeremia 1:5)

De Here heeft mij tot aanzijn geroepen
als het begin van zijn wegen,
voor zijn werken van ouds af.
Van eeuwigheid aan ben ik geformeerd,
van den beginne, eer de aarde bestond.
Toen er nog geen oceaan was, ben ik geboren,
toen er nog geen bronnen waren, rijk aan water.
Eer de bergen omlaaggezonken waren,
voor de heuvelen ben ik geboren;
toen hij het aardrijk en de velden nog niet had gemaakt,
noch de eerste stofdeeltjes der wereld.
Toen Hij de hemel bereidde, was ik daar;
toen Hij een kring trok op het oppervlak van de oceaan,
toen hij de wolken daarboven bevestigde,
en de bronnen van de oceaan met kracht opborrelden,
toen Hij aan de zee haar perk stelde,
opdat de wateren zijn gebod niet zouden overtreden,
en Hij de grondslagen der aarde bepaalde,
toen was Ik een troetelkind bij Hem,
ik was een en al verrukking dag aan dag,
te allen tijde mij verheugend voor zijn aangezicht,
mij verheugend in de wereld van zijn aardrijk,
en mijn vreugde was met de mensenkinderen.
(Spreuken 8:22-31)

Geweldige teksten in de Schriften! Ik ben dus niet alleen een lichaam van vlees en beenderen, maar in dat lichaam zit een onsterfelijke geest. En wat als ik sterf? Ik deel graag een paar van mijn favoriete schriftteksten over dit onderwerp:

…En het stof keert weder tot de aarde, zoals het geweest is, en de geest keert weder tot God, die Hem geschonken heeft. (Prediker 12:7)

Welnu, met betrekking tot de staat van de ziel tussen de dood en de opstanding, zie, het is mij door een engel bekendgemaakt dat de geest van ieder mens zodra hij dit sterfelijke lichaam heeft verlaten, ja, de geest van ieder mens, hetzij die goed of kwaad is, huiswaarts wordt gevoerd naar die God die hem het leven heeft geschonken. (Alma 40:11)

Welnu, er is een dood die een stoffelijke dood wordt genoemd; en de dood van Christus zal de banden van die stoffelijke dood verbreken, zodat allen uit die stoffelijke dood zullen worden opgewekt. De geest en het lichaam zullen opnieuw worden verenigd in hun volmaakte gedaante … (Alma 11:42,43)

Dit waren een paar teksten uit de Bijbel, het Boek van Mormon, de Leer en Verbonden en de Parel van grote waarde. Er zijn ook de persoonlijke verhalen van mensen over een leven voor de geboorte en de getuigenissen van mensen die een bijnadoodservaring hadden. Ik vind het fantastisch om te beseffen dat mijn leven het leven is dat in mij zit. Door dat wonder te geloven, kan ik gemakkelijker met mijn zestigste verjaardag omgaan en kan ik ouder worden met een glimlach. Het mooiste moet immers nog komen. Ik blijf eeuwig jong.

Phil Bosmans voelde dit mysterie ook aan toen hij schreef:

We hebben een jong hart, zolang we van het leven houden,
van het leven zoals het zich elke dag presenteert
met zijn goede en kwade kanten.
We hebben een jong hart, zolang we van de mensen houden
en zolang we hen alles gunnen, wat we misschien zelf missen.
Wie met een ‘jong hart’ oud wordt,
zal met een stille blijmoedigheid
de vele kleine en grote narigheden van de oude dag
kunnen aanvaarden.
Hij kent de zin van het leven en het sterven.
Hij weet hoe alles ‘kort’ en ‘klein’ is
en koestert de hoop op ‘eeuwig’ leven.

Weet je, als er nog eens iemand tegen me zegt dat ik er goed uitzie voor mijn leeftijd, dan lach ik in mezelf. Leeftijd heeft geen belang, ouderdom is niet belangrijk … behalve als je kaas bent.