Zie jij goed genoeg?

zien-blog

Het was vandaag weer een schitterende herfstdag! Hebben jullie ook het zonlicht op het gras zien vallen? Hebben jullie gezien hoe het speelde met de kleuren en de vorm van bloemen en blaadjes?
En hebben jullie op het einde van de dag die prachtige zonsondergang gezien? Hebben jullie gezien hoe de zon als een vurige sinaasappel wegzonk achter de horizon en hoe de lucht nog even haar gloed vasthield met felle oranje strepen tussen slierten blauw en grijs?

Het gaf mij alvast een warm gevoel, maar toch voelde ik me ook een beetje droef-schuldig.
Hoe jammer is het niet dat we zulke momenten meestal niet vangen met onze ogen. We hebben zo’n druk leven en rennen van de ene afspraak naar de andere. We verslijten onze ogen met het kijken naar een heleboel dingen die dikwijls het kijken niet waard zijn.
Waarom vinden we het zo moeilijk om onze agenda even te laten voor wat hij is, en nemen we nauwelijks de tijd om al die wonderlijke dingen die in de natuur plaatsvinden in ons op te nemen?
Ik realiseer me heel goed dat ik al veel herfsten en zonsondergangen heb overgeslagen en ik neem me voor dat ik er meer oog voor ga hebben.

Als wij niet meer met verwondering naar Gods wonderbaarlijke schepping kunnen kijken, dan hebben we iets kostbaars verloren.

Er is een verhaal dat God steeds weer geniet van zijn schepping. God heeft op een goede dag de zon geschapen en de zon gaat op. Hij vindt het zo mooi dat Hij zegt: ‘Nog een keer.’
En de volgende dag zegt Hij het weer: ‘Nog een keer.’

Hoe ouder ik word, hoe meer respect ik voor de natuur krijg.
Toen ik enkele jaren jonger was heb ik de cursus natuurgids gevolgd en later heb ik me nog bijgeschoold rond paddenstoelen en vogels. Door die cursussen en de vele excursies heb ik nog meer de schoonheid van bomen, planten, bloemen en dieren leren zien.

Leren zien is de kunst

die het moeilijkst is

en het langzaamst wordt verworven.

(Edmond de Goncourt)

Zien is inderdaad iets heel anders dan kijken. iets zien vraagt om ontvankelijkheid, een open geest. Het volgende Engelstalige tekstje vat dit zo mooi:

‘There are things you can’t reach.
But you can reach out to them, and all day long:
the wind, the bird flying away, the idea of God …
And it can keep you busy as anything else, and happier.
I look; morning to night I am never done with looking.
Looking I mean not just standing around,
but standing around
As though with your arms open.’ (Mar Oliver)

We moeten ook willen zien. Wat we zien hangt ook af van waar we naar zoeken. Volgens John Lubbock kan op eenzelfde plek de landbouwer het gewas opmerken, de geoloog de fossielen, de botanist de bloemen en de kunstenaar de kleuren. Hoewel we dus naar dezelfde dingen kijken, zullen we die niet allemaal zien.

Zien is nog iets anders dan kijken,

en wat wij met het leven doen

is vaak voor een groot deel afhankelijk

van hoe wij de dingen zien.

(Toon Hermans)

Antoune de Saint-Exupéry schreef: ‘ Enkel met het hart kan men goed zien. Het essentiële is onzichtbaar voor de ogen.’
Om met je hart te kijken heb je verbeelding nodig. We kunnen kijken met het oog van een wetenschapper of met het oog van een kind. Ik las daarover een mooie tekst van Gottfrid Van Eck :

Een kind dat onder de sterrenhemel staat en tegen zijn vader zegt: ‘Kijk, papa, dat zijn de sproeten van God’, gebruikt de taal van de verbeelding. De rationele mens zou zeggen dat dit onzin is; sterren zijn zonnestelsels die miljarden lichtjaren bij ons vandaan zijn. Maar het beeld van het kind bevat in feite meer waarheid dan de wetenschappelijke waarheid die alleen maar aangeeft wat sterren feitelijk zijn. Zie je de sterren als sproeten van God, dan zie je iedere keer als je ’s nachts naar buiten gaat God als het ware recht in het gezicht, waardoor je je geborgen voelt omdat je God dichtbij je weet. Geloven is een andere manier van kijken naar de realiteit vanuit het besef dat er meer is dan je ziet en in feitelijke taal kunt vatten. Maar dan moet je wel met andere ogen leren kijken, want je kunt ziende blind zijn en niet zien waar het werkelijk op aan komt.’

Het geloof is vrijwillig blind:

het sluit de ogen

om beter te kunnen zien.

(Hughes Felicité de Lamenais)

Er circuleert een ontroerend verhaal over Mozes Mendelssohn, de grootvader van de beroemde Duitse componist. Ik heb er veel over ‘zien’ en liefde uit opgestoken.
Mozes Mendelssohn was niet bepaald knap om te zien, hij was kort van stuk en had een lelijke bochel. Op een dag was hij op bezoek bij een koopman in Hamburg, die een prachtige dochter had die Frumtje heette. Mozes was op slag verliefd op haar. Maar Frumtje zag hem niet staan, ze vond hem afschuwelijk lelijk.
Toen hij moest vertrekken raapte Mozes al zijn moed bij elkaar om met haar te spreken. Ze weigerde hem aan te kijken.
Toen vroeg Mozes heel verlegen: ‘Frumtje, geloof jij dat huwelijken in de hemel worden gearrangeerd?’
‘Ja,’ zei ze, hem nog steeds niet aankijkend. ‘En jij?’
‘Ja, ik ook,’ antwoordde hij. ‘ Weet je, bij de geboorte van ieder jongen kondigt de Heer in de hemel aan welk meisje hij zal trouwen. Toen ik geboren werd, werd me ook mijn toekomstige bruid aangewezen. Maar de Heer voegde daaraan toe: ‘En jouw bruid zal een bochel hebben.’
Meteen riep ik uit: ‘O, een bruid met een bochel is iets vreselijks! Alstublieft, Heer, geeft U mij die bochel en laat haar mooi zijn.’
Toen hief Frumtje haar blik omhoog en keek ze hem in de ogen. Ze herinnerde zich iets uit een heel ver verleden en ze gaf Mozes haar hand.

Het getuigt van een goed zicht als we in onze partner iemand bijzonder zien. Voor mij gaat er geen dag voorbij dat ik uitkijk naar de thuiskomst van mijn man.
Ik denk dat er ook geen ouders bestaan die niet heimelijk in hun kinderen onbeperkte mogelijkheden zien. Liefde voor iets of iemand laat je meer en beter zien!

Mensen worden geboren met twee ogen en slechts één tong. Misschien omdat we twee keer zoveel zouden moeten zien als zeggen?
We moeten voorzichtig zijn met ons oordeel, want is er iemand die echt alles van een ander doorziet?
In de bijbel waarschuwt Jezus over dit oordelend zien:

Waarom ziet u wel de splinter

in het oog van uw broeder,

maar merkt u de balk

in uw eigen oog niet op?

(Mattheus 7:3)

Misschien zit er teveel stof in onze ogen zodat we niet meer duidelijk kunnen zien? Hoe komt dit stof in onze ogen? Is het een te groot ego dat stof rondstrooit?

De domheid dringt zich naar voren,

om gezien te worden;

het verstand gaat achteraan staan,

om te zien.

(Carmen Sylva)

Dit blogbericht ging echt niet over het bezoek aan een oogarts, misschien een beetje om eens door een andere bril te kijken, maar vooral om met ons hart te leren zien. Zie jij goed genoeg?
De herfst is een uniek seizoen om te leren zien.

Laat geen gelegenheid voorbij gaan

om iets moois te zien.

Want schoonheid is het handschrift

van God.

(Ralph Waldo Emerson)

Boekentip om bij herfstig weer te lezen:

‘Als je het licht niet kunt zien’ van Anthony Doerr

‘Het meisje dat uit het duister kwam’ van Diana en Bernie Lierow

 

 

 

 

Welke kleur breng jij in je leven?

kleurAls ik naar buiten ga, dan ruik en voel ik dat de herfst op kousenvoeten de zomer verdrongen heeft.Niet bruusk, maar heel langzaam past de natuur zich aan dit nieuwe seizoen aan. De dagen worden steeds korter en bomen en bloemen maken zich klaar om met een laatste vuurwerk aan kleur de herfst een van de mooiste perioden van het jaar te maken.

John Burroughs merkte heel wijs op:

How beautiful the leaves grow old.
How full of light and color
are their last days.

Hoe prachtig zou het niet zijn moesten alle mensen het licht en de kleuren zien die oudere mensen uitstralen. De jeugd met hun zonnig, fel en uitbundig kleurenpalet zou zich nog mooier en dieper ontwikkelen als ze deze oude pracht zou opmerken en waarderen. Een mooi boek om hieromtrent te lezen is ‘Mijn dinsdagen met Morrie’ van Mitch Albom.

Ik hou van kleuren. Naargelang mijn ochtendhumeur kleed ik me feller of zachter. Mijn ‘ik’ heeft een grote voorkeur voor zachte tinten, maar af en toe ga ik ook eens uit de bol voor felrood of knaloranje.
Met mijn penseel en verf tover ik liever zachte lichtgevende aquarellen dan harde olieverftaferelen.
De kleurklank van mijn favoriete muziekinstrument, de harp, zal geen harde beats voortbrengen maar stuurt meestal lieflijke, klaterende klanken onze leefruimte in.

Color is a power

which directly

influences the soul.

(Wassily Kadinsky)

Kleur is een speciaal fenomeen. In wetenschappelijke termen is een kleur een eigenschap van licht en wordt de kleur bepaald door de verschillende golflengtes van dat licht.
Een oppervlak dat alle golflengten volledig absorbeert, wordt zwart genoemd. Een voorwerp dat alle golflengten (bijna) volledig diffuus weerkaatst, wordt wit genoemd.
Maar er is geen voor de hand liggende relatie tussen de natuurkundige definitie van kleur en de echte, dikwijls verschillende, kleurervaring die een mens opmerkt.

The whole world,

as we experience it visually,

comes to us through the mystic realm of color.

(Hans Hofmann)

Er is veel gezegd en geschreven over kleur. Psychologen, wetenschappers, kunstenaars, schrijvers, filosofen en kwakzalvers, allemaal hebben ze aan alles een kleurtje willen geven.
In 1666 verdeelde Isaac Newton het spectrum in zeven kleuren:
rood-oranje-geel-groen-blauw-indigo en violet.
In 1810 schreef Johann Wolfgang von Goethe zijn kleurenleer. Hij wist toen al dat sommige kleurcombinaties écht niet kunnen, en dat kleuren een eerste impressie kunnen maken of breken.
De architectuur en reclame- en modewereld gebruiken en misbruiken de emotionele uitstraling van kleuren.

Zo is rood overal ter wereld dé signaalkleur. Rood valt op. Denk maar aan het gebruik in verkeerslichten, verkeersborden en de remmen van een auto. Rood wordt gekoppeld aan bloed en vuur, maar ook aan liefde en hartstocht. Is rood je lievelingskleur? Volgens kleurpsychologen wil je dan indruk maken en presteren. Je kleding toch een beetje aanpassen als je gaat solliciteren? En gelukkig leven we niet meer in de middeleeuwen, toen werden roodharige vrouwen van hekserij verdacht. Toch moeten wij ook opletten dat we geen heksenjacht ontketenen aan de een of andere kleur.

If you’re white and you’re wrong,
then you’re wrong.
If you’re black and you’re wrong,
you’re wrong.
People are people.
Black, blue, pink, green –
God make no rules about color,
only society.
(Bob Marley)

Veel kinderen houden van geel. Misschien omdat geel wordt geassocieerd met zon, licht en leven? Als geel je lievelingskleur is dan zou je geestelijk zeer levendig zijn en wil je steeds meer kennis verkrijgen. Gelukkig mogen wij vandaag, als we dat willen, allemaal geel dragen. In China mocht alleen de keizerlijke familie dat, omdat ze gezien werden als afstammelingen van de zon.

Soms vinden we ook een tegenstrijdigheid in de betekenis van een kleur. Groen zou voor veiligheid en rust staan, maar is ook de kleur van vergif. In tekenfilms worden rare wezens graag in het groen afgebeeld.
Misschien ben je nog groen achter je oren, maar heb je wel al eens een blauwtje opgelopen?
Wist je dat vroeger de deuren en luiken vaak blauw geverfd werden? Men dacht dat de kleur blauw de kwade machten kon verjagen. In het zuiden vind je nu nog steeds veel blauwe deuren. Niet dat daar meer kwade machten aan het werk zouden zijn, maar omdat blauwe deuren blijkbaar de vliegen buiten houden (ik zal maar kleur bekennen: volgens mij zijn vliegenramen toch veel efficiënter).

The object and color in the materials around us

actually have a physical effect on us,

on how we feel.

(Florence Nightengale)

Kleuren hebben inderdaad een effect op de mens. Waarom dragen dokters, laboranten en koks een witte beroepskleding? Wit staat voor schoon en smetteloos en dat verwachten wij in het beroepsveld van die mensen toch?
Wit is een speciale kleur, ze is de optelsom van alle kleuren samen. Meestal heeft de totale som van iets ook de absolute meerwaarde. Maar gelukkig ziet ons oog alle kleurschakeringen. Stel je voor dat ons zicht beperkt zou zijn tot wit en zwart, dan zouden we nooit regenbogen zien.

Ik stel mijn leven graag voor als een kleurdoos. Hoeveel kleuren zitten er in jouw doosje? 8 of 64?
De dingen die we doen, kleuren onze wereld. Als we een zwartkijker zijn, zal ons beeld altijd grijs zijn. We moeten veel kleuren in ons leven gebruiken. Met wat humor en wat liefde begint ons grijs beeld al wat op te klaren. Opgelet! Nijd, afgunst en roddel geven een vale kleur en kan ons kleurenpalet verwoesten.

The world needs

your prismatic soul.

(Amy Leigh Mercree)

We moeten ‘in kleur leven’! De wereld is al donker genoeg!

Maar we kunnen de kleur zwart niet vermijden,, noch moeten we dat proberen. In een prachtig kunstwerk is ook zwart verwerkt. Zonder zwart kan men geen diepte scheppen. Zon èn regen laten de kleuren van de regenboog verschijnen! R. Tagore zei het zo mooi:

Clouds come floating into my life,

no longer to carry rain or usher storms,

but to add color to my sunset sky.

Ik vind een zonsopgang en een zonsondergang veel mooier met slierten wolken in de lucht. Door onze tegenslagen en negatieve ervaringen krijgt ons levensschilderij meer diepte.

Als we ons verdiepen in de problemen van onze huidige samenleving is het alsof we op een toverbal sabbelen. Je weet wel, onder elke kleur vind je een nieuwe. Toen we kinderen waren vergeleken we elkaars toverbal. Telkens een andere kleur verscheen, gaf dat een magisch gevoel. Ik weet niet of de verschillende politieke kleuren me een magisch gevoel geven, maar als we het over de wereldproblematiek hebben moeten we wel opletten dat we niet als een blinde over de kleuren gaan spreken. We moeten ook voorzichtig zijn of we niet door een gekleurde bril kijken. Een kunstenaar bestudeert ook eerst de kleuren voor hij een kunstwerk maakt.
Waar niemand voor gestudeerd moet hebben, is het feit dat we allemaal weten dat het enige wat we per kleur moeten scheiden, de was is! We zitten echter nog ver weg van de droom van Martin Luther King.

I have a dream

that my four little children

will one day live in a nation

where they will not be judged

by the color of their skin,

but by the content of their character.

Ik wil het ook een beetje over kameleons hebben. Dat zijn rare dieren. Ze veranderen van kleur naargelang de omgeving waarin ze vertoeven.
Misschien willen wij ook wel eens af en toe veranderen van kleur en opgaan in de massa. Maar John Locke gaf hierover wel een doordenkertje:

We are like chameleons.
We take our hue and the color
of our moral character
from those who are around us.

Het is belangrijk met wie we omgaan, zij kleuren ons leven.
Heb je zelf een grijze dag? Alles wat je nodig hebt is een spatje kleur van je vrienden.
Heb je een spetterende kleurrijke dag? Neem je kleurdoos en probeer een regenboog te zijn in iemands grauwe dag.
Aarzel je? Denk je dat jouw kleuren er niet toe doen, dat ze te oud zijn, dat ze niet goed meer kleuren?
Ik weet dat gebroken kleurpotloden nog steeds kunnen kleuren, echt waar.

The ones

who are crazy enough

to think they can

color the world

are the ones who do.

Binnenkort schildert de herfst de natuur vol prachtige kleuren. Vergeet niet wat tijd te maken om er vol verwondering naar te kijken.

Een tip voor de kleurrijke sportliefhebbers: doe eens mee aan the color run!
Dat is een loop van 5 km waarbij de deelnemers in een witte Tshirt starten. Elke kilometer krijgen ze een wolk van kleurpoeder over zich heen. Men loopt voor het goede doel: de strijd tegen borstkanker.
info: thecolorrun.be

Live in color!

Vul je kleurdoos en kleur erop los!

Angst voor spinnen? Angst voor andere dingen?

 

spin-fluo-is-terug

 

Enkele dagen geleden verstoorde een zwart harig monster onze gezellige filmavond. Mijn man maakte de duiksprong van zijn leven en …ik was gered!

 

 

Waarom ben ik, net als zoveel andere mensen, bang voor spinnen? Ik weet echt wel dat die angst overdreven is, ik ben groot en de spin is klein. Maar ik zit er ondertussen wel mee. Ik ben bang voor een levende spin, krijg de kriebels van een dode spin en huiver van plaatsen die perfect geschikt zijn voor spinnen en spinnenwebben – zoals onze zolder en tuinhuis. Kom ik ergens een foto van een spin tegen, dan kan die bladzijde niet vlug genoeg omgedraaid zijn. Ja, ik weet het, dat is allemaal echt overdreven.

Spinnen zijn nuttige beestjes en in onze streken zijn ze ongevaarlijk. Harige, handgrote vogelspinnen komen hier niet voor. Maar bij het zien van een dikke huisspin slaat mijn hart over en verstijf ik ter plaatse. Hoe komt dat toch? Is het een familie-erfenis? Zit het in mijn genen? Heb ik als kind een akelige onverwachte ontmoeting met een spin gehad?

Een spin ‘springt in ’t oog’ en zeker in ’t mijne! Ik heb ze meestal het eerst gezien. Misschien omdat ze er zo lelijk uitzien? Ik vind het ook eng dat ze zo snelle onvoorspelbare bewegingen maken. Daarom durf ik ze ook niet dood meppen, ik zou er toch naast slaan, met nog meer schrik als gevolg.

Aanvallen en vluchten

maken deel uit van de strijd.

Verlamd worden van de angst niet.

(Paul Coelho)

Het is een gegeven dat angst verdwijnt als we de confrontatie aangaan. Het is ook een feit dat we graag wegblijven van dingen die we eng vinden: speechen, autorijden,… De enige manier om de angst te verminderen is het te doen. Angst hoort bij onze groei. Maar het hoeft niet in één keer, je kan het spanningsniveau in stapjes opvoeren en zo veilig oefenen.
De stap-voor-stap-methode wordt op veel domeinen succesvol toegepast. Wat mijn spinnenfobie betreft, ik vond het van mezelf al een heel huzarenstukje om in mijn tweede kinderboek (Fluo is terug) over een reuzegrote spin te vertellen. Met een raar gevoel van binnen en een klam potlood in mijn hand heb ik ze ook getekend. Dat was mijn eerste stap in mijn spinnenangst. Ik weet niet wanneer ik er aan toe zal zijn een volgende stap te ondernemen. Dus hoop ik dat mijn man de reddende engel blijft spelen. Ik heb wel een afspraak met de spinnen in huis gemaakt: ze mogen blijven, als ik ze maar niet zie. Hopelijk hebben ze dat goed begrepen.

We kennen allemaal angstgevoelens en de verlammende uitwerking die ze teweeg brengen. Ook weten we dat angst een slechte raadgever is en toch laten we ons wel eens leiden door onze angsten.
Je moet de dag van vandaag wel heel cool zijn om niet onrustig te worden door alles wat er nu gaande is: opwarming van de aarde, zikavirus, terrorisme, aardbevingen, kernproeven in Noord-Korea, oprukkend China, Rusland dat weer ‘koud’ aanvoelt, Turkije in België, … Het zijn allemaal angstfactoren.
Ja, er kan nogal wat misgaan in onze wereld, veraf maar ook dichtbij.

Ik moest onlangs mijn dochter afzetten aan de luchthaven van Oostende. Een luchthaven vind ik altijd wat opwindend en exotisch, maar deze keer moet ik toegeven dat ik toch wat minder onbevangen was. Twee zwaar bewapende soldaten stonden aan de ingang van deze kleine luchthaven en vertroebelden direct het vrolijke gevoel. Waar is de tijd dat we tot aan de landingsbaan meekonden?
Heb jij bij de laatste terroristische aanslag ook tegen je kinderen of kleinkinderen gezegd dat ze niet bang moesten zijn? Maar geloofde je het zelf wel?

Moed is weerstand tegen angst,

beheersing van angst,

niet afwezigheid van angst.

(Mark Twain)

Psycho-oncologisch therapeut Eveline Tromp zei dat we de onvoorspelbaarheid van het leven eigenlijk niet goed hanteren:
Niets is zeker in het leven. Je kunt ineens ziek worden of overlijden door een ongeluk. Met die onzekerheid kunnen wij mensen vaak niet zo goed omgaan. We zien continu dreiging, in de ijdele hoop dat we het kunnen uitbannen. 

Het Engelstalige woord voor angst is FEAR. dat is de afkorting voor:

False
Expectations
Appearing
Real

FEAR heeft ook nog twee andere betekenissen:

Forget Everything And Run

OF

Face Everything and Rise

Onze fantasie kan ook op hol slaan. Misschien heb jij het volgende wel al eens meegemaakt: na het lezen van een thriller ga je twee keer controleren of alles in huis goed op slot zit. Of na een spannende film hoor je ’s nachts vreemde geluiden en lig je klaarwakker te bibberen onder je deken.
’s Anderendaags ben je doodmoe, heb je barstende hoofdpijn en ben je gegeneerd voor die nachtelijke spoken.

In het licht blijkt het monster
vaak de schaduw van een vlinder.

Wat volgens mij nog bijdraagt tot een bang gevoel is dat voor de huidige media angst creëren een vorm van entertainment is. Onder druk van de concurrentie brengen nieuwsgevers steeds meer negatief nieuws. Dat zorgt voor meer kijkcijfers.
Doordat we zoveel ellende zien en horen, lijkt de samenleving volledig om zeep. En dat is niet zo. Er is nog zoveel goed nieuws, maar dat haalt meestal de krant niet.

Angst verandert niets aan het verdriet van gisteren

en lost de problemen van mogen niet op.

Het enige dat angst doet,

is je vandaag verlammen.

(Corrie ten Boom)

Het blijkt dat slechtnieuwsberichten ons verdrietiger en angstiger maken. We gaan daarbij ook meer piekeren en doemdenken over onze eigen problemen. Als je 90% van je aandacht richt op die 10% die niet goed gaat in je leven, dan ga je na verloop van tijd denken dat 90% niet goed gaat.  Wat kan je daaraan doen?

Eveline Tromp schreef: ‘Als je al je gedachten uit je hoofd zou kunnen schudden, zou je ze in twee stapeltjes kunnen verdelen:
gedachten die voortkomen uit angst
en gedachten die voortkomen uit vertrouwen.
Angst is de grote ontmoediger.
Vertrouwen produceert bemoedigende gedachten.’

Je kan ook met je angsten op een goede manier omgaan: voorbereiden, erover lezen, veiligheidsmaatregelen nemen. Maar je kan niet alles uitbannen.

Wij moeten voortdurend dijken van moed opwerpen

tegen de stormvloeden van de angst.

(Martin Luther King)

Het leven is een reis. Een reis met spinnen en andere angsten. We kunnen altijd kiezen of we luisteren naar onze angst, of naar ons vertrouwen. Als we krampachtig iets willen bereiken, dan kunnen we faalangst ontwikkelen, schrik om verkeerd te doen of te zijn. dan belemmeren we onze groei en schieten we het doel waarom we hier op aarde zijn voorbij. We moeten ons niet alleen richten op het eindresultaat, maar ook genieten van de weg ernaar toe.
We moeten niet bang zijn iets nieuws uit te proberen. Amateurs bouwden de ark, professionals bouwden de Titanic. We moeten het Grote Plaatje durven zien.

Vertrouw op Mij bij iedere gedachte;

twijfel niet,

vrees niet.

(L&V 6: 36)

De Heiland is de Weg, de Waarheid en het Leven. Hij is er altijd om ons aan te moedigen, te vergeven en te redden. Daarom, zoals M. Russell Ballard zei: ‘Als we geloof oefenen en de geboden onderhouden, dan moeten we geen schrik hebben van de reis.’

In moments of fear or doubt or troubling times,

hold the ground you have allready won,

even if that ground is limited.

(Jeffrey R. Holland)

In het Oude Testament, in de Bijbel, heeft de profeet Jesaja mooie dingen geschreven die ons moed kunnen geven onze angsten te overwinnen:

Vrees niet, want Ik ben met u; zie niet angstig rond, want Ik ben uw God. Ik sterk u en help u.
Ik grijp uw rechterhand vast en zeg tot u:
Vrees niet, Ik help u.
(Jesaja 41: 10, 13)

Toen ik een klein meisje was, voelde ik me veilig aan de hand van mijn ouders. Toen ik wat groter was, had ik minder schrik toen ik met mijn vriendinnetje hand in hand verschillende avonturen ondernam. Nog wat groter voelde ik me rustig toen mijn man mijn hand in de zijne nam. Een hand vasthouden verdrijft angst. Ik hou er van om mijn hand in de hand van de Heer te leggen…

 

 

 

Weemoed in mijn tuinzetel.

nazomer

Hebben jullie dat ook, dat weemoedig gevoel in september dat langzaam vanuit je tenen opstijgt? Horen jullie ook een stemmetje dat je influistert dat die mooie zomer weer eens voorbij is?

“’t is weer voorbij die mooie zomer” is ook een liedje van Gerard Cox. Het stond in de jaren ’70 wekenlang in de hitparade. Misschien had het liedje zo’n succes in Nederland en Vlaanderen omdat het een nostalgische klank had. In onze natte lage landen kijken we immers maandenlang uit naar die lange zomerse dagen, maar voor we ’t weten zijn die weer allemaal voorbij.

Gerard Cox – Het is weer voorbij die mooie zomer.

Je hebt er maandenlang naar uitgekeken.
De koude winter wou maar eerst niet om.
Traag en langzaam kropen langs de weken.
Maar eindelijk, daar was ie toch: de zon.

De nachten kort, de dagen lang.
De ochtend vol van vogelzang.
Het scherpe, hoge zoemen van een mug.
Dan denk je: ha, daar is ie dan.
Dit wordt minstens de zomer van een eeuw.
Maar lieve mensen, oh wat gaat ’t vlug.

’t Is weer voorbij die mooie zomer.
Die zomer die begon zowat in mei.
Ah, je dacht dat er geen einde aan zou komen.
Maar voor je ’t weet is heel die zomer
Al weer lang voorbij.


De wereld was toen vol van licht en leven
Van haringgeur vermengd met zonnebrand.
Een parasol om ’t felle licht te zeven en in je kleren schuurde zacht het zand.
We speelden golf en jeux de boule en we zonken zalig in een stoel.
We dreven met een vlot op de rivier.
We werden wekenlang verwend, maar ach, aan alles komt een end
nu zit ik met mijn dia’s in de regen hier.

Herfst verkleurt weer langzaam alle bomen.
‘k heb ’s nachts al lang weer m’n pyjama aan.
Dan had je eens in juli moeten komen,
toen sliepen we ’s nachts buiten op het strand.

En ’s morgens vissen in de zon
en zwemmen zover als je kon
We voeren met een boot een end op zee.
’t is jammer dat het over ging,
’t is allemaal herinnering.
Daar doen we dan de hele winter maar weer mee.

’t Is weer voorbij die mooie zomer,
die zomer die begon zowat in mei.
Ah, je dacht dat er geen einde aan kon komen,
maar voor je ’t weet
is heel die zomer al weer lang voorbij.

Ik heb het liedje nog eens beluisterd op Youtube, doe dat ook maar eens en dan zal je het meer dan normaal vinden dat ik een beetje weemoedig de herfst tegemoet zie.

Weemoed is de aftershave van het verdriet.

(Johan Anthierens)

Wat is weemoed? Waarom voelen we ons soms weemoedig en kijken we nostalgisch terug naar het verleden?
Ik vind weemoed een raadselachtig woord met een even raadselachtig gevoel. Ik ben blij en gelukkig, maar ineens koppel ik een lied, een beeld, een geluid, … naar iets van vroeger en bekruipt me een warm verlangen naar toen, ik word overvallen door een soort heimwee en voel een zachte treurnis om wat voorbij is.

Nostalgie is

gedachten van vroeger

gestript van het gedoe van toen.

(Hanna Bervoets)

Als ik dieper in mijn nostalgische herinneringen graaf, dan merk ik wel dat in iedere moment van mijn leven wel wat ‘gedoe’ was;
Een mooie zomer met uitgeregende uitstapjes en doornatte bbq’s.
Schattige baby’s met kilo’s pampers, uren gekrijs en hoofdpijn.
Interessante uitjes met vrienden, maar waar ik niet begrepen werd.
Een toffe werksfeer met toch enkele venijnige collega’s die mijn leven meer dan zuur maakten.
Een gezonde jeugd, maar met enkele enge ziekenhuisopnames.
Een mooi huis, maar ook een periode van stresserende financiën.
Toffe familiefeestjes, maar ook slepende conflicten.
Veel plezier op school, maar ook deadlines en moeilijke taken.

Nostalgie doet ons dat allemaal vergeten. Hanna Bervoets zei het zo:

Nostalgie is een slijpmachine
die onze herinneringen bewerkt
alsof het ruwe diamanten zijn:
grillige hoekjes worden afgeschaafd
en het oppervlak opgepoetst
tot ons verleden dermate schittert
dat het iets begeerlijks lijkt.

Voorbije dingen lijken soms zo volmaakt. De snoepjes uit onze jeugd waren veel lekkerder, de liedjes veel mooier, het eten gezonder, de vriendschappen intenser en het leven zorgelozer en minder ingewikkeld. Owens Lee Pomeroy zei het zo mooi in het Engels:

Nostalgia is like a grammar lesson:

you find the present tense,

but the past perfect.

Misschien voelen we ons veilig in die nostalgische momenten, omdat vroeger toch nooit terug kan komen. Vele dingen willen we echt niet opnieuw beleven. De Franse zanger Charles Aznavour zei:

Nostalgie is de zucht naar de goede oude tijd,

waarin niets te lachen viel.

Is weemoed en nostalgie dan niet gepast? Moeten we ons ervoor schamen? Is het iets alleen voor stokoude mensen? George Eliot zei:

We could never have loved the earth so well
if we had had no childhood in it.

Weemoed wordt wel eens de brug tussen toen en nu genoemd. Maar ik begrijp echt wel dat ’toen’ niet terugkomt.
Weemoed, nostalgie, dit kan een genezende balsem zijn voor wonden uit ons verleden, maar we mogen er niet in blijven hangen. C. S. Lewis schreef: There are far better things ahead than any we leave behind.’

We kunnen geen betere toekomst hebben als we blijven denken aan gisteren. Ik zou echt niet terug willen. Ik ben mezelf geworden door alle levenservaringen die ik al had en de toekomst zal me verder blijven polijsten.

Misschien waren er vroeger sommige dingen beter (ik heb alvast de volle overtuiging dat de knalrode vierkante ‘lekstokken’ veel lekkerder waren dan enige lolly nu). Maar ik durf me schragen achter de woorden van Gordon B. Hinckley:

Er is nooit een betere tijd in de geschiedenis van de wereld geweest om op aarde te leven. We moeten allemaal dankbaar zijn dat we in deze prachtige tijd met zoveel fantastische zegeningen leven.

Het is een feit dat de mooie zomer op zijn laatste benen loopt. Ik ga genieten van een mooie nazomer en misschien zullen de kortere dagen me af en toe weemoedig maken. Maar hé, de herfst met al zijn kleuren ligt op de loer en in de verte fonkelen al kerstlichtjes. Ik ga genieten van al het moois op mijn pad, het leven gaat al vlug genoeg.

Ik zit in mijn tuinzetel. De weerman beloofde een prachtige nazomer. En dat is het ook. Ik zomer dus eventjes na. Het ruikt buiten al een beetje naar de herfst. De ‘grasparels’ blijven een hele dag liggen. De lijsterbes heeft geen oranje bessen meer en laat al bladeren vallen. Het zonlicht is niet meer zo fel. Wespen vliegen venijnig heen en weer en vlinders proberen de laatste nectar uit de vlinderstruik te halen. Spinnen weven kunstwerkjes en dikke libellen flitsen boven de vijver. Af en toe groepen vogels samen in de lucht, op weg naar warmere streken. Heel de natuur haalt weemoedig adem …

 

Onderwijs = leren?

school blog 2

Het nieuwe schooljaar is gestart. Duizenden kinderen, tieners en adolescenten sluiten de vakantiedeur en stappen of fietsen met gemengde gevoelens de schoolpoort binnen.
De eerste schooldag is altijd een mix van spanning en verwachting, en niet alleen voor de leerlingen. Ook ouders en leerkrachten produceren die dag wat meer stresshormonen.
Het jaarlijkse beeld aan de schoolingang heeft altijd wel min of meer dezelfde beelden in aanbieding. Sommige kleutertjes huilen en krijsen, terwijl andere kleintjes geen traan verpinken en zelfs niet meer omkijken naar mama of papa die met een krop in hun keel onnozel staan te zwaaien.
Op de speelplaats van de lagere school sleuren 6-jarigen een rugzak mee waar ze het liefst zelf willen inkruipen. Traantjes zijn dan al wat zeldzamer, maar die eerste ochtend vertoont bijna de hele klas symptomen van buik- en maagklachten.
Aan de middelbare scholen kan je er de meeste nieuwelingen zo uithalen: onzekere mensjes, die toch al meer dan acht jaar schoolervaring achter de rug hebben, gluren vanuit hun ooghoeken naar al die grote slungels. Ze zouden zich het liefst terug toveren naar het laatste jaar van de lagere school, toen ze de plak zwaaiden over al die ukkepukkies. Met weemoed beseffen ze dat de rangorde gewijzigd is en dat ze op dit onbekend domein hun positie weer zullen moeten verdienen.
Gelukkig zijn na een paar dagen de meeste horrorbeelden vervlogen en volgt een aanpassing aan het nieuwe leerproces.

Als we eerlijk terugdenken zijn wij, volwassenen, die gevoelens niet vergeten en weten we dat er voor deze jongeren nog veel zulke momenten zullen gebeuren: een nieuwe job, een eerste werkdag, nieuwe collega’s, een nieuwe baas … Ineens zijn onze ingewanden weer evenveel van slag als toen, aan die grote schoolpoort.

Onderwijs is slechts het minste deel

der opvoeding.

(John Locke)

Net als jullie heb ik verschillende facetten van het onderwijssysteem doorlopen. Mijn schoolloopbaan startte toen ik nog geen drie jaar was. Ik herinner me niet veel meer van mijn kleutertijd. Het kleuterschooltje had drie klaslokalen en ik zie het vage gezicht van een nonnetje en een juf met een blauwe schort aan. Aan die eerste schooljaren heb ik geen noemenswaardige complexen overgehouden. Het enige wat me blijven achtervolgen is, is het gevoel van verwarring tijdens een schilderles. We moesten een landschapje naschilderen naar het voorbeeld van de juf (of de non, dat weet ik niet meer). Ik kreeg een fikse uitbrander en voel de onrechtvaardigheid ervan nu nog altijd tot in mijn teentoppen. Ik had het gedurfd om het omgekeerde te schilderen: ik had de wolken wit en de lucht blauw gekleurd. Waarschijnlijk was de lucht buiten ook zo geschrokken van al dat tumult in die kleine kleuterklas, want vanaf dat moment zweven er, tot mijn grote opluchting,  witte wolken in een blauwe lucht.
Voor de rest had ik een zalige kleutertijd. Van kleutertesten hadden ze in die tijd nog niet gehoord, het leven van een kleuter was mooi en zorgeloos.

Toen ik zes was ging ik naar de ‘grote school’. Buiten een herinnering aan een heksenfiguur, die vooral in de refter schrik en terreur zwaaide, had ik het geluk om leuke juffen te hebben. Ik leerde zonder veel poespas lezen, schrijven en rekenen. Ik hield van spreekbeurten geven en van Frans. Ik was een gelukkig kind met veel vriendinnetjes. Pesten was een woord dat wij niet kenden. Iedereen hoedde zich ervoor om met straf naar huis te gaan, want thuis werd dat schrijfwerk op zijn minst verdubbeld.

De overgang van de lagere school naar de middelbare school verliep zonder stoten. Toen ik veertien was veranderde de schoolpolitiek en werd de school ‘gemengd’. Voor het eerst mochten jongens en meisjes naar dezelfde school gaan en in dezelfde klas zitten. De wereld van dat andere deel van het menselijk ras ging volledig open en ik onderscheidde algauw de ettertjes van de grapjassen, en de nerds van de speelvogels. Ik heb zoveel gelachen in mijn tienerjaren, maar ook veel geleerd –  van goede en minder goede leerkrachten. Van sommigen herinner ik me niets meer. Bij anderen kan ik het gezicht nog koppelen aan hun bijnaam en van enkelen weet ik ook nog hun hele naam.

Een middelmatige leraar spreekt,
een goede leraar verklaart,
een groot leraar toont,
een grandioze leraar inspireert.

Een biologieleraar ontstak het vuur voor de natuur in mijn binnenste. Ik denk dat hij fier zou zijn moest hij weten dat ik natuurgids ben.
Toen ik zeventien was, doofde de wiskundeleraar bij mij alle enthousiasme voor getallen, terwijl ik toch altijd prachtige cijfers had. Ik denk dat hij niet meer gemotiveerd was om het nut van algoritmen en parabolen te laten ontdekken door teenagers.
De leraar Frans boog zich teveel over de meisjes, wat heel gênant was, maar hij was met zijn punten ook veel guller voor hen. Niettemin hou ik aan zijn lessen toch een goede uitspraak van de Franse taal over.
Engels en Nederlands kregen we van dezelfde leraar. Er waren verschillende meisjes verliefd op hem en ik had ook wel een boontje voor deze nog jonge onderwijzer. Ik hield van zijn manier van lesgeven en droomde dat ik ooit een beroemde schrijfster of journalist zou worden.
Maar de leraar die me het meest is bijgebleven is mijn geschiedenisleraar. Hij heeft me echt laten nadenken en me verbanden laten ontdekken. Ik denk dat in zijn lessen het zaadje groeide om zelf leerkracht te worden.

Het gaat er niet om of
je binnen of buiten
de lijntjes kleurt,
het gaat erom
dat je
je eigen tekening maakt.

En zo belandde ik aan de andere kant van het klaslokaal. Ik heb enorm graag les gegeven. Ik hield ervan om de leerlingen te laten nadenken, om hen principes uit te leggen en hen dan zelf dingen te laten ontdekken. Ik probeerde hun visie op de wereld te verruimen en hen liefde voor boeken bij te brengen. Ik moedigde open communicatie aan en vond het fantastisch om jonge mensen klaar te stomen om met vastberadenheid hun dromen na te jagen. Ik was zeker geen volmaakte leerkracht en heb wel eens dingen verkeerd ingeschat. Ik vond de administratieve kant van de job uitputtend en soms zinloos. Maar het doet zo veel deugd als een oud-leerling naar me zwaait en met een brede lach ‘Dag juf Linda!’ roept.

Een leraar raakt de eeuwigheid.

Hij weet nooit waar zijn invloed

zal stoppen.

En toen kreeg ik de kans om directeur van een lagere school te zijn. Dat was een interessante, maar ook moeilijke periode in mijn beroepsleven. Door die functie uit te oefenen heb ik veel bijgeleerd over pedagogie en een school leiden. Mijn ervaring als hoofd van een school heeft me nog meer laten beseffen dat de leerkracht er toe doet!

Ik zou dan ook willen dat alle leerlingen dit nieuwe schooljaar een leerkracht hebben,
die zijn leerstof beheerst en enthousiast kan overbrengen,
die beseft dat hij lang niet alles weet en dus een leven lang verder leert,
die creatief is en
die leerlingen aanmoedigt om dingen te ontdekken en te creëren,
die kan lachen en kan troosten,
die gelooft in elk kind,
die weet dat kennis alleen niet voldoende is,
bij wie kinderen fouten durven maken,
die oog heeft voor veiligheid – fysisch en emotioneel,
die respect toont en eist,
die geduld heeft en complimentjes geeft,
die leert te onderscheiden wat waard is gelezen te worden,
die een open geest aanmoedigt,
die kritisch leert denken,
kortom, een leerkracht die met liefde lesgeeft en elk kind laat stralen.

De start van een nieuw schooljaar laat me niet alleen stilstaan bij al de scholen die tot mijn ontwikkeling hebben bijgedragen, maar ook bij de allerbelangrijkste school:de school van het leven.

Op school volg je eerst de lessen

en dan krijg je een test,

in het leven krijg je eerst een test,

en dan volgen de lessen.

We leven in de meest competitieve tijd die we ooit gekend hebben. De wereld zal ons meestal betalen wat we waard zijn. En onze waarde neemt toe door alles wat we leren en ik heb het hier niet alleen over onze ‘marktwaarde’. Alle training van ons verstand en onze handen kan ons helpen een goede invloed uit te oefenen.

Henry B. Eyring zei: ‘Onthou dat je een interesse moet hebben in leren, niet alleen voor het sterfelijk leven, maar voor de eeuwigheid.Als je begrijpt dat een geestelijk element je totale educatie verfijnt en opbouwt, dan zal je geestelijk onderwijs op de eerste plaats zetten en toch het seculiere onderwijs niet veronachtzamen. In feite zal je met die geestelijke visie harder werken op school.’

Russell M. Nelson, wereldberoemd hartchirurg, schreef: ‘Ons verstand is kostbaar. Het is heilig. Daarom is de educatie van ons verstand ook heilig. Educatie is een godsdienstige verantwoordelijkheid. Natuurlijk verschillen onze mogelijkheden en onze situaties.. Maar in het volgen van onderwijs is individueel verlangen belangrijker dan de school die je kiest en is persoonlijke drijfveer belangrijker dan de studierichting.’

Onze Schepper verwacht van al zijn kinderen dat ze zich persoonlijk ontwikkelen, dat ze kennis zoeken door studie en geloof (L&V 88:118).
Als we dit leven verlaten dan laten we al onze materiële bezittingen achter, maar de Heer heeft verklaard dat we alle kennis behouden die we in dit leven opgedaan hebben, als we naar het volgend leven gaan (L&V 130:18-19). Wat een prachtige belofte! Wat een motivatie om een leven lang te leren! Ons leren mag nooit stoppen! Als het stopt aan de klasdeur op de dag van de diploma-uitreiking, dan falen we. Er is in het leven nog zoveel meer te leren dan de dingen die we op de schoolbanken leerden. En er is nog zoveel meer op de ‘schoolbanken’ te leren dan toen we afstudeerden. We zijn nooit te oud om iets te leren!
Ik denk dat de manier waarop we les kregen een grote invloed heeft op het feit of we levenslange dorst naar kennis hebben.

Wat beeldhouwwerk is voor een stuk marmer,

dat is onderwijs voor de menselijke ziel.

(Joseph Addison)

Is onderwijs gelijk aan leren? Dat zou het meest logische zijn, maar dat is het niet altijd. Schoolmoeheid uit zich om verschillende redenen, die niet altijd zo duidelijk zijn. Mijn ervaring als moeder, leerkracht en directeur liet me inzien dat de leerkracht (en als ouder ben je de belangrijkste) dé persoon is om het motto ‘levenslang leren’ niet te laten verwateren of te laten verdrinken. Liefde is de sleutel. Zolang leerkrachten uit liefde onderwijzen en niet louter als ‘job met veel vakantie’ dan moet je je niet te veel zorgen maken. Een kind dat graag naar school gaat, is een begrepen kind.

Ik ben zo dankbaar dat ik in een maatschappij mag leven waar ik de vrijheid heb om te kiezen een leven lang te leren!

In de film ‘Dead Poets Society’ zitten pareltjes van educatie. Ik wil hem zeker nog eens bekijken.

robin williams

 

Meditatie aan zee.

zee blog

Een zonnige dag aan het Noordzeestrand: ik zet me neer in het zand en luister naar de wind. Is dit het perfecte plaatsje om de zware tas met strandlakens, zonnecrème, leesvoer, hapjes en drankjes van mijn schouder te gooien, of …?
Ik voel hoe een zeebries mijn haren streelt en bemerk hoe een beetje verderop het lichtwuivende duingras van een zandheuveltje me lonkt met de belofte op een eersteklas zitplaats.
Nog even stuntelig verder klauteren. Ik denk niet dat ‘klauteren’ de juiste omschrijving geeft van mijn ploeteren omhoog. Maar, hé, heb je ooit al een oma gracieus een duin zien beklimmen, beladen als een muilezel, met in de ene hand twee paar sandalen en een klein mensenhandje, en in de andere een tas vol met alle denkbare en ondenkbare strandspullen?
De achterhoede, met emmers, schopjes en grote spades, sjokt ook omhoog en keurt de strandplaats goed. In een wip lopen de groteren weer naar beneden. Het water komt op en dus is het zandkastelentijd!
Terwijl mijn man zich blaren op zijn handen schept, vlei ik me neer op een van de kleurrijke handdoeken. Ik sluit mijn ogen. Eventjes helemaal niets doen. Niets denken. Alleen maar languit genieten van de geluiden:
de bruisende golfslag,
kwetterende meeuwen,
lachende kinderen,
en het vallen van zand in een emmertje.

Onze jeugd en de zee,
ze denken dat ze oneindig zijn,
omdat we de andere oever niet zien.
(R.F.Lissens)

Ik ben vergeten hoeveel keer ik al naar de zee geweest ben, maar ze was altijd anders. De seizoenen, het weer, de wind, de sporters, mijn gezelschap en mijn gemoedstoestand, ze gaven telkens een ander beeld.
Soms was de zee een gladde spiegel waar mensen tot hun knieën in het water dromerig naar de horizon tuurden. Dan weer kolkten en lonkten luidruchtige golven surfers en moedige zwemmers tot ver buiten de boeien. Een ding blijft hetzelfde: als ik het strand en de zee zie, ben ik in een oogwenk weer een kind. Kinderliedjes als ”k Heb de zon zien zakken in de zee’, en ‘Tien kleine visjes’ springens spontaan in mijn hoofd. Ik beleef kinderlijke plezier aan warmte van het fijne zand tussen mijn tenen, het water  wel of niet over mijn voeten laten stromen, het duizelige gevoel van de steeds bewegende zee, springen over de golven en schelpen zoeken aan de vloedlijn. Nonnetjes, wenteltrapjes, kokkels, zaagjes, messchedes en andere grote en kleine strandschelpen, ik vind ze nog even mooi.
De zee heeft nog steeds iets oneindigs, ook al weet ik dat de Engelse kust echt niet zo veraf is. Ik las ergens de volgende uitspraak:

De liefde is als een schelp,

waarin je de zee van de eeuwigheid

hoort ruisen.

Wie heeft dat nooit gedaan: een schelp aan je oor houden en de zee ‘horen’?
Als ik mijn kleinkinderen nu verwonderd met een schelp aan hun oren zie staan, is een glimlach nooit ver weg.
Misschien moeten wij, de volwassenen, eens wat meer een schelp aan ons oor houden. Want alles gaat voorbij, maar de liefde blijft.
Ooit zag Phil Bosmans alle mensen als broeders in dezelfde boot varen:

Alle mensen als broeders in dezelfde boot.
Mensen die samen varen …
Een fantastisch droom.
De zon danst aan de hemel,
de vissen dartelen in de zee.
Alle mensen als broeders in ’n zelfde wereldboot.
Zwakken en sterken.
Alle volkeren en talen en rassen.
Machtigen en machtelozen.
Armen en rijken.
Mensen die samen varen,
als broeders op de wereldzee,
onder dezelfde zon,
op dezelfde baren,
wind mee,
wind tegen,
in dezelfde storm.
Er zijn geen zwakken meer,
geen machthebbers meer,
niemand wordt meer overboord gegooid,
geen mens meer in het vooronder
om te sterven van de honger.
Er is geen oorlog meer rond de commandobrug.
Zangers lopen over het dek met een lied.
Iedereen is veilig en geborgen aan boord.
Een fantastische droom.
Waarom moest ik ontwaken en zag ik
een zwaar gehavende boot op drift,
met een ontregeld kompas.
Waarom hoorde ik idealisten en profeten
wanhopig roepen
om een ‘hart’ in de boot.

Ik vraag me af wat Phil Bosmans nu zou schrijven moest hij slechts één dag het wereldnieuws lezen. Misschien schreef hij wel dat het kompas kapot zou zijn. Hij zou ontwaken met het beeld van duizenden bootvluchtelingen en drenkelingen in de Middellandse Zee. Zijn droom is een nachtmerrie geworden!
Misschien moeten de wereldleiders eens wat meer een schelp aan hun oren houden…

Aan die mooie blauwe Middellandse Zee moet ik denken als Anna haar hand in de mijne steekt en me meetrekt naar de zanderige Noordzee.
Anna en de zee,
de grote, woelige zee en de kleine, woelige Anna.
Anna, een klein roos mensenkind.
Verrukt blijft ze staan en roept:
“Kijk, Moekie! Een roos schelpje! Hier, voor jou!”
Voorzichtig stappen we samen verder over het scherpe schelpenstrand.
Met het breekbare schelpje en een nog breekbaarder mensenschelpje
spring ik over de witte golven.
Anna lacht naar mensen en meeuwen.
Mijn hart zwelt van vreugde.
Neem de zee mee, Anna,
neem ze volledig mee in je emmertje:
de schelpjes, de sponzen,de uitgedroogde krabben,..
En ’s avonds in je bed
springen er vissen en garnalen en zeemeerminnen.
Dan kruip je giechelend onder je deken
voor de haaien, de kwallen en de zeerovers.
Je oogjes knipperen nog even
en verbergen de zee in je zalige glimlach.
Een traan glijdt onverwachts uit mijn ooghoek.
Ik wrijf het nat vlug weg,
maar heb het zout alreeds geproefd.

Er moet een of ander vreemd geheim

in zout verborgen liggen.

Het is zowel in onze tranen als in de zee.

(Kahlil Gibran)

Dichters en schrijvers hebben heel wat inkt gebruikt toen ze over de zee mijmerden. Nu vult men er digitale wolken mee.
In mijn tienerjaren vond ik ‘Melopee’ van Paul van Ostaijen een van de mooiste zeegedichten.

Melopee

Onder de maan schuift de lange rivier
Over de lange rivier schuift moede de maan
Onder de maan op de lange rivier schuift de kano naar zee

Langs het hoogriet
langs de laagwei
schuift de kano naar zee
schuift met de schuivende maan de kano naar zee
Zo zijn ze gezellen naar zee de kano de maan en de man
Waarom schuiven de maan en de man getweeën gedwee naar zee

Melopee betekent ritmisch gezang en je kan het zangerige schuiven horen als je de zinnen leest. Je kan het gedicht lezen als enkel een spel van klanken en woorden.
Als ik ver genoeg van de massa opga in de klanken van de zee, worden er diep in mij woorden gevormd, dankbare, liefdevolle en ontzagwekkende woorden.
Ook ik schuif in een kano over de rivier van het leven naar de oneindige zee. Mijn kano beleeft hoogte-en dieptepunten. De maan vergezelt mijn kano naar de eeuwigheid. Ik ben niet alleen, ik heb gezelschap van een hogere bron.
Het gedicht eindigt met een vraag, een vraag naar het waarom van het leven. Het antwoord op die vraag laat de kano gedwee schuiven. Wat ook de moeilijkheden, tegenslagen en successen in het leven zijn, we schuiven allemaal naar de eeuwigheid.
Als we de verbinding van de man met de maan een zinvolle betekenis kunnen geven, dan worstelt onze kano niet. Alleen vinden we misschien dat de rivier te snel stroomt.

Een lofzang die ik graag zing (ja, af en toe zing ik wel eens) is: ‘Tel uw zegeningen’

Als op ’s levens zee de stormwind om u loeit,
als gij tevergeefs uw arme hart vermoeit,
tel dan al uw zegeningen één voor één,
en gij zegt verwonderd: God liet nooit alleen!

Tel uw zegeningen één voor één,
tel ze alle en vergeet er geen.
Tel ze alle, noem ze één voor één,
en gij ziet Gods liefde dan door alles heen.

Als je het even niet ziet zitten, als stress je genadeloos omcirkelt, als je gebukt gaat onder verdriet of onbegrip, als je door de bomen het bos niet meer ziet,
ga dan eens naar het strand,
er is nog een zee van ruimte en
er zijn nog genoeg vissen in de zee,
waai uit,
zoek schelpjes,
word zand,
word zee,
vind de maan.

 

Olympische Spelen en kampioenen.

blog olymp

Terwijl ik dit artikel aan het schrijven ben, zijn de Olympische Spelen in Rio, Brazilië, aan hun tweede week toe. De Belgische atleten hebben tot nu vijf medailles veroverd. Voor zo’n piepklein landje valt dit best mee.

Geschiedenis was een van mijn favoriete vakken op school. In mijn vroege tienerjaren zat daar ook al eens een les over de Olympische Spelen bij. We moesten dan een map maken met foto’s en verslagen over deze grote sportwedstrijd. Dit was voor het digitale tijdperk en vergde dus wel een en andere creativiteit. Alleen al aan een krant geraken waar ik in mocht knippen was al een grote stunt. Maar door dit opzoekingswerk kreeg ik een grote bewondering voor de mensen die zulk een sportprestatie neerzetten. De ene sporttak kon me al wat meer charmeren dan de andere, maar ik besefte al vroeg wat een voorbereiding de atleten maakten om mee te kunnen doen aan de Spelen.

Ongeveer 2000 jaar geleden werden de eerste Spelen in het Griekse plaatsje Olympia gehouden, vandaar de naam Olympische Spelen. De eerste spelen werden op de velden voor de tempel van hun oppergod Zeus gehouden. Maar door het grote succes werd er uiteindelijk in Olympia een stadion gebouwd voor 40 000 toeschouwers (veel Belgische steden hebben zelfs nu nog zo geen stadion). In de vierde eeuw verbood de Romeinse keizer Theodosius de Spelen, omdat ze gezien werden als een heidens feest.
Meer dan 1500 jaar later, in 1896, voerde Baron Pierre de Coubertin de huidige Olympische Spelen in.

De eerste moderne Olympische Spelen werden in Athene gehouden met negen sporten: schermen, atletiek, zeilen, zwemmen, ruitersport, gymnastiek, schieten, roeien, wielrennen en tennis. Nu staan op de Spelen in Rio 42 disciplines op het programma onderverdeeld in 28 sporten!

Wat hetzelfde gebleven is, is het Olympisch symbool van vijf ringen, ontworpen door de oprichter van de Spelen, Pierre de Coubertin. Elke ring heeft een andere kleur en stelt een werelddeel voor. De ringen zijn in elkaar gevlochten en hebben de mooie symbolische betekenis dat alle landen met elkaar verbonden zijn.

Bij elke start van de Olympische Spelen wordt het Olympisch vuur aangestoken in Olympia en doorgegeven tot aan de plaats waar de spelen georganiseerd worden. Het moet de hele duur van de spelen blijven branden en het is het symbool van de eeuwige strijd van de mens om tot eenheid en verbondenheid te komen. Als we de actualiteit ook maar een beetje opvolgen, dan merken we dat die strijd tot eenheid en verbondenheid nog volop bezig is.

Ieder van ons

heeft een vuur

branden in zijn hart.

Het is een doel in ons leven

om dit vuur te vinden

en brandend te houden.

(Melly Lou Retton, gouden medaille in 1984)

De spelen waren lang een zuivere mannenaangelegenheid. Pas vanaf 1952 mochten de vrouwen ook individueel meedoen. Girls bewezen vanaf toen dat ze ook sportpower bezaten!

De Olympische Spelen verliepen niet altijd even enthousiast. Voor de spelen in Rio nu had men vooral biologische bedenkingen, in 1936 waren de Spelen grimmig door de aanwezigheid van Adolf Hitler. De toenmalige zwarte atleet Jesse Owens zei toen deze beroemde woorden:

Ik wilde geen deel uitmaken van de politiek.
En ik was ook niet in Berlijn om te strijden tegen welke atleet ook.
Het doel van de Olympische Spelen is om je best te doen.
Ik leerde al lang geleden van Charles Riley dat
de enige overwinning die telt,
degene is over jezelf.

Ik vind het geweldig welk een prestaties deze sportmensen leveren en ik wilde als jong meisje ook uitmunten in een of ander sport. Ik kon goed spurten en heb zelfs een tijdje hoogspringen gedaan. Ik hield van basketten en volleyballen. Maar door een vervelende huidziekte wou ik mijn lichaam verstoppen. Ik kreeg het idee dat mensen me aanstaarden en werd heel verlegen. Ik stopte met sporten. De verplichte gym- en zwemlessen op school waren frustrerend. Moest het toen bestaan hebben, ik zou ook het liefst van al een boerkini aangetrokken hebben.
Had ik toen de uitspraak van bokster Katie Taylor gelezen, ik was misschien wel sportiever gebleven:

Ik wil jonge vrouwen vertellen
dat niet alles om make-up en uiterlijk draait,
je bent zo veel meer
dan hoe je eruitziet.

Gelukkig ben ik door diezelfde ziekte wel een doorzetter geworden op gebieden waar lange mouwen en lange broeken geen belemmering vormen.

De meeste mensen zullen nooit wereldberoemde sportsterren worden, maar we kunnen allemaal iets leren door naar de Spelen te kijken.
Atleten hebben meer nodig dan superkracht en talent, ze hebben haar op hun tanden en de wilskracht en vastberadenheid om telkens als ze vallen weer op te staan.

‘Er komt altijd een moment waarop je valt.
Maar ik trek me dan op aan wat ik geleerd heb:
als je hard werkt,
zal alles in orde komen.’
(Lolo Jones)

Dat harde werken geldt niet alleen voor sporten, maar op alle facetten van ons leven. Studeren, werken, acteren, relaties, … als we wat aanmodderen dan komt er niks van. Als we na een tegenslag opgeven, zullen we nooit onze dromen bereiken.
De uitspraak van Jesse Owens, gegeven in een periode van diepe rassendiscriminatie, raakt me diep en geeft me moed om verder verhalen te schrijven, om te blijven harp oefenen, om het aquarellen nieuw leven in te blazen, om vriendschappen te koesteren en om te blijven geloven in een betere wereld.

We hebben allemaal onze dromen.

maar om die dromen werkelijkheid te laten worden

is er heel veel vastberadenheid,

toewijding, zelfbeheersing en inzet nodig.

Op de Spelen in Brazilië hebben we grote atleten gezien. We hoorden hun oprechte uiting van dankbaarheid om alleen al deel te nemen. Soms waren hun prestaties niet zoals verwacht, maar ‘ik heb mijn best gedaan’ is een zin die je dikwijls hoort.
We zouden er allemaal beter van worden moesten we de Olympische gedachte naleven:

Het belangrijkste van de Olympische Spelen

is niet te winnen,

maar deel te nemen,

net als het belangrijkste in het leven

niet de overwinning,

maar de strijd is.

Het essentiële is

niet de overwinning te hebben behaald,

maar goed gestreden te hebben.

(Baron Pierre de Coubertin)

Het leven lijkt op een sportspel. Het is soms moeilijk om gedurende het hele sportspel gefocust te blijven. De tegenstander provoceert, daagt uit en test ons verder in de loop van het spel. Soms krijgen we een achterstand, we verliezen onze focus, krijgen een inzinking. Maar de coaches roepen, geven vertrouwen, raad, moed en veranderen soms onze positie. Coaches geven nooit op –  ze blijven geloven in de overwinning.
In het leven verliezen we soms ook onze focus. Onze gebeden verwateren. De drukte van het dagelijks leven maken schriftstudie moeilijker. We vergeten te luisteren naar de Geest. het wereldse krijgt meer aandacht. We vallen, blijven achter. maar we kunnen terug op het spoor geraken. De Heer heeft ons uren, dagen en jaren gegeven als checkpoints om ons te helpen focussen op het uiteindelijke doel: de gouden medaille van het Eeuwige Leven.
We hebben levenscoaches die ons helpen dat doel te bereiken: ouders, leerkrachten, vrienden, bisschoppen, engelen, profeten, apostelen, huisonderwijzers, huisbezoeksters, leiders en de heilige Geest.
Maak gebruik van beschikbare checkpoints: gebed, de schriften, kerkbezoek, devotionals, dienstbetoon. Behoud je focus. geef nooit op. Je coaches zijn er tot het laatste spel. (uit een toespraak van Elaine Michaelis)

Het motto van de Olympische spelen is:

Citius, Altius, Fortius.

Sneller, Hoger, Sterker.

In die woorden zit het hele verhaal van de Olympische Spelen vervat: gebroken records en een uitdaging naar verbetering. De wereldrecords van het begin van de spelen worden vandaag door tienermeisjes gebroken.
De woorden Citius, Altius en Fortius komen door de Olympische atleten tot leven. Diezelfde kwaliteiten die iemand tot kampioen maken, maken ook kampioenen in het leven.
De bokser Joe Frazier zei:

Niet iedereen kan een kampioen zijn –

niet iedereen kan een atleet zijn,

maar iedereen kan zijn best doen om te proberen

iets van zijn leven te maken.

Het Olympisch motto en de Olympische geest hebben voor mij een diepe betekenis, want ik geloof in eeuwige vooruitgang. Ze geven me de motivatie om me in alle aspecten van mijn leven te verbeteren, om mijn best te doen, mijn pas te verlengen, een kampioene te worden.

In onze seculiere wereld wordt wantrouwig en meewarig naar godsdienstbeleving gekeken. Godsdienstig geloof heeft nochtans bewezen dat ze een machtige kracht ten goede kan zijn voor heel de mensheid. Mijn geloof heeft van mij een beter en sterker mens gemaakt. Daarom wil ik de volgende uitspraken met jullie delen.

‘We zijn zonen en dochters van God. Als we genoeg geloof hebben dat wij kinderen van God zijn, en zo leven dat Hij ons kan zegenen en groter maken, dan zal Hij alles doen wat je Hem in rechtvaardigheid vraagt.
Als je streeft naar een zinvol leven en je medemens dient, zal de Heer je helpen. Hij kent je mogelijkheden en kan je helpen ontwikkelen zodat je sneller, hoger en sterker loopt dan dat je ooit voor mogelijk achtte. (Robert L. Backman)

Bisschop Gary E. Stevenson vergeleek onze weg naar het eeuwige leven met de ‘vier-minuten-prestatie- van Olympische sporters. Jaren van voorbereiding zouden als een succes of een teleurstelling gezien worden op basis van de resultaten in prestaties die soms maar enkele minuten beslaan. Hij zei:
Dit leven is jouw vier minuten. Terwijl je hier bent bepalen je daden of je de prijs van het eeuwige leven behaalt. De profeet Amulek beschreef het als volgt:” Dit leven is de tijd om je erop voor te bereiden God te ontmoeten; ja zie, de dag van dit leven is de dag om je arbeid te verrichten.” De apostel Paulus onderwees dat we zo moeten lopen dat we de prijs behalen.’

Als we iets willen bereiken dan gebeurt het wel eens dat er dingen tegen zitten. In mijn eigen leven en in het verwezenlijken van mijn dromen heb ik gevlogen, gezongen en succes gehad. Ik heb ook afgunst en nijd ontmoet, verwerping, onbegrip en ziekte. Jessica Ennis Hill, atleet, zei:

Ik ben trots op de manier
waarop ik omga met tegenslagen.
Het is lastig als je je down voelt
en denkt:
“Waarom gebeurt mij dit?”
Maar je moet verder gaan.
Dat is wat je een beter atleet maakt.

Verder gaan met leven, met goed te leven, met beter te leven, dat is onze opdracht.

De wereld heeft veel soorten kampioenen. Voor mij is een kampioen een winnaar, een held, een doorzetter. Het is iemand die nooit opgeeft, ook als alles tegenzit. Het is iemand die moeilijkheden overwint, ook al vergt het veel tijd, hard werk, creativiteit en onbegrip. Een kampioen is hoopvol, optimistisch en spot en hoon krijgen hem niet klein. Een kampioen houdt van zijn medemens.

Weet je, we kunnen allemaal een kampioen zijn in het spel dat ‘het leven’ heet.

 

Het staat in de sterren geschreven.

blog sterren

Nog nooit zag ik een sterrenhemel zo fonkelen als in de Dolomieten in Noord-Italië. Op tweeduizend meter hoogte, ver van alle lichtpollutie, leek het wel alsof ik midden in een sprookjesnacht beland was. Ik zag een sterrenshow die veel mooier was dan al het vuurwerk dat ik ooit al gezien heb.

Als alle vuurwerk is weggewaaid,

dat de kinderen zo verrukt,

blijven de oude, eeuwige sterren

in stille majesteit aan de hemel staan.

(Paul Heyse)

Waarschijnlijk zal in de woestijn of in ’t midden van de oceaan de sterrennacht er nog geweldiger uitzien, maar ik koester die nacht in de bergen als een van mijn mooiste natuurbelevenissen. Het was een wolkenloze nachtelijke hemel, geen wind, totale stilte en koud genoeg om een jas om te slaan. De melkweg leek een sluier geslingerd in de zwarte met diamanten bestrooide nacht. Ik kon Marguerite Yourcenar volledig begrijpen toen ze zei:

Het is niet moeilijk

verheven gedachten te koesteren

als de sterren stralen.

In de Bijbel suggereert de profeet Jeremia dat de sterren ontelbaar zijn, als de zandkorrels aan zee. Deze uitspraak geeft aan dat er veel meer sterren zijn dan die, die we met het blote oog kunnen waarnemen. Zonder hulpmiddelen kunnen we op een heldere nacht zo’n drieduizend sterren zien, het aantal zandkorrels in je hand. Maar in werkelijkheid is het aantal sterren overweldigend!

Astronomen verklaren dat de grootte en de ouderdom van het heelal buiten ons menselijk begrip gaat. Om de afstanden in de ruimte uit te drukken gebruikt men lichtsnelheid. Het licht verplaatst zich in één seconde zo’n 300 000 km. In één uur is dat 1 079 252 848,8 km. En in één jaar is de ongelooflijke afstand 9 500 miljard km !
90% van het heelal bestaat uit donkere materie. Deze materie kunnen we niet waarnemen en we weten ook niet waaruit deze donkere materie bestaat. Er is dus veel meer materie die we niet zien, dan die we wel zien.
Het heelal bestaat uit miljarden sterrenstelsels. Een sterrenstelsel bestaat uit gas en stof en sterren, miljarden sterren. De melkweg bevat zo’n 400 miljard sterren die allen in een bepaalde orde bewegen.
Deze gegevens lieten me duizelen op mijn donker hotelterras en ik voelde me heel klein in dit grote universum.

Zeg ook niet zomaar ster tegen een ster. Er zijn dubbelsterren, enkelvoudige sterren (zoals onze zon), veranderlijke sterren of Mira-sterren, Nova-sterren, hete en koele dwergsterren, blauwe en rode reuzen, witte, gele, bruine en zwarte dwergen, neutronensterren en superreuzen. En waarschijnlijk zijn er nog meer.

Hoe kon Jeremia, die ongeveer 2600 jaar geleden leefde, in een tijd waar nog geen telescopen waren, weten dat het aantal sterren dat hij zag in werkelijkheid nog veel groter was?
In Jesaja 40:26 staat: ‘Sla uw ogen naar omhoog, en zie Wie deze dingen geschapen heeft; Hij is het die hun leger voltallig tevoorschijn brengt, ze alle bij name roept door zijn grote vermogen en zijn sterke kracht; er ontbreekt er niet één.’

In de Parel van Grote Waarde lezen we dat God tegen Mozes zegt:
‘ En ontelbare werelden heb Ik geschapen; en ook die heb Ik voor mijn eigen oogmerk geschapen; en door de Zoon heb Ik ze geschapen, die mijn Eniggeborene is… Want zie, er zijn vele werelden die voorbijgegaan zijn door het woord van mijn macht. En vele zijn er die nu bestaan, en ze zijn voor de mens ontelbaar; maar alle dingen zijn geteld bij Mij, want ze zijn de mijne en Ik ken ze.’

Deze korte schrifttekst geeft ons een kleine glimp in de grootsheid van de Schepper. Daar, op de Seiseralm in de Dolomieten voelde ik me gekend en zong mijn hart een van mijn lievelingslofzangen:

‘O Here God, als ik met diepe eerbied kijk naar uw schepping ongeëvenaard; de zon en maan, een ster die snel voorbijschiet, uw macht in ’t gans heelal geopenbaard, dan zingt mijn ziel, mijn Heiland God tot U: ja, Gij zijt groot, oneindig groot.’

Voor de periode van de satellieten en de GPS gebruikten de zeelieden de sterrenmethode om hun koers te bepalen. Deze navigatie had minstens twee sterren nodig en om zeker te zijn was een derde ster noodzakelijk.
Er is veel onzekerheid in onze wereld. Het nieuws van de zomer 2016 kunnen we nu al inkaderen met een zwarte rand. Nice, Turkije, Baton Rouge, München, een piepklein dorp in Frankrijk, de massagraven in de Middellandse Zee, enz. Er zijn veel stemmen en veel wegen. En ze leiden niet allemaal naar goede plaatsen.

Bepaal je koers aan de hand van sterren,

niet aan de hand van de lichten

van ieder schip dat passeert.

(Omar N. Bradley)

Welke drie sterren bepalen mijn koers? Welke zijn jouw sterren?
Zonder te veronderstellen dat mijn sterren de beste zijn, wil ik jullie meegeven hoe de mijne noemen:

Een eerste ster op wie ik mijn levensweg baseer is schriftstudie. Ik hou ervan om in de Bijbel, het Boek van Mormon en andere schriftuur patronen te vinden die ik kan toepassen in mijn leven. In die momenten van studie en meditatie kan ik de zachte stem van mijn Schepper horen.

Een tweede fonkelende ster is mijn geloof in profeten, die de vertegenwoordigers zijn van Christus hier op aarde. Ik vergelijk ze met de Poolster die je steeds op dezelfde plaats kan vinden aan de hemel.
In de showbizz en de wereld van Hollywood vind je veel ‘nep’sterren. Hoewel ik sommige van die wereldse sterren wel bewonder om hun talent, zien mijn idolen er lichtjes anders uit, zonder glitter en glamour, maar met een immense wijsheid en kennis.

‘Voorzeker, de Heere Heere doet niets tenzij Hij zijn geheimenissen heeft geopenbaard aan zijn dienaren, de profeten.’ (Amos 3:7)

‘Wat Ik, de Heer, heb gesproken, heb Ik gesproken, en Ik verontschuldig Mijzelf niet; en al gaan de hemelen en de aarde voorbij, mijn woord zal niet voorbijgaan maar zal geheel worden vervuld, hetzij door mijn eigen stem, hetzij door de stem van mijn dienstknechten, dat is hetzelfde.’ (L&V 1:38)

Mijn derde ster is opgebouwd uit het sterrenstof van mijn toepassingen op wat ik gelezen, geleerd, gehoord en gevoeld heb. Hoe meer goeds ik doe, hoe feller deze ster schittert.
Als ik mijn levenskoers navigeer op deze drie sterren en geregeld bijstuur, dan voel ik meer vreugde en vrede. Dan weet ik dat ik de goede richting uitga.

De meeste mensen zijn als een blad dat valt,

als speeltuig van de wind

draait en wentelt het,

om ten slotte ter aarde te tuimelen.

Anderen echter,

zij zijn sterk in de minderheid,

lijken op de sterren die een vaste baan hebben,

zij zijn onbereikbaar voor de wind

en bezitten een wet en koers in zichzelf.

(Herman Hesse)

Net als iedereen is voor mij het leven niet altijd rozengeur en maneschijn en fonkelende sterren. De kunst is, om ondanks alles, de sterren te kunnen blijven zien.
Barbara Smith zei eens:

Twee mannen keken door de tralies,

de ene zag de modder,

de andere zag de sterren.

Hoe kunnen we de sterren zien terwijl de media gespecialiseerd is om de modder in de kijker te zetten? Kijk vooruit, kijk omhoog!
Ouders, grootouders, tantes, ooms, leerkrachten, buren,… we zouden kinderen van jongs af aan de weg omhoog moeten leren, zodat hun vizier altijd op de sterren gericht zal zijn. Leer hen dat elke droom begint met een dromer. Laat ze weten dat in hen de kracht, het geduld en de passie zit om naar de sterren te reiken en de wereld te veranderen!

Het is nog volop zomer en het kwaad zet zijn pionnen uit terwijl wij ons insmeren met zonnecrème. Leiders met extreme persoonlijkheidstrekken lijken tegelijk op vele plaatsen aan de macht te komen. Ze doen me denken aan Hitler,Stalin,Mussolini en Mao. Toen die figuren de plak zwaaiden waren de nachten donkerder dan donker. De sterren waren verdwenen, maar zij vonden de gele ster uit.

Toen Denemarken door Duitsland bezet werd, moesten de Deense joden van de bezetters een gele ster dragen. Zo kon iedereen hen van ver herkennen. Koning Christiaan liet op zijn kleren een gele ster naaien en hij vroeg aan de mensen van Denemarken om allemaal een gele ster te dragen. Als alle Denen en joden een gele ster dragen, dan kon men geen enkele jood meer vervolgen (naar een Deens verhaal).

Marilyn Monroe zei eens:

We are all stars

and we all serve to twinkle.

Dat is juist, maar mag ik het een beetje veranderen:

We are all stars

and we twinkle as we serve.

Veel jonge mensen zitten in parken, op straten en op pleintjes geestdriftig achter Pokémons te zoeken. Dat kan waarschijnlijk wel eventjes leuk zijn, ik hoop alleen dat ze niet vergeten ook eens omhoog te kijken. Daar kunnen ze misschien wel de grootste Pokémon ooit te pakken krijgen.

Nog enkele sterrentips voor deze maand:

  • Zoek een donker plaatsje op en geniet van de sterren.
  • Bezoek een sterrenwacht.
  • Zing met je kinderen: ’twinkel, twinkle, little star’ te vinden op Youtube.
  • Lees het boek ‘De nachtegaal’ van Kristin Hannah. Je leert er veel over gele en ander sterren. Een echte aanrader!

En, als 50-plusser kon ik dit toch niet achter houden:

De ouderdom heeft niet minder voordelen dan de jeugd,

ofschoon een ander uiterlijk.

Als de zon ondergaat,

komen er sterren aan de hemel,

die men bij dag niet ziet.

(Henry Wadsworth Longfellow)

Reik naar de sterren, tover sterren in je ogen, doe een wens als je een ster ziet vallen, en als er iets in de sterren geschreven staat is het wel dit: wees een fonkelende ster in deze soms verduisterde wereld.

Sinaasappels en het gezin.

blog gezin

Mijn man was een beetje bezorgd over de sinaasappelen die ik gekocht had. Het waren er zo veel, die kregen we vast niet opgegeten voor onze vakantie. Hij heeft misschien wel gelijk, want hij moet ze meestal alleen opeten. Die oranje vruchten zijn nu eenmaal niet de beste vrienden van mijn darmstelsel.

Toen ik met een gefronste blik naar de bijna volledige oranje fruitmand keek, kreeg ik de bedenking dat zo’n sinaasappel best wel ons gezin kon voorstellen. Een mooi gekleurde bol, samengesteld uit partjes die allemaal verschillend zijn en samengehouden door een vlies zodat ze toch één geheel vormen.

Mijn gedachten werden ruw verstoord door een nieuwsbericht van de zoveelste terroristische aanslag dit jaar. Met een sinaasappel nog in mijn hand voelde ik de ontreddering en het verdriet van de gezinnen die eensklaps in rouw gedompeld zijn.

Er zijn vele oorlogen aan de gang in deze wereld. En het zijn niet alleen terroristische of economische, die de meest fundamentele leerstellingen van de mensheid aanvallen.
De heiligheid en de essentiële doeleinden van het gezin worden over de hele linie in twijfel getrokken, bekritiseerd en aangevallen.
Nochtans vormen sterke gezinnen het cement van de maatschappij.

Family is not an important thing.

It’s everything.

(Michael J. Fox)

Als ik denk aan het gezin waarin ik opgroeide en aan mijn eigen gezin, dan besef ik heel goed dat het leven zelden volgens ons bedachte plan verloopt. Dus ook in het gezin waar we van dromen komen wel eens nachtmerries voor.  We moeten naar het ideaal toewerken, maar rekening houden met het feit dat er gebeurtenissen zullen komen die alles op hun kop kunnen zetten.

It takes a lot of work

to put together a marriage,

to put together a family

and a home.

(Elizabeth Edwards)

Ons gezin is een kleine groep van unieke karaktertjes, van timide tot extravert, van bolleboos tot dromer. We deelden veel: van tandpasta tot buikloop en de waterpokken. We verstopten spullen van schoenen tot boeken en kleurpotloden – soms als grap, soms als wraak. We sloten mekaar als eens op in een kamer, of lieten iemand niet binnen. We waren al eens jaloers op aandacht en cadeautjes. We voelden elkaars pijn en verdriet en probeerden te genezen met knuffels en kusjes. We voelden trots en schaamte. We speelden samen en lachten en hadden plezier.
Dat gebeurde allemaal rond dat vlies dat ons samenbond en nog steeds bindt.

Met een zwaar hart merk ik angst in de ogen van mijn kinderen. In welk een wereld moeten zij hun kinderen opvoeden? Kunnen kinderen nog ergens veilig zijn? Kunnen we hen nog liefde leren in een wereld vol haat?
En toch is het van belang dat we blijven geloven in de kracht van het gezin.

What can you do

to promote world peace?

Go home

and love your family.

(moeder Teresa)

 

Ik sta volledig achter de uitspraak van Bonnie L. Oscarson:

We moeten de geopenbaarde leer van het huwelijk, het gezin, de goddelijke rol van de man en de vrouw en het belang van ons huis als heilige plek moedig verdedigen.
Zelfs als de wereld ons toeschreeuwt dat die beginselen verouderd, beperkend, of niet meer relevant zijn.

Geen enkel gezin is perfect. Er wordt overal wel eens gekibbeld en geruzied. Soms gebeurt het wel dat er een periode zonder klank is, of zonder beeld. Maar uiteindelijk is ons gezin ons gezin. Er zal altijd liefde zijn.

In ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’, heb ik de criteria gevonden waarmee ik iedere wind van werelds dogma kan toetsen, die via de media, internet, wetenschappers, filosofen, tv en films, en zelfs wetgevers tot ons komt. Voor mij is dit het vlies dat ons samenhoudt.
Er staat o.a.:

De kans op een gelukkig gezinsleven is het grootst, als de leringen van de Heer Jezus Christus eraan ten grondslag liggen.
Een geslaagd huwelijk en een hecht gezin worden gegrondvest op en in stand gehouden met de beginselen van geloof, gebed, bekering, vergeving, respect, liefde, mededogen, werk en gezond ontspanning.

Als ouder heb ik (samen met mijn man) getracht de ‘basics’ aan mijn kinderen mee te geven:
De kracht van te geloven, van samen te bidden, samen de schriften te lezen en te bespreken (dat bracht in de tienerjaren heel wat ambiance!), en samen te eten.
Een maal per week, op maandagavond, hielden we ‘gezinsavond’. We deden dan een hele avond alles samen. Gene zever om dit met kinderen te doen die verschillen in leeftijd en interesse. Er waren veel frustraties, maar ook veel toffe gezinsmomenten. Ik herinner me nog de poppenkastspelen, de uitstapjes, het verstoppertje spelen in de tuin, de cinemabezoekjes of de films thuis.
Als ouders hebben we ook getracht om tradities te vormen die onze gezinsband zouden versterken en vriendschap zou bevorderen. Daar behoorde de jaarlijkse Paasvakantie aan de Belgische kust bij, de jaarlijkse musical, de zomervakantie in het zuiden van Frankrijk, en kerstavond thuis.

To us,

Family means

putting your arms around each other

and being there.

(Barbara Bush)

Ik vind het ook belangrijk om afleidingen te beperken. We kunnen ons leven opvullen met zoveel goede dingen dat er geen plaats meer is voor de beste dingen.
Mijn kinderen hadden een gameboy en een playstation, die beperkt gebruikt mochten worden (als je mijn kinderen hoort klagen, toch nog ruim genoeg, hoor!)
Nu is dat elektronisch amusement gigantisch toegenomen. Laat ze niet de overhand krijgen op kostbare gezinsmomenten.

The great danger for family life,

in the midst of any society

whose idols are

pleasure, comfort and independence,

lies in the fact

that people close their hearts

and become selfish.

(Paus Johannes Paulus II)

Zoals ik als zei, het perfecte gezin bestaat niet. Ouders kunnen toekomstdromen hebben voor hun kinderen, die niet verwezenlijkt worden. Kinderen kunnen opstandig zijn, en dingen doen die we niet goedkeuren. Geef nooit op! Never leave a wounded warrior!

Some children could tax

even Salomon’s wisdom

and Job’s patience.

(James E. Faust)

Hou van je gezin. Maak tijd voor elkaar. Wees vriendelijk en geduldig. Sta klaar voor elkaar. Verwar onbegrip niet met verwerping. Maak geen kamer voor ‘spijt’. Bouw een veilig ‘nestje’.
Want morgen staat niet vast en vandaag is kort – luister maar naar het nieuws.

Als ik terugkijk dan zijn mijn gelukkigste momenten te vinden in mijn gezin.
Families are forever!

Spend some time this vacation

on home improvement:

improve your attitude

towards your family.

(naar Bo Bennett)

 

 

Denken: de ziel die met zichzelf praat.

nadenken blog

De laatste dagen circuleert het een na het andere bericht over de brexit van de Britten uit de EU. Jonathan Holslag noemt het ‘de triomf van de Britse onwetendheid’. Hij vervolgde: ‘De hele brexit-campagne bewijst hoe weinig geïnformeerd mensen zijn en hoe weinig kritisch ze denken. En dat is een bedreiging voor de democratie.’ (Knack)
In de 19de eeuw schreef de Deense filosoof Sören Kierkegaard:

Mensen eisen vrijheid van meningsuiting

als compensatie

voor de vrijheid van denken

waar ze zelden gebruik van maken.

Het klinkt heel actueel wat  A. Schopenhauwer  eveneens in diezelfde eeuw verwoordde:

Bij veel mensen ziet men

dat het kijken

gewoon de plaats

van het denken

heeft ingenomen.

Is dat zo? Moest ik in Engeland gewoond hebben, zou ik dan de moeite genomen hebben om, over en door de mediastroom heen, zelf nagedacht te hebben over het doel en de voor- en nadelen van de Europese Unie? Zou ik in de breedte en in de diepte de brexit onderzocht hebben? Of zou ik verdwaasd mijn stem uitgebracht hebben in het kieshokje en de volgende dag met een kater wakker geworden zijn?
Heb ik de vluchtelingenproblematiek ten gronde uitgepluisd, voor ik mijn mening op Facebook postte?
Heb ik het vrije beleven van godsdienst afgewogen tegen de oproep tot verbannen van religie in het openbaar?
Heb ik voetbaltrainer Wilmots eruit getrapt, ook al ken ik zelf de basisregels van het voetbal niet?

Zij die weinig denken

vergissen zich heel veel.

(Leonardo da Vinci)

Hoe ga ik om met al die zin en onzin op sociale media?
Doe ik de moeite om roddels te doorprikken of vind ik denken zo buitengewoon moeilijk dat ik de voorkeur geef aan oordelen (Otto Weiss).

Een leerkracht vroeg eens aan de kinderen in haar klas om aan een groot nijlpaard te denken. Ze beschreef het kolossale dier met veel details. Het was helderblauw met grote witte bollen over heel zijn lijf. De leerkracht liet de kinderen zich dat helderblauwe nijlpaard met witte bollen inbeelden terwijl het rondzwom in de rivier en ploeterde in de modder. Ze benadrukte zoveel mogelijk details. En toen opeens zei de leerkracht: ‘STOP!’ Ze vroeg aan de kinderen om niet meer aan dat blauwe nijlpaard te denken. Maar het was te laat. Het beeld was heel diep in hun gedachten geplant en het was heel moeilijk om aan iets anders te denken. Toen onderwees de leerkracht het belang van gedachten toe te laten zich te nestelen in hun hoofd. Nijlpaarden hebben geen witte bollen en ze zijn grijs. Zoek het maar op.

Om te weten

wat mensen werkelijk denken,

moet men eerder letten

op wat ze doen

dan op wat ze zeggen.

(René Descartes)

Als je in de Afrikaanse wildernis bent moet je het water dat je wil drinken filteren en zuiveren. En dat is geen kleinigheid. Maar er is geen andere manier als leven en gezondheid belangrijk zijn.
Als we filteren verwijderen we kleine onzuiverheden die we kunnen zien. Maar zonder te zuiveren zijn er nog dingen in het water die je ziek kunnen maken. Als je een van die stappen nalaat zijn er gevolgen die niet zo prettig zijn, sommige voel je direct en andere duren wat langer voor je ze ondervindt.
Op die wijze zouden we ook dat wat we opnemen in onze gedachten, ons hart en onze ziel, moeten filteren en zuiveren. De gevolgen van onzuiverheid zijn veel groter als we spreken over gedachten dan als we spreken over water of voedsel.
In een wereld waar het soms lijkt dat niks meer heilig is, waar alles kan en waar bijna geen grenzen meer zijn is het moeilijker EN belangrijker om onze gedachten te zuiveren.

De mens is een denkend wezen. Onze gedachten zijn heel belangrijk.

Thoughts lead to acts,

acts lead to habits,

habits lead to character,

and our character will determine

our eternal destiny.

(Ezra taft Benson)

We zijn vrij om te denken. Geen mens kan onze gedachten lezen. Maar wat we doen is de som van onze gedachten.
We ontwikkelen geen karakter per toeval. Een goed karakter is het resultaat van een voortdurende inspanning in rechtvaardig denken en de rechtvaardige handelingen die uit zulk een denken vloeien. We zijn wat we denken. En als we rechtvaardige gedachten hebben dan zullen we rechtvaardig leven.
We worden wat we denken, wat we toelaten in onze gedachten en wat we toestaan daar te blijven. En dus verkrijgen we uiteindelijk de echte verlangens van ons hart.

Gedachten zijn zo MACHTIG! Zij kunnen ons omhoog stuwen of naar beneden trekken. Of ze kunnen ons laten parkeren op bepaalde aantrekkelijke parkings. Ze kunnen ons helpen om meer christelijk en goddelijk te worden, of ze kunnen ons naar de gevangenschap van slechte gewoontes en verslavingen brengen.
Als we denken aan slechte of verkeerde dingen, is het gemakkelijker om deze gedachten direct uit te bannen, net zoals het gemakkelijker is om onkruid uit te trekken als het nog klein is. Het wordt moeilijker om gedachten en onkruid te verwijderen, als we ze laten rondhangen en wortel laten schieten.

Mensen denken vaak

dat het leven helemaal positief moet zijn

met alles erop en eraan.

Maar het leven kent ook afgronden.

En als je die onder ogen durft te zien,

pas dan heb je echt alles in het leven

en pas dan leef je echt.

(Wilhelm Schmid)

Onze gedachten moeten in evenwicht zijn. Een positieve kijk op het leven is mooi meegenomen. Negatief denken vormt vaak een belemmering voor een positief en gelukkig leven. Het heeft een enorme impact op je gemoedstoestand, je zelfvertrouwen en je gezondheid.

You are the master of your thoughts!

(Linda S. Reeves)

De dingen die we horen, zien en doen worden de dingen waarover we denken. Het wordt allemaal ergens in onze hersenen opgeslagen. Soms kijken we teevee, lezen we een boek of een tijdschrift of wat dan ook, zonder te denken welke woorden of  ideeën er als gevolg daarvan als zaadjes in ons hart en verstand geplant worden.
Een goede voedselvoorraad in onze hersenen aanleggen om onze gedachten te vormen, wat denk je daarvan?
Als we vastraken in het hier en nu en ons perspectief verliezen, is het gemakkelijk om negatieve gedachten te hebben. Goede dingen om over na te denken, ons hart en verstand focussen op wie we zijn en waarom we hier zijn, kan ons helpen om positief te zijn, goede beslissingen te nemen en voorwaarts te streven.

Lezen voorziet de geest van kennismateriaal,

het is door ons denken

dat we ons eigen maken

wat we lezen.

(John Locke)

Alles vindt zijn oorsprong in een gedachte. Een wijde blik verruimt ons denken. David J. Schwartz zei: ‘ Laat geen ideeën ontsnappen. Schrijf ze neer. Elke dag sterven er duizenden ideeën omdat ze niet aan het papier worden toevertrouwd. Mensen met een creatieve en alerte geest weten dat een briljant idee elk moment van de dag kan opduiken. Laat het niet ontsnappen, anders vernietig je de kracht van het denken.’

Neem tijd om te denken.
Slik niet alles zomaar.
Zet dingen op een rijtje.
Filter en zuiver.
Positief, negatief of creatief.
Wat een ander ook denkt over jou,
je bent wat je zelf denkt.

Een druppel inkt

kan miljoenen aan het denken zetten.

(Lord George Byron)

Ik stel me voor dat je een mailtje van deze blog hebt gekregen, of dat je een bericht las op Facebook, en dat je de titel leest, even doorscrollt, alles leest, of hier en daar een stukje. Misschien heb ik je verrast met nieuwe inzichten en standpunten… Misschien heb ik je laten nadenken.