Over lego-blokjes en andere bouwstenen.

 

Toen ik onlangs een van de kleinkinderen enthousiast met de blokken van zijn nieuwe lego-doos allerlei fantastische bouwsels zag bouwen, vlogen mijn gedachten een twintigtal jaren terug. Enkele minuten lang zag en hoorde ik mijn eigen kinderen kastelen, raketten en ondefinieerbare vormen bouwen met de beroemde lego-blokjes.
En nog verder terug in de tijd was ik zelf ook creatief bezig met die steentjes. Wie heeft er trouwens niet met die onverwoestbare kunststofblokjes gespeeld?

LEGO is een Deens familiebedrijf en is de grootste speelgoedfabrikant van Europa en de tweede grootste van de wereld. Eigenlijk ben ik opgelucht dat in deze computerspelletjes-gevulde- wereld het eenvoudige bouwsteentje nog zo veel aantrekkingskracht heeft.
Wat de lego-stenen zo populair maakt, is volgens mij dat ze telkens opnieuw kunnen gebruikt worden. Een lego-steen kan de ene dag deel uitmaken van een auto en de volgende dag van een ruimteschip, een trein of een kasteel. Bovendien is het alsof de lego-blokjes een eeuwig leven hebben. Ik merk dat mijn kleinkinderen vandaag nog spelen met diezelfde lego-steentjes waar hun papa uren mee gespeeld heeft.

Het magische aan lego-blokjes is dat ze ondeelbaar zijn, ze hebben verschillende vormen en afmetingen en ze hebben hoeken en kantjes die ervoor zorgen dat ze tot alle denkbare bouwsels kunnen worden samengeklikt. Ze kunnen ook weer losgemaakt worden, zodat van dezelfde steentjes weer nieuwe dingen kunnen worden gemaakt.

Volgens Wikipedia kunnen twee logo-blokjes van 2×4 (met acht noppen) op 24 manieren worden vastgemaakt. Als die twee blokjes een andere kleur hebben, worden dat 48 manieren. Zes van zulke steentjes – van dezelfde kleur- zouden op meer dan 100 miljoen verschillende wijzen kunnen worden opgestapeld.
Ik duizel om de mogelijkheden die er zijn om 25 blokjes te combineren, of 100, of 1000 …

Ik trek graag de gelijkenis van lego-stenen naar de natuur, die is ook samengesteld uit bouwstenen. We noemen die stenen atomen. Atomen zijn de bouwstenen van alle materie.
De natuurfilosoof Demotricus vond het woord ‘atoom’ uit. Hij bedacht dat de natuur opgebouwd moest zijn uit kleine, onzichtbare bouwstenen die eeuwig, onveranderlijk en ondeelbaar waren. Demotricus stelde dat er oneindig veel verschillende atomen waren, sommige rond en glad, anderen onregelmatig en gebogen. Daardoor kunnen ze tot heel veel verschillende lichamen worden samengevoegd.

Vandaag weten we dat atomen in nog kleinere elementaire deeltjes kunnen verdeeld worden: de protonen, neutronen en elektronen. Misschien kunnen die ook nog verder verdeeld worden in nog kleinere deeltjes, zoals het Higgs-deeltje dat in 2012 ontdekt is, maar natuurkundigen zijn het erover eens dat er ergens een grens moet zijn: ondeelbare deeltjes waaruit de natuur is opgebouwd.

Als ik terugdenk aan mijn eerste scheikundelessen in de Middelbare school, dan ruik in nog de aparte geur van het lokaal, de speciale samenstelling van lessenaars en stoelen en de vele vreemde voorwerpen. Maar ik voel ook terug de verwondering, het ontzag en de blijdschap bij een zeker ‘ahaa’ moment. Het periodieke systeem of de tabel van Mendelejev bezorgde me niet alleen moeilijke oefeningen, maar ook een bevestiging van mijn geloof in verschillende bijbelverhalen.
Er zijn mensen die de wonderen die in de Schriften beschreven staan, zuiver symbolisch opvatten, en anderen bekijken ze op een letterlijke manier.
Het is fijn om diepe betekenissen aan de wonderen te geven, zoals bijvoorbeeld de saamhorigheid en het delen met anderen bij de broodvermenigvuldiging. Maar hoe verfrissend is het idee niet dat er ‘gespeeld’ wordt met bestaande elementen?

Ik geloof dat alleen al
de natuurwetenschap van de chemie
het bestaan van
een intelligente Schepper bewijst.
(Thomas Alva Edison)

In den beginne schiep God de hemel en de aarde (Genesis 1:1)
Dat scheppen wordt door sommigen als nonsens bestempeld, voor hen is de schepping een toevallige gebeurtenis.
Anderen zien de Schepper dan weer als een supertovenaar die met een of andere toverstok deze prachtige wereld uit het niets heeft gecreëerd.
Een heleboel gelovigen laten echter de betekenis van het Hebreeuwse woord voor scheppen diep bezinken in hun ziel. In het Hebreeuwse woord Barau (scheppen) zit geen enkele suggestie dat materie geschapen werd uit het niets. Integendeel, barau suggereert een ordening van reeds bestaande elementen.
Ik hou van deze zienswijze:

In den beginne organiseerde God de elementen. God gaf vorm aan de elementen.

En er stond een in hun midden die gelijk God was, en Hij zeide tot hen die bij Hem waren: Wij zullen naar beneden gaan, want er is ruimte daar, en wij zullen van deze stoffen nemen en wij zullen een aarde maken waarop dezen kunnen wonen; en wij zullen hen hiermee beproeven om te zien of zij alles zullen doen wat de Heer, hun God, hun ook zal gebieden (Abraham 3: 24-25).

Eén van de goddelijke eigenschappen die weliswaar in een onvolmaakte, embryonale vorm in de mens aanwezig is, is de drang om iets te creëren, iets te bouwen. Het is geweldig om dingen te mogen scheppen, of dat nu een dans, een muziekstuk, een boek, een schilderij of een speech is.

Als kinderen een bouwsel maken en het stort in, dan kan je verschillende reacties zien. Er zijn kinderen die boos worden, die de moed opgeven en dan maar heel de boel kapot slaan. Sommige kinderen laten de ruïne voor wat het is en gaan iets helemaal anders doen. Maar de meeste kinderen beginnen gewoon opnieuw te bouwen.
Als volwassenen kunnen we veel van die reacties leren.

Als alles instort,
betekent dat niets anders
dan de gelegenheid
de dingen opnieuw op te bouwen
op een betere manier.
(Susan Sarandon)

Wij spelen misschien niet letterlijk meer met bouwblokjes, hoewel menig groot geworden kind nog wel eens betrapt kan worden met legoblokjes. Er zijn zelfs kunstenaars over heel de wereld, die met veel enthousiasme en enorm veel geduld die bouwblokjes omvormen tot gigantische bouwwerken, of andere kunstvormen.
Met of zonder letterlijke blokjes, we zijn allemaal alle dagen aan het bouwen: stoffelijke, geestelijke, en emotionele dingen en toestanden. Spijtig dat er te dikwijls muren gebouwd worden en veel te weinig bruggen.
Misschien moeten we dit jaar ons wat meer openstellen om vensters te voorzien in onze muren en om deuren te openen…
En lijken sommige stenen op ons pad te zwaar om er iets moois mee te maken, of te klein om ons er zelfs voor te interesseren, of te grillig van vorm om er iets mee te bereiken, probeer dan inzicht te verkrijgen in het gezegde van J.W von Goethe:

Ook met stenen die ons de weg versperren,
kun je iets moois bouwen.

Heb je nog geen zin gekregen om iets te scheppen? Geniet dan van het lego-kunstwerk van Nathan Sawaya op dit filmpje: