Als jij drie wensen mocht doen…?

Januari is de maand van wensen geven. We zenden en zeggen onze vrienden en kennissen ‘de beste wensen’ toe.
Wat bedoelen we daar eigenlijk mee?
Brengt het wel iets op om iemand een ‘gelukkig’ jaar te wensen?
Iemand iets anders wensen zou wel heel ongepast en grof zijn, ik ga er dus voor om jullie een nieuw jaar toe te wensen
bruisend en sprankelend,
zorgeloos en prachtig,
zonder verdriet, ziekte of tegenslag,
vol vreugde en zonneschijn,
met veel voorspoed en geluk.

Fijn toch om elkaar veel goeds toe te wensen, terwijl we echt wel ten volle beseffen dat die 365 dagen niet altijd zullen sprankelen, dat er verdriet en tegenslag zal zijn, dat de kans bestaat dat we goed ziek kunnen worden, en dat in ons land de zon soms ver te zoeken zal zijn.
Misschien willen we met die wensen alleen maar zeggen:
Ik geef om jou, ik hou van jou, ik ben dankbaar voor jou, ik geloof in jou, ik ben er voor jou.

Met vuur en geknal
is een heel jaar uiteengespat
en het nieuwe ingezet:
het wordt een boeiende reis
van twaalf maanden
met af en toe een tussenlanding
op deze blog.
Dank voor het lezen van
mijn teksten
en soms het plaatsen van een reactie.
Het is voor mij een stimulans
om met schrijven door te gaan.
Mijn wens is
dat je er een heel nieuw jaar
van mag genieten.

 

Toen ik klein was hield ik ervan om sprookjes te lezen. Ik fantaseerde soms wat ik zou wensen mocht een goede fee verschijnen. Een geest uit een fles of een lamp zou ik nooit kunnen antwoorden, ik zou de fles zelf niet durven openen hebben.
Ik dacht in ‘prinsessenstijl’, koetsen, paleizen en glazen muiltjes inbegrepen,  en mijn hoofdwens was de toverstaf zelf, want dan kon ik toch alles krijgen?
Toen ik een tiener was kregen wensen een nieuw perspectief met het lezen van het verhaal van de Japanse Steenhouwer van Multatuli.

Een ontevreden steenhouwer wenst om de keizer te zijn, dan zou hij nooit meer hoeven te werken en de baas zijn over iedereen. Als keizer wordt hij gehinderd door de felle zon en wenst hij de zon te zijn. Maar donkere wolken schuiven voor de zon en houden de zonnestralen tegen. Dan wenst hij een stormwolk te zijn. Hij laat alles wegspoelen, maar de rotsen blijven gewoon staan. Opnieuw wenst hij een andere gedaante: hij wil de rots zijn. Maar dan komt een steenhouwer langs en hakt grote stukken uit de rots. Het gevolg is dat hij de steenhouwer wil zijn en ook die wens komt uit. Hij verandert in de steenhouwer die hij was. Hij verdient niet veel, moet hard werken, maar is gelukkig.

De mens moet voelen,
dat wat hij bezit,
oneindig meer is,
dan wat hij kan wensen en vatten,
en dan alleen kan hij
gelukkig zijn.
(R. Tagore)

 

Misschien kennen jullie ook het sprookje van het koppel dat ontevreden was met hun leven en drie wensen mocht doen. Het sprookje komt in verschillende variaties voor, maar komt telkens neer op het feit dat de man en de vrouw goed wilden nadenken over hun drie wensen. In een onbewaakt moment dacht de vrouw boven de kookpot hoe lekker een worst wel bij die zuurkool zou smaken. En poef! De worst lag in de pan. De man werd razend om het verspelen van die eerste wens en riep dat die worst beter aan de neus van de vrouw zou hangen. Tja, die wens was zo niet bedoeld, maar de vrouw liep nu wel met een hele rare neus rond. Er zat niets anders op dan met de derde wens de worst weer te laten verdwijnen. En alles was weer bij het oude. Uiteindelijk waren ze blij dat ze elkaar hadden.
Drie wensen doen is blijkbaar niet zo eenvoudig, ik vond het koppel echt dom.
Ik moest een paar jaar wijzer worden voor ik begreep dat tevreden zijn met wat je hebt, je gelukkig maakt.

Als jij drie wensen mocht doen, wat zou jij dan wensen?

When all your wishes are granted,
many of your dreams
will be destroyed.
(Marilyn Manson)

 

Ik wil een stukje aanhalen uit ‘Mijn dinsdagen met Morrie’ van Mitch Albom. Mitch bezoekt zijn doodzieke professor en stelt de volgende vraag:

‘Als je nou eens één dag helemaal gezond was? Wat zou je dan doen? Vierentwintig uur?’
‘Laat me eens kijken… Ik zou ’s morgens opstaan, mijn oefeningen doen, een heerlijk ontbijt eten met zoete broodjes en thee, gaan zwemmen, dan mijn vrienden uitnodigen voor een lekkere lunch. Ik zou ze met een of twee tegelijk laten komen, zodat we over hun gezin konden praten, over wat belangrijk voor hen was, over hoeveel we voor elkaar betekenden.
Dan zou ik graag een wandeling gaan maken in een park met een paar bomen, naar hun kleuren kijken, naar de vogels kijken, van de natuur genieten die ik al zo lang niet meer heb gezien.
’s Avonds zouden we met elkaar naar een restaurant gaan, waar ze verrukkelijke pasta hadden, en misschien eend – ik ben dol op eend-, en dan zouden we de rest van de avond dansen. Ik zou met al die fantastische danspartners daar buiten dansen, tot ik uitgeput was. En dan zou ik naar huis gaan en heerlijk diep slapen.’
‘ Meer niet?’
‘ Meer niet.’
Het was zo eenvoudig. Zo gewoontjes. Ik was eigenlijk een beetje teleurgesteld. Ik had verwacht dat hij naar Italië zou vliegen of met de president zou lunchen of aan het strand zou dartelen of ieder buitensissig dingetje zou proberen dat hij kon bedenken. Hoe kon hij, nadat hij daar al die maanden had gelegen, zonder een been of een voet te bewegen – zo’n doodgewone dag dan volmaakt vinden?
Toen besefte ik dat het daar juist om ging.

 

Natuurlijk willen we allemaal wel eens dat een grote wens uitkomt, dat een geliefde gezond mag worden, dat er geen financiële problemen meer zijn, dat een ruzie bijgelegd wordt,…
Dat zijn wensen die we soms vurig omhoog zenden in de hoop dat ze verwezenlijkt worden.
Ik geloof echter dat we moeten oppassen om ‘frivole’ dingen af te dwingen.

‘En nu, als God, die u heeft geschapen, van wie gij afhankelijk zijt voor uw leven en voor alles wat gij hebt en zijt, u geeft wat gij ook in geloof vraagt dat goed is, in het vertrouwen dat gij zult ontvangen, o hoezeer behoort gij elkaar dan niet te geven van hetgeen gij bezit. (Mosiah 4: 21)

Bedenk dat u zonder geloof niets kunt doen; vraag daarom in geloof. Ga niet lichtvaardig met deze dingen om; vraag niet om datgene waar u niet om behoort te vragen. (L&V 8: 10)

Wensen en dromen op zich zijn niet verkeerd. Ze kunnen ons een sterke impuls geven om actie te ondernemen.
Wens je prachtige foto’s te kunnen maken? Misschien is het volgen van een fotocursus wel de oplossing.
Kriebelen je vingers als je iemand een muziekinstrument ziet bespelen, of een schilderij ziet maken? Je kan het leren.
Tintelen je benen als je een sportwedstrijd ziet? Kom uit je zetel.
Voel je je alleen? Heb je zorgen? Misschien helpt vrijwilligerswerk wel om uit je schelp te komen.
De toverspreuk zit in handelen, in actie.

Hope is wishing something would happen.
Faith is believing something will happen.
Courage is making something happen.

Joseph Addison zei eens:
If you wish success in life, make perseverance your bosom friend.
Volharden is van zo groot belang om iets te bereiken. Met vallen en opstaan kunnen we dromen waar maken. Bij tegenslagen is het belangrijk om te blijven geloven in jezelf. In de dingen waar we zelf geen grip op hebben kan een wens overvloeien in geloof in een hogere macht.

We all have our own life to pursue,
our own kind of dream te be weaving,
and we all have the power
to make wishes come true,
as long as we keep believing.
(Louisa May Alcott)

Een kinderwens, een tienerwens, een volwassen wens … Er zijn wensen die veranderen met de jaren. Ik wens me geen prins meer toe -ik heb hem al 🙂 – , mijn ‘luxewensen’ roepen soms nog om aandacht, maar ik besef dat ik de voorbije jaren veel goede dagen onopgemerkt beleefd heb, maar ik ze terug wil wensen als er een slechte op mijn pad komt. Misschien moeten we wat meer opmerkzaam zijn voor alle goede dingen.
We kennen allemaal de zegswijze dat een gezond mens duizend wensen heeft en een zieke maar één. Gezondheid komt dan ook in alle wensen voor. Een groot stuk daarvan hebben we zelf in de hand door onze levenswijze. Diezelfde levenswijze zal ook onze houding bepalen als een ernstige ziekte zich opdringt in ons leven.

Weet je, ik denk dat ik de toverstaf gevonden heb:
blij zijn met wat ik heb en aanvaarden wat ik niet kan veranderen. Dat leidt tot innerlijke rust en zo kan ik misschien een toverstaf zijn voor een ander door wat ik maak, wie ik ben, wat ik doe en wat ik weggeef.

Ik wens je de ogen en het hart van een kind,
dat dolgelukkig over een verboden grasperk rent,
dat juicht om een vis in het water,
dat vraagt wie de sterren heeft aangestoken,
en dat je graag ziet.
(Phil Bosmans)

Is doelen stellen dromen of juist wakker worden?

Nieuwjaarsdag is alweer voorbij. Binnenkort breken we de kerstboom af en bergen de kerstspullen op. De kerstliedjes verdwijnen van de radio en uit de CD-speler. We feesten misschien nog eventjes door, doen nieuwjaarsbezoekjes en wensen vrienden het allerbeste toe. We keren terug naar de normale gang van zaken.

Het afsluiten van de kerstperiode is voor mij altijd een melancholisch moment. Het duurt nog wel een tijdje voor we écht zien dat de dagen lengen en dat geeft me soms een ongeduldig gevoel. Ik hou van licht en nu de kunstmatige lichtjes één voor één uit het straatbeeld verdwijnen, voelt de duisternis zo donker.

Er kruipt een rilling over mijn ruggengraat als ik me afvraag of kerst- en nieuwjaarsdagen zich vlugger lijken op te volgen. Een klein stemmetje fluistert: ‘Een reden te meer om nog meer écht te leven.’
Een mens moet tegenwoordig opletten om het digitale wereldje niet te verwarren met het echte leven. Toch merk ik dat het op het internet in de eerste weken van het jaar wemelt van wensen en goede voornemens.
En ja, januari kan telkens een nieuwe start zijn om het beste van onszelf te geven.
Het klinkt zo mooi: 365 blanke pagina’s die volgeschreven zullen worden. Ik heb een passie voor schrijven en ik wil dat al mijn pagina’s de moeite waard zijn om geschreven te worden.
Opnieuw hoor ik het kleine stemmetje fluisteren: ‘Wat wil je schrijven?’

Er is een stem in het universum die ons aanspoort
om ons te herinneren aan het doel van ons leven
op deze geweldige aarde te zijn.
Dat is de stem van de inspiratie
die in ieder van ons aanwezig is.
(Wayne Dyer)

Het is de moeite waard om na te denken over ons leven van het voorbije jaar en om prioriteiten te stellen. Het loont de moeite om tijd te zoeken om diep na te denken waar we naar toe willen en wat we nodig zullen hebben om er te geraken.

Het is misschien een cliché, maar voor vele mensen is goede voornemens maken en doelen stellen een gewoonte rond nieuwjaar. Net zoals de grond zich klaarmaakt om uit te barsten in alle frisheid, voelen velen de drang om een frisse start te maken. Waar wil een mens zich zoal in verbeteren?
Als je een hoop goede voornemens en doelen analyseert dan merk je vast wel dat ze allemaal cirkelen rond vier dingen:
geestelijke en intellectuele groei,
het verbeteren van sociale vaardigheden
en de lichamelijke conditie op peil stellen.

Ik vroeg me af of er in de Schriften iets te vinden was waarop ik mijn goede voornemens kon baseren. Ik vond in het Nieuwe Testament een vers dat me wat vertelt over de ontwikkeling van de Heiland tussen zijn twaalfde levensjaar en zijn formele bediening toen hij dertig was:

En Jezus nam toe
in wijsheid
en in grootte
en in genade bij God
en de mensen.
(Lucas 2: 52)

Het viel me op dat Christus zich ontwikkelde in dezelfde vier gebieden waarin wij goede voornemens maken:
in wijsheid- intellectueel
in grootte – fysisch
in genade bij God – geestelijk
in genade bij de mensen – sociaal

Ik wil zeker dit jaar mijn intellectuele horizon verruimen en wat wijzer worden. Goede boeken lezen zal me daar zeker bij helpen. We hebben allemaal leren lezen, maar lezen we wel? Ik ben ervan overtuigd dat de boekenkeuze die ik maak, een verschil zal uitmaken in de ontwikkeling van mijn gedachten en mijn karakter. Ik denk dat ik bij vrienden een lijstje zal vragen van vijf boeken die een invloed op hun leven gehad hebben, dan zal ik genoeg lectuur hebben om een heel jaar te vullen.

Be as careful of the books you read,
as of the company you keep;
for your habits and character
will be as much influenced
by the former as by the latter.
(Edwin Paxton Hood)

 

Ik wil ook mijn lichamelijke gezondheid op peil houden. Ik besef wel dat ik niet alles in de hand heb, maar met gezond verstand zal ik al een heel eind komen.
Meer dan 180 jaar geleden openbaarde de Heer een gezondheidscode die ‘het Woord van Wijsheid’ wordt genoemd, en die een heel verschil kan uitmaken in hoe we ons voelen en hoe we eruit zien. Het omvat wat goed is om te eten en welke stoffen we moeten vermijden (L&V 89).
In december 1832 gaf de Heer de volgende openbaring aan Joseph Smith:

Houdt op lui te zijn; houdt op onrein te zijn; houdt op fouten te zoeken bij elkaar; houdt op langer te slapen dan nodig is; gaat vroeg naar bed, opdat u niet vermoeid zult zijn; staat vroeg op, opdat uw lichaam en uw geest versterkt zullen worden.
L&V 88: 124

‘Rust roest’ is een Vlaamse zegswijze. Rusten is goed, als het om uitrusten gaat. Net zoals we ons gezond verstand moeten gebruiken als we willen diëten, moeten we dat ook gebruiken bij onze doelen om te bewegen. Geen enkel lichaam is gelijk en reageert hetzelfde. Ik hou iets langer vol als het haalbaar is én als ik het leuk vind. Ik weet niet wat jouw keuze zal zijn, maar ik geef de voorkeur aan wandelen. Ik vind het geweldig fijn om in de natuur te wandelen. Het maakt me vrolijk en ik kom altijd met meer energie terug thuis. De joggers die ik op mijn wandelen tegenkom zien er meestal niet al te gelukkig uit (grapje).

 

Het derde soort voornemen betreft het sociale aspect. Ik voel dat het belangrijk is om open te staan voor anderen, om echte interesse te tonen en beter te luisteren. Van nature uit ben ik niet het ‘oversociale’ type, eerder het afwachtende, maar ik besef dat het belangrijk is dat ik een lichtje – hoe klein ook-  kan zijn in deze donkerwordende wereld.

Een nieuw gebod geef Ik u, dat gij elkander liefhebt; gelijk Ik u liefgehad heb, dat gij ook elkander liefhebt.
Johannes 13: 34

 

De laatste groep voornemens gaat over geestelijk groeien. Ik denk dat als een mens geestelijk wil groeien, hij hoogmoed moet kunnen laten varen. Hij moet niet beter willen zijn dan een ander, alleen beter dan zijn voorgaande zelf. Robert J. Mc Cracken zei in dat verband:

Soms bevinden we ons in een soortgelijke situatie als die van een kartuizerse monnik die zijn orde wou verbeteren. Die monnik moedigde met de volgende woorden zijn medebroeders aan zich te verbeteren: ‘Wanneer het op goede werken aankomt, dan kunnen we niet tegen de Benedictijnen op. Bij het prediken vallen we onder de Dominicanen en de Jezuïeten zijn ons ver voorbij wat geleerdheid betreft. Maar wat nederigheid betreft, daar staan wij aan de top!’

Als we geestelijk willen groeien, dan moeten we dagelijks geestelijk voedsel tot ons nemen. Sommige mensen mediteren, maar als je écht wil weten of God bestaat, als je écht een band met Hem wil maken, dan moet je leren de diepste gevoelen van je hart omhoog te zenden. Bidden is niet alleen gebeden zeggen.

 

Goede voornemens maken, doelen stellen… niet altijd gemakkelijk. Maar het lukt beter als we de stilte opzoeken en even nadenken zoals Friedrich Nietzsche:

Heb ik nog een doel?
Een haven, waarheen mijn ziel zich richt?
Een goede wind?
Ach, enkel wie weet waarheen hij vaart,
weet ook welke wind hem goed en gunstig is.

Als we onze haven weten, dan kunnen we de wind bepalen, doelen stellen. We moeten niet bang zijn als we eens vallen. Bekijk het als ganzenbord spelen. je kunt steeds weer opnieuw beginnen, tenzij je in de put blijft zitten.
Het is ook geen schande om langzaam vooruit te komen, wel om stil te blijven staan. denk maar aan de fabel van de schildpad en de haas.
We moeten onze doelen niet te hoog stellen, dat werkt ontmoedigend. Maar we moeten ze ook niet te laag stellen, dat geeft geen voldoening.
We moeten dromen, maar om ze te laten uitkomen moeten we wel wakker worden!
Comtesse Diane de Beausacq formuleerde op een mooie manier hoe we te werk moeten gaan:

Het ongeduld heeft vleugels
en vliegt zijn doel voorbij.
Het voornemen pakt zijn koffer
en mist de reiskoets.
De wilskracht vertrekt te voet
en komt waar zij wezen wil.

Soms zijn we ongeduldig en willen we direct ons doel bereiken. Misschien moeten we beseffen dat het onderweg zijn al zoveel moois te bieden heeft? Soms maken we alleen maar voornemens om de volgende januarimaand te beseffen dat we ze helemaal vergeten waren, dom, dom, dom. Wat is er nodig? Dromen, denken, ideeën krijgen, doelen stellen, plannen maken, doen, doen, doen… en dan volgt succes.

Ik heb meer bereikt in mijn leven en ben gelukkiger geworden door het stellen van doelen en aan de verwezenlijking te werken. A. Schopenhauer zei:

Elk bereikt doel
is weer het begin
van een nieuwe weg
en zo tot in het oneindige.

Dat is zo waar. Doel na doel, dromen, plannen, uitwerken en doen: zo leven we ons leven echt.
Niet opgeven, blijven proberen. Niet tevreden zijn met halfslachtig gedoe. De volgende uitspraak van Dieter F. Uchtdorf kan je ook van toepassing brengen op alle doelen:

When it comes to living the gospel, we should not be like the boy who dipped his toe in the water and then claimed he went swimming. As sons and daughters of our Heavenly Father, we are capable of so much more. For that, good intentions are not enough. We must do. Even more important, we must become what Heavenly Father wants us to be.

Ik wens je succes met het schrijven van je 365 pagina dikke boek! Vergelijk je nooit met waar een ander staat en raak niet ontmoedigd. Rome is ook niet op één dag gebouwd!

Shoot for the moon.

Even if you miss,

you’ll land among

the stars.

(Les Brown)