Herinneringen … parfum van de ziel.

linda-sint
Daar sta ik, zwart op wit, met rubberen laarsjes aan en heel bedeesd voor een stokoude Sinterklaas. Ik moet toen een jaar of vier geweest zijn en ik herinner me niets meer van dit waarschijnlijk spannend-eng bezoekje aan die heilige man.
Ik herinner me wel nog veel andere leuke Sinterklaasmomenten. Als de Sint zijn dikke boek waar alles ingeschreven stond bovenhaalde, was ik altijd wel een beetje zenuwachtig. Ik was volgens de normen wel een ‘braaf’ kind, maar ik had toch ook wel af en toe iets mispeuterd. Ik voel nog mijn klamme handen toen ik me voorstelde dat ik op de lijst van de stoute kinderen stond. Niet bij de hele stoute, maar toch stout genoeg om de vervulling van speelgoedwensen te verspelen. Gelukkig waren (en zijn) er nooit stoute kinderen.
Wat me echt is bijgebeleven is dat spannende verwachtingsgevoel de week voor zes december. Ik herinner me de elektrische spanning die in ons huis hing, het kippenvel op mijn armen, toen er hard op de buitendeur gebonsd werd en een handvol ‘mokskes’ naar binnen werd gegooid. Zwarte Piet deed zijn ronde om te zien of we wel lieve kindjes waren.
Ik begrijp echt niet waarom men nu zo’n heisa maakt rond de Zwarte Piet van dit kinderfeest. Ik heb nooit, niet als kind, noch als kritische tiener, noch als adolescent, noch als volwassene deze zwarte hulp van de Sint als racistisch ervaren. Hij was gewoon een van de vele mythische figuren die een kinderhart een bang-blij sprongetje liet maken.

Good memories are real blessings

Ik heb ook fantastisch leuke herinneringen aan de Sinterklaasbelevenis met mijn kinderen. In november startten de Sinterklaasliedjes. Met hart en ziel werd er toen hier in huis, door groot en klein, gezongen over de stoomboot die uit Spanje kwam, over appeltjes van oranje, de zak van Sinterklaas en de maan die door de bomen schijnt.
De Sint komt in Vlaanderen in het weekend voor zes december. Hij kan natuurlijk niet overal gelijk zijn, vandaar die regel die afwijkt van onze noorderburen. In dat Sinterklaasweekend werd (en wordt nog altijd) een schoentje met een wortel, een raapje en wat suikerklontjes aan de schouw gezet. Ik moet nog steeds glimlachen bij de herinnering aan Sinterklaasochtend. De kinderen waren al super vroeg wakker en kregen gemompel van mij en mijn man dat ze nog even stil moesten zijn of de Sint zou niet komen. Nadat iedereen met gespitste oren geen Zwarte Piet hoorde, stapten we allen op een rijtje heel stilletjes de trap af: mijn man met de nodige komedie vooraan, dan vier zenuwachtige kinderen en ik als laatste. Het is die herinnering die ik nog meer koester dan hun blinkende kinderoogjes bij het zien van al het speelgoed en de chocolade die rond hun schoentje stond.
Godfried Bomans zei terecht:

Het aardigste van plezierige dingen
is de herinnering.

Iets herinneren is een prachtig mechanisme van onze hersenen. Maar als we later herinneringen willen hebben, moeten we die eerst wel maken. Iets wat niet was, kan niet opgeslagen worden.
Vanaf onze geboorte beginnen we in ons binnenste een kamertje te vullen met herinneringen. Er is plaats voor mooie dingen en ook voor dingen die ons diep raken. Er zweven namen rond van geliefden en vrienden, maar ook van vijanden en tirannen. Er liggen hoopjes geluiden en geuren en stapels met woorden en afbeeldingen. Er zijn herinneringen die je wil bewaren, er zijn er ook die je wil vergeten en nooit uit dat kamertje wil laten ontsnappen.

Laten we het vreselijke verleden dat achter ons ligt, nooit vergeten, maar niet als een manier om ons op een negatieve wijze aan het verleden geketend te houden, maar eerder als een gelukkige herinnering aan hoever we zijn gekomen en hoeveel we hebben bereikt.
Nelson Mandela

Herinneringen schieten soms ineens in je hoofd. Je hoort een woord dat je vader zo dikwijls zei en je zit pardoes op zijn schoot. Of je ziet een foto van dat familiekerstfeest en voelt opnieuw de spanning van een bekendmaking. Je ruikt chocolade en wordt teruggeflitst naar een verjaardagsfeestje. Je proeft een verse wafel en krimpt ineen bij de herinnering aan een ruzie. Of je warmt je aan de open haard en je vliegt naar een weekendhuisje in de Ardennen.
Je zintuigen kunnen zomaar uit het niets herinneringen laten landen in je hart. In een oogwenk bevind je je in het verleden, soms maar heel even. Je krijgt het dan koud of warm, je lacht of je weent.

I knew that looking back on the tears would make me laugh. But I never knew that looking back on the laughs would bring tears.

Kahlil Gibran zei: ‘ De herinnering is een vorm van ontmoeting.
We ontmoeten als het ware het verleden. Wat voorbij is komt het nu binnendwarrelen, gevraagd en ongevraagd. Dikwijls is dat dubbel plezier, soms een troostend gevoel, af en toe een bittere smaak.
Het leven is kort, tijd gaat snel. We kunnen niet terug gaan en het anders spelen. Maar mooie herinneringen gunnen ons een dankbare terugblik. Slechte herinneringen kunnen ons leren om uiteindelijk met die kennis vooruit te gaan.

We each need to make peace with our own memories. We have all done things that make us flinch.(Surya Das)

Oscar Wilde schreef: ‘ Memory …is the diary that we all carry about with us.’

Het is belangrijk dat we onze kinderen en kleinkinderen een ‘dagboek’ bezorgen van goede herinneringen.
We herinneren ons gisteren, we dromen over morgen, maar we leven wel vandaag!
Vandaag maken we herinneringen voor onszelf, voor onze kinderen, onze vrienden en voor iedereen die op ons pad komt.
Een paar suggesties om mooie herinneringen bij jezelf en bij je kinderen te creëren:
Maak tijd om er altijd te zijn op de kruispunten van het leven van je kinderen.
Maak tijd om een echte vriend te zijn.
Lees voor aan je kinderen.
Bid samen.
Doe dingen samen.
Eet gezellig samen.
Bestudeer samen dingen.
Onderwijs.
Toon je liefde.
werk samen.
Lach veel.

If you wish to be
in your childrens memories tomorrow,
you have to spend time in their lives today.

 

 

Vakantie!

vakantie blog 2

Vakantie, wat is dat?

In het woordenboek lees ik dat vakantie een periode is van een aantal dagen waarin je vrij bent en niet hoeft te werken. Vandaar dat er velen zijn die na hard werken naar vakantie uitkijken!

Een tweede betekenis volgens dat serieuze boekje is dat vakantie een verblijf is buiten de eigen woonomgeving voor ontspanning of plezier. Vandaar de monsterfiles op de snelwegen!

Als je zegt dat je op vakantie gaat, dan geef je aan dat je naar een vakantiebestemming vertrekt. Die bestemming varieert van mijlenver weg tot Graskant of Nieverans (op zijn Frans uitgesproken).

Ik ga dit jaar

op vakantie naar Zicht.

Waar ligt dat?

…Weet ik niet,

maar in de krant stond

‘Mooi vakantieweer in zicht!’

Als je zegt dat je met vakantie bent, dan kan dat betekenen dat je thuis vakantie viert.

Dat ‘vieren’ vind ik mooi uitgedrukt. Vakantie niet gewoon vinden, of een verworven recht, maar iets om te vieren!

In het woord vakantie zit het stukje ‘vacant’. Dat betekent leeg, open, onbezet en vrij. Daar zou vakantie om moeten gaan: een periode je dagelijkse routine openbreken zodat er veel vrije ruimte komt. Maar als ik zo om me heen kijk, zijn de vakanties druk bezet, en helemaal niet leeg.
Ik hou niet van overvolle stranden waar je je handdoek niet kwijt kan en waar de geur van zonnecrème de zilte geur van het zeewater grotendeels maskert. Ik hou ook niet van drukke toeristische plaatsen waar het culturele erfgoed verstopt zit achter een meute foto’s – trekkende haastige passanten.
Er zijn mensen die zulke plaatsen juist opzoeken en het geweldig vinden, maar ik wil tijdens de vakantie dingen kunnen loslaten, om zo mijn eigen innerlijke ik te helen en op te laden.

Vakantie is volgens mij bedoeld om nieuwe krachten op te doen en het leven op een andere manier te benaderen. Daarom vind ik het Engelse woord voor vakantie zo mooi: holidays. Letterlijk: heilige dagen nemen.
Misschien vindt dat woord de oorsprong in het feit dat de mensen vroeger alleen de zondag een beetje vrijaf hadden. Ik geloof wel dat vakanties heilige momenten kunnen opleveren en niet alleen als je de stilte opzoekt in een oude abdij.

Het is alleszins zo dat het woord ‘vakantie’ nog niet zo lang in het woordenboek van de gewone man staat. Vanaf 1920 voerden enkele grote fabrieken in het Antwerpse enkele dagen vakantie in voor hun personeel.
In 1938 werd het recht op vakantie uitgebreid tot alle Belgische werknemers. En in 1963 werd een derde vakantieweek ingevoerd. Tachtig jaar geleden werd één week ‘betaald verlof’ voor iedereen werkelijkheid.
Ik heb daar niet zo bij stil gestaan, vakantie hebben is iets vanzelfsprekend geworden. Voor mijn grootouders was een dagje naar zee al een uitzondering. Mijn eigen ouders gingen voor de eerste keer een weekje naar Heist-aan-zee toen ik tien jaar was. Ik herinner me nog dat het veel regende en dat mijn kleine zus verloren gelopen was op het strand – met alle paniek en angst erbij. Ik weet ook nog dat ik met mijn zakgeld het spel ‘Monopoly’ gekocht had in plaats van strandballen en emmers met schopjes. Maar die aankoop zal wel beïnvloed geweest zijn door het natte weer toen (jaja, het regende toen ook al dikwijls).

In de arbeidersbuurt waar ik opgroeide, was een vakantie in het buitenland zeldzaam. Spanje en de Provence waren exotische namen waar wij als kinderen uren over konden fantaseren. Ik merkte toen echter al dat afgunst nooit vakantie neemt (Francis Bacon). Hoe verder je op reis ging, hoe meer  je bewonderd werd door je omgeving.

Het duurde nog tot ik veertien jaar was voor ik naar het buitenland op vakantie ging. Dat was met de ziekenbond, naar Zwitserland. Ik stond tussen een heleboel meisjes met een kartonnen valiesje nerveus op de nachttrein te wachten. Ik had een berglandschap op mijn valiesje geschilderd. Best wel cool, maar ik denk dat de jeugd nu liever hun vakantiekleren in een Samsonite – koffer of een Kipling – rugzak wringt. Veel spullen konden wij niet meenemen, want op een kartonnen koffertje gaan zitten was uitgesloten.
In ieder geval belette die kartonnen valies niet dat ik geweldige nieuwe indrukken mee naar huis kon nemen.

Collect moments

not things.

Vroeger gingen we heel zuinig om met het fotorolletje in onze camera. We moesten altijd afwegen of het wel de moeite waard was om een beeld te vereeuwigen. Want na de twaalfde foto kon er immers nog een dertiende of veertiende hoogtepunt komen. Ik hield niet van een filmrolletje van 12. Soms had je geluk en kon er nog een foto bij, maar meestal stond die laatste foto niet op de afdrukken die je enkele weken later bij de fotograaf ging ophalen.
Nu maakt een klikje meer of minder niet veel uit. Maar het is wel een heel werk om uit honderden digitale foto’s een album te maken waar je meer plezier aan zal hebben, dan aan de harde schijf die je toch niet meer bekijkt, of die je niet meer weet liggen.

Ik las eens ergens dat vakantie ook een periode zou kunnen zijn om recreatief bezig te zijn. Recreatie … herschepping.
Je leven even letterlijk en spiritueel recreëren, herscheppen:

In plaats van van hot naar her te rennen: uitslapen, je uitrekken en uitgebreid ontbijten.
In plaats van een overvolle agenda: doen wat je leuk vindt en in de tuinzetel figuren ontdekken in de wolken.
In plaats van haast en drukte: vrienden uitnodigen en een middagdutje doen.
In plaats van alles te regelen: je eens laten bedienen, zand tussen je tenen voelen en op onbekende wandelpaden je schoenafdruk achter laten.

We zouden eigenlijk altijd vakantie moeten hebben.

We zijn er voor geschapen.

Maar waar moet je dan nog naar verlangen?

Simon Carmiggelt

Altijd vakantie hebben is zoals alle dagen kerst vieren. We zouden het niet meer waarderen, saai vinden, of misschien zelfs willen verwijderen. Een gezonde afwisseling tussen aan de ene kant werken, je inzetten voor een ander en aan de andere kant vakantie en vrije tijd, dat levert volgens mij de meeste voldoening op.

Vakantie verloopt ook niet altijd zoals we het zouden willen. Het woord ‘vakantiestress’ bestond voor mijn grootouders nog niet. Ze vulden hun spaarzame vrije tijd eerder in met het genieten van kleine dingen en de jaarlijkse kermis met vlaaien en worsten.
Voor we vertrekken moeten we van alles voorbereiden: kleren wassen en strijken, koffers inpakken, het huis schoonmaken, boodschappen doen, een oplossing voor huisdieren zoeken.
En onderweg kan het stressduiveltje ook nog op onze schouder zitten. Kibbelende of zieke kinderen in de auto, een afslag missen, files… Je wordt er bijna gek van.

Er is maar één ding erger

dan rijden met een caravan:

rijden achter een caravan.

Nu is voor veel mensen op vakantie gaan geen keuze meer, maar een moeten. Iedereen gaat immers op vakantie. De sociale druk om de hipste reis te maken is groot. Facebook en Instagram hebben dit nog verder in de hand gewerkt met een toestroom van de meest exotische foto’s ooit.
En als je al een keuzeverlamming hebt als je naar de tandpasta kijkt in een warenhuis, welk gevoel krijg je dan als men je poeslief vraagt: ‘Welke vakantie doe jij dit jaar?’

Hoewel voor veel landen het verschijnsel vakantie economisch gezien van groot belang is, krijg ik soms een vakantiekramp bij de keuzelijst die ik voorgeschoteld krijg:

Een bootvakantie, cultuurvakantie, creatieve vakantie, taalvakantie, sportvakantie, fietsvakantie, natuurvakantie, schildervakantie, muziekvakantie, strandvakantie, rugzakvakantie, thuisvakantie, werkvakantie, …

Godfried Bomans zei het heel eenvoudig:

De kunst van het leven

is thuis te zijn

alsof men op reis is.

Vakantie moet niet veel kosten, met een portie creativiteit kan je dichtbij een topper in je herinneringen creëren. Wat dacht je van kamperen in je eigen tuin? Of kriebelbeestjes zoeken in je eigen straat? Een filmavond thuis? Wandelen in het veld om de hoek? Voor je vrienden je buurt gidsen?
Maar als je er dan toch geld aan wil spenderen:

Travel is the only thing

you can buy

that makes you richer.

In mijn brein is een kamertje met vakantierijkdommen opgeslagen. Piep je even mee? Als je de deur opent dan zie je:

Het gevoel van vrijheid, van zon, zee en strand.
Mijn voeten in het warme zand, schelpjes verzamelen en een lekker ijsje van het karretje.
Een hitlijst van vakantie- en kampliedjes, kampvuur en marshmallows.
Zonnecrème en insectenbetenzalf, vervelde huid en rode bolletjes.
De geur van lavendel en in houtvuur gebakken pizza.
Waterdruppels op mijn huid na een baantje of twee rustig zwemmen.
Het geruis van de golven en de stilte op een bergtop.
Alpenweiden, koeien en eeuwige sneeuw.
Meesterlijke bouwwerken, en eeuwenoude kunstwerken.
Wonderlijke culturen, ver en dichtbij.
Keuvelen met mijn buren en spelen met mijn kleinkinderen.
Hand in hand met mijn geliefde op onbekende wegen.
Lachende mensen en lachende kinderogen…

Iedereen heeft wel zo’n kamertje in zijn hoofd. En dat is ook het mooie van vakantie, de herinneringen die je meebracht kan je zomaar weer oproepen. Een foto, een souvenir, een liedje of een geur, dat kan de herinnering nog versterken.
Ik weet dat die herinneringen de bloemen in de winter van mijn leven zullen zijn. Ik kan ze nu nog volop kweken.

Nog een doordenkertje van P. Sookdhew om af te sluiten:

De meesten van ons denken beter na

over wat we met twee weken vakantie gaan doen,

dan over wat we met de rest van ons leven gaan doen.

Tja, vakantie is nu eenmaal een korte periode tussen plannen en herinneren. Ons leven is meer dan vakantie alleen. Als een lach directe vakantie is, dan kunnen alle dagen een vakantiegevoel geven, ook als het regent.