Het monster Covid 19.

Zo’n maand geleden, terwijl de eerste tere bloesems aan de bomen verschenen, leerde ik een nieuw woord. Het was de naam van een virus: Covid 19.
19, dat was mijn leeftijd toen ik trouwde met mijn beste maatje en het leven me toelachte met ongekende mogelijkheden. Vele jaren zijn verstreken sinds die dag en de rollercoaster van het leven bracht me hoogtes en laagtes. De geboorte van kinderen tegenover de oliecrisis ; een prachtige carrière tegenover dictaturen, oorlogen en geruchten ervan; mooie hobby’s  en verre reizen tegenover wapenwedlopen en drugs; kleinkinderen tegenover het verliezen van ouders en vrienden; luxe tegenover het weggooien van traditionele waarden en normen.
Hoewel kennis en politiek voor god trachtten te spelen in een wereld die soms heel vreemde bochten nam, was mijn hart nog gevuld met vrede. Vrede, door de kennis in een God die van me houdt en het einde vanaf het begin weet, en ik kon blijven glimlachen naar de toekomst.

Denken dat God minder bestaat
als men Hem een kleine ‘g’ toebedeelt,
is net als denken
dat de tweede wereldoorlog minder heeft plaats gevonden
als men Adolf Hitler zonder hoofdletters schrijft.
(Christiaan Barnard)

Ik werd echter meer en meer verontrust door een vervelende soort arrogantie. Journalisten, wetenschappers, politici en allerlei kwakzalvers strooiden met berichten, kennis, maatregelen en weetjes over dat nieuwe woord ‘covid 19’:
Het was niet zo erg, het was slechts een milde griep –
Het was vreselijk en enorm besmettelijk.
Het zou alleen de ouderen en de zwaksten treffen –
Iedereen moet maatregelen nemen.
We kunnen het aan –
Het wordt teveel.

Nu, er zijn dingen waarvan we weten dat we ze weten. Er zijn ook dingen waarvan we weten dat we ze niet weten. En er zijn ook dingen waarvan we niet weten dat we ze niet weten.
Wetenschappelijke kennis is heel arrogant in het negeren van het niet weten van wat we niet weten. Bijvoorbeeld: in 1687 publiceerde Isaac Newton zijn wetten van beweging en legde het fundament voor de klassieke mechanica. Ze werden aanvaard als absolute kennis, maar later werden verschillende dingen ontdekt die men niet wist: eerst kwam de  klassieke aerodynamica van James Clerk Maxwell en daarna bewees Albert Einstein  dat Newtons tijdsbegrip niet klopte. Nog later toonde de kwantumfysica aan dat de wereld van de kleinste deeltjes zich niet gedraagt zoals Newton beweerde. En 40 jaar later weerlegde de snaartheorie de kwantumtheorieën die 50 jaar later verdreven werden door de M-theorie. Waar zal die binnenkort door vervangen worden? De natuurwetten die 200 jaar lang perfect leken te functioneren, bleken helemaal niet volledig te zijn.

Nederigheid
is de grootste eigenschap
die een mens kan hebben,
en arrogantie
is zonder twijfel
de slechtste.

Vandaag de dag is in de kleinste smartphone alle kennis van de wereld te vinden. Het internet levert miljarden pagina’s antwoorden op miljarden vragen. Maar hoeveel daarvan is waar? En hoeveel weten we nog niet? Het universum bestaat voor het grootste deel uit zwarte materie waar we slechts heel weinig nog van weten. Het merendeel van de oceanen op aarde is onbekend terrein. En hoeveel begrijpen we echt van ons DNA? Hoeveel weten we van de wereld van bacteriën en virussen?
Natuurlijk worden er elke dag dingen ontdekt die ons meer kennis opleveren, maar zou het de mensheid niet meer geloofwaardigheid opleveren als we zouden toegeven dat we eigenlijk heel onwetend zijn?

Een van de beste manieren tegen arrogantie
is zeeziekte.
Een mens die over de reling hangt,
vergeet zijn allures.
(Heinz Ruhmann)

Elke minuut is er nieuws heet van de naald over covid 19: beelden en woorden die beetje bij beetje het normale ontmantelen. Ons leven wordt op zijn kop gezet in ons eigen kot.
Mensen worden bang en mijden elkaar. Ook ik voelde angst. Het kreeg een leven op zich en nestelde zich in een web van zwartdenkende draden vol verdriet en paniek. Eén kuchje en het web van wantrouwen spande zich steviger. Het monster dat covid 19 heet probeerde me mentaal in zijn macht te krijgen.
En toen was er een verandering. Ik keek door het keukenraam en zag de lente. Roze, tere bloesems wiegden zachtjes in de wind en fluisterden een belofte van nieuw leven.

Het kan niet anders.
In bloesems moeten licht en wolken,
hartstocht en precisie,
hoop en weemoed,
traditie en de mooiste vorm van oorspronkelijkheid
met elkaar versmelten.
Anders kan het niet.
(Toon Vanlaere)

Mijn web van angst verschrompelde en een stille zachte stem klopte op de deur van mijn ziel:

Sta stil en weet dat Ik God ben.
(L&V 123:17)

Lichtstralen vormden in mijn binnenste een nieuw geometrisch figuur met draden van hoop, vrede, dankbaarheid en geloof. Mijn hart zwol van vreugde toen ik in het duistere Italiaanse verdriet melodische tonen van ‘la vita e bella’ hoorde. Applaus, berenjachten, verzorgenden en burenboodschappen beklemtoonden de goedheid van de mens in heel de wereld. Samen trokken we een vuist naar het monster.
Ja, we blijven in ons kot, maar ook dit zullen we dankbaar overleven.

Dankbaarheid
bekijkt de wereld op de manier die God bedoelde,
verlicht alles rondom ons,
kijkt voorbij onze tekorten,
ontdekt het goede.
(anoniem)

Het leven heeft veel spelregels die we nog niet kennen. We negeren de Ontwerper, de Grote Jehovah, maar het universum is te ingewikkeld om te hopen dat de regels anders zijn dan dat jij wil. Kiezen voor een Ontwerper, is onderdeel van het spel van het leven. De keuze is heilig, maar het geeft je een prachtig vredig gevoel als je kiest voor God.
Ik weet dat als je je overgeeft aan het idee van een liefdevolle God die alles weet vanaf het begin, dat verlangen kennis zal worden. Je weet dan dat Hij aan het roer staat en je leven verandert in een geweldige eeuwige reis – ondanks covid19 en nog zoveel dingen die we niet weten en die we niet weten dat we ze niet weten.

Om te eindigen een mooie quote van C.S Lewis:

You may ask, ‘Why is God landing in this enemy-occupied world in disguise and starting a sort of secret society to undermine the devil?
Why isn’t He landing en force, invading it?
Well, Christians think He’s going to land in force.
We don’t know when, but we can guess why.
He’s delaying
He wants to give us the chance of joining His side freely.

En mocht je niet weten wat te doen tijdens je isolatie, de volgende website kan je uren bezig houden met je ontdekkingsreis naar de Ontwerper:

www.churchofjesuschrist.org

www.kerkvanjezuschristus.org

 

Onderwijs = leren?

school blog 2

Het nieuwe schooljaar is gestart. Duizenden kinderen, tieners en adolescenten sluiten de vakantiedeur en stappen of fietsen met gemengde gevoelens de schoolpoort binnen.
De eerste schooldag is altijd een mix van spanning en verwachting, en niet alleen voor de leerlingen. Ook ouders en leerkrachten produceren die dag wat meer stresshormonen.
Het jaarlijkse beeld aan de schoolingang heeft altijd wel min of meer dezelfde beelden in aanbieding. Sommige kleutertjes huilen en krijsen, terwijl andere kleintjes geen traan verpinken en zelfs niet meer omkijken naar mama of papa die met een krop in hun keel onnozel staan te zwaaien.
Op de speelplaats van de lagere school sleuren 6-jarigen een rugzak mee waar ze het liefst zelf willen inkruipen. Traantjes zijn dan al wat zeldzamer, maar die eerste ochtend vertoont bijna de hele klas symptomen van buik- en maagklachten.
Aan de middelbare scholen kan je er de meeste nieuwelingen zo uithalen: onzekere mensjes, die toch al meer dan acht jaar schoolervaring achter de rug hebben, gluren vanuit hun ooghoeken naar al die grote slungels. Ze zouden zich het liefst terug toveren naar het laatste jaar van de lagere school, toen ze de plak zwaaiden over al die ukkepukkies. Met weemoed beseffen ze dat de rangorde gewijzigd is en dat ze op dit onbekend domein hun positie weer zullen moeten verdienen.
Gelukkig zijn na een paar dagen de meeste horrorbeelden vervlogen en volgt een aanpassing aan het nieuwe leerproces.

Als we eerlijk terugdenken zijn wij, volwassenen, die gevoelens niet vergeten en weten we dat er voor deze jongeren nog veel zulke momenten zullen gebeuren: een nieuwe job, een eerste werkdag, nieuwe collega’s, een nieuwe baas … Ineens zijn onze ingewanden weer evenveel van slag als toen, aan die grote schoolpoort.

Onderwijs is slechts het minste deel

der opvoeding.

(John Locke)

Net als jullie heb ik verschillende facetten van het onderwijssysteem doorlopen. Mijn schoolloopbaan startte toen ik nog geen drie jaar was. Ik herinner me niet veel meer van mijn kleutertijd. Het kleuterschooltje had drie klaslokalen en ik zie het vage gezicht van een nonnetje en een juf met een blauwe schort aan. Aan die eerste schooljaren heb ik geen noemenswaardige complexen overgehouden. Het enige wat me blijven achtervolgen is, is het gevoel van verwarring tijdens een schilderles. We moesten een landschapje naschilderen naar het voorbeeld van de juf (of de non, dat weet ik niet meer). Ik kreeg een fikse uitbrander en voel de onrechtvaardigheid ervan nu nog altijd tot in mijn teentoppen. Ik had het gedurfd om het omgekeerde te schilderen: ik had de wolken wit en de lucht blauw gekleurd. Waarschijnlijk was de lucht buiten ook zo geschrokken van al dat tumult in die kleine kleuterklas, want vanaf dat moment zweven er, tot mijn grote opluchting,  witte wolken in een blauwe lucht.
Voor de rest had ik een zalige kleutertijd. Van kleutertesten hadden ze in die tijd nog niet gehoord, het leven van een kleuter was mooi en zorgeloos.

Toen ik zes was ging ik naar de ‘grote school’. Buiten een herinnering aan een heksenfiguur, die vooral in de refter schrik en terreur zwaaide, had ik het geluk om leuke juffen te hebben. Ik leerde zonder veel poespas lezen, schrijven en rekenen. Ik hield van spreekbeurten geven en van Frans. Ik was een gelukkig kind met veel vriendinnetjes. Pesten was een woord dat wij niet kenden. Iedereen hoedde zich ervoor om met straf naar huis te gaan, want thuis werd dat schrijfwerk op zijn minst verdubbeld.

De overgang van de lagere school naar de middelbare school verliep zonder stoten. Toen ik veertien was veranderde de schoolpolitiek en werd de school ‘gemengd’. Voor het eerst mochten jongens en meisjes naar dezelfde school gaan en in dezelfde klas zitten. De wereld van dat andere deel van het menselijk ras ging volledig open en ik onderscheidde algauw de ettertjes van de grapjassen, en de nerds van de speelvogels. Ik heb zoveel gelachen in mijn tienerjaren, maar ook veel geleerd –  van goede en minder goede leerkrachten. Van sommigen herinner ik me niets meer. Bij anderen kan ik het gezicht nog koppelen aan hun bijnaam en van enkelen weet ik ook nog hun hele naam.

Een middelmatige leraar spreekt,
een goede leraar verklaart,
een groot leraar toont,
een grandioze leraar inspireert.

Een biologieleraar ontstak het vuur voor de natuur in mijn binnenste. Ik denk dat hij fier zou zijn moest hij weten dat ik natuurgids ben.
Toen ik zeventien was, doofde de wiskundeleraar bij mij alle enthousiasme voor getallen, terwijl ik toch altijd prachtige cijfers had. Ik denk dat hij niet meer gemotiveerd was om het nut van algoritmen en parabolen te laten ontdekken door teenagers.
De leraar Frans boog zich teveel over de meisjes, wat heel gênant was, maar hij was met zijn punten ook veel guller voor hen. Niettemin hou ik aan zijn lessen toch een goede uitspraak van de Franse taal over.
Engels en Nederlands kregen we van dezelfde leraar. Er waren verschillende meisjes verliefd op hem en ik had ook wel een boontje voor deze nog jonge onderwijzer. Ik hield van zijn manier van lesgeven en droomde dat ik ooit een beroemde schrijfster of journalist zou worden.
Maar de leraar die me het meest is bijgebleven is mijn geschiedenisleraar. Hij heeft me echt laten nadenken en me verbanden laten ontdekken. Ik denk dat in zijn lessen het zaadje groeide om zelf leerkracht te worden.

Het gaat er niet om of
je binnen of buiten
de lijntjes kleurt,
het gaat erom
dat je
je eigen tekening maakt.

En zo belandde ik aan de andere kant van het klaslokaal. Ik heb enorm graag les gegeven. Ik hield ervan om de leerlingen te laten nadenken, om hen principes uit te leggen en hen dan zelf dingen te laten ontdekken. Ik probeerde hun visie op de wereld te verruimen en hen liefde voor boeken bij te brengen. Ik moedigde open communicatie aan en vond het fantastisch om jonge mensen klaar te stomen om met vastberadenheid hun dromen na te jagen. Ik was zeker geen volmaakte leerkracht en heb wel eens dingen verkeerd ingeschat. Ik vond de administratieve kant van de job uitputtend en soms zinloos. Maar het doet zo veel deugd als een oud-leerling naar me zwaait en met een brede lach ‘Dag juf Linda!’ roept.

Een leraar raakt de eeuwigheid.

Hij weet nooit waar zijn invloed

zal stoppen.

En toen kreeg ik de kans om directeur van een lagere school te zijn. Dat was een interessante, maar ook moeilijke periode in mijn beroepsleven. Door die functie uit te oefenen heb ik veel bijgeleerd over pedagogie en een school leiden. Mijn ervaring als hoofd van een school heeft me nog meer laten beseffen dat de leerkracht er toe doet!

Ik zou dan ook willen dat alle leerlingen dit nieuwe schooljaar een leerkracht hebben,
die zijn leerstof beheerst en enthousiast kan overbrengen,
die beseft dat hij lang niet alles weet en dus een leven lang verder leert,
die creatief is en
die leerlingen aanmoedigt om dingen te ontdekken en te creëren,
die kan lachen en kan troosten,
die gelooft in elk kind,
die weet dat kennis alleen niet voldoende is,
bij wie kinderen fouten durven maken,
die oog heeft voor veiligheid – fysisch en emotioneel,
die respect toont en eist,
die geduld heeft en complimentjes geeft,
die leert te onderscheiden wat waard is gelezen te worden,
die een open geest aanmoedigt,
die kritisch leert denken,
kortom, een leerkracht die met liefde lesgeeft en elk kind laat stralen.

De start van een nieuw schooljaar laat me niet alleen stilstaan bij al de scholen die tot mijn ontwikkeling hebben bijgedragen, maar ook bij de allerbelangrijkste school:de school van het leven.

Op school volg je eerst de lessen

en dan krijg je een test,

in het leven krijg je eerst een test,

en dan volgen de lessen.

We leven in de meest competitieve tijd die we ooit gekend hebben. De wereld zal ons meestal betalen wat we waard zijn. En onze waarde neemt toe door alles wat we leren en ik heb het hier niet alleen over onze ‘marktwaarde’. Alle training van ons verstand en onze handen kan ons helpen een goede invloed uit te oefenen.

Henry B. Eyring zei: ‘Onthou dat je een interesse moet hebben in leren, niet alleen voor het sterfelijk leven, maar voor de eeuwigheid.Als je begrijpt dat een geestelijk element je totale educatie verfijnt en opbouwt, dan zal je geestelijk onderwijs op de eerste plaats zetten en toch het seculiere onderwijs niet veronachtzamen. In feite zal je met die geestelijke visie harder werken op school.’

Russell M. Nelson, wereldberoemd hartchirurg, schreef: ‘Ons verstand is kostbaar. Het is heilig. Daarom is de educatie van ons verstand ook heilig. Educatie is een godsdienstige verantwoordelijkheid. Natuurlijk verschillen onze mogelijkheden en onze situaties.. Maar in het volgen van onderwijs is individueel verlangen belangrijker dan de school die je kiest en is persoonlijke drijfveer belangrijker dan de studierichting.’

Onze Schepper verwacht van al zijn kinderen dat ze zich persoonlijk ontwikkelen, dat ze kennis zoeken door studie en geloof (L&V 88:118).
Als we dit leven verlaten dan laten we al onze materiële bezittingen achter, maar de Heer heeft verklaard dat we alle kennis behouden die we in dit leven opgedaan hebben, als we naar het volgend leven gaan (L&V 130:18-19). Wat een prachtige belofte! Wat een motivatie om een leven lang te leren! Ons leren mag nooit stoppen! Als het stopt aan de klasdeur op de dag van de diploma-uitreiking, dan falen we. Er is in het leven nog zoveel meer te leren dan de dingen die we op de schoolbanken leerden. En er is nog zoveel meer op de ‘schoolbanken’ te leren dan toen we afstudeerden. We zijn nooit te oud om iets te leren!
Ik denk dat de manier waarop we les kregen een grote invloed heeft op het feit of we levenslange dorst naar kennis hebben.

Wat beeldhouwwerk is voor een stuk marmer,

dat is onderwijs voor de menselijke ziel.

(Joseph Addison)

Is onderwijs gelijk aan leren? Dat zou het meest logische zijn, maar dat is het niet altijd. Schoolmoeheid uit zich om verschillende redenen, die niet altijd zo duidelijk zijn. Mijn ervaring als moeder, leerkracht en directeur liet me inzien dat de leerkracht (en als ouder ben je de belangrijkste) dé persoon is om het motto ‘levenslang leren’ niet te laten verwateren of te laten verdrinken. Liefde is de sleutel. Zolang leerkrachten uit liefde onderwijzen en niet louter als ‘job met veel vakantie’ dan moet je je niet te veel zorgen maken. Een kind dat graag naar school gaat, is een begrepen kind.

Ik ben zo dankbaar dat ik in een maatschappij mag leven waar ik de vrijheid heb om te kiezen een leven lang te leren!

In de film ‘Dead Poets Society’ zitten pareltjes van educatie. Ik wil hem zeker nog eens bekijken.

robin williams