Afscheid nemen.

Zelfs in tuinen van verdriet
blijft de klaproos van herinnering
in de warmste tinten bloeien.
(Kris Gelaude)

‘Afscheid nemen bestaat niet.’, dit zong Marco Borsato en het werd een hit in Nederland en in Vlaanderen. Ik heb dit liedje nog gebruikt tijdens het afscheidsfeest van de zesdeklassers. De kinderen zongen met tranen in hun ogen dat het geen afscheid was. Nu, de toekomst wees uit dat het die avond voor de meesten wel degelijk een afscheid was. Ons dorp heeft namelijk geen middelbare school en de wegen van mijn leerlingen liepen daarom al vroeg in hun leven ver en minder ver uit elkaar.

Afscheid nemen bestaat wél!
Het leven is een voortdurend afscheid nemen. Het begint al vanaf we geboren worden: huilend nemen we afscheid van de warme baarmoeder. We worden alleen in een bedje gelegd en als we een beetje groter geworden zijn, zet men ons of bij de kinderopvang of bij een onthaalmoeder. Aan de poorten van de kleuterschool merk je dat afscheid nemen ook voor veel mama’s niet evident is.

Afscheid is overal. De lucht is er zwaar mee beladen: verhuizen, een dood huisdier, een nieuwe job, een ziekte, een ongeval, een scheiding, de dood.
Of we nu groot of klein zijn, afscheid betekent een verandering in het leven en zowel kinderen als volwassenen moeten deze verandering kunnen plaatsen.
Een afscheid heeft vele lagen en betekenissen, is gewild of ongewild. Daarom borrelen er ook zo veel verschillende gevoelens op: dansende, huilende, twijfelende en verbitterde gevoelens. Soms zitten deze gevoelens zo diep verborgen dat ze pas na enkele dagen, weken, of zelfs jaren de oppervlakte van ons uiten bereiken.

Ik weet uit ervaring dat de pijn van een groot verlies nooit echt weggaat, maar je kan er wel mee leren omgaan. Ik denk dat leren omgaan met afscheid voor ieder mens een van de lessen van het leven is.

Where is the good
in goodbye?
(Meredith Wilson)

Hoe ouder je bent, hoe meer afscheid je al hebt genomen.
Toen ik in de kleuterschool zat stierf mijn beste vriendinnetje. Ik weet er niet meer zo veel van, alleen dat ik mensen hoorde zeggen dat ze nu een engeltje was. Heb ik toen veel geweend? Ik weet het niet. Ik herinner me nog vaag een knauwend gevoel telkens ik het grasveld zag waar we samen gespeeld hadden. Ik zal mijn maatje zeker gemist hebben, maar was nog veel te klein om er diep op in te gaan. Ik wist dat ze ergens verder leefde en had er vrede mee. Er kwamen andere vriendjes in mijn leven. En er kwamen ook huisdieren. Kleine poesjes en kanarievogels waarvan ik om allergische redenen ook vlug afscheid van moest nemen. Ik herinner me een boos gevoel en ik weet ook nog dat er een heel gedoe was rond ‘Paaskuikentjes’. Vroeger kreeg je rond Pasen een kuikentje van de kippenboer. Misschien waren dat geen gezonde kuikens, of waren ze te vlug van de moederhen weggehaald, in ieder geval waren deze kuikens geen lang leven beschoren. Toen mijn lief, donzig, geel bolletje stierf, was ik niet te troosten. Mijn moeder besliste toen om nooit geen huisdieren meer toe te laten. En dat is waarheid geworden.

Waarschijnlijk hebben jullie ook meegemaakt dat je gemengde gevoelens had bij een afscheid. Zo was ik blij en enthousiast toen ik directrice van een school werd, maar voelde ik ook een spanning voor die nieuwe job en een melancholisch gemis van het zelf lesgeven.
Afscheid kan ook opnieuw verdriet oproepen van eerdere rouwperiodes. Toen ik onlangs op de begrafenis van een jonge moeder was, voelde ik weer het diepe verdriet over de dood van een goede vriendin die jaren geleden haar jonge kinderen ook moest achterlaten.

Afscheid nemen,
welk afscheid ook,
kost tijd.

Nina George schreef:
‘Weet je dat er een tussenwereld bestaat tussen het einde en het nieuwe begin? Dat is de verwonde tijd. Het is een moeras waarin zich dromen, zorgen en vergeten doelen verzamelen. Je stappen worden zwaarder in die tijd. Onderschat die overgang niet, tussen afscheid en begin. Neem de tijd. Soms zijn zulke drempels te breed om ze in één stap te nemen. De drempel die je moet nemen tussen een afscheid en een nieuw begin. (De boekenapotheek aan de Seine)

Er is niet één manier om met afscheid om te gaan. Maar je moet wel iets doen. De ene persoon schrijft de ziel uit zijn lijf, de andere loopt ontelbare rondjes in het bos. Er zijn mensen die willen praten, anderen zoeken de eenzaamheid en de stilte op. Elk mens zal bij elk soort afscheid de afleiding of de uitlaatklep moeten vinden die bij hem past. Het leven gaat immers door. Het leven verwacht dat we verder leven. De pijn, de onmacht, of het verdriet zullen nooit volledig verdwijnen, maar zijn wel beter te dragen als je een verwerking zoekt.

Voor mensen in diep verdriet
schiep God
de eerbied van de stilte,
de troost van een omarming,
en de nabijheid van een vriend.
(Kris Gelaude)

Ik heb een heel goede vriendin. Men noemt dat een boezemvriendin, een soulmate, een zielsverwant. We hebben vele jaren gebabbeld, gelachen en gehuild. We hebben samen musea bezocht en pannenkoeken en mossels gegeten. We hebben pareltjes van boeken besproken en geestelijke ervaringen gedeeld. En toen kwam de dag dat ze ging verhuizen, niet zomaar een paar dorpen verder, maar naar een verre plaats over de grote plas. Ik herinner me nog de krop in mijn keel bij het afscheid. Hoe meer ik nog wou zeggen, hoe minder geluid er uit mijn mond kwam.
Met de jaren heb ik al veel vrienden uitgezwaaid, naar een andere streek of naar de andere kant van de sluier. Er zijn van die dagen dat de lege plekken in mijn hart rauw en bitter smaken. Maar ik weet dat ik die leegtes dan moet beschilderen met de vrolijke kleuren van dankbaarheid.
Weet je, ik moet koesteren wat er was. Al die mensen en dingen hebben me gevormd tot wie ik ben en ze hebben mijn leven verrijkt. En dàt raak ik nooit meer kwijt!

Afscheid nemen
is met zachte vingers,
wat voorbij is,
dichtdoen en verpakken
in de goede gedachten der herinnering.

Zoals ik al zei, het leven gaat verder. We kunnen echter het volgende hoofdstuk van ons leven niet ten volle starten als we in het vorige hoofdstuk blijven hangen. Meredith Wilson vroeg zich af ‘where is the good in the goodbye’. Op een dag zullen we het goede zien, want elk einde is een nieuw begin.

Toon Hermans zei:

Omdat er liefde is,
bestaat er geen voorbij.
In alle eeuwigheid
ben jij …

Ik verkies een ‘hello’ boven een ‘goodbye’. Maar de pijn van het afscheid van een geliefde zal verdwijnen bij het weerzien.

We only part to meet again.

 

 

 

Mis jij ook iemand?

missen-blog

De herfst, met zijn vallende bladeren en bomen die hun vruchten lossen, is voor veel mensen het meest passende seizoen om een bezoekje aan het kerkhof te brengen.
In mijn Vlaanderenland zie je de eerste week van november het bitterzoete tafereel van bloeiende chrysanten en stijlvolle bloemstukjes bij de grafzerken.

In goud of zilver gebeitelde namen van geliefden trotseren ons natte klimaat en foto’s lachen ons toe. Ineens voelen we weer heel sterk dat we sterfelijk zijn.

Het kerkhof

doet ons

de dood

onder ogen zien.

Ik heb al enkele dierbare mensen verloren waaronder mijn vader en mijn broer. Waarom zeggen we ‘verloren’? Je weet pas dat je iets verloren hebt, als je het mist. We missen onze vrienden en onze familie.
Niets lijkt meer hetzelfde als je iemand verliest die voor jou veel betekende. Verlies doet pijn. Je mist de dingen die je samen hebt beleefd, je mist hun geur en hun lach, je mist hun lijfelijke aanwezigheid.
Daar op het kerkhof barst de rouwvulkaan weer even uit.
Verbijsterd tel ik de jaren van gemis en een pijnscheut trekt door mijn hart.
Liefde sterft niet, nooit.

Rouwen is een van de diepste uitdrukkingen van liefde. je kunt alleen rouwen als je hebt liefgehad.
Hoe lang mag een mens rouwen? Ik denk dat rouwen nooit over gaat.
Psychologen stellen dat het rouwproces vijf fasen heeft: ontkenning,, onderhandelen, woede, verdriet en aanvaarding.
Aanvaarden betekent volgens mij niet het vergeten of wegstoppen. Sommige mensen zeggen dat je ‘het’ moet loslaten. Ik vind dat Manu Keirse het mooier zegt:

Verwerken is niet loslaten,

maar anders leren vasthouden.

Iedereen verwerkt en toont zijn gemis op een andere manier. Een tijdje geleden las ik het boek ‘De boekenapotheek aan de Seine.’ van Nina George. Dit vond ik een mooi stukje:

Bij liefdesverdriet dien je minstens een maand te rouwen voor elk samen doorgebracht jaar. Bij vriendschappen die op de klippen liepen twee maanden per vriendschapsjaar. En voor degenen die voor altijd gingen, voor de doden, kunt u maar beter direct de rest van uw leven reserveren. Want de doden die wij ooit liefhadden, hebben we voor altijd lief. Hun gemis vergezelt ons tot op onze laatste dag.

In onze hoogtechnologische wereld, waar velen geen plaats meer maken voor God, is de dood iets om weg te moffelen, iets om niet te lang bij stil te staan, want het leven gaat voort, niet toch?
Sommigen kijken ook uit naar die passage naar de andere kant waar ze verlost zullen zijn van ziekte en pijn, moeilijkheden en zorgen, of waar ze verenigd worden met een geliefde.
Aan de andere kant zijn er ook die hun hele leven spenderen in een zoektocht naar de bron van eeuwige jeugd en hopen dat ze nooit zullen sterven.
En weer anderen negeren het. Maar negeren betekent niet elimineren. Iemand zei eens dat het leven een terminale ziekte is – niemand overleeft het. In feite is de dood een vitale weg naar de onsterfelijkheid, een belangrijke weg.

Wie niet gelooft in de dood kan niet geloven in het leven, want het geloof in het leven is ook het geloof in de dood. Geloven in een leven dat plotseling eindigt in een volslagen ‘niets’ is maar een armzalig geloof en een onderschatting van het grote wonder dat wij ‘leven’ noemen. (Toon Hermans)

Wij moeten de gedachte aan de dood kunnen plaatsen. Verslagen van bijna-doodservaringen en sommige wetenschappelijke artikelen tillen een tipje van de mysterieuze doodssluier.

En als ik doodga, huil maar niet.

Ik ben niet echt dood, moet je weten.

’t is maar een lichaam dat ik achterliet.

Dood ben ik pas als jij me bent vergeten.

(Bram Vermeulen)

Op het kerkhof zie en voel ik het zwaargewicht van het leven. Ik zie tranen en hoor de stilte. Ik voel de eenzaamheid en smaak verdriet. Ik merk boosheid en onwennigheid. Ik zie geloof en ongeloof. Ik zie twijfels, vragen en zekerheid. En door al die dingen heen voel ik God heel nabij.

Als we het afscheid van het aardse leven leren zien als de afsluiting van een fase en de stap naar een ander leven, als we leren aanvaarden dat door het sluiten van de ene deur een andere opengaat, dan komt er innerlijke rust.
Dan pas kunnen we ons leven leven als een deel van een groter geheel en weten we dat er geen zinloos einde is.

En het stof keert weder tot de aarde, zoals het geweest is,

en de geest keert weder tot God, die hem geschonken heeft.

(Prediker 12:7)

Iemand zei eens dat we geboren worden om te sterven en dat we sterven om te leven.
Het zaadje van de dood is al gezaaid vanaf het moment van de bevruchting. In het eeuwige schema van de dingen kan er geen leven zijn – geen eeuwig leven- zonder de dood.

Aan het graf van een geliefde worden de onzekerheden van het leven en de zekerheid van de dood overwogen.
Ieder van ons zal dezelfde weg moeten gaan, alleen het tijdsschema zal niet gelijk zijn.

Velen in de wereld vinden het niet leuk om over dood en sterven te denken, maar het evangelie van Jezus Christus, met zijn leringen en verordeningen, houdt ons voor ogen dat dit leven niet  onze echte thuis is en dat we ons elke dag moeten voorbereiden om naar onze echte thuis te gaan, onze eeuwige thuis.

Want zie, dit leven is de tijd voor de mens om zich erop voor te bereiden God te ontmoeten.
(Alma 34:32)

Velen die een bijna-doodservaring hadden spraken over liefde, licht en de juiste prioriteiten stellen in het leven. Een van de belangrijkste lessen die ze geleerd hadden was wat het belangrijkste en blijvend is in dit sterfelijke leven: er zijn voor je medemens.

Na vandaag rest ons weer minder tijd om er voor anderen te zijn: tijd om lief te hebben, vriendelijker te zijn, mee te leven, te danken, te delen, te vergeven en te troosten.

Goodbye is not forever.

Goodbye is not the end.

It simply means I’ll miss you

until we meet again.

Aan het graf van mijn vader en mijn broer leg ik een bloempje. Het zegt: ‘Ik ben je niet vergeten. Ik blijf van je houden.’ Ik doe een ‘stil’ babbeltje en glimlach. Hoewel er altijd verdriet zal zijn ben ik blij dat het evangelie me geleerd heeft dat er een dag komt dat God alle tranen van onze ogen zal wissen. In plaats van verdriet en eenzaamheid zal er een betere wereld zijn door Jezus Christus. Ik weet dat het gemis tijdelijk is, ik zal mijn dierbaren terug zien.

(Een paar mooi boeken om te lezen:
‘Fingerprints of God’ Gibson
‘Life everlasting’ Crowther
‘The gateway we call death’ Nelson)