Licht

 

licht 1Heb je ook gemerkt dat de dagen langer worden? De donkerste tijd van het jaar hebben we weer voor een periode opgesloten. Eind maart zijn de dagen meer dan 2 uur lichter dan in januari. Ik ben blij met meer licht.

Tussen de met maartse-buien-gevulde wolken breekt een helder licht door. Na een periode van grijze en grauwe dagen schittert de zon in de lucht. Het zonlicht valt op het gras in onze tuin en tovert magische schaduwen. Nog even en de wekelijkse maaibeurten spelen weer een rol in de tijdsinvulling. In de vijver komen goudvissen een zonnebad nemen aan het nu rimpelloze wateroppervlak. Dat enkele minuten daarvoor nog een ijsvogeltje op inspectie kwam, lappen ze aan hun laars.

Ik geniet van het zonlicht achter het glas. Het licht speelt met de boeken op de salontafel, en de gele tulpen in de vaas zien er ineens geliger en zonniger uit. Ik word warm van binnen en van buiten.

 

De blijheid van het licht

vang je niet alleen op

met je ogen,

zij reflecteert binnen in je

en raakt je ziel weldadig aan.

(Toon Hermans)

 

Dat innerlijke licht is echt belangrijk, want van daaruit zie je het leven. Toon Hermans zei het wijselijk dat ‘zien nog iets anders is dan kijken, en wat wij met het leven doen vaak een groot deel afhankelijk is van hoe wij de dingen zien.’ 

Als je een foto maakt en de belichting is niet goed, dan wordt de foto flets en wazig. Maar in het juiste licht wordt hij kleurrijk en levendig. In ons leven zullen met de juiste ‘belichting’, duistere gedachten verdreven worden. Tijdens onze donkerste momenten moeten we ons focussen op het zien van het licht.

Geloof in het licht,

opdat gij kinderen des lichts moogt zijn.

Dat vind ik zo’n mooie bijbeltekst. Wij zijn kinderen van het licht. Je moet geen grote filosoof of theoloog zijn, om verwonderd stil te staan bij licht, en bij de samenhang tussen geloof en licht.

 

In het geloof zit voldoende licht

voor degenen die willen geloven

en voldoende schaduw

om degenen die niet willen geloven

te verblinden.

(Blaise Pascal)

 

Ik ondervind al een paar weken dat geloof de vogel is, die het licht voelt als de dageraad nog duister is -Tagore . Tientallen vogels dringen                  ’s morgens mijn slaperige brein binnen als ze oefenen voor het lenteconcert. Persoonlijk hoor ik liever de merel dan de lijster. De laatste beschuldig ik er namelijk van om bij zijn fluiten ook de meest doeltreffende regendans uit te voeren. Niettemin geeft het na de stille, grauwe winter een heerlijk gevoel om dat gekwetter en getjilp te horen. Een mooi seizoen ligt om de hoek. Ik vind het telkens opnieuw een wonder als ik het eerste sneeuwklokje zie piepen boven de boomschors, of de gele narcissen zie wuiven in de wind. De natuur is een wonder! En Voltaire zei het zo:

 

Alles is een wonder.

De verbazingwekkende natuurlijke ordening,

de omwenteling van zo’n honderd miljoen werelden

rond een miljoen sterren,

de werking van het licht,

het dierenleven,

alles is een groot en eeuwig wonder.

Het verbaasde me dat Voltaire in deze uitspraak ook de werking van het licht vermeldde. De huidige wetenschappers hebben hun handen vol met het in verwondering bestuderen van ‘het licht’. Ik ben geen wetenschapper, maar als ik lees over elektronen, fotonen, elementaire deeltjes en antideeltjes, dan herlees ik met nieuwe belangstelling volgende schrifttekst uit 1832:

 

En het licht dat schijnt,

dat u licht geeft,

is uit Hem die uw ogen verlicht,

hetgeen hetzelfde licht is dat uw verstand verlevendigt;

welk licht uitgaat van de tegenwoordigheid Gods

om de uitgestrektheid der ruimte te vervullen

– het licht dat in alle dingen is,

dat leven geeft aan alle dingen,

dat de wet is

waardoor alle dingen worden bestuurd

(Leer en verbonden 88)

 

Het licht schijnt altijd, en het enige wat wij moeten doen, is op te passen dat er niets treedt tussen ons en het licht. Een wijze bemerking van Ralph Waldo Trine. Wat kan er zoal tussen ons en het licht staan? Muren, letterlijk en figuurlijk, zelfgebouwd of op gebotst, seculiere hoogheidswaanzin, moeilijkheden en problemen. Maar als we de duisternis niet bemerken, zullen we het licht nooit zoeken.

In deze wereld, die zucht en kreunt onder zo veel duisternis, van Calais tot Macedonië, van Noord-Korea tot Syrië, Van Amerika tot Europa, klinken de woorden van Martin Luther King heel tijdloos:

 

Duisternis kan geen duisternis verdrijven,

enkel het licht is daartoe in staat.

Haat kan geen haat verdrijven,

enkel de liefde is daartoe in staat.

 

Maar realiteit is realiteit, en de zon zal niet altijd schijnen. Toen ik de uitspraak van Marie Jekkers las, moest ik glimlachen:

Probeer, elke keer als je tegen de lamp loopt, een beetje licht mee te nemen.

Tegen de lamp lopen, dan denk ik in de eerste plaats aan een negatieve ervaring. In plaats van dan weg te kwijnen in een duister hoekje van zelfbeklag of mistevredenheid, kan ik die mislukking meenemen naar het lichtere hoekje van kennis en ervaring. Maar tegen de lamp lopen zie ik ook als een ontmoeting met een lichtbron: boeken, films, mensen. Soms zijn er van die dagen dat ik omhelsd wordt door het licht van iets of iemand, van een ontroerende tekst, van pretlichtjes in kinderogen. Met veel vreugde neem ik dan een beetje van hun licht mee op mijn verdere levensreis.

Het schrijven van deze blog vindt zijn bestaansreden in deze woorden van Robert Schumann:

 

Licht laten schijnen

in de diepte van het menselijk hart,

dat is de roeping van de kunstenaar.

 

Geef de warmte en de kleur van het licht een plaats in je leven. Je zal zien dat alles helderder wordt …

www.mormonchannel.org      :    Patterns of Light

 

Alice in Wonderland wordt 150 jaar.

 

aliceAlice in Wonderland verscheen 150 jaar geleden. Het kinderboek werd geschreven door Lewis Carroll, pseudoniem van de Engelse wiskundige Charles Dodgson.

Ik heb het boek vele, vele jaren geleden gelezen. Als kind was ik dol op sprookjes en fantastische verhalen. Ik hield van de andere werelden die ze beschreven. In mijn fantasie liet ik me meevoeren op vliegende tapijten naar paleizen,bossen en zeeën. Ik werd dan zelf een prinses, een fee of een zeemeermin. Ik vloog mee met Peter Pan en verdwaalde in grotten en spelonken waar ik schatten van grote waarde ontdekte.

Maar in de wereld van Alice voelde ik me niet thuis. Ook al had ik de grote, boze wolf ontmoet en heksen in overvloed, Alice’s wereld maakte me bang (kom maar eens een koningin tegen die voor het minste de hoofden afhakt!). Het witte konijn kon ik niet volgen en er waren nog heel wat meer verwarrende gesprekken in dit boek. Mijn mening toen: ONZIN.

 

Door de jaren heen kreeg Lewis Carrolls verhaal telkens weer andere interpretaties. Men begon te denken dat er een diepere betekenis moest zitten achter dit gekke verhaal. Psychologen en drugsverslaafden hadden er een boterham aan vol, en ik weet niet of ze hem al verteerd hebben. Disney maakte er een tekenfilm over en in 2010 speelde Johnny Depp de gekke hoedenmaker in een nieuwe film met een ietwat andere verhaallijn.

 

Alle schrijvers zijn een beetje gek, Carroll ook, ik ook, en daarom raakte het witte konijn een gevoelige snaar. het konijn dat steeds op zijn horloge kijkt, zegt dat hij te laat komt en dan vliegensvlug verdwijnt, liet me denken aan het gedicht ‘Race’ van Toon Hermans:

 

De dagen passen mij niet meer,

zijn niet meer lang genoeg,

’t is altijd veel te vroeg te laat,

of veel te vroeg te vroeg.

Ik daver door de dagen heen,

haast altijd in galop,

en als de avond eenmaal valt,

dan staat ie nooit meer op.

 

Als ik denk aan de dagen die te haastig verliepen, dan kwam daar zelden voordeel uit. Door me te haasten dacht ik tijd te winnen, maar dikwijls kreeg ik een leeg gevoel op mijn neus. Herken je dit:

Nog vlug dit en dat doen

en het dit met het dat verwisselen.

Gauw een belletje doen met de teevee aan

en niet meer weten waar het gesprek over ging.

Vlug een ommetje door het park

en de eerste krokus niet gezien.

Een vluchtig afscheid

en niet meer weten hoe een kus smaakt.

 

En toch weet ik dat mijn ziel precies naar die dingen verlangt die haast niet kan geven:

God, stilte, vrede.

 

Het is niet altijd gemakkelijk om rustig in het nu te leven en te voelen. Tijdens het ontbijt denk ik al aan wat ik straks ga doen, wat ik niet mag vergeten en wat er nog op mijn lijstje staat – of maak ik een nieuw lijstje? En, weet je, op zo’n moment smaak ik het verschil niet meer tussen honing of choco. Zonde, want het smaakt echt wel anders.

Waarom hebben we zo’n problemen met de tijd? Zou het kunnen dat tijd niet onze natuurlijke dimensie is? We voelen ons nooit echt thuis in tijd. Dus willen we ongeduldig de tijd sneller laten gaan of de nacht tegenhouden. We kunnen geen van beide. Terwijl de vogel zich thuis voelt in de lucht, en de vis in het water, is tijd zeker niet onze thuis – wij behoren tot de eeuwigheid.

 

Stil staan bij kleine en grote dingen, bij honing en choco, bij knuffels en zoenen, bij boterbloemen en viooltjes,… dat vult onze ziel. Haast maakt ze leeg.

 

Maar we hebben zo veel te doen! Ik heb tijd te kort! moest ik tijd hebben…

Kunnen we zelf tijd creëren?

Zit je elke avond om half acht voor de flatscreen? Je kan de televisie best een avondje missen. dat levert je direct een paar uur tijd op om iets anders te doen: een uurtje wellness in je badkamer, je dagboek bijschrijven, een kast uitmesten, iemand bezoeken, muziek beluisteren, iets lezen, enz. Ook een dagje zonder Facebook of Iphone geeft je kostbare tijd in de plaats.

Alice belandde in Wonderland. Wij zijn beland in Tijd. Maak er de mooiste tijd van je leven van.