Vogels, nesten en nestwarmte.

Tussen de aprilse grillen door vliegen kleine en grotere vogels druk heen en weer door onze tuin. Mos wordt driftig uit het gras geplukt en takjes en twijgen verdwijnen in de lucht. Een schichtige huismus fladdert weg met een verweerd stukje touw in haar bek.De vogels zijn hun nesten aan het bouwen en verfraaien. Ik vind het geweldig dat ik mag genieten van dit lentespektakel.

To find the universal elements enough;
to find the air and the water exhilarating;
to be refreshed by a morning walk
or an evening sauntner …
To be thrilled by the stars at night;
to be elated over a bird’s nest
or a wildflower in spring –
these are some of the rewards
of the simple life.
(John Burroughs)

Een nest is een veilige plek om eieren te leggen en jongen groot te brengen. Het verschaft warmte en bescherming. Vogelnesten kunnen de vorm en grootte van een vingerhoed hebben of bestaan uit een gigantische hoop bladeren en aarde. Het kunnen meterslange donkere tunnels zijn of enorme platforms van twijgen.
Elk jaar vind ik wel ergens een snoezig nestje in onze hagen of bomen. Dat eksters onze dennenboom aan het inpalmen zijn, vind ik bedenkelijk. Ik heb het niet zo met grote nesten. Zo hadden we vroeger een rokerig probleem en moest er een gigantisch kauwennest uit onze schoorsteen gehaald worden.
Nesten zijn uniek aan elke vogelsoort. Vogels zijn op dat vlak misschien wel wijzer dan mensen. Een merel bouwt een nest voor merels, een zwaluw voor zwaluwen en een ooievaar voor ooievaars. Ze zijn niet jaloers op elkaars nest en proberen het ook niet na te bouwen. Stel je voor, een ooievaar die een nest bouwt zoals een boerenzwaluw.
Niettemin zijn nesten ware kunstwerkjes en heel vindingrijk. Soms is er een isolerende laag gras of dons, soms bekleed met veren of modder. De paradijsmonarch bouwt zijn nest van gras, maar plakt de boel aan elkaar met spinnenwebben. Huismussen gebruiken soms touw, papier en zelfs plastic. Karekieten bouwen riethalmen aan elkaar en Australische eksters gebruiken wol die ze uit de rug van een schaap trekken.
Nesten bouwen is hard werken. Sommige vogels maken meer dan duizend vluchten om voldoende nestmateriaal te verzamelen.

Vogels kunnen ons
heel wat leren over
ons eigen nest.

Als ik een vogel zie broeden dan komt het woord ‘nestwarmte’ in mijn gedachten. Nestwarmte is een behaaglijk gevoel van warmte en geborgenheid. Het heeft weinig te maken met de structuur of grootte van je mensennest, maar alles met liefde en aandacht.
Nestwarmte is niet iets uit lang geleden romantische tijden;
Nestwarmte is een thuis hebben waar je jezelf mag zijn;
Nestwarmte is een toevluchtsoord voor donkere dagen;
Nestwarmte is een bescherming tegen de boze wereld;
Nestwarmte is waar je de geluiden herkent:
het kraken van de trap,
het piepen van een deur,
het tikken van opa’s klok,
zachte muziek,
vrolijke dansmuziek en stoelen die plaats maken.
Nestwarmte is de geur van boeken;
Nestwarmte is een verhaaltje voor het slapen gaan;
Nestwarmte is knielen en vouwen van armen;
Nestwarmte is helpen, lachen, knuffelen, huilen en troosten;
Nestwarmte is daar waar liefde heerst.

Zoals alle levende wezens hebben kinderen nestwarmte nodig
om hun persoonlijkheid harmonisch te kunnen ontwikkelen.

Net zoals een vogel hard moet werken aan zijn nest, zo verschijnt nestwarmte ook niet uit het niets. Men moet veel tijd en energie steken om van een huis een thuis te maken, om nestwarmte de kans te geven zich binnen de muren te kunnen nestelen.
Natuurlijk doen miljoenen ouders hun best om ervoor te zorgen dat hun kinderen zich gewenst en bemind voelen. Toch blijven er problemen die ons hulpvermogen te boven gaan: in sommige delen van de wereld is er door een gebrekkige economie en politiek ontoereikende gezondheidszorg, weinig of geen onderwijs, onvoldoende voedsel, kinderarbeid en slechte levensomstandigheden. Gelukkig is het lot van vele kinderen verbeterd door talloze organisaties en privé-initiatieven, maar we moeten alert blijven ook in ons eigen land. Het gezin is het fundament van de maatschappij, dat mogen we nooit vergeten of niet geloven.
In 2013 kregen hier meer dan 27 000 kinderen en jongeren te maken met de bijzondere jeugdzorg. Dat is verschrikkelijk!
‘Een paar honderdduizend Vlaamse kinderen nemen niet alleen een aanzienlijk deel van het huishouden op zich, ze zorgen ook voor hun vader of moeder. 20 000 à 40 000 van hen zijn jonge mantelzorgers, die een ouder met een handicap of chronische ziekte bijstaan. Bij de anderen gaat het om ernstige psychische problemen of een verslaving.’ (Knack nr. 13 2017)
Zorgen voor je kinderen is meer dan een dak boven het hoofd, eten en bescherming bieden. Het is even belangrijk ze te leren wat hoop is, ze nestwarmte te geven en een gevoel van stabiliteit en zekerheid te bieden.(Ronny Mousse)’

Zorg ervoor dat het gezin de plaats is
waar kinderen het anker kunnen vinden
dat ze in deze moeilijke tijd nodig hebben.
(Harold B. Lee)

Probeer je even voor te stellen welk een warme maatschappij we zouden hebben moest er in alle gezinnen respect en liefde zijn tussen ouders en kinderen; moest er thuis vriendelijk en rustig gesproken worden, moesten kinderen kunnen opgroeien met een gevoel van waardering en dankbaarheid.
Vogels alarmeren elkaar wanneer er gevaar dreigt. Is het niet nodig dat wij ‘onze broeders hoeder’ blijven? Oog hebben voor de problemen dichtbij onze deur en een helpende hand toesteken, nestwarmte doorgeven …
Gordon B. Hinckley zei:
‘Ieder kind, en daar zijn weinig uitzonderingen op, is het voortbrengsel van een gezin, goed, slecht of onverschillig. Als kinderen opgroeien, wordt hun leven in grote mate een weerspiegeling en voortzetting van alles wat ze thuis leren. Als men daar ongevoelig met elkaar omgaat, elkaar uitscheldt, woede-uitbarstingen heeft en niet trouw aan elkaar blijft, zullen de vruchten duidelijk te zien zijn, en waarschijnlijk wordt dat in de volgende generatie herhaald. Als er daarentegen verdraagzaamheid heerst, vergevingsgezindheid, wederzijds respect, inschikkelijkheid, vriendelijkheid, medeleven en barmhartigheid, zullen ook die vruchten duidelijk te zien zijn, en die zullen een eeuwige oogst opleveren. Ze zullen positief, aangenaam en fijn zijn. Als ouders barmhartigheid tonen en leren, zal dat in het leven en het gedrag van de volgende generatie herhaald worden.’

May we make of our homes
sanctuaries to which our family members
will ever want to return.
(Thomas S. Monson)

Het doorbreken van een cirkel zonder nestwarmte is moeilijk, maar kan! Waar een wil is, is een weg!

Ik passeer nog dikwijls het huis waar mijn kinderen opgegroeid zijn. Als ik de klok in mijn geheugen dan even terugdraai, dan vullen warme gevoelens van liefde, genegenheid en dankbaarheid mijn hart. Ja, soms zakte de temperatuur wel eens een paar graden, maar daar was nestwarmte:
de koekoeksklok die elk half uur riep;
de geur van wafels, tomatensoep, versgebakken brood en fondue;
de stemmen van ouders en kinderen,
van familie en vrienden;
het samen aan tafel;
het bidden en smeken;
het knuffelen en lachen;
het chillen en spelen;
de schoenen in het schoenrek;
de jassen aan de kapstok;
de foto’s aan de muur;
de tientallen boeken;
de reusachtige kerstboom;
de magnoliaboom in bloei;
de vissen in de vijver;
de poes die rond je benen draaide.

Het huis waar we nu wonen is kleiner en ziet er anders uit, maar wordt dagelijks aangevuld met warmte. De koekoeksklok roept nog steeds en in de keuken hangen geregeld geuren van heerlijke maaltijden, de stemmen van mijn man en mezelf vullen meestal de ruimte, maar ook die van de kinderen, de kleinkinderen, familie en vrienden vinden hier hun weg. Twee plaatsen aan tafel is de norm, maar meer dan af en toe worden stoelen bijgezet. Bidden en smeken gebeurt nog steeds. Er staan nu wel minder schoenen op het rek en de jassen hangen al helemaal niet meer op een rijtje in de gang. Foto’s van kinderen, kleinkinderen en dierbaren staan op de kast. De kerstboom is kleiner en in plaats van een magnolia staat er een pracht van een kastanjeboom in de tuin. Vissen zwemmen ook hier in een vijver en hebben het gezelschap van salamanders en oekedoelekens. En het is de poes van de buren die nu rond mijn benen komt draaien. Nestwarmte? Ja, hoor!
Ik las ergens dat nestwarmte is wat blijft als je weggaat, wat wacht tot je komt. En pas als de kuikens gevlogen zijn en het nest uiteenvalt, dan pas wist je ‘dit was thuis’.

May your walls know joy
may each room hold laughter
and may every window open
to great possibility.

In een wereld waar nestwarmte misschien ouderwets, nostalgisch of naïef overkomt, doe ik een warme oproep om zelf in je hart die warmte te laten beginnen.
Vertel de mensen van wie je houdt dat je van ze houdt. Wanneer was het de laatste keer dat je je partner in je armen nam en zei: ‘Ik zie je graag’? Wanneer was het de laatste keer dat je je kinderen een warme knuffel gaf? Wanneer was het de laatste keer dat je je ouders verteld hebt dat je van hen houdt?
Zeggen ‘ik hou van jou’ is slechts het begin. We moeten het menen en tonen. Liefde moet zowel uitgedrukt als getoond worden.
Begin er vandaag aan, stel niet uit tot morgen. Er komt een dag waarop voor iedereen onder ons er geen ‘morgen’ meer zal zijn.

Nestwarmte creëren en doorgeven is echt niet zo moeilijk. Doe zoals Phil Bosmans schreef:

Mensen en dingen de adem inblazen
van je eigen warm mensenhart
om ze zo tot leven te brengen.

Nestwarmte …