Ik denk dat iedereen het verhaal nog wel kent van dat pientere, dappere, kleine ventje dat zichzelf en zijn broertjes in veiligheid bracht door gebruik te maken van de zevenmijlslaarzen.
Ik stel me zo voor wat Klein Duimpje zijn reactie was toen hij de reuzenlaarzen voor het eerst zag: ‘Oei! Ik ben veel te klein! Daar kan ik nooit mee vooruit, die zijn véél te groot!’
Of: ‘Wauw! Een nieuw vervoermiddel! Super! Dat zal ons hier wel wegkrijgen!’
Zou het kunnen dat we ons soms als Klein Duimpje voelen? Dat we de stormen om ons heen te groot en te woest vinden? Dat de rotsblokken op onze levensweg te groot lijken om er langs te gaan? Dat we onszelf te klein vinden om ook maar één stap vooruit te gaan?
One small crack does not mean
you are broken,
it means that you were put to the test
and you didn’t fall apart.
(Linda Poindexter)
Ik ben pas weer ‘een jaartje ouder’ geworden. Telkens als mijn getalletje groter wordt, denk ik aan wat er ook gegroeid is: wijsheid, kennis, ervaring, geloof en evenwichtigheid. Het was dan wel even slikken toen ik op mijn verjaardag in de spiegel onder mijn rijpere uiterlijk een twijfelende, kwetsbare vrouw zag. Een klein stemmetje fluisterde: ‘Dat is niet erg. Je moet nog zoveel leren van het leven. Zoals een boom pas in de storm laat zien hoe sterk hij is, zo zal ook deze storm in je leven je weer sterken. En dat heeft niets met leeftijd te maken.’
You never know how strong you are
until being strong
is the only choice you have.
(Bob Marley)
In de loop der jaren heb ik geleerd dat de mooie momenten in het leven èn de crisissen mijn ziel voedsel geven. In moelijke tijden staan we als het ware op een splitsing. We kunnen de weg nemen die ons laat concentreren op het negatieve, die onze hoop en ons vertrouwen verbrijzelt met wanhoop en ongeduld. We kunnen ook de andere weg kiezen en de moeilijke ervaring beschouwen als een kans om te zoeken naar mogelijkheden tot groei en hoop, en zo een innerlijke bron van rust en kracht ontdekken.
Pas op, bepaalde ervaringen zijn verschrikkelijk moeilijk te doorspartelen. Maar ik geloof dat als we naar het grotere geheel, het hele plaatje kijken, we gevoed zullen worden met licht en vreugde.
Wanneer we zouden kunnen inzien
dat alles, zelfs een tragedie,
een geschenk in vermomming is,
dan zouden we de beste manier gevonden hebben
om de ziel te voeden.
(Elisabeth Kübler-Ross)
Levensstormen kunnen ons leven verrijken. We gaan meer aandacht geven aan de belangrijkste aspecten in ons leven en zullen prioriteiten bijsturen. We zullen schijnbaar eenvoudige dingen opnieuw waarderen en beseffen wat er echt toe doet.
Als het figuurlijk stormt in mijn leven, dan zoek ik een hogere Bron op. Het bijbelverhaal over het stillen van de storm krijgt dan meer betekenis. Christus was aan het slapen op de boot toen er een grote storm losbrak. De golven sloegen over in het schip, zodat het water begon te bevatten. De apostelen maakten Jezus wakker en zeiden tegen Hem: ‘Meester, bekommert U zich er niet om dat wij vergaan?’
En Hij, wakker geworden, bestrafte de wind en zei tegen de zee: ‘Zwijg, wees stil!’
En de wind ging liggen en er kwam een grote stilte.(Markus 4: 38-39)
Toen draaide Christus zich naar zijn apostelen en vroeg: ‘Waar is je geloof?’
Christus herinnerde hen liefdevol aan het feit dat Hij een storm kan stillen.
Als we tot op ons bot door elkaar geschud worden, dan is het niet zo gemakkelijk om dit Bijbels verhaal te herinneren en te geloven dat Christus niet alleen letterlijke stormen, maar ook onze eigen levensstormen kan stillen. De stormwinden zullen misschien niet direct gaan liggen, zoals in Galilea, maar we kunnen zijn vrede voelen door kleine vingerafdrukken van zijn liefde voor ons.
In de lofzang ‘O vast als een rotssteen’ staan een paar verzen die mij al dikwijls kracht gegeven hebben als het even niet goed gaat:
Als voor diepe waat’ren gij eens komt te staan,
weet dat Ik een weg door de kolken u baan.
Ik blijf uw Beschermer, uw eeuwige Borg,
en wijd tot uw welzijn uw smart’lijkste zorg.
Als door bitter lijden Ik u roep te gaan,
en gij veel verdriet ondervindt op uw paân,
zo zal Ik in smarten van u geenszins vliên,
maar bijstand en hulpe in kommer u biên.
De weg, de bijstand en de hulp kunnen op zoveel verschillende manieren komen: een belletje, een email, een berichtje, een bezoekje, een knuffel …
Ik ga ook naar buiten, want de ‘struggle for life’ is te zien in de natuur. Deze week nam ik in de eerste lentezon gewapend met een snoeischaar en tuinhandschoenen onze tuin onder de loep. Ik verwijderde verdroogde plantenresten en onderaan de bruine, afgestorven stengels ontdekte ik dat er al nieuw leven begon te groeien. Ik merkte dat de knopjes in de beukenhaag beloftevol aan het zwellen zijn en de voorjaarsbloemen staken her en der hun kopje boven de grond: ‘Hallo, hier zijn we weer!’ Enkele goudvissen toonden met enige zwier dat ze de vrieskou en de reigerbezoeken hadden overleefd en genoten duidelijk van het frêle voorjaarszonnetje. Ik hoorde zelfs een paar vogels die midden februari al zo gek zijn om de lente in te luiden.
Ik voelde me zoals Toon Hermans het zei:
Ik geloof heel sterk dat het beeld van de natuur is, zoals het is, om onze geest te voeden. Het is er helemaal voor ons. Wij mogen het in ons opnemen, in onze blik en in ons hart, en ik ben er zeker van dat wanneer ons oog intens geniet van wat het ziet rondom in geuren en kleuren, dat het levende rondom ons dan een niet te onderschatten kracht kan geven aan ons eigen leven.
Een van mijn zonen heeft een zware ziekte mee te dragen. Hij is zo’n krachtige man. Kris Gelaude beschreef hem en mijn gevoel op deze manier:
Iemand die ziek is
kan meer kracht
in zich dragen,
dan wie gezond is.
Maar om het te zien moet je
stil genoeg luisteren.
Want het grootste wonder
voltrekt zich
vanbinnen.
Een mens kan zich niet alleen klein voelen omwille van zichzelf, maar ook omwille van een ander. Elke ouder zal me gelijk geven dat als je een kind ziet lijden, je je machteloos klein voelt. Je kan niets doen dan alleen maar liefhebben, afwachten en hopen. In die kleine ziekenhuiskamer voelde ik niet alleen mijn eigen nietigheid, maar ook de grootse heiligheid van Hem die alle pijnen gevoeld en doorstaan heeft.
De kamer
van iemand betreden
die ernstig ziek is,
doe je altijd zonder
het schoeisel
van eigen kunnen.
En met de grootste schroom.
Want de grond
waarop je je voeten zet
is meer dan ooit
heilige grond.
(Kris Gelaude)
De laatste tijd heb ik me meer dan eens nog kleiner dan Klein Duimpje gevoeld. Die kleinheid toelaten opent de deur naar warmte en licht. Ik heb me mogen verwarmen aan de warmte van mijn medemens. Ik voelde me verlicht door zoveel bouwstenen van geloof, hoop, vriendschap en vertrouwen.
Vol goede moed trek ik de zevenmijlslaarzen aan en wend me hoopvol naar het licht van morgen.
Worrying does not empty tomorrow of its troubles,
it empties today of its strenght.
(Corry ten Boom)