Al gelachen vandaag?

 

 

Een glimlach is de                                                                                                                                                                                                           zonlachen blog

die de winter

van je gezicht

verdrijft.

(Victor Hugo)

 

 

 

 

 

Lachen is de reactie van mensen op humor, of een uiting van blijdschap, opluchting of spanning.
Al gelachen vandaag?
Ik lachte gisteren om een grapje van mijn man. Hij heeft wel enkele leuke grapjes en hij vertelt nooit dezelfde. Soms gelijken ze goed op elkaar, maar dat doet er niet toe. Mijn man tovert altijd een glimlach op mijn gezicht.

Een Vlaming kan altijd drie keer lachen om een mop.

De eerste keer als je ze vertelt,

de tweede keer als je ze uitlegt

en de derde keer als hij ze begrijpt.

(Louis Paul Boon)

Ik lach vandaag, omdat de lucht er minder grijs uitziet. Het zonnetje geeft een blij gevoel en ik hang vrolijk de was  aan de droogmolen in onze tuin.

En ik lach morgen – zeker weten- om het liedje van ‘Ridder Martijn en ridder Koen’ dat mijn kleinkinderen met gebaren en al enthousiast zullen zingen.
Mijn kleinkinderen maken me blij. De twee oudste kleindochters zijn giechelkonten geworden, en een beetje jaloers denk ik terug aan die zorgeloze prille tienerperiode in mijn leven. Een ander kleinkind is een echte lachebek. Haar schaterlach werkt heel aanstekelijk en besmet in een mum van tijd heel haar omgeving. Mijn kleinzoons hebben dikwijls een grijnslach. Wie proberen ze nu weer een loer te draaien?
Ja, lachen is eigenlijk heel simpel. Het leven is veel te kort om er sip bij te lopen over dingen het echt niet waard zijn.

 

Lachen is een boeiend onderwerp. Het interesseert de wetenschap, de reclamewereld en degenen die kijkcijfers willen halen.
Als we lachen maken we een geluid dat we nauwelijks kunnen controleren. Een spontane lach maakt een spontaan geluid. Af en toe zweven er op het internet filmpjes met kraaiende en schaterende baby’s. Als je in een dipje zit en je kijkt naar zo’n filmpje, dan krullen je mondhoeken vanzelf omhoog.

De lach van een kind

is het mooiste geluid ter wereld.

De Mona Lisa heeft de beroemdste glimlach van heel de wereld. Hoeveel keer is haar glimlach al bekeken, gedeeld en bestudeerd? Elke dag passeren 20.000 mensen het schilderij in het Louvre. Een aantal jaren geleden was ik één van hen. Ik weet nog toen ik in dat indrukwekkende museum voor die beroemde glimlach stond, dat ik eigenlijk verbaasd was over de afmetingen van dat beroemde kunstwerk. Ik had me dat schilderij veel groter voorgesteld. Moest het niet duidelijk in de belangstelling staan, je zou er zo kunnen voorbij lopen. Over de glimlach van de dame zijn tientallen theorieën te vinden, van de mysterieuze glimlach van een zwangere vrouw tot de glimlach van Leonardo da Vinci zelf. Huidige software die emoties zou herkennen, geeft aan dat er voor 83% geluk in die lach zit. Oef, de beroemdste glimlach is dus een echte!

 

Behalve het gezicht van de Mona Lisa, moet je eens het gezicht van levende mensen observeren. Dat kan je doen als je aan het wandelen bent, of als je een terrasje doet. Ik vind dat mensen met een glimlach meer stralen. Ik krijg er zelf een glimlach van op mijn gezicht. Een oprechte glimlach is een reflexie van je karakter en zendt licht uit. Charles Gordy merkte op dat een glimlach een goedkope manier is om je uiterlijk te veranderen. Ik zou zelfs durven stellen dat een glimlach de beste facelift is die je jezelf kan geven. Kijk maar eens met een glimlach in de spiegel: je ziet er mooier, levendiger en jonger mee.

Je bent nooit helemaal gekleed

zonder glimlach.

(Martin Charnin)

 

Het is gemakkelijk om te glimlachen als je leven rustig verloopt. Maar wat doe je als dat leven in een stroomversnelling komt? In een storm? In een tsunami? Wat doe je als alles tegenzit? Zakt je gezicht dan in elkaar en kan er geen lachje meer af? Die sombere periode van je leven wordt nog somberder als je in de spiegel een gezicht ziet met neerhangende mondhoeken. Tegenslag is een deel van het leven, lift je mondhoek omhoog. Wilhelm Raaber zag het zo:

Humor

is de zwemgordel

op de rivier van het leven.

Ik heb al veel verhalen gelezen over dramatische oorlogen. In al die boeken waren er mensen in staat om die verschrikking te overleven door onder andere humor. In ons persoonlijke leven moeten we meer dan eens een oorlog uitvechten.

Het leven moet met liefde en met humor worden geleefd:

liefde om het te begrijpen,

en humor om het te dragen.

(Carlos Fisas)

 

Lachen en humor zullen onze levensvraagstukken niet oplossen, maar helpen ons wel er doorheen te spartelen. Het leven is ernstig, maar we nemen het soms te ernstig op. We moeten onszelf niet te serieus nemen, af en toe humor is goed. Het helpt ons door moeilijkheden en is als een tedere balsem wanneer dingen hard zijn. Toon Hermans zei:

Het leven is zeker niet altijd

‘een reden tot blij zijn’.

Om blij te zijn heb je moed nodig.

Daarom is het woord blijmoedig een veelzeggend woord.

 

In spreuken 17:22 staat: Een blij hart bevordert de genezing.
Ik heb dat zelf ondervonden. Gedurende een heel moeilijke periode van onbegrip, tegenwerking en vechten tegen windmolens, voelde ik me op en leeg. Ik voelde me zo verdrietig, zo onbekwaam. Het was moeilijk om nog licht te zien. Op een dag keek ik in mijn toverspiegel. Ik zag een doffe blik en een neerhangende mond. De spiegel, of hoe je het ook wil noemen, kuchte en zei heel liefdevol: Alleen al een glimlach zorgt voor een beter gevoel. Pas maar op, je wil je rimpels toch op de juiste plaats krijgen? 

So much in life

depends on our attitude.

The way we choose

to see things

and respond to others

makes all the difference.

To do the best we can

and then to choose

to be happy about our circumstances,

whatever they may be,

can bring peace and contentment.

We can’t direct the wind,

but we can adjust the sails.

For maximum happiness, peace and contentment,

may we choose

a positive attitude.

(Thomas S. Monson)

Mijn ’toverspiegel’ liet me inzien dat een vrolijk hart het duister helpt op te trekken. Een vrolijk hart geeft mij kracht en laat hoop groeien. Ik kon niets aan de wind doen, maar heb mijn zeilen bijgestuurd. Dat was niet zo gemakkelijk, en af en toe wakkert de wind weer een beetje aan, maar ik kan weer lachen en echt gelukkig zijn.
En terwijl mijn ogen weer fonkelen en mijn mondhoeken omhoog krullen, fluistert de spiegel opnieuw: één glimlach kan duizend anderen aansteken. Wees die ene.

Een glimlach doorgeven, een vrolijke noot uitdelen, laat ook bij anderen het duister optrekken en plant een sterk zaadje van kracht en hoop. Het is een andere manier van dienstbetoon aan onze kinderen, onze ouders, onze familie, of aan onze vrienden die problemen hebben, of die gewoon een extra dosis van dit vrolijke medicijn nodig hebben.

Probeer eens een ander aan het lachen te maken. Het zal je een fijn gevoel geven. Een heel ander gevoel dan dat je anderen belast met je tegenslagen en klachten.
Onze noorderburen spreken over een ‘baaldag’. Gelukkig hebben wij dat woord niet in onze Vlaamse woordenschat. Misschien moeten we er wel een ‘lachdag’ in opnemen. Dat zou een geweldige dag zijn, juist nu in deze wereld, waar men soms wel van zou balen.

Het aansteken van een lamp in het donker

is het meest zinvol.

Lachen kost minder dan elektriciteit

en geeft minstens evenveel licht.

(Abbé Pierre)

Lachen is een hulpmiddel om de lucht op te klaren, om de spanning te verlichten, en ook gewoon om plezier te maken. Zoals met alle gereedschap moeten we ook dit hulpmiddel goed en wijs gebruiken. We weten allemaal wel dat in bepaalde situaties ‘grappig zijn’, onbeleefd of aanvallend zou overkomen.
Misschien heb je ook wel al eens in gezelschap gelachen als een boer die kiespijn heeft, terwijl je het eigenlijk helemaal niet leuk vond. Lach eerlijk en vriendelijk.

We leven in een wereld waar ruwe taal aanvaard is om te spotten en dingen belachelijk te maken. Alles kan in de naam van ‘humor’. Het gelach en de humor die ik zoek, is die waarmee ik met opgeheven hoofd naast de Heer kan staan. Dit zorgt er voor dat ik ook oppas voor sarcasme of kwetsende humor.

Een goed ontwikkeld gevoel voor humor

is de pool

die balans toevoegt aan uw stappen,

terwijl u loopt

op het koord van het leven.

(William Arthur Ward)

Hugh B. Brown zei:

A wholesome sense of humor

will be a safety value

taht will enable you

to apply the lighter touch

to heavy problems,

and to learn some lessons

in problem solving

that

‘sweat and tears’

often fail

to dissolve.

Lachen is gezond! Gebruik de lach wijs. Gebruik hem op een vriendelijke manier. Lach eerlijk, lach zoals je bent. Te hard proberen grappig te zijn is niet meer grappig. Hou van je eigen lach, of die nu hoog, breed, laag of dun is. En help kinderen het belang van lachen in te zien. Leer hen het wapen van humor te gebruiken, zodat ze explosieve situaties kunnen ontladen. Leer hen dat ze zo kalmer kunnen worden onder druk. Leer hen dat lachen broodnodig is.

Al gelachen vandaag? Doen!
Want met een twinkel in onze ogen en liefde in ons hart kunnen we een drager zijn van licht en hoop.

 

 

Gedachten over moederschap

 

moeders blog

 

 

 

Moederdag: We kunnen er niet om heen. Hoewel de commerce er een handeltje van maakt, vind ik een boeketje bloemen toch wel lekker ruiken op zo’n dag. Iedereen heeft een moeder, en daarom eerst en vooral:

 

 

 

Bedankt ma,

om mij en mijn twee zussen en broer op de wereld te zetten
en om ons te steunen en te helpen.

Bedankt ma,

om mij te laten zien hoeveel je van pa hield
en hoe dapper je hem tot het eind verzorgd hebt.

Bedankt ma,

voor je voorbeeld
en je liefde.

 

In de kring van mijn leven zijn er vrouwen die geen moeder zijn. Vroeger bekroop me in hun nabijheid dan soms een schuldgevoel om zelf wel moeder te zijn. Maar is moederschap gekoppeld aan kinderen baren? In de Liahona, oktober 2001 las ik een mooi artikel over de vrouw en het moederschap, geschreven door Sheri L. Dew. Ik haal een klein stukje aan:

Het moederschap omvat meer dan kinderen krijgen. Het is de kern van wie we zijn als vrouw. Het is een beschrijving van onze identiteit, onze goddelijke status en aard, en de unieke eigenschappen die onze Vader ons gegeven heeft. God heeft in vrouwen iets goddelijks geplant.
Terwijl wij geneigd zijn om het moederschap alleen in verband te brengen met kinderen krijgen, heeft het woord ‘moeder’ in de taal van de Heer verschillende betekenissen. Eva werd de moeder van alle levenden genoemd nog voordat ze ooit een kind had gebaard.
Alle vrouwen hebben de taak om lief te hebben en de opgroeiende generatie te leiden. Kijk om u heen. Wie heeft u en uw invloed nodig? Als wij echt iets goeds tot stand willen brengen, dan zal dat gebeuren als we zorgen voor degenen die we het leven hebben geschonken, en voor degenen voor wie we willen zorgen.

 

Op 24 september 1979 werd mijn eerste kind geboren. Op diezelfde dag werd ik ook opnieuw geboren: ik was moeder geworden.
Trillend van emotie nam ik voor ’t eerst mijn kleine jongen in mijn armen. Negen maand had ik hem dicht bij mijn hart laten groeien. Nu had ik de verantwoordelijkheid om hem te helpen alleen verder te groeien. Nog drie keer gaf ik leven aan een nieuw mensenkind, een meisje en nog twee jongens. En telkens werd mijn hart groter. Biologisch gezien heeft een hart vier kamers, maar emotioneel heeft mijn hart er door de jaren heen heel wat liefdevolle kamers bijgekregen.

Moeder worden, is een wonder

Moeder zijn, een heel gedonder.

En net als vele moeders, heb ik dikwijls geworsteld met de vraag of ik het wel goed deed. Ik had een pedagogisch diploma op zak en veel van die opgedane theoretische kennis kon ik als moeder in de praktijk toepassen. Dat was dikwijls fijn, maar gaf ook veel frustraties. Mijn kinderen liepen niet op de lijntjes van mijn cursus, ze hadden elk nood aan een specifiek op maat gesneden moederlijke aanpak.

There is no way

to be a perfect mother,

but a million ways

to be a good one.

 

Net als alle moeders voor en achter mij, kreeg ik er meer dan een persoonlijkheid bij. En het switchen van het ene type naar een ander kon vliegensvlug gebeuren.

Ik was een tovenaar en kon sprookjes en raadseltjes uit mijn mouw schudden. Aan witte konijnen heb ik me niet gewaagd, maar met goudvissen, schildpadjes, dwerghamsters en zwerfkatjes toverde ik veel verwondering en glinster in de ogen van mijn vier sloebers.

Ik was een beschermengel, zonder vleugels, maar met supersnelle reacties als het er op aan kwam.

Ik was een kokkin die spruitjes en witloof een zoetere smaak gaf; die cupcakes bakte voor het een rage was en die pannenkoeken als een hemels gerecht voorstelde op verjaardagsfeestjes.

Ik was een adviseur die raad gaf, subtiel en direct, voor dovemansoren en voor gretige luisteraars, in het bos en op het strand, in de winkel en op een feestje, van ’s morgens aan tafel tot ’s avonds in bed.

Ik was een politie agent die het huiselijk verkeer leidde, een detective die waarheid van leugen trachtte te onderscheiden.

Ik was een vertelster, een financiële coach, een verpleegster, een helderziende, een modecoach, een poetsdame, een lerares, een sportcoach, een taxichauffeur, een uitvindster, een psycholoog, een moeder …

The joy of motherhood

comes in moments.

There will be hard times

and frustrating times,

but amid the challenges

there are shining moments

of joy and satisfaction.

(M.Russell Ballard)

 

Ik heb veel geleerd in mijn mama-zijn, over mezelf en over vele andere dingen.
J.Soares zei:

Het geduld van een moeder is als tandpasta.
Hoeveel je er ook van gebruikt,
er is altijd nog een beetje over.

Iedereen moet geduld ontwikkelen in zijn leven: wachten aan de kassa, in de wachtkamer van een dokter, wachten op genezing, wachten op begrip, … Door mijn kinderen heb ik pas geleerd wat geduld is: uren in de rij gestaan voor een oudercontact, voor een gesigneerd boek en voor de ingang van een pretpark. Uren geworsteld over schoolresultaten, vriendenkeuze en beroepskeuze …

Ik ben door mama te zijn, ook beter geworden in het organiseren. Het was van te moeten. Want een raam vol vingerafdrukken, wasmanden met was, wasmanden met strijk en bijna verongelukken over rondslingerend speelgoed, dat alles zorgde meer dan eens voor een kort lontje. Dus het was organiseren geblazen, met vallen en opstaan, met to-do-lijstjes en zonder, met een week- en dagplanner, met een takenlijst voor heel het gezin.

Je bent blij als alles vlotter loopt. Je bent blij als de kinderen eindelijk slapen. Je houdt onvoorwaardelijk van hen, maar op het eind van de dag ben je zo moe, zo moe. Je wil rust. Om kwart over zeven wakker worden, voelt als uitslapen.

Mothers are all slightly insane. (J.D.Salinger)

Een van mijn gekke gedragsveranderingen was dat ik dingen ging verstoppen: koekjes, sleutels, stylo’s ( nu zou ik zeker mijn IPad en IPhone een veilig plaatsje geven), stiften, afstandsbedieningen, enzovoort. Want voor ik het wist, waren deze dingen onvindbaar, of ze lieten sporen achter die duizend irritaties opriepen.

Als je mama bent, dan vind je moeilijk nog een plaatsje voor jou alleen. Zelfs de WC deur vliegt wijd open. Je schrikt je rot en even floept het idee van een deurslot in je vermoeide hersenpan. Maar dit beeld wordt vlug verdrongen door een horrorbeeld van een krijsend kind dat niks begrijpt van je instructies hoe je een deur moet openen.
En dat zalige badkamermoment kan je ook enkele jaren vergeten. Schrap het woord ‘zalig’ en verander ‘moment’ in ‘momentjes’.

Ik ontdekte in mijn prille moederschap dat ik een kannibalentrekje had. Ik zou mijn kinderen zo kunnen opeten hebben! Later ontdekte ik tot mijn verbazing dat ik ook sadistische neigingen had. Er was een periode dat ik mijn kinderen achter het behang wilde plakken, of een paar jaar in de diepvries wou steken.

Being a mother is

learning about

strenghts you didn’t

know you had …and

dealing with fears you

didn’t know existed.

(Linda Wooten)

Na ongeveer 10 jaar te hebben geprobeerd een goede mama te zijn, ging ik een nieuwe taal studeren: de Aliëntaal.  Zoon- en dochterlief hadden de taal en de gebruiken van een Aliën ontwikkeld. Je bent waarschijnlijk niet verbaasd als ik zeg dat deze studie mij bloed, zweet en tranen heeft gekost. Maar zo plotseling als dit buitenaards gedrag gekomen was, zo plotseling was het ook verdwenen. De volgende quote illustreert heel goed de super power die mama’s dienen te ontwikkelen als er puberende kinderen in huis rondwaren:

Opvoeden vraagt

de kracht van Samson,

de wijsheid van Salomo,

het geduld van Job,

het geloof van Abraham,

het inzicht van Daniël

en de moed van David.

De verhalen van deze personen staan in de Bijbel. Ik heb veel van deze mannen geleerd bij het opvoeden van mijn kinderen.
Voor ik moeders in spé afschrik met hoge kosten, onbegrip en vele tranen, wil ik verklaren in dikke letters:

Ik hou er van om moeder te zijn.

Want ondanks de zwangerschapsstriemen, de slapeloze nachten, de schijnbaar eindeloze zorgen, heb ik me ook nooit zo trots, zo blij en zo geliefd gevoeld!
En het mooie publieke geheim aan dat mama-zijn, is dat er een prachtige beloning op volgt:

Kleinkinderen

Mijn hart heeft weer een heleboel kamers bijgemaakt en mijn taak is niet om die mensjes op te voeden, hoewel ik zeker met nog meer begrip en liefde

ze zal knuffelen en opeten
ze raad zal geven
ze verhalen zal vertellen
met hen zal spelen
met hen zal lachen
met hen zal wenen

 

Een geweldige jonge mama schreef:

Hoe kan een mens toch zoveel van een kind houden dat je er graag een groot deel van je vrijheid voor opgeeft? Hoe kan aardse liefde zo sterk zijn dat je je vrijwillig aan verantwoordelijkheid, kwetsbaarheid, onrust en hartzeer blootstelt en toch steeds om meer blijft vragen? Wat voor aardse liefde kan je doen voelen, zodra je een kind hebt, dat je leven nooit en te nimmer meer van jezelf is? Moederliefde moet wel goddelijk zijn (Liahona oktober 2015).

Moederkensdag, we kunnen er niet om heen. De commerce heeft er een handeltje van gemaakt, maar toch vind ik zo’n dag wel fijn.

 

http://youtube.com  it was mom: a mother’s day tribute to Moms

 

 

Brengt opruimen rust? Of onrust?

schoonmaak 1

Is orde nastreven een keurslijf of geeft het juist vrijheid om te vliegen?

Het is lente. De Paasklokken hangen weer in de kerktorens en de Paashaas heeft een veilig holletje opgezocht.
In de winkels kan je chocolade eieren aan de helft van de prijs kopen. Volle prijs betaal je nu voor allerlei huis-, tuin- en keukenmateriaal, want de lente wordt ook nog steeds gekoppeld aan schoonmaken en opruimen.

De voorjaarsschoonmaak of grote schoonmaak (‘grote kuis’ zei mijn moeder) werd in de vorige eeuw aan het einde van de winter uitgevoerd. Geen enkele kamer bleef gespaard van de opruimwoede. Gordijnen werden gewassen en ramen grondig gepoetst. Vloerkleden werden naar buiten gesleurd en met de mattenklopper uitgeklopt. Alle kasten werden van binnen en van buiten goed schoongemaakt. Achter en onder de kasten werden stof- en spinnennesten verwijderd. Ook de inhoud werd nagekeken, gepoetst en geordend. Deze grote schoonmaak duurde verschillende dagen en was echt wel zwaar werk.

Ik heb zo’n ‘grote kuis’ nooit meegemaakt, mijn ouders wel nog. Na de Tweede Wereldoorlog veranderden de leefomstandigheden enorm. Kolenkachels ruimden plaats voor centrale verwarming en stofzuigers wonnen het van borstels en bezems.
De grote schoonmaak is in onbruik geraakt.

Maar toch, als de eerste zonnestralen het huis binnen schijnen en de kleine opwaaiende stofdeeltjes veel zichtbaarder zijn, dan kriebelt het om het een en ander eens extra te poetsen. Daarom dus al die reclame in de brievenbus en op het scherm over allerhande poetsmateriaal. Een mens zou er zowaar schuldgevoelens bij krijgen. Mijn creatieve, muzische kant heeft dikwijls de bovenhand op die kriebelende kuisgevoelens. Ik schaar me dan ook achter deze quote:

Creatieve mensen

hebben geen rommel,

Creatieve mensen

hebben overal ideeën liggen.

Je begrijpt het al, ik ben niet zo’n poetsfanaat. Mijn huis is netjes, maar van de vloer eten raad ik je niet aan. Daar heb ik trouwens een mooie, ronde tafel voor, veel gezelliger dan op de vloer zitten knabbelen en babbelen.

 

Toen ik een tijdje geleden ‘Het leven in een stofzuigerzak’ las in Bodytalk, begreep ik heus wel dat opruimen noodzakelijk is. In een volle stofzuigerzak zit ongeveer een halve kilogram stof. Nu ja, daar dienen stofzuigerzakken toch voor? Maar, als dat stof uit een gewone, nette woning komt (dus geen vieze, smerige woonst), dan zit er een volle eetlepel levende organismen in.

WAT?

Ja, een volle eetlepel levende dingen:

                        500 insecten

66 000 huisstofmijten

4 200 000 algen

2 600 miljoen schimmelsporen

365 000 miljoen bacteriën

Ik kan van één spin al nare dromen krijgen, gelukkig zijn al die ‘beestjes’ niet zichtbaar met het blote oog. Kan je je inbeelden welk een  ‘horror’ dromen mijn nachten zouden komen verpesten?
Ik moet je zeker niet overtuigen van het feit, dat ik na het lezen van dat artikel, me direct  heb gewapend met de stofvod en de stofzuiger?

 

Own less,

live more.

(Joshua Becker)

 

Opruimen betekent ook: weggooien. Ik las eens ergens dat je tijdens grote opruimsessies zeker een derde van je spullen zou moeten weggooien, of weggeven. Alles waarvan je denkt dat je het ‘ooit’ nog wel eens zou kunnen gebruiken, kan weg. Daar heb ik het wel een beetje moeilijk mee.
Vier jaar geleden verhuisden we naar een kleinere woning. Er moest veel weg. Dat was dus een héél grote opruimsessie!
Mijn man kan veel gemakkelijker dingen wegdoen. Eén jaar niet nodig gehad? Weg ermee!

Maar aan mijn spullen kleeft dikwijls ‘emotionele lijm’. Als ik een kast opruim, dan is er van de hele schoonmaaktijd maar zo’n 20% echt opgeruimd. 10% ben ik bezig met zeuren (pff… zo’n vervelend karwei, er zijn toch leukere dingen te doen? Zie je wel, ik moet constant niezen van al dat stof! Eek! Een spin! Ai, mijn nagel scheurt! …) en 70% ben ik nostalgisch  tijd ‘aan het verprutsen’. Een brief van mijn oudste zoon, toen hij twee jaar in Engeland woonde… wat is hij volwassen geworden… Kijk, mijn rapport van het vijfde leerjaar! Wat een toffe vrienden had ik in de lagere school… Hier, de eerste sokjes van mijn jongste kind;  je zou nu niet zeggen dat hij toen maar 2.200 kg woog… Het beeldje van de garnaalvisser – een cadeautje van nog een zoon- een herinnering aan de vele strandvakanties met het gezin… En daar, een miniatuur 3-PK’tje, ons dochter was er gek op …

Je kan je wel inbeelden dat ik bij onze verhuis veel tijd in het verleden heb doorgebracht. Een nieuwe woonst was een nieuwe fase in mijn leven, en daar hoorde afscheid nemen van spullen bij. Ik moest dus letterlijk dingen loslaten. En loslaten is stoppen met vasthouden.

Have less,

do more,

be more.

Opdat al het stof kan wegvliegen en het laatste spinrag verwijderd kan worden, zetten we dus bij de voorjaarsschoonmaak de ramen en de deuren open, ik wil er aan toevoegen: zet ook je geest open.

 

Je hoofd zegt

als alles in orde is,

dan zal ik de rust vinden.

Je hart zegt

vind de rust in jezelf,

dan merk je

dat alles al in orde is.

(gedachte-kracht.nl)

 

Is het rommelig in onze bovenkamer? Zitten er teveel hersenspinsels kriskras door elkaar? Vechten boze en lelijke gedachten om aandacht?
Ruim ook die boel op, want opgeruimd staat netjes.
Praat dingen uit, reik de hand, waai eens lekker uit, geef liefde en aandacht, verwen jezelf.

 

Schoonmaken – opruimen -orde

Thomas Merton koppelde het geluksgevoel ook aan orde:

 

Geluk is geen zaak van intensiteit,

maar van

evenwicht,orde, ritme en harmonie.

 

In hedendaagse schriftuur, de Leer en Verbonden, lezen we:

‘Zie, mijn huis is een huis van orde, zegt de Here God, en niet een huis van wanorde.’

De Heer spoort ons ook aan om eerst ons eigen huis in orde te brengen:

Organiseert u; bereidt de nodige dingen voor; en vestigt een huis, ja, een huis van gebed, een huis van vasten, een huis van geloof, een huis van leren, een huis van heerlijkheid, een huis van orde, een huis van God.’

 

Orde scheppen, thuis en in onszelf, een heel karwei. Soms willen we zoveel doen, willen we zoveel helpen. We lopen onze schoenen voorbij en zijn doodmoe. Een groot profeet gaf de volgende waarschuwing:

‘En ziet toe dat al deze dingen

in wijsheid en ordelijkheid

worden gedaan,

want het is niet nodig,

dat iemand harder loopt

dan dat hij kracht heeft.

(Mosiah 4:17)

 

Als vrouwen en mama’s voelen we ons soms zo overweldigd. Op Facebook en Instagram lachen foto’s ons toe van spelende kinderen in tuinen om u tegen te zeggen, smullend van prachtig gedecoreerde cupcakes, die gemaakt zijn in een keuken, zo geknipt uit een woonmagazine. Als we dan fronsend de vele vingerafdrukjes op de kasten en deuren zien, is het goed om met een glimlach het volgende te lezen:

Goede mama’s

hebben dikwijls

kleverige vloeren

plakkerige keukens

hopen wasgoed

vuile ovens

en gelukkige kinderen.

 

En in de naweeën van de aanslagen in Brussel, kan ik het toch niet laten om ook Boeddha aan het woord te laten:

Haat wordt niet door haat overwonnen,

haat wordt door liefde overwonnen,

zo is van eeuwigheid de orde der dingen.

Niet gemakkelijk, maar de dingen die er echt toe doen, zijn dat nooit.

 

Opruimen, loslaten, orde scheppen… binnen en buiten…
Het is lente, door de eerste zonnestralen zie ik het stof opdwarrelen en het kriebelt. Het kriebelt om kasten binnenstebuiten te keren. Gewapend met goede voornemens, een kartonnen doos, een vod en een schuimend sopje, trek ik de eerste lade open. Albert Einstein lacht me wijselijk toe:

 

Als een rommelig bureau

staat voor

een rommelige geest,

waar staat

een leeg bureau

dan voor?

 

Opruimen, een keurslijf of ga je vliegen? Vergeet de stofzuigerzak en Albert Einstein niet!

 

Nog een leuk filmpje:

Youtube/looking through windows

 

Regenmeditatie

 

I'm singing in the rain.
I’m singing in the rain.

Tik, tik, tik…

Het regent tegen het raam. Wat zeg ik? Regenen? Het plenst en het giet!

Ik kijk naar buiten en zie met lede ogen toe hoe onze groene gazon in een mum van tijd verandert in het eerste stadium van een moeras. Als ik onze kippen eten ga geven, hoor ik het water zuigen onder mijn laarzen.

Het regent al dagen na elkaar. Of zijn het weken, met hier en daar een korte adempauze waarin de zon en de wolken wedstrijd ‘om het eerst’ of ‘om ter meest’ spelen? Een scorebord hou ik al lang niet meer bij. regen is de gedoodverfde winnaar.

Waar komt al die regen toch vandaan?

Toen ik als kind voor het eerst de mechaniek van de kringloop van het water hoorde uitleggen, was ik enorm gefascineerd. Ik heb altijd al veel fantasie gehad en ik verplaatste me in het leven van zo’n waterdruppel. Ergens in het begin van mijn middelbare schoolcarrière heb ik er een prachtig opstel over geschreven. Ik, als waterdruppel, die een geweldige reis ondernam maar dramatisch eindigde op de lippen van een jong meisje met liefdesverdriet. Of hoe ontzout zeewater weer zout werd. Ik herinner me nog dat mijn werkje een enthousiaste beoordeling kreeg.

Ik kijk naar buiten en sombere gedachten kruipen in mijn hoofd. Ze kleuren het buitenlicht nog een tint of twee grijzer. Flarden nieuwsberichten staan te trappelen op het podium in mijn grijze hersenpan:

Zo veel ellende en wanhoop in de wereld,

Zo veel hebzucht en ik-zucht,

Is dat de reden waarom de aarde haar tranen niet meer in bedwang houdt?

 

Ik kijk naar buiten en het regent pijpenstelen. In Engeland regent het katten en honden. Zouden die daar ook zo van die leuke bubbeltjes in de plassen maken? Of worden die alleen in België gecreëerd door pijpenstelen die al lang door niemand meer gebruikt worden?

Ik besluit om de belletjes in de plassen wat beter te bekijken. Als ik de voordeur dichttrek, voel ik me een stuk vrolijker. Misschien zitten mijn regenjas, mijn vrolijke rubberen laarzen en een paraplu in alle kleuren van de regenboog er wel voor een stuk tussen, want ik doe zowaar een huppelpasje. Iemand zei eens:

We moeten niet wachten tot de storm gedaan is,

We moeten leren dansen in de regen.

Ik sta voor een grote plas en watertattoos rimpelen heen en weer. Bomen en struiken spiegelen in vlekken en ik twijfel om opnieuw een kind te zijn. Niemand te zien? PLETS!  De herinnering aan het gevoel wat dit springen meebrengt, verzacht het zicht van de vlekken op mijn jas.

 

De stortregen is veranderd in motregen (wie heeft dat woord nu uitgevonden?). Ik doe de paraplu even dicht en voel de regen op mijn huid. Deze zachte regen is als een douche voor mijn geest en ziel. De badkamerproducenten hebben dit al vlug opgemerkt en de ‘regendouche’ is een van de toppers in de wellness.

 

Mijn regenwandeling blijkt een stroom van filosofische gedachten teweeg te brengen. Ja, het grijze weer kan inderdaad een sombere invloed op ons hebben, en licht heeft een helende kracht. Maar wie glimlacht er niet als je Fred Astaire ‘I’m singing in the rain’ ziet zingen en dansen?

Wie denkt dat zonneschijn puur geluk is,

heeft nooit gedanst in de regen.

Dat staat genoteerd op mijn bucketlist: dansen in de regen met de man waar ik van hou. Het is leuk als hij de paraplu vasthoudt, maar ik denk dat het nog leuker zal zijn als hij mijn hand vasthoudt en we samen dansen in de regen ( en dat moet echt niet lang duren).

 

Een mens heeft ook iets met een regenboog. Dat natuurverschijnsel raakt een gevoelige snaar. Een regenboog hoort precies in een andere wereld thuis, een wereld waar alleen maar goedheid en liefde is. Maar we weten allemaal dat je zonder regen geen regenboog kan hebben. Zon en regen, nauw verbonden met elkaar.

Zonder licht zou alles doodgaan.

Licht is leven.

Levend Licht.

                            Zonder regen zou alles verdorren.

                                     Water is leven.

                                     Levend Water.

 

De regen is gestopt. Een waterzonnetje komt tevoorschijn. Ik mag mijn pad niet verwarren met mijn bestemming. Het is niet omdat het nu stormt, dat ik niet op weg ben naar zonneschijn.

Als ik even later met een kopje thee in de zetel zak, zijn mijn lichaam en geest verkwikt. Ik hou van de regen, ik hou van de zon. Buiten heeft de zon weer verloren van de regen. Ik glimlach. Het is een perfecte dag om onder een dekentje een film te kijken.

Don’t you give up.

Don’t you quit.

You keep walking.

You keep trying.

There is help and happiness ahead.

It will be alright in the end.

Trust God

and believe in

good things to come.

Jeffrey R. Holland

                                            

                                    

     

 

 

Ruïnes van steen of van vlees en bloed …

 

IMG_7782

Hoe kom ik er bij om over een ruïne te schrijven?

Op Wikipedia lees ik: Een ruïne of bouwval bestaat uit de resten van een in verval geraakt of vernield gebouw. In het online woordenboek vind ik volgende synoniemen: een bouwval, puinhoop, overblijfsels, ondergang, verderf, verwoesting. Direct na deze zelfstandige naamwoorden volgt het werkwoord ‘ruïneren’ met als betekenis: verwoesten, ongelukkig maken, ten gronde richten.

Als men iets ruïneert, is een ruïne het resultaat.

Onder deze woordenlijst valt mijn oog op deze opmerking:

 

Eigenlijk is het onbegrijpelijk dat de moderne mens kan genieten van een ruïne. Het is immers het restant van een gebouw waarmee iets heel erg is misgelopen …

 

Hoe kan een prachtig gebouw een ruïne worden? Hoe kan een robuust kasteel herleid worden tot een hoop stenen?

De oorlogsmachine produceert op een vlug tempo heel wat ruïnes. Bewijzen daarvan zijn niet alleen in de geschiedenisboeken te vinden,  elke avond biedt ons modern kijkbakje ook zulke beelden aan. Maar oorlog is niet de enige boosdoener die majestueuze gebouwen verwoest. Eens zo’n prachtig kasteel verlaten wordt, neemt de tand des tijds het heft in handen. Beetje bij beetje bijt de tijd een stukje weg, hier een steen, daar een raam en ginds een poort. En het duurt echt geen eeuwigheid voor vleermuizen, ratten en ander ongedierte een nieuw verblijf hebben gevonden.

 

Oude mensen, zieke mensen, eenzame mensen … bouwvallige lichamen en geesten, zij zijn ruïnes van vlees en bloed. De tijd richt ook bij de mens ravage aan. Ziektes en allerlei soorten pijn eisen ook hun tol op dit eens zo majestueuze bouwwerk.

 

Eigenlijk is het onbegrijpelijk dat een mens kan genieten van een ruïne.

 

Maar dat doen we toch, niet? Je moet geen archeoloog zijn en universitaire studies gedaan hebben om zo’n bouwval fantastisch te vinden. Menig jong koppeltje voert er meer dan een romantisch gesprekje. Iedereen die de ruïne een beetje tijd geeft, voelt hoeveel die brokken steen en puin te vertellen hebben. Als je je uurwerk negeert, schiet de teletijdmachine in gang. De oude muren dragen zo veel geschiedenis in hun stenen muren. In gedachten zie je jonkvrouwen door het raam turen en ridders zich warmen aan de haard. Je ziet monniken in de tuin werken en begijntjes zieken verzorgen. Op de met mos begroeide trappen word je omringd door mysterieuze flarden liefde en verdriet, oorlog en pijn, feesten en gezang.

Als men tijd geeft aan een ruïne, dan ontwikkelt zich liefde en begrip voor wat eens was en nu nog is.

Zo veel enthousiasme en liefde voor een hoop stenen knipogen naar de nog grotere waarde om tijd te nemen voor die ruïnes van vlees en bloed. Ook zij hebben ons veel te vertellen. En als we dan onze drukke agenda negeren, dan schiet ook nu de teletijdmachine in gang. We zien liefdesverhalen waarbij geen enkele moderne soap kan concurreren. We worden omringd door mysterieuze flarden van plezier en kermisvertier, van verdriet en onbegrip, van een wereld nog niet zo lang geleden – maar toch zo ver weg.

Als we tijd geven aan een ruïne van vlees en bloed, dan ontwikkelt zich een liefde voor wat eens was en nu nog is.

 

Eigenlijk is het onbegrijpelijk dat een moderne mens kan genieten van een ruïne.

 

In deze ik-maatschappij is het verfrissend om te zien hoe vrijwilligers ruïnes opknappen en er zo voor zorgen dat het verleden doorgegeven wordt aan komende generaties.

Of het nu vrijwillig, of beroepshalve, of familiegebonden is, het opknappen van oude, zieke en eenzame ruïnes zorgt er voor dat komende generaties ook deze geschiedenissen niet zullen vergeten.

 

Van wie anders kan je levenslessen leren

dan van mensen

die al een leven lang

aan het leren zijn?

 

Om te genieten:

Vlakbij Dinant ligt het kleine dorpje Falaën, verscholen in de vallei van de Molignée. Met de railbike kan je tot Maredsous trappen en terug. Lekkere kaas, dat wel, maar de abdij is slechts beperkt toegankelijk. Geef mij dan maar een pittige wandeling naar de ruïnes van Montaigle. Ben je minder goed ter been, dan kan je met de auto bijna tot aan de ruïnes rijden (er is wel niet veel parkeerruimte).

Met veel plezier betaal ik vier euro inkom. De site wordt immers onderhouden door vrijwilligers. Geweldig dat nog zulke mensen bestaan!

Ik bezocht de ruïnes in december. Maar ondanks de kilte en de grijze lucht overviel me direct een romantisch gevoel. Wie zou hier allemaal rondgelopen hebben? Het bleken Romeinen, jonkvrouwen, ridders en soldaten te zijn. Het was dus eerst een Romeinse garnizoensplaats, dan een middeleeuwse vesting, daarna een grafelijke residentie en ten slotte een romantisch pelgrimsoord voor schilders en dichters begin 19de eeuw.  Je kan vrij rondlopen in de ruïne, wat heerlijk is, maar kleine kinderen geef je best een hand.

De burchtruïne is uiteraard een uitgelezen plek voor diverse legendes en spookverhalen. Ik moest niet te veel moeite doen om de kasteelvrouwe uit de  belegerde burcht te zien komen, een takkenbos op haar rug. Wat de aanvallers niet wisten, was dat de kasteelheer tussen de takken verstopt zat. en zo de vrijheid tegemoet ging.

Een modernere versie van Romeo en Julia is de oorzaak dat men op donkere nachten een schim tussen de resten van de burcht kan zien dwalen. Soms kan je haar wanhopige kreten horen, maar ik verkies het rationele beeld van een krijsende roofvogel.

 

Ben je de tijd te veel uit het oog verloren? Ben je te moe om direct naar huis te rijden? Ik verbleef in de bed en breakfast  ‘La Bergerie’  in Falaën. Er zijn drie slaapkamers die landelijk zijn ingericht en zeer ruim zijn. Vlaams-sprekende eigenaars die je ’s morgens vragen of je goed geslapen hebt en hoe je je eitje wil, is mooi meegenomen. Bij mooi weer kan je in de grote tuin genieten van een prachtig zicht op een van de mooiste dorpen van Wallonië (www.labergerie-falaen.be)

Geniet van de ruïnes!

 

 

Liefde is …

valentijnIk heb vandaag naar de handen van mijn man gekeken. Jaren geleden heb ik mijn handen in de zijne gelegd. Onze handen zijn veel ouder geworden. Ze zijn ruwer nu en hebben vlekjes gekregen. Rimpeltjes en aders vallen meer op. Maar wat hebben ze al die jaren niet gedaan!

Ze hebben gewerkt en geknutseld. Ze hebben gewichten gedragen: dozen, meubels en vier kinderen. Ze hebben gebeden. Ze hebben geapplaudisseerd en gefloten. Ze hebben gelachen en gespeeld. Ze hebben geknuffeld en gestreeld. Ze zijn ook wel eens boos geweest. Ze hebben pijn gevoeld en zijn soms dagen stil geweest. Maar bovenal hebben ze liefde gegeven.

 

Februari wordt wel eens de liefdesmaand genoemd en 14 februari is het Valentijnsdag, de dag van de liefde. Volgens de meeste bronnen leefde er in de derde eeuw na Christus een priester die Valentinus heette. Hij zorgde voor zieken, bejaarden en armen. Valentinus genas de blinde pleegdochter van de stadhouder van Rome. Die liet als dankbaarheid alle christelijke gevangenen vrij. Keizer Claudius II liet om die reden op 14 februari Valentinus onthoofden. Sommige bronnen zeggen echter dat hij onthoofd is omdat hij in het geheim jonge koppeltjes liet trouwen. De keizer had deze huwelijken verboden, omdat hij van mening was dat getrouwde mannen slechtere soldaten waren.

Maar er is ook een andere legende, die zou men wel eens de eerste blind date kunnen noemen. Voor de Romeinen was Lupercalia een belangrijk feest. Op 15 februari werden de namen van ongehuwde jonge vrouwen in een kom gegooid. De ongehuwde mannen mochten dan om beurt een naam trekken. Tijdens het feest werden dan de twee gekoppelde namen elkaars partner.

Deze twee legendes smolt men aan elkaar en 14 februari werd de feestdag van de liefde. In Engeland werd het de gewoonte om op die dag zijn geliefde te verrassen met een geschenk of een brief. De Engelse emigranten hebben Valentijnsdag geïntroduceerd in Amerika. De commerce heeft de traditie opgepikt en in veel Europese landen is men gevolgd. Vandaar al die rode en roze hartjes in onze winkels.

 

Hoe komt het toch dat zo iets universeels als liefde zo moeilijk te omschrijven is en zo moeilijk om te vinden is? Ik denk dat de wereld liefde te veel koppelt aan sterren, maneschijn, kaarslicht en lichamelijke aantrekkingskracht.

En ja, ik heb met mijn man al dikwijls naar de sterren gekeken, en nog niet zo lang geleden naar de maansverduistering. Een etentje met kaarslicht voelt veel romantischer dan een snelle hap in een of andere pizzahut. Maar liefde is zo veel meer dan dit en mekaar mooi vinden (hoewel ik het nog steeds fijn vind als mijn man me zegt hoe mooi ik ben).

Phil Bosmans heeft het prachtig geschreven:

 

Liefde is licht, zonder elkaar te verblinden.

Liefde is elkaar zeer nabij zijn, zonder elkaar te bezitten.

Liefde is warmte geven, zonder elkaar te verbranden.

Liefde is vuur zijn, zonder elkaar te verteren.

Liefde is ‘houden van’, zonder elkaar vast te houden. De mooiste lianen kunnen de sterkste boom wurgen door hem jarenlang stevig te omhelzen.

 

Liefde is een levend ding. Levende dingen hebben voedsel nodig, of ze kwijnen weg. Levende dingen kan men kwetsen en pijn doen. Levende dingen groeien of sterven. En dat is ook zo met liefde.

Liefde moet je uiten. Je moet met elkaar open communiceren. Over koetjes en kalfjes, over kinderen en het werk, over ditjes en datjes,, over wasjes en plasjes en over de banale dingen van je dag. Maar ook over diepere dingen en de zin van het leven. Net zoals lichamelijk één worden een feest is, is geestelijk één worden ook een feest. Samen bidden kan net zo mooi zijn als samen hand in hand over het strand wandelen.

 

Mijn huwelijk is niet volmaakt, volmaakte huwelijken bestaan niet. Er bestaan ook geen volmaakte mensen. Gordon B. Hinckley zei eens dat een succesvol huwelijk afhangt van hoe goed twee mensen kunnen vergeven, van de hoge graad van tolerantie die bereikt is.

Ik denk ook dat ’true love’, ware en volwassen liefde, er pas is nadat we elkaars gebreken ontdekt hebben en dan toch toegewijd aan elkaar blijven.

 

Liefde en trouw moeten gevoed worden. ze rijpen heel langzaam, in zon en in regen, in storm en in wind. Maar eens gerijpt maken ze van het samen-leven een fantastisch feest.

 

Ik heb vandaag naar onze handen gekeken. Ze zien er niet zo jong meer uit, ik ken ze dan ook al meer dan 40 jaar. Maar ze hebben ons gedragen en vleugels gegeven. In onze handen zie ik niet alleen lichamelijke aantrekkingskracht, maar ook geloof, vertrouwen, begrip en partnerschap. Ik zie toewijding, ouderschap, idealen, offers en onzelfzuchtigheid, geloof en liefde. Deze liefde vergaat niet. Zij leeft verder door ziekte en verdriet, door weelde en te korten, door overwinningen en ontgoochelingen, door tijd en eeuwigheid.

Sweet 50+

jo en ik 1974

De ‘Happy-Birthday-dag’ ligt weer in het verschiet. Het is een verjaardag, ja, maar is hij ook gelukkig? Soms schrik ik van het aantal kaarsjes die op de taart mogen staan. Ik denk niet dat ik ze in één ademtocht allemaal kan uitblazen. Gelukkig eten we al jaren taart zonder kaarsjes. Oef!

Een volgende ’tram’ loert al popelend om de hoek, maar nu mag ik me nog bij de 50-plussers rekenen. Vorige week las ik ergens:

‘Hoe ouder, hoe wijzer.

Maar er zitten nog meer leuke kanten

aan het ouder worden.’

Is dat zo?

Zo tussen mijn 16de en 18de levensjaar had ik het fantastische gevoel dat de hele wereld aan mijn voeten lag. Ik was gezond, had een leuke thuis en enkele goede vriendinnen. Ik vond het geweldig om chiroleidster te zijn. Ik ontdekte zo niet alleen een paar van mijn talenten, maar ontmoette tijdens een van de chirokampen een knappe jongen. Vlinders vlogen heen en weer en mijn jeugdliefde is nu al meer dan 30 jaar mijn grootste fan, mijn rots, mijn man.

Ik ging graag naar school. Ik hield (en hou nog steeds) heel veel van nieuwe dingen ontdekken en studeren was voor mij geen al te grote opgave. Op school behoorde ik tot de top van mijn klas en ik had een heleboel vrienden.

De wereld was mooi. Na mijn studies begon ik les te geven en putte veel voldoening uit het doorgeven van waarden, kennis en vaardigheden. Ik verdiepte me in de zin van het leven en groeide spiritueel. Ik trouwde, kreeg kinderen en aan huisje-boompje-beestje werd hard gewerkt. Maar stilaan slopen barstjes in mijn ideale levenswereld.

Volgens de Amerikaanse hoogleraar psychologie, Arthur Stone, zakt het geluksgevoel vanaf je 18de langzaam naar beneden en vanaf je 50ste levensjaar neemt dat geluksgevoel weer toe. Gemiddeld worden er in je leven tussen je 30ste en je 50ste de meeste eisen aan je gesteld.

Ik denk dat ik nooit echt het gevoel had dat mijn ‘geluksgevoel’ naar beneden kelderde. Maar als je jong bent, maak je je meer zorgen over futiliteiten. Je wil kost wat kost bij een of andere groep horen (van nerds tot veggies tot klasse-lady’s). De media pulkt uit van beeldschone jonge mensen en ouder worden, daar denk je in de verste verte niet aan. Als dan het eerste rimpeltje of vetrolletje verschijnt, is er lichte paniek:

‘Help! Ik ben er niet immuun voor! Ik word oud!’

Het klinkt misschien tegenstrijdig, maar je wordt pas gelukkig oud, als je je niet vastklampt aan de onsterfelijkheid. Iedereen heeft hier een einddatum en daar moet je niet depressief van worden, integendeel, het is een zekerheid die je hebt.Alles gaat voorbij en dat maakt je leven juist zo belangrijk en waardevol.

 

‘Uiteindelijk gaat het niet om de jaren die tellen in je leven,

maar het leven in jouw jaren.’ (Abraham Lincoln)

 

Als we 10 jaar zijn, willen we 12 jaar zijn. Als we 12 jaar zijn, kunnen we niet wachten tot we ‘sweet 16’ zijn. En daarna willen we zo vlug mogelijk volwassen zijn en op eigen benen staan. Als we dan tussen de pampers en slapeloze nachten leven, kijken we uit naar de tijd dat we mooie gesprekken kunnen voeren met deze hulpeloze wezentjes. De puberteit van deze schatjes zorgt er dan weer voor dat we ons afvragen of die gesprekken er überhaupt kunnen komen. We kijken raakhalzend uit naar dit en naar dat en we kijken uit naar ons pensioen om al onze dromen waar te maken.

Greg Olson beschreef hoe we allen vooruit willen en soms het proces voorbijgaan. We verlangen soms om te kunnen weglopen of een paar stappen over te slaan, zodat we vlug, zonder kleerscheuren, naar de volgende fase kunnen gaan.

 

Maar het is belangrijk om te beseffen dat in elke fase van onze reis er wel iets te leren valt.

Er is groei in elke stap

 

Dus, mijn lichaam piept en kraakt welliswaar wat meer dan toen ik 16 was, maar mijn hersens zijn nog super lenig. Leurs Wolpert, de Britse emeritus hoogleraar biologie van de College Universiteit in Londen, meent dat veel mensen alleen maar beter worden met ouder worden. ze kunnen volgens hem beter focussen en nemen gemakkelijker beslissingen door de eerdere ervaringen die ze hadden. In Amerika zijn nog talloze tachtigers actief bezig. Ik ken ook een heleboel kranige tachtigers. Ik vind het bijvoorbeeld geweldig om conferentietoespraken te lezen van mannen en vrouwen, waarvan de gemiddelde leeftijd boven de 80 ligt. (zie lds.org general conference).

Als ik daaraan denk, dan heb ik nog een heel leven voor me. Ik heb bewezen dat men nooit te oud is om te leren door op mijn vijftigste harp te leren spelen. Ik vind het een geweldige gezegde dat 65 de nieuwe 45 is. De fleur van het leven heeft zich verplaatst! Het leven met de meeste vrijheid, de meeste mogelijkheden, wanneer we het meeste weten en het meest kunnen doen, dat leven is nu voor de 50-plusser!

En natuurlijk zijn er obstakels onderweg en sommigen zullen heel verrassend zijn. Maar ik ben nu beter uitgerust om om te gaan met moeilijkheden dan toen ik veel jonger was. De herfst van het leven zou het rijkste seizoen moeten zijn, we halen dan de oogst binnen. Het leven voor mijn 50ste was een -start-to-run, een voorbereiding op het hoogtepunt van mijn leven dat nog komt.

 

Als ik dus mijn verjaardagstaart zal aansnijden, zal ik zeker het volgende meenemen:

‘ Neem je tijd,

dompel je onder in al je ervaringen,

zuig ze op,

en geniet er van terwijl je nog kan.