Me-time of eenzaamheid?

Het vroor en het was dus heel koud, maar in de ijsblauwe lucht nodigde een stralende zon me uit om me goed in te duffelen en wat tijd buiten door te brengen. Ik besloot om een fikse wandeling te maken in het natuurreservaat het Molsbroek in Lokeren. Ik keek er naar uit om te genieten van dit kleine stukje natuurschoon zo dicht bij mijn huis.
Enkele Canadese ganzen en een groepje meerkoeten keken minzaam toe hoe mijn eenzame schaduw langs het verdorde riet gleed. Ik voelde me ‘alleen op de wereld’ en genoot van dat uurtje me-time tussen de eenden en de aalscholvers. Het was een onderonsje met mezelf en mijn gedachten. Niemand die mijn denken verstoorde.
Paul Tillich zei: ‘De taal heeft het woord ‘loneliness’ geschapen om de pijn van het alleen-zijn uit te drukken, en het woord ‘solitude’ om de glorie van het alleen-zijn gestalte te geven.’

Ik was blij om even alleen te zijn. In de stilte en de eenzaamheid van het Molsbroek kon ik de chaos in mijn binnenste ordenen en mijn ‘bronnen’ hernieuwen. Die bewuste tijd alleen gaf me een heleboel voordelen: een frisse neus, het blij gevoel dat ik kon doen wat ik deed, een babbeltje met ‘hierboven’ en het opfrissen van mijn vogelkennis. Met opgeladen batterijen ging ik glimlachend terug naar huis.

De eenzaamheid is een goede plaats
om te bezoeken,
maar een slechte plaats
om te verblijven.
(Josh Billings)

 

Ik wandel eens graag alleen, maar zou het niet meer zo leuk vinden moest ik altijd alleen moeten wandelen.
‘Het gerecht eenzaamheid smaakt wel goed als je het niet elke dag eet.’ (Simon Carmiggelt)
De adelaar vliegt alleen en de kraai in troepen; de mens heeft het alleen-zijn af en toe nodig, maar ook gezelschap. Er bestaat zo iets als goede en slechte eenzaamheid. In de Bijbel lezen we dat het niet goed is dat de mens alleen is. Volgens dr. Julianne Holt-Lunstad is het echt niet goed als de mens sociaal geïsoleerd is. Menselijke relaties hebben niet alleen invloed op het emotioneel en psychisch welzijn, maar zijn ook van vitaal belang voor de lichamelijke gezondheid.
Eenzaamheid kent vele gezichten.
Maar maken meer contacten minder eenzaam? Niet altijd. Want naast ‘sociaal eenzaam’ kunnen mensen zich ook ‘emotioneel eenzaam’ voelen. Ze missen dan een hechte, affectieve band met iemand.

 

Iedereen is wel eens eenzaam. Eenzaamheid treft zowel jonge als oudere mensen. Ik las ooit dat meer dan een kwart van de Belgische bevolking zich sterk sociaal eenzaam voelt (niet te verwonderen in deze digitale wereld). Een vijfde van de Belgen geeft aan zich sterk emotioneel eenzaam te voelen (onderzoek van Leen Heylen).

Iedereen voelt eenzaamheid ook anders aan, Het is een individuele ervaring. Ben ik al eenzaam geweeest? ja, hoor. Het was voor mij pijnlijk om een gebrek aan verbondenheid met anderen te ervaren en het gaf me een diep soort verdriet, een gevoel van leegte. Ik heb dat ervaren toen ik pas gehuwd was en mijn ouderlijke thuis miste (hoewel ik een schat van een man heb). Ik voelde me eenzaam toen een goede vriendin naar het andere einde van de wereld ging wonen, ik voelde me heel alleen in het ziekenhuis na een zware operatie en eenzaamheid spookte ook thuis in mijn hoofd na contact met het ‘burn-out monster’.
Ik heb me ook eenzaam gevoeld toen ik niet alleen was, toen ik omringd was door anderen maar toen ik het gevoel had dat het hen niet uitmaakte hoe het met me ging.

 

We hebben allemaal behoefte aan liefde, aanvaarding en succes. Als die behoeften niet vervuld worden voelen we ons niet geliefd, uitgesloten en een looser. Dat brengt dan weer gevoelens van frustratie, ontmoediging, zelfmedelijden en eenzaamheid mee. We hebben er allemaal wel eens mee te maken.
We zullen in ons leven allemaal uitdagingen en moeilijkheden hebben. We zullen ons allemaal wel eens uitgesloten, gebroken en alleen voelen. Als ik me zo voel dan weet ik dat het belangrijk is om te onthouden dat ik nooit echt alleen ben, dat de Heer me zijn troost beloofd heeft en dat de Heilige Geest altijd in mijn nabijheid kan zijn. Als ik dat besef dan keer ik me naar mijn Hemelse Vader. Hij trekt me steeds weer recht. Hij zal niet altijd alles voor me oplossen, maar Hij leidt me wel door elke storm.

We zijn niet op deze aarde geplaatst om er alleen voor te staan. Wat een verbluffende bron van kracht en van troost staat ieder van ons ter beschikking. Hij die ons beter kent dan wij onszelf kennen, Hij die alles overziet en die het eind vanaf het begin kent, Hij heeft ons verzekerd dat Hij er altijd zal zijn om ons te helpen als wij er maar om vragen. We zijn nooit alleen. (Thomas S. Monson)

Eenzaamheid is niet goed voor de gezondheid, het kan zelfs je leven aanzienlijk verkorten. Dus, bekruipt er je een gevoel van eenzaamheid neem dan de koe bij de horens:
Mis je iemand? Bel dan zelf eens.
Wil je iemand ontmoeten? Nodig zelf eens iemand uit.
Wil je begrepen worden? Leg het dan uit.
Heb je vragen? Vraag.
Heb je iets niet graag? Zeg het dan.
Vind je iets leuk? Vertel het.
Wil je iets? Vraag het.
Hou je van iemand? Zeg het.
Denk je echt dat niemand je hoort? Bid.

Psychologe Ilse Reynders gaf ook nog tips om een gevoel van eenzaamheid te doorbreken:
Wees jezelf. Heb niet te veel oppervlakkige contacten. Leer alleen zijn met jezelf en streef ernaar om in je sociaal leven zoveel mogelijk ‘echt’ te zijn. Diepgang in relaties kan alleen ontstaan wanneer je authentiek bent.
Wees niet te kritisch ten opzichte van anderen, dit kan leiden tot eenzaamheid. Een geïdealiseerd beeld van vriendschappen resulteert in geen of weinig diepgaande contacten.
Ontwikkel je eigen interesses. De kwaliteit van de relaties die je met andere personen aangaat, hangt heel nauw samen met je eigen gedrag. Wanneer je zelf groeit en je eigen interesses ontwikkelt zullen je relaties meegroeien.

 

Ik wil aan de tips van Ilse Reynders nog het volgende toevoegen: denk aan hoeveel mensen van je houden en om je geven. Probeer naar het goede te kijken in je leven en help anderen.

I believe that for most of us the best medicine for loneliness is work, service in behalf of others.
(Gordon B. Hinckley)

Zoek manieren om mensen om je heen te dienen, je gezin te helpen. Ze kunnen zich even alleen voelen als jij. Elk goed ding dat je doet voor iemand anders, zal de eenzaamheid die je voelt laten afbrokkelen. En vergeet niet te bidden. Christus zei: ‘Nader tot mij en Ik zal tot u naderen’

God’s light is real. it is available to all. It gives life to all things. It has the power to soften the sting of the deepest wound. It can be a healing balm for the loneliness and sickness of our souls. In the furrows of despair, it can plant the seeds of a brighter hope. It can enlighten te deepsest valleys of sorrow. It can illuminate te path before us and lead us through the darkest night into the promise of a new dawn. (Dieter F. Uchtdorf)

Ik las ergens dat eenzaamheid een mens tot depressiviteit kan leiden, zelfs tot waanzin. Bijvoorbeeld bij een astronaut die een jaar alleen in een ruimtestation zit. Daarom ontwikkelden ze bij Toyota de gezelschapsrobot Kirobo om mee te kletsen. Toen de astronaut terugkeerde bleef die robot alleen achter in het ruimte station. Na een tijd zond Kirobo de volgende boodschap naar de aarde: ‘I hope you’ll look up at the sky sometimes and think of me.’ Hij was zelf eenzaam!
Eender zijn al eenvoudiger sprekende robots getest om ouderen zich minder eenzaam te laten voelen, onder andere de iCat van Philips en een zeehondje genaamd Paro. Ook die hadden succes!
Volgens onderzoek aan de universiteit van Chicago zorgt elke vorm van respons ervoor dat een mens zich minder eenzaam voelt, of die respons nu van een ander mens, een dier of een robot komt.

 

Het zou de zoveelste schande voor de mensheid zijn moesten we de oplossing voor eenzaamheid aan robots overlaten. Ik geloof nog steeds dat de mens een goede inborst heeft. Maar met al de feestelijkheden in het vooruitzicht zouden we die goede inborst wel eens kunnen vergeten en voorbijlopen aan het feit dat er veel eenzame mensen zijn.
Ik hou van december, van het knetterende haardvuur, van dansend kaarslicht, van kerstmuziek, kerstfilms en de hele sfeer uit de boeken van Charles Dickens. Met zoveel gezelligheid, muziek, gelach en vakantiedagen is het gemakkelijk om de eenzaamheid van anderen niet te zien. Zeker met de feestdagen worden gemis en gebreken duidelijk gevoeld en zijn er velen kwetsbaar en alleen. Ooit was er een spreuk van Bond zonder Naam: Nodig een eenzame uit.
Misschien vinden we dat te moeilijk, zelf een bezoekje brengen is misschien gemakkelijker. Er wachten zoveel eenzame mensen op onze liefde, onze waardering en onze vriendschap. We kunnen de hele wereld niet omarmen, maar een enkeling wel. We moeten echt niet veel doen: een glimlach, een knipoog, een schouderklop, wat steun. Laat de mensen om je heen voelen dat ze waardevol zijn.

Veel mensen zijn eenzaam

geloof me

daar is niets tegen,

het mag,

Maar kom je ze tegen

zeg dan op z’n minst even:

‘dag’

(Toon Hermans)

 

Herinneringen … parfum van de ziel.

linda-sint
Daar sta ik, zwart op wit, met rubberen laarsjes aan en heel bedeesd voor een stokoude Sinterklaas. Ik moet toen een jaar of vier geweest zijn en ik herinner me niets meer van dit waarschijnlijk spannend-eng bezoekje aan die heilige man.
Ik herinner me wel nog veel andere leuke Sinterklaasmomenten. Als de Sint zijn dikke boek waar alles ingeschreven stond bovenhaalde, was ik altijd wel een beetje zenuwachtig. Ik was volgens de normen wel een ‘braaf’ kind, maar ik had toch ook wel af en toe iets mispeuterd. Ik voel nog mijn klamme handen toen ik me voorstelde dat ik op de lijst van de stoute kinderen stond. Niet bij de hele stoute, maar toch stout genoeg om de vervulling van speelgoedwensen te verspelen. Gelukkig waren (en zijn) er nooit stoute kinderen.
Wat me echt is bijgebeleven is dat spannende verwachtingsgevoel de week voor zes december. Ik herinner me de elektrische spanning die in ons huis hing, het kippenvel op mijn armen, toen er hard op de buitendeur gebonsd werd en een handvol ‘mokskes’ naar binnen werd gegooid. Zwarte Piet deed zijn ronde om te zien of we wel lieve kindjes waren.
Ik begrijp echt niet waarom men nu zo’n heisa maakt rond de Zwarte Piet van dit kinderfeest. Ik heb nooit, niet als kind, noch als kritische tiener, noch als adolescent, noch als volwassene deze zwarte hulp van de Sint als racistisch ervaren. Hij was gewoon een van de vele mythische figuren die een kinderhart een bang-blij sprongetje liet maken.

Good memories are real blessings

Ik heb ook fantastisch leuke herinneringen aan de Sinterklaasbelevenis met mijn kinderen. In november startten de Sinterklaasliedjes. Met hart en ziel werd er toen hier in huis, door groot en klein, gezongen over de stoomboot die uit Spanje kwam, over appeltjes van oranje, de zak van Sinterklaas en de maan die door de bomen schijnt.
De Sint komt in Vlaanderen in het weekend voor zes december. Hij kan natuurlijk niet overal gelijk zijn, vandaar die regel die afwijkt van onze noorderburen. In dat Sinterklaasweekend werd (en wordt nog altijd) een schoentje met een wortel, een raapje en wat suikerklontjes aan de schouw gezet. Ik moet nog steeds glimlachen bij de herinnering aan Sinterklaasochtend. De kinderen waren al super vroeg wakker en kregen gemompel van mij en mijn man dat ze nog even stil moesten zijn of de Sint zou niet komen. Nadat iedereen met gespitste oren geen Zwarte Piet hoorde, stapten we allen op een rijtje heel stilletjes de trap af: mijn man met de nodige komedie vooraan, dan vier zenuwachtige kinderen en ik als laatste. Het is die herinnering die ik nog meer koester dan hun blinkende kinderoogjes bij het zien van al het speelgoed en de chocolade die rond hun schoentje stond.
Godfried Bomans zei terecht:

Het aardigste van plezierige dingen
is de herinnering.

Iets herinneren is een prachtig mechanisme van onze hersenen. Maar als we later herinneringen willen hebben, moeten we die eerst wel maken. Iets wat niet was, kan niet opgeslagen worden.
Vanaf onze geboorte beginnen we in ons binnenste een kamertje te vullen met herinneringen. Er is plaats voor mooie dingen en ook voor dingen die ons diep raken. Er zweven namen rond van geliefden en vrienden, maar ook van vijanden en tirannen. Er liggen hoopjes geluiden en geuren en stapels met woorden en afbeeldingen. Er zijn herinneringen die je wil bewaren, er zijn er ook die je wil vergeten en nooit uit dat kamertje wil laten ontsnappen.

Laten we het vreselijke verleden dat achter ons ligt, nooit vergeten, maar niet als een manier om ons op een negatieve wijze aan het verleden geketend te houden, maar eerder als een gelukkige herinnering aan hoever we zijn gekomen en hoeveel we hebben bereikt.
Nelson Mandela

Herinneringen schieten soms ineens in je hoofd. Je hoort een woord dat je vader zo dikwijls zei en je zit pardoes op zijn schoot. Of je ziet een foto van dat familiekerstfeest en voelt opnieuw de spanning van een bekendmaking. Je ruikt chocolade en wordt teruggeflitst naar een verjaardagsfeestje. Je proeft een verse wafel en krimpt ineen bij de herinnering aan een ruzie. Of je warmt je aan de open haard en je vliegt naar een weekendhuisje in de Ardennen.
Je zintuigen kunnen zomaar uit het niets herinneringen laten landen in je hart. In een oogwenk bevind je je in het verleden, soms maar heel even. Je krijgt het dan koud of warm, je lacht of je weent.

I knew that looking back on the tears would make me laugh. But I never knew that looking back on the laughs would bring tears.

Kahlil Gibran zei: ‘ De herinnering is een vorm van ontmoeting.
We ontmoeten als het ware het verleden. Wat voorbij is komt het nu binnendwarrelen, gevraagd en ongevraagd. Dikwijls is dat dubbel plezier, soms een troostend gevoel, af en toe een bittere smaak.
Het leven is kort, tijd gaat snel. We kunnen niet terug gaan en het anders spelen. Maar mooie herinneringen gunnen ons een dankbare terugblik. Slechte herinneringen kunnen ons leren om uiteindelijk met die kennis vooruit te gaan.

We each need to make peace with our own memories. We have all done things that make us flinch.(Surya Das)

Oscar Wilde schreef: ‘ Memory …is the diary that we all carry about with us.’

Het is belangrijk dat we onze kinderen en kleinkinderen een ‘dagboek’ bezorgen van goede herinneringen.
We herinneren ons gisteren, we dromen over morgen, maar we leven wel vandaag!
Vandaag maken we herinneringen voor onszelf, voor onze kinderen, onze vrienden en voor iedereen die op ons pad komt.
Een paar suggesties om mooie herinneringen bij jezelf en bij je kinderen te creëren:
Maak tijd om er altijd te zijn op de kruispunten van het leven van je kinderen.
Maak tijd om een echte vriend te zijn.
Lees voor aan je kinderen.
Bid samen.
Doe dingen samen.
Eet gezellig samen.
Bestudeer samen dingen.
Onderwijs.
Toon je liefde.
werk samen.
Lach veel.

If you wish to be
in your childrens memories tomorrow,
you have to spend time in their lives today.

 

 

Mis jij ook iemand?

missen-blog

De herfst, met zijn vallende bladeren en bomen die hun vruchten lossen, is voor veel mensen het meest passende seizoen om een bezoekje aan het kerkhof te brengen.
In mijn Vlaanderenland zie je de eerste week van november het bitterzoete tafereel van bloeiende chrysanten en stijlvolle bloemstukjes bij de grafzerken.

In goud of zilver gebeitelde namen van geliefden trotseren ons natte klimaat en foto’s lachen ons toe. Ineens voelen we weer heel sterk dat we sterfelijk zijn.

Het kerkhof

doet ons

de dood

onder ogen zien.

Ik heb al enkele dierbare mensen verloren waaronder mijn vader en mijn broer. Waarom zeggen we ‘verloren’? Je weet pas dat je iets verloren hebt, als je het mist. We missen onze vrienden en onze familie.
Niets lijkt meer hetzelfde als je iemand verliest die voor jou veel betekende. Verlies doet pijn. Je mist de dingen die je samen hebt beleefd, je mist hun geur en hun lach, je mist hun lijfelijke aanwezigheid.
Daar op het kerkhof barst de rouwvulkaan weer even uit.
Verbijsterd tel ik de jaren van gemis en een pijnscheut trekt door mijn hart.
Liefde sterft niet, nooit.

Rouwen is een van de diepste uitdrukkingen van liefde. je kunt alleen rouwen als je hebt liefgehad.
Hoe lang mag een mens rouwen? Ik denk dat rouwen nooit over gaat.
Psychologen stellen dat het rouwproces vijf fasen heeft: ontkenning,, onderhandelen, woede, verdriet en aanvaarding.
Aanvaarden betekent volgens mij niet het vergeten of wegstoppen. Sommige mensen zeggen dat je ‘het’ moet loslaten. Ik vind dat Manu Keirse het mooier zegt:

Verwerken is niet loslaten,

maar anders leren vasthouden.

Iedereen verwerkt en toont zijn gemis op een andere manier. Een tijdje geleden las ik het boek ‘De boekenapotheek aan de Seine.’ van Nina George. Dit vond ik een mooi stukje:

Bij liefdesverdriet dien je minstens een maand te rouwen voor elk samen doorgebracht jaar. Bij vriendschappen die op de klippen liepen twee maanden per vriendschapsjaar. En voor degenen die voor altijd gingen, voor de doden, kunt u maar beter direct de rest van uw leven reserveren. Want de doden die wij ooit liefhadden, hebben we voor altijd lief. Hun gemis vergezelt ons tot op onze laatste dag.

In onze hoogtechnologische wereld, waar velen geen plaats meer maken voor God, is de dood iets om weg te moffelen, iets om niet te lang bij stil te staan, want het leven gaat voort, niet toch?
Sommigen kijken ook uit naar die passage naar de andere kant waar ze verlost zullen zijn van ziekte en pijn, moeilijkheden en zorgen, of waar ze verenigd worden met een geliefde.
Aan de andere kant zijn er ook die hun hele leven spenderen in een zoektocht naar de bron van eeuwige jeugd en hopen dat ze nooit zullen sterven.
En weer anderen negeren het. Maar negeren betekent niet elimineren. Iemand zei eens dat het leven een terminale ziekte is – niemand overleeft het. In feite is de dood een vitale weg naar de onsterfelijkheid, een belangrijke weg.

Wie niet gelooft in de dood kan niet geloven in het leven, want het geloof in het leven is ook het geloof in de dood. Geloven in een leven dat plotseling eindigt in een volslagen ‘niets’ is maar een armzalig geloof en een onderschatting van het grote wonder dat wij ‘leven’ noemen. (Toon Hermans)

Wij moeten de gedachte aan de dood kunnen plaatsen. Verslagen van bijna-doodservaringen en sommige wetenschappelijke artikelen tillen een tipje van de mysterieuze doodssluier.

En als ik doodga, huil maar niet.

Ik ben niet echt dood, moet je weten.

’t is maar een lichaam dat ik achterliet.

Dood ben ik pas als jij me bent vergeten.

(Bram Vermeulen)

Op het kerkhof zie en voel ik het zwaargewicht van het leven. Ik zie tranen en hoor de stilte. Ik voel de eenzaamheid en smaak verdriet. Ik merk boosheid en onwennigheid. Ik zie geloof en ongeloof. Ik zie twijfels, vragen en zekerheid. En door al die dingen heen voel ik God heel nabij.

Als we het afscheid van het aardse leven leren zien als de afsluiting van een fase en de stap naar een ander leven, als we leren aanvaarden dat door het sluiten van de ene deur een andere opengaat, dan komt er innerlijke rust.
Dan pas kunnen we ons leven leven als een deel van een groter geheel en weten we dat er geen zinloos einde is.

En het stof keert weder tot de aarde, zoals het geweest is,

en de geest keert weder tot God, die hem geschonken heeft.

(Prediker 12:7)

Iemand zei eens dat we geboren worden om te sterven en dat we sterven om te leven.
Het zaadje van de dood is al gezaaid vanaf het moment van de bevruchting. In het eeuwige schema van de dingen kan er geen leven zijn – geen eeuwig leven- zonder de dood.

Aan het graf van een geliefde worden de onzekerheden van het leven en de zekerheid van de dood overwogen.
Ieder van ons zal dezelfde weg moeten gaan, alleen het tijdsschema zal niet gelijk zijn.

Velen in de wereld vinden het niet leuk om over dood en sterven te denken, maar het evangelie van Jezus Christus, met zijn leringen en verordeningen, houdt ons voor ogen dat dit leven niet  onze echte thuis is en dat we ons elke dag moeten voorbereiden om naar onze echte thuis te gaan, onze eeuwige thuis.

Want zie, dit leven is de tijd voor de mens om zich erop voor te bereiden God te ontmoeten.
(Alma 34:32)

Velen die een bijna-doodservaring hadden spraken over liefde, licht en de juiste prioriteiten stellen in het leven. Een van de belangrijkste lessen die ze geleerd hadden was wat het belangrijkste en blijvend is in dit sterfelijke leven: er zijn voor je medemens.

Na vandaag rest ons weer minder tijd om er voor anderen te zijn: tijd om lief te hebben, vriendelijker te zijn, mee te leven, te danken, te delen, te vergeven en te troosten.

Goodbye is not forever.

Goodbye is not the end.

It simply means I’ll miss you

until we meet again.

Aan het graf van mijn vader en mijn broer leg ik een bloempje. Het zegt: ‘Ik ben je niet vergeten. Ik blijf van je houden.’ Ik doe een ‘stil’ babbeltje en glimlach. Hoewel er altijd verdriet zal zijn ben ik blij dat het evangelie me geleerd heeft dat er een dag komt dat God alle tranen van onze ogen zal wissen. In plaats van verdriet en eenzaamheid zal er een betere wereld zijn door Jezus Christus. Ik weet dat het gemis tijdelijk is, ik zal mijn dierbaren terug zien.

(Een paar mooi boeken om te lezen:
‘Fingerprints of God’ Gibson
‘Life everlasting’ Crowther
‘The gateway we call death’ Nelson)

 

Zie jij goed genoeg?

zien-blog

Het was vandaag weer een schitterende herfstdag! Hebben jullie ook het zonlicht op het gras zien vallen? Hebben jullie gezien hoe het speelde met de kleuren en de vorm van bloemen en blaadjes?
En hebben jullie op het einde van de dag die prachtige zonsondergang gezien? Hebben jullie gezien hoe de zon als een vurige sinaasappel wegzonk achter de horizon en hoe de lucht nog even haar gloed vasthield met felle oranje strepen tussen slierten blauw en grijs?

Het gaf mij alvast een warm gevoel, maar toch voelde ik me ook een beetje droef-schuldig.
Hoe jammer is het niet dat we zulke momenten meestal niet vangen met onze ogen. We hebben zo’n druk leven en rennen van de ene afspraak naar de andere. We verslijten onze ogen met het kijken naar een heleboel dingen die dikwijls het kijken niet waard zijn.
Waarom vinden we het zo moeilijk om onze agenda even te laten voor wat hij is, en nemen we nauwelijks de tijd om al die wonderlijke dingen die in de natuur plaatsvinden in ons op te nemen?
Ik realiseer me heel goed dat ik al veel herfsten en zonsondergangen heb overgeslagen en ik neem me voor dat ik er meer oog voor ga hebben.

Als wij niet meer met verwondering naar Gods wonderbaarlijke schepping kunnen kijken, dan hebben we iets kostbaars verloren.

Er is een verhaal dat God steeds weer geniet van zijn schepping. God heeft op een goede dag de zon geschapen en de zon gaat op. Hij vindt het zo mooi dat Hij zegt: ‘Nog een keer.’
En de volgende dag zegt Hij het weer: ‘Nog een keer.’

Hoe ouder ik word, hoe meer respect ik voor de natuur krijg.
Toen ik enkele jaren jonger was heb ik de cursus natuurgids gevolgd en later heb ik me nog bijgeschoold rond paddenstoelen en vogels. Door die cursussen en de vele excursies heb ik nog meer de schoonheid van bomen, planten, bloemen en dieren leren zien.

Leren zien is de kunst

die het moeilijkst is

en het langzaamst wordt verworven.

(Edmond de Goncourt)

Zien is inderdaad iets heel anders dan kijken. iets zien vraagt om ontvankelijkheid, een open geest. Het volgende Engelstalige tekstje vat dit zo mooi:

‘There are things you can’t reach.
But you can reach out to them, and all day long:
the wind, the bird flying away, the idea of God …
And it can keep you busy as anything else, and happier.
I look; morning to night I am never done with looking.
Looking I mean not just standing around,
but standing around
As though with your arms open.’ (Mar Oliver)

We moeten ook willen zien. Wat we zien hangt ook af van waar we naar zoeken. Volgens John Lubbock kan op eenzelfde plek de landbouwer het gewas opmerken, de geoloog de fossielen, de botanist de bloemen en de kunstenaar de kleuren. Hoewel we dus naar dezelfde dingen kijken, zullen we die niet allemaal zien.

Zien is nog iets anders dan kijken,

en wat wij met het leven doen

is vaak voor een groot deel afhankelijk

van hoe wij de dingen zien.

(Toon Hermans)

Antoune de Saint-Exupéry schreef: ‘ Enkel met het hart kan men goed zien. Het essentiële is onzichtbaar voor de ogen.’
Om met je hart te kijken heb je verbeelding nodig. We kunnen kijken met het oog van een wetenschapper of met het oog van een kind. Ik las daarover een mooie tekst van Gottfrid Van Eck :

Een kind dat onder de sterrenhemel staat en tegen zijn vader zegt: ‘Kijk, papa, dat zijn de sproeten van God’, gebruikt de taal van de verbeelding. De rationele mens zou zeggen dat dit onzin is; sterren zijn zonnestelsels die miljarden lichtjaren bij ons vandaan zijn. Maar het beeld van het kind bevat in feite meer waarheid dan de wetenschappelijke waarheid die alleen maar aangeeft wat sterren feitelijk zijn. Zie je de sterren als sproeten van God, dan zie je iedere keer als je ’s nachts naar buiten gaat God als het ware recht in het gezicht, waardoor je je geborgen voelt omdat je God dichtbij je weet. Geloven is een andere manier van kijken naar de realiteit vanuit het besef dat er meer is dan je ziet en in feitelijke taal kunt vatten. Maar dan moet je wel met andere ogen leren kijken, want je kunt ziende blind zijn en niet zien waar het werkelijk op aan komt.’

Het geloof is vrijwillig blind:

het sluit de ogen

om beter te kunnen zien.

(Hughes Felicité de Lamenais)

Er circuleert een ontroerend verhaal over Mozes Mendelssohn, de grootvader van de beroemde Duitse componist. Ik heb er veel over ‘zien’ en liefde uit opgestoken.
Mozes Mendelssohn was niet bepaald knap om te zien, hij was kort van stuk en had een lelijke bochel. Op een dag was hij op bezoek bij een koopman in Hamburg, die een prachtige dochter had die Frumtje heette. Mozes was op slag verliefd op haar. Maar Frumtje zag hem niet staan, ze vond hem afschuwelijk lelijk.
Toen hij moest vertrekken raapte Mozes al zijn moed bij elkaar om met haar te spreken. Ze weigerde hem aan te kijken.
Toen vroeg Mozes heel verlegen: ‘Frumtje, geloof jij dat huwelijken in de hemel worden gearrangeerd?’
‘Ja,’ zei ze, hem nog steeds niet aankijkend. ‘En jij?’
‘Ja, ik ook,’ antwoordde hij. ‘ Weet je, bij de geboorte van ieder jongen kondigt de Heer in de hemel aan welk meisje hij zal trouwen. Toen ik geboren werd, werd me ook mijn toekomstige bruid aangewezen. Maar de Heer voegde daaraan toe: ‘En jouw bruid zal een bochel hebben.’
Meteen riep ik uit: ‘O, een bruid met een bochel is iets vreselijks! Alstublieft, Heer, geeft U mij die bochel en laat haar mooi zijn.’
Toen hief Frumtje haar blik omhoog en keek ze hem in de ogen. Ze herinnerde zich iets uit een heel ver verleden en ze gaf Mozes haar hand.

Het getuigt van een goed zicht als we in onze partner iemand bijzonder zien. Voor mij gaat er geen dag voorbij dat ik uitkijk naar de thuiskomst van mijn man.
Ik denk dat er ook geen ouders bestaan die niet heimelijk in hun kinderen onbeperkte mogelijkheden zien. Liefde voor iets of iemand laat je meer en beter zien!

Mensen worden geboren met twee ogen en slechts één tong. Misschien omdat we twee keer zoveel zouden moeten zien als zeggen?
We moeten voorzichtig zijn met ons oordeel, want is er iemand die echt alles van een ander doorziet?
In de bijbel waarschuwt Jezus over dit oordelend zien:

Waarom ziet u wel de splinter

in het oog van uw broeder,

maar merkt u de balk

in uw eigen oog niet op?

(Mattheus 7:3)

Misschien zit er teveel stof in onze ogen zodat we niet meer duidelijk kunnen zien? Hoe komt dit stof in onze ogen? Is het een te groot ego dat stof rondstrooit?

De domheid dringt zich naar voren,

om gezien te worden;

het verstand gaat achteraan staan,

om te zien.

(Carmen Sylva)

Dit blogbericht ging echt niet over het bezoek aan een oogarts, misschien een beetje om eens door een andere bril te kijken, maar vooral om met ons hart te leren zien. Zie jij goed genoeg?
De herfst is een uniek seizoen om te leren zien.

Laat geen gelegenheid voorbij gaan

om iets moois te zien.

Want schoonheid is het handschrift

van God.

(Ralph Waldo Emerson)

Boekentip om bij herfstig weer te lezen:

‘Als je het licht niet kunt zien’ van Anthony Doerr

‘Het meisje dat uit het duister kwam’ van Diana en Bernie Lierow

 

 

 

 

Onderwijs = leren?

school blog 2

Het nieuwe schooljaar is gestart. Duizenden kinderen, tieners en adolescenten sluiten de vakantiedeur en stappen of fietsen met gemengde gevoelens de schoolpoort binnen.
De eerste schooldag is altijd een mix van spanning en verwachting, en niet alleen voor de leerlingen. Ook ouders en leerkrachten produceren die dag wat meer stresshormonen.
Het jaarlijkse beeld aan de schoolingang heeft altijd wel min of meer dezelfde beelden in aanbieding. Sommige kleutertjes huilen en krijsen, terwijl andere kleintjes geen traan verpinken en zelfs niet meer omkijken naar mama of papa die met een krop in hun keel onnozel staan te zwaaien.
Op de speelplaats van de lagere school sleuren 6-jarigen een rugzak mee waar ze het liefst zelf willen inkruipen. Traantjes zijn dan al wat zeldzamer, maar die eerste ochtend vertoont bijna de hele klas symptomen van buik- en maagklachten.
Aan de middelbare scholen kan je er de meeste nieuwelingen zo uithalen: onzekere mensjes, die toch al meer dan acht jaar schoolervaring achter de rug hebben, gluren vanuit hun ooghoeken naar al die grote slungels. Ze zouden zich het liefst terug toveren naar het laatste jaar van de lagere school, toen ze de plak zwaaiden over al die ukkepukkies. Met weemoed beseffen ze dat de rangorde gewijzigd is en dat ze op dit onbekend domein hun positie weer zullen moeten verdienen.
Gelukkig zijn na een paar dagen de meeste horrorbeelden vervlogen en volgt een aanpassing aan het nieuwe leerproces.

Als we eerlijk terugdenken zijn wij, volwassenen, die gevoelens niet vergeten en weten we dat er voor deze jongeren nog veel zulke momenten zullen gebeuren: een nieuwe job, een eerste werkdag, nieuwe collega’s, een nieuwe baas … Ineens zijn onze ingewanden weer evenveel van slag als toen, aan die grote schoolpoort.

Onderwijs is slechts het minste deel

der opvoeding.

(John Locke)

Net als jullie heb ik verschillende facetten van het onderwijssysteem doorlopen. Mijn schoolloopbaan startte toen ik nog geen drie jaar was. Ik herinner me niet veel meer van mijn kleutertijd. Het kleuterschooltje had drie klaslokalen en ik zie het vage gezicht van een nonnetje en een juf met een blauwe schort aan. Aan die eerste schooljaren heb ik geen noemenswaardige complexen overgehouden. Het enige wat me blijven achtervolgen is, is het gevoel van verwarring tijdens een schilderles. We moesten een landschapje naschilderen naar het voorbeeld van de juf (of de non, dat weet ik niet meer). Ik kreeg een fikse uitbrander en voel de onrechtvaardigheid ervan nu nog altijd tot in mijn teentoppen. Ik had het gedurfd om het omgekeerde te schilderen: ik had de wolken wit en de lucht blauw gekleurd. Waarschijnlijk was de lucht buiten ook zo geschrokken van al dat tumult in die kleine kleuterklas, want vanaf dat moment zweven er, tot mijn grote opluchting,  witte wolken in een blauwe lucht.
Voor de rest had ik een zalige kleutertijd. Van kleutertesten hadden ze in die tijd nog niet gehoord, het leven van een kleuter was mooi en zorgeloos.

Toen ik zes was ging ik naar de ‘grote school’. Buiten een herinnering aan een heksenfiguur, die vooral in de refter schrik en terreur zwaaide, had ik het geluk om leuke juffen te hebben. Ik leerde zonder veel poespas lezen, schrijven en rekenen. Ik hield van spreekbeurten geven en van Frans. Ik was een gelukkig kind met veel vriendinnetjes. Pesten was een woord dat wij niet kenden. Iedereen hoedde zich ervoor om met straf naar huis te gaan, want thuis werd dat schrijfwerk op zijn minst verdubbeld.

De overgang van de lagere school naar de middelbare school verliep zonder stoten. Toen ik veertien was veranderde de schoolpolitiek en werd de school ‘gemengd’. Voor het eerst mochten jongens en meisjes naar dezelfde school gaan en in dezelfde klas zitten. De wereld van dat andere deel van het menselijk ras ging volledig open en ik onderscheidde algauw de ettertjes van de grapjassen, en de nerds van de speelvogels. Ik heb zoveel gelachen in mijn tienerjaren, maar ook veel geleerd –  van goede en minder goede leerkrachten. Van sommigen herinner ik me niets meer. Bij anderen kan ik het gezicht nog koppelen aan hun bijnaam en van enkelen weet ik ook nog hun hele naam.

Een middelmatige leraar spreekt,
een goede leraar verklaart,
een groot leraar toont,
een grandioze leraar inspireert.

Een biologieleraar ontstak het vuur voor de natuur in mijn binnenste. Ik denk dat hij fier zou zijn moest hij weten dat ik natuurgids ben.
Toen ik zeventien was, doofde de wiskundeleraar bij mij alle enthousiasme voor getallen, terwijl ik toch altijd prachtige cijfers had. Ik denk dat hij niet meer gemotiveerd was om het nut van algoritmen en parabolen te laten ontdekken door teenagers.
De leraar Frans boog zich teveel over de meisjes, wat heel gênant was, maar hij was met zijn punten ook veel guller voor hen. Niettemin hou ik aan zijn lessen toch een goede uitspraak van de Franse taal over.
Engels en Nederlands kregen we van dezelfde leraar. Er waren verschillende meisjes verliefd op hem en ik had ook wel een boontje voor deze nog jonge onderwijzer. Ik hield van zijn manier van lesgeven en droomde dat ik ooit een beroemde schrijfster of journalist zou worden.
Maar de leraar die me het meest is bijgebleven is mijn geschiedenisleraar. Hij heeft me echt laten nadenken en me verbanden laten ontdekken. Ik denk dat in zijn lessen het zaadje groeide om zelf leerkracht te worden.

Het gaat er niet om of
je binnen of buiten
de lijntjes kleurt,
het gaat erom
dat je
je eigen tekening maakt.

En zo belandde ik aan de andere kant van het klaslokaal. Ik heb enorm graag les gegeven. Ik hield ervan om de leerlingen te laten nadenken, om hen principes uit te leggen en hen dan zelf dingen te laten ontdekken. Ik probeerde hun visie op de wereld te verruimen en hen liefde voor boeken bij te brengen. Ik moedigde open communicatie aan en vond het fantastisch om jonge mensen klaar te stomen om met vastberadenheid hun dromen na te jagen. Ik was zeker geen volmaakte leerkracht en heb wel eens dingen verkeerd ingeschat. Ik vond de administratieve kant van de job uitputtend en soms zinloos. Maar het doet zo veel deugd als een oud-leerling naar me zwaait en met een brede lach ‘Dag juf Linda!’ roept.

Een leraar raakt de eeuwigheid.

Hij weet nooit waar zijn invloed

zal stoppen.

En toen kreeg ik de kans om directeur van een lagere school te zijn. Dat was een interessante, maar ook moeilijke periode in mijn beroepsleven. Door die functie uit te oefenen heb ik veel bijgeleerd over pedagogie en een school leiden. Mijn ervaring als hoofd van een school heeft me nog meer laten beseffen dat de leerkracht er toe doet!

Ik zou dan ook willen dat alle leerlingen dit nieuwe schooljaar een leerkracht hebben,
die zijn leerstof beheerst en enthousiast kan overbrengen,
die beseft dat hij lang niet alles weet en dus een leven lang verder leert,
die creatief is en
die leerlingen aanmoedigt om dingen te ontdekken en te creëren,
die kan lachen en kan troosten,
die gelooft in elk kind,
die weet dat kennis alleen niet voldoende is,
bij wie kinderen fouten durven maken,
die oog heeft voor veiligheid – fysisch en emotioneel,
die respect toont en eist,
die geduld heeft en complimentjes geeft,
die leert te onderscheiden wat waard is gelezen te worden,
die een open geest aanmoedigt,
die kritisch leert denken,
kortom, een leerkracht die met liefde lesgeeft en elk kind laat stralen.

De start van een nieuw schooljaar laat me niet alleen stilstaan bij al de scholen die tot mijn ontwikkeling hebben bijgedragen, maar ook bij de allerbelangrijkste school:de school van het leven.

Op school volg je eerst de lessen

en dan krijg je een test,

in het leven krijg je eerst een test,

en dan volgen de lessen.

We leven in de meest competitieve tijd die we ooit gekend hebben. De wereld zal ons meestal betalen wat we waard zijn. En onze waarde neemt toe door alles wat we leren en ik heb het hier niet alleen over onze ‘marktwaarde’. Alle training van ons verstand en onze handen kan ons helpen een goede invloed uit te oefenen.

Henry B. Eyring zei: ‘Onthou dat je een interesse moet hebben in leren, niet alleen voor het sterfelijk leven, maar voor de eeuwigheid.Als je begrijpt dat een geestelijk element je totale educatie verfijnt en opbouwt, dan zal je geestelijk onderwijs op de eerste plaats zetten en toch het seculiere onderwijs niet veronachtzamen. In feite zal je met die geestelijke visie harder werken op school.’

Russell M. Nelson, wereldberoemd hartchirurg, schreef: ‘Ons verstand is kostbaar. Het is heilig. Daarom is de educatie van ons verstand ook heilig. Educatie is een godsdienstige verantwoordelijkheid. Natuurlijk verschillen onze mogelijkheden en onze situaties.. Maar in het volgen van onderwijs is individueel verlangen belangrijker dan de school die je kiest en is persoonlijke drijfveer belangrijker dan de studierichting.’

Onze Schepper verwacht van al zijn kinderen dat ze zich persoonlijk ontwikkelen, dat ze kennis zoeken door studie en geloof (L&V 88:118).
Als we dit leven verlaten dan laten we al onze materiële bezittingen achter, maar de Heer heeft verklaard dat we alle kennis behouden die we in dit leven opgedaan hebben, als we naar het volgend leven gaan (L&V 130:18-19). Wat een prachtige belofte! Wat een motivatie om een leven lang te leren! Ons leren mag nooit stoppen! Als het stopt aan de klasdeur op de dag van de diploma-uitreiking, dan falen we. Er is in het leven nog zoveel meer te leren dan de dingen die we op de schoolbanken leerden. En er is nog zoveel meer op de ‘schoolbanken’ te leren dan toen we afstudeerden. We zijn nooit te oud om iets te leren!
Ik denk dat de manier waarop we les kregen een grote invloed heeft op het feit of we levenslange dorst naar kennis hebben.

Wat beeldhouwwerk is voor een stuk marmer,

dat is onderwijs voor de menselijke ziel.

(Joseph Addison)

Is onderwijs gelijk aan leren? Dat zou het meest logische zijn, maar dat is het niet altijd. Schoolmoeheid uit zich om verschillende redenen, die niet altijd zo duidelijk zijn. Mijn ervaring als moeder, leerkracht en directeur liet me inzien dat de leerkracht (en als ouder ben je de belangrijkste) dé persoon is om het motto ‘levenslang leren’ niet te laten verwateren of te laten verdrinken. Liefde is de sleutel. Zolang leerkrachten uit liefde onderwijzen en niet louter als ‘job met veel vakantie’ dan moet je je niet te veel zorgen maken. Een kind dat graag naar school gaat, is een begrepen kind.

Ik ben zo dankbaar dat ik in een maatschappij mag leven waar ik de vrijheid heb om te kiezen een leven lang te leren!

In de film ‘Dead Poets Society’ zitten pareltjes van educatie. Ik wil hem zeker nog eens bekijken.

robin williams

 

Meditatie aan zee.

zee blog

Een zonnige dag aan het Noordzeestrand: ik zet me neer in het zand en luister naar de wind. Is dit het perfecte plaatsje om de zware tas met strandlakens, zonnecrème, leesvoer, hapjes en drankjes van mijn schouder te gooien, of …?
Ik voel hoe een zeebries mijn haren streelt en bemerk hoe een beetje verderop het lichtwuivende duingras van een zandheuveltje me lonkt met de belofte op een eersteklas zitplaats.
Nog even stuntelig verder klauteren. Ik denk niet dat ‘klauteren’ de juiste omschrijving geeft van mijn ploeteren omhoog. Maar, hé, heb je ooit al een oma gracieus een duin zien beklimmen, beladen als een muilezel, met in de ene hand twee paar sandalen en een klein mensenhandje, en in de andere een tas vol met alle denkbare en ondenkbare strandspullen?
De achterhoede, met emmers, schopjes en grote spades, sjokt ook omhoog en keurt de strandplaats goed. In een wip lopen de groteren weer naar beneden. Het water komt op en dus is het zandkastelentijd!
Terwijl mijn man zich blaren op zijn handen schept, vlei ik me neer op een van de kleurrijke handdoeken. Ik sluit mijn ogen. Eventjes helemaal niets doen. Niets denken. Alleen maar languit genieten van de geluiden:
de bruisende golfslag,
kwetterende meeuwen,
lachende kinderen,
en het vallen van zand in een emmertje.

Onze jeugd en de zee,
ze denken dat ze oneindig zijn,
omdat we de andere oever niet zien.
(R.F.Lissens)

Ik ben vergeten hoeveel keer ik al naar de zee geweest ben, maar ze was altijd anders. De seizoenen, het weer, de wind, de sporters, mijn gezelschap en mijn gemoedstoestand, ze gaven telkens een ander beeld.
Soms was de zee een gladde spiegel waar mensen tot hun knieën in het water dromerig naar de horizon tuurden. Dan weer kolkten en lonkten luidruchtige golven surfers en moedige zwemmers tot ver buiten de boeien. Een ding blijft hetzelfde: als ik het strand en de zee zie, ben ik in een oogwenk weer een kind. Kinderliedjes als ”k Heb de zon zien zakken in de zee’, en ‘Tien kleine visjes’ springens spontaan in mijn hoofd. Ik beleef kinderlijke plezier aan warmte van het fijne zand tussen mijn tenen, het water  wel of niet over mijn voeten laten stromen, het duizelige gevoel van de steeds bewegende zee, springen over de golven en schelpen zoeken aan de vloedlijn. Nonnetjes, wenteltrapjes, kokkels, zaagjes, messchedes en andere grote en kleine strandschelpen, ik vind ze nog even mooi.
De zee heeft nog steeds iets oneindigs, ook al weet ik dat de Engelse kust echt niet zo veraf is. Ik las ergens de volgende uitspraak:

De liefde is als een schelp,

waarin je de zee van de eeuwigheid

hoort ruisen.

Wie heeft dat nooit gedaan: een schelp aan je oor houden en de zee ‘horen’?
Als ik mijn kleinkinderen nu verwonderd met een schelp aan hun oren zie staan, is een glimlach nooit ver weg.
Misschien moeten wij, de volwassenen, eens wat meer een schelp aan ons oor houden. Want alles gaat voorbij, maar de liefde blijft.
Ooit zag Phil Bosmans alle mensen als broeders in dezelfde boot varen:

Alle mensen als broeders in dezelfde boot.
Mensen die samen varen …
Een fantastisch droom.
De zon danst aan de hemel,
de vissen dartelen in de zee.
Alle mensen als broeders in ’n zelfde wereldboot.
Zwakken en sterken.
Alle volkeren en talen en rassen.
Machtigen en machtelozen.
Armen en rijken.
Mensen die samen varen,
als broeders op de wereldzee,
onder dezelfde zon,
op dezelfde baren,
wind mee,
wind tegen,
in dezelfde storm.
Er zijn geen zwakken meer,
geen machthebbers meer,
niemand wordt meer overboord gegooid,
geen mens meer in het vooronder
om te sterven van de honger.
Er is geen oorlog meer rond de commandobrug.
Zangers lopen over het dek met een lied.
Iedereen is veilig en geborgen aan boord.
Een fantastische droom.
Waarom moest ik ontwaken en zag ik
een zwaar gehavende boot op drift,
met een ontregeld kompas.
Waarom hoorde ik idealisten en profeten
wanhopig roepen
om een ‘hart’ in de boot.

Ik vraag me af wat Phil Bosmans nu zou schrijven moest hij slechts één dag het wereldnieuws lezen. Misschien schreef hij wel dat het kompas kapot zou zijn. Hij zou ontwaken met het beeld van duizenden bootvluchtelingen en drenkelingen in de Middellandse Zee. Zijn droom is een nachtmerrie geworden!
Misschien moeten de wereldleiders eens wat meer een schelp aan hun oren houden…

Aan die mooie blauwe Middellandse Zee moet ik denken als Anna haar hand in de mijne steekt en me meetrekt naar de zanderige Noordzee.
Anna en de zee,
de grote, woelige zee en de kleine, woelige Anna.
Anna, een klein roos mensenkind.
Verrukt blijft ze staan en roept:
“Kijk, Moekie! Een roos schelpje! Hier, voor jou!”
Voorzichtig stappen we samen verder over het scherpe schelpenstrand.
Met het breekbare schelpje en een nog breekbaarder mensenschelpje
spring ik over de witte golven.
Anna lacht naar mensen en meeuwen.
Mijn hart zwelt van vreugde.
Neem de zee mee, Anna,
neem ze volledig mee in je emmertje:
de schelpjes, de sponzen,de uitgedroogde krabben,..
En ’s avonds in je bed
springen er vissen en garnalen en zeemeerminnen.
Dan kruip je giechelend onder je deken
voor de haaien, de kwallen en de zeerovers.
Je oogjes knipperen nog even
en verbergen de zee in je zalige glimlach.
Een traan glijdt onverwachts uit mijn ooghoek.
Ik wrijf het nat vlug weg,
maar heb het zout alreeds geproefd.

Er moet een of ander vreemd geheim

in zout verborgen liggen.

Het is zowel in onze tranen als in de zee.

(Kahlil Gibran)

Dichters en schrijvers hebben heel wat inkt gebruikt toen ze over de zee mijmerden. Nu vult men er digitale wolken mee.
In mijn tienerjaren vond ik ‘Melopee’ van Paul van Ostaijen een van de mooiste zeegedichten.

Melopee

Onder de maan schuift de lange rivier
Over de lange rivier schuift moede de maan
Onder de maan op de lange rivier schuift de kano naar zee

Langs het hoogriet
langs de laagwei
schuift de kano naar zee
schuift met de schuivende maan de kano naar zee
Zo zijn ze gezellen naar zee de kano de maan en de man
Waarom schuiven de maan en de man getweeën gedwee naar zee

Melopee betekent ritmisch gezang en je kan het zangerige schuiven horen als je de zinnen leest. Je kan het gedicht lezen als enkel een spel van klanken en woorden.
Als ik ver genoeg van de massa opga in de klanken van de zee, worden er diep in mij woorden gevormd, dankbare, liefdevolle en ontzagwekkende woorden.
Ook ik schuif in een kano over de rivier van het leven naar de oneindige zee. Mijn kano beleeft hoogte-en dieptepunten. De maan vergezelt mijn kano naar de eeuwigheid. Ik ben niet alleen, ik heb gezelschap van een hogere bron.
Het gedicht eindigt met een vraag, een vraag naar het waarom van het leven. Het antwoord op die vraag laat de kano gedwee schuiven. Wat ook de moeilijkheden, tegenslagen en successen in het leven zijn, we schuiven allemaal naar de eeuwigheid.
Als we de verbinding van de man met de maan een zinvolle betekenis kunnen geven, dan worstelt onze kano niet. Alleen vinden we misschien dat de rivier te snel stroomt.

Een lofzang die ik graag zing (ja, af en toe zing ik wel eens) is: ‘Tel uw zegeningen’

Als op ’s levens zee de stormwind om u loeit,
als gij tevergeefs uw arme hart vermoeit,
tel dan al uw zegeningen één voor één,
en gij zegt verwonderd: God liet nooit alleen!

Tel uw zegeningen één voor één,
tel ze alle en vergeet er geen.
Tel ze alle, noem ze één voor één,
en gij ziet Gods liefde dan door alles heen.

Als je het even niet ziet zitten, als stress je genadeloos omcirkelt, als je gebukt gaat onder verdriet of onbegrip, als je door de bomen het bos niet meer ziet,
ga dan eens naar het strand,
er is nog een zee van ruimte en
er zijn nog genoeg vissen in de zee,
waai uit,
zoek schelpjes,
word zand,
word zee,
vind de maan.

 

Sinaasappels en het gezin.

blog gezin

Mijn man was een beetje bezorgd over de sinaasappelen die ik gekocht had. Het waren er zo veel, die kregen we vast niet opgegeten voor onze vakantie. Hij heeft misschien wel gelijk, want hij moet ze meestal alleen opeten. Die oranje vruchten zijn nu eenmaal niet de beste vrienden van mijn darmstelsel.

Toen ik met een gefronste blik naar de bijna volledige oranje fruitmand keek, kreeg ik de bedenking dat zo’n sinaasappel best wel ons gezin kon voorstellen. Een mooi gekleurde bol, samengesteld uit partjes die allemaal verschillend zijn en samengehouden door een vlies zodat ze toch één geheel vormen.

Mijn gedachten werden ruw verstoord door een nieuwsbericht van de zoveelste terroristische aanslag dit jaar. Met een sinaasappel nog in mijn hand voelde ik de ontreddering en het verdriet van de gezinnen die eensklaps in rouw gedompeld zijn.

Er zijn vele oorlogen aan de gang in deze wereld. En het zijn niet alleen terroristische of economische, die de meest fundamentele leerstellingen van de mensheid aanvallen.
De heiligheid en de essentiële doeleinden van het gezin worden over de hele linie in twijfel getrokken, bekritiseerd en aangevallen.
Nochtans vormen sterke gezinnen het cement van de maatschappij.

Family is not an important thing.

It’s everything.

(Michael J. Fox)

Als ik denk aan het gezin waarin ik opgroeide en aan mijn eigen gezin, dan besef ik heel goed dat het leven zelden volgens ons bedachte plan verloopt. Dus ook in het gezin waar we van dromen komen wel eens nachtmerries voor.  We moeten naar het ideaal toewerken, maar rekening houden met het feit dat er gebeurtenissen zullen komen die alles op hun kop kunnen zetten.

It takes a lot of work

to put together a marriage,

to put together a family

and a home.

(Elizabeth Edwards)

Ons gezin is een kleine groep van unieke karaktertjes, van timide tot extravert, van bolleboos tot dromer. We deelden veel: van tandpasta tot buikloop en de waterpokken. We verstopten spullen van schoenen tot boeken en kleurpotloden – soms als grap, soms als wraak. We sloten mekaar als eens op in een kamer, of lieten iemand niet binnen. We waren al eens jaloers op aandacht en cadeautjes. We voelden elkaars pijn en verdriet en probeerden te genezen met knuffels en kusjes. We voelden trots en schaamte. We speelden samen en lachten en hadden plezier.
Dat gebeurde allemaal rond dat vlies dat ons samenbond en nog steeds bindt.

Met een zwaar hart merk ik angst in de ogen van mijn kinderen. In welk een wereld moeten zij hun kinderen opvoeden? Kunnen kinderen nog ergens veilig zijn? Kunnen we hen nog liefde leren in een wereld vol haat?
En toch is het van belang dat we blijven geloven in de kracht van het gezin.

What can you do

to promote world peace?

Go home

and love your family.

(moeder Teresa)

 

Ik sta volledig achter de uitspraak van Bonnie L. Oscarson:

We moeten de geopenbaarde leer van het huwelijk, het gezin, de goddelijke rol van de man en de vrouw en het belang van ons huis als heilige plek moedig verdedigen.
Zelfs als de wereld ons toeschreeuwt dat die beginselen verouderd, beperkend, of niet meer relevant zijn.

Geen enkel gezin is perfect. Er wordt overal wel eens gekibbeld en geruzied. Soms gebeurt het wel dat er een periode zonder klank is, of zonder beeld. Maar uiteindelijk is ons gezin ons gezin. Er zal altijd liefde zijn.

In ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’, heb ik de criteria gevonden waarmee ik iedere wind van werelds dogma kan toetsen, die via de media, internet, wetenschappers, filosofen, tv en films, en zelfs wetgevers tot ons komt. Voor mij is dit het vlies dat ons samenhoudt.
Er staat o.a.:

De kans op een gelukkig gezinsleven is het grootst, als de leringen van de Heer Jezus Christus eraan ten grondslag liggen.
Een geslaagd huwelijk en een hecht gezin worden gegrondvest op en in stand gehouden met de beginselen van geloof, gebed, bekering, vergeving, respect, liefde, mededogen, werk en gezond ontspanning.

Als ouder heb ik (samen met mijn man) getracht de ‘basics’ aan mijn kinderen mee te geven:
De kracht van te geloven, van samen te bidden, samen de schriften te lezen en te bespreken (dat bracht in de tienerjaren heel wat ambiance!), en samen te eten.
Een maal per week, op maandagavond, hielden we ‘gezinsavond’. We deden dan een hele avond alles samen. Gene zever om dit met kinderen te doen die verschillen in leeftijd en interesse. Er waren veel frustraties, maar ook veel toffe gezinsmomenten. Ik herinner me nog de poppenkastspelen, de uitstapjes, het verstoppertje spelen in de tuin, de cinemabezoekjes of de films thuis.
Als ouders hebben we ook getracht om tradities te vormen die onze gezinsband zouden versterken en vriendschap zou bevorderen. Daar behoorde de jaarlijkse Paasvakantie aan de Belgische kust bij, de jaarlijkse musical, de zomervakantie in het zuiden van Frankrijk, en kerstavond thuis.

To us,

Family means

putting your arms around each other

and being there.

(Barbara Bush)

Ik vind het ook belangrijk om afleidingen te beperken. We kunnen ons leven opvullen met zoveel goede dingen dat er geen plaats meer is voor de beste dingen.
Mijn kinderen hadden een gameboy en een playstation, die beperkt gebruikt mochten worden (als je mijn kinderen hoort klagen, toch nog ruim genoeg, hoor!)
Nu is dat elektronisch amusement gigantisch toegenomen. Laat ze niet de overhand krijgen op kostbare gezinsmomenten.

The great danger for family life,

in the midst of any society

whose idols are

pleasure, comfort and independence,

lies in the fact

that people close their hearts

and become selfish.

(Paus Johannes Paulus II)

Zoals ik als zei, het perfecte gezin bestaat niet. Ouders kunnen toekomstdromen hebben voor hun kinderen, die niet verwezenlijkt worden. Kinderen kunnen opstandig zijn, en dingen doen die we niet goedkeuren. Geef nooit op! Never leave a wounded warrior!

Some children could tax

even Salomon’s wisdom

and Job’s patience.

(James E. Faust)

Hou van je gezin. Maak tijd voor elkaar. Wees vriendelijk en geduldig. Sta klaar voor elkaar. Verwar onbegrip niet met verwerping. Maak geen kamer voor ‘spijt’. Bouw een veilig ‘nestje’.
Want morgen staat niet vast en vandaag is kort – luister maar naar het nieuws.

Als ik terugkijk dan zijn mijn gelukkigste momenten te vinden in mijn gezin.
Families are forever!

Spend some time this vacation

on home improvement:

improve your attitude

towards your family.

(naar Bo Bennett)

 

 

Vakantie!

vakantie blog 2

Vakantie, wat is dat?

In het woordenboek lees ik dat vakantie een periode is van een aantal dagen waarin je vrij bent en niet hoeft te werken. Vandaar dat er velen zijn die na hard werken naar vakantie uitkijken!

Een tweede betekenis volgens dat serieuze boekje is dat vakantie een verblijf is buiten de eigen woonomgeving voor ontspanning of plezier. Vandaar de monsterfiles op de snelwegen!

Als je zegt dat je op vakantie gaat, dan geef je aan dat je naar een vakantiebestemming vertrekt. Die bestemming varieert van mijlenver weg tot Graskant of Nieverans (op zijn Frans uitgesproken).

Ik ga dit jaar

op vakantie naar Zicht.

Waar ligt dat?

…Weet ik niet,

maar in de krant stond

‘Mooi vakantieweer in zicht!’

Als je zegt dat je met vakantie bent, dan kan dat betekenen dat je thuis vakantie viert.

Dat ‘vieren’ vind ik mooi uitgedrukt. Vakantie niet gewoon vinden, of een verworven recht, maar iets om te vieren!

In het woord vakantie zit het stukje ‘vacant’. Dat betekent leeg, open, onbezet en vrij. Daar zou vakantie om moeten gaan: een periode je dagelijkse routine openbreken zodat er veel vrije ruimte komt. Maar als ik zo om me heen kijk, zijn de vakanties druk bezet, en helemaal niet leeg.
Ik hou niet van overvolle stranden waar je je handdoek niet kwijt kan en waar de geur van zonnecrème de zilte geur van het zeewater grotendeels maskert. Ik hou ook niet van drukke toeristische plaatsen waar het culturele erfgoed verstopt zit achter een meute foto’s – trekkende haastige passanten.
Er zijn mensen die zulke plaatsen juist opzoeken en het geweldig vinden, maar ik wil tijdens de vakantie dingen kunnen loslaten, om zo mijn eigen innerlijke ik te helen en op te laden.

Vakantie is volgens mij bedoeld om nieuwe krachten op te doen en het leven op een andere manier te benaderen. Daarom vind ik het Engelse woord voor vakantie zo mooi: holidays. Letterlijk: heilige dagen nemen.
Misschien vindt dat woord de oorsprong in het feit dat de mensen vroeger alleen de zondag een beetje vrijaf hadden. Ik geloof wel dat vakanties heilige momenten kunnen opleveren en niet alleen als je de stilte opzoekt in een oude abdij.

Het is alleszins zo dat het woord ‘vakantie’ nog niet zo lang in het woordenboek van de gewone man staat. Vanaf 1920 voerden enkele grote fabrieken in het Antwerpse enkele dagen vakantie in voor hun personeel.
In 1938 werd het recht op vakantie uitgebreid tot alle Belgische werknemers. En in 1963 werd een derde vakantieweek ingevoerd. Tachtig jaar geleden werd één week ‘betaald verlof’ voor iedereen werkelijkheid.
Ik heb daar niet zo bij stil gestaan, vakantie hebben is iets vanzelfsprekend geworden. Voor mijn grootouders was een dagje naar zee al een uitzondering. Mijn eigen ouders gingen voor de eerste keer een weekje naar Heist-aan-zee toen ik tien jaar was. Ik herinner me nog dat het veel regende en dat mijn kleine zus verloren gelopen was op het strand – met alle paniek en angst erbij. Ik weet ook nog dat ik met mijn zakgeld het spel ‘Monopoly’ gekocht had in plaats van strandballen en emmers met schopjes. Maar die aankoop zal wel beïnvloed geweest zijn door het natte weer toen (jaja, het regende toen ook al dikwijls).

In de arbeidersbuurt waar ik opgroeide, was een vakantie in het buitenland zeldzaam. Spanje en de Provence waren exotische namen waar wij als kinderen uren over konden fantaseren. Ik merkte toen echter al dat afgunst nooit vakantie neemt (Francis Bacon). Hoe verder je op reis ging, hoe meer  je bewonderd werd door je omgeving.

Het duurde nog tot ik veertien jaar was voor ik naar het buitenland op vakantie ging. Dat was met de ziekenbond, naar Zwitserland. Ik stond tussen een heleboel meisjes met een kartonnen valiesje nerveus op de nachttrein te wachten. Ik had een berglandschap op mijn valiesje geschilderd. Best wel cool, maar ik denk dat de jeugd nu liever hun vakantiekleren in een Samsonite – koffer of een Kipling – rugzak wringt. Veel spullen konden wij niet meenemen, want op een kartonnen koffertje gaan zitten was uitgesloten.
In ieder geval belette die kartonnen valies niet dat ik geweldige nieuwe indrukken mee naar huis kon nemen.

Collect moments

not things.

Vroeger gingen we heel zuinig om met het fotorolletje in onze camera. We moesten altijd afwegen of het wel de moeite waard was om een beeld te vereeuwigen. Want na de twaalfde foto kon er immers nog een dertiende of veertiende hoogtepunt komen. Ik hield niet van een filmrolletje van 12. Soms had je geluk en kon er nog een foto bij, maar meestal stond die laatste foto niet op de afdrukken die je enkele weken later bij de fotograaf ging ophalen.
Nu maakt een klikje meer of minder niet veel uit. Maar het is wel een heel werk om uit honderden digitale foto’s een album te maken waar je meer plezier aan zal hebben, dan aan de harde schijf die je toch niet meer bekijkt, of die je niet meer weet liggen.

Ik las eens ergens dat vakantie ook een periode zou kunnen zijn om recreatief bezig te zijn. Recreatie … herschepping.
Je leven even letterlijk en spiritueel recreëren, herscheppen:

In plaats van van hot naar her te rennen: uitslapen, je uitrekken en uitgebreid ontbijten.
In plaats van een overvolle agenda: doen wat je leuk vindt en in de tuinzetel figuren ontdekken in de wolken.
In plaats van haast en drukte: vrienden uitnodigen en een middagdutje doen.
In plaats van alles te regelen: je eens laten bedienen, zand tussen je tenen voelen en op onbekende wandelpaden je schoenafdruk achter laten.

We zouden eigenlijk altijd vakantie moeten hebben.

We zijn er voor geschapen.

Maar waar moet je dan nog naar verlangen?

Simon Carmiggelt

Altijd vakantie hebben is zoals alle dagen kerst vieren. We zouden het niet meer waarderen, saai vinden, of misschien zelfs willen verwijderen. Een gezonde afwisseling tussen aan de ene kant werken, je inzetten voor een ander en aan de andere kant vakantie en vrije tijd, dat levert volgens mij de meeste voldoening op.

Vakantie verloopt ook niet altijd zoals we het zouden willen. Het woord ‘vakantiestress’ bestond voor mijn grootouders nog niet. Ze vulden hun spaarzame vrije tijd eerder in met het genieten van kleine dingen en de jaarlijkse kermis met vlaaien en worsten.
Voor we vertrekken moeten we van alles voorbereiden: kleren wassen en strijken, koffers inpakken, het huis schoonmaken, boodschappen doen, een oplossing voor huisdieren zoeken.
En onderweg kan het stressduiveltje ook nog op onze schouder zitten. Kibbelende of zieke kinderen in de auto, een afslag missen, files… Je wordt er bijna gek van.

Er is maar één ding erger

dan rijden met een caravan:

rijden achter een caravan.

Nu is voor veel mensen op vakantie gaan geen keuze meer, maar een moeten. Iedereen gaat immers op vakantie. De sociale druk om de hipste reis te maken is groot. Facebook en Instagram hebben dit nog verder in de hand gewerkt met een toestroom van de meest exotische foto’s ooit.
En als je al een keuzeverlamming hebt als je naar de tandpasta kijkt in een warenhuis, welk gevoel krijg je dan als men je poeslief vraagt: ‘Welke vakantie doe jij dit jaar?’

Hoewel voor veel landen het verschijnsel vakantie economisch gezien van groot belang is, krijg ik soms een vakantiekramp bij de keuzelijst die ik voorgeschoteld krijg:

Een bootvakantie, cultuurvakantie, creatieve vakantie, taalvakantie, sportvakantie, fietsvakantie, natuurvakantie, schildervakantie, muziekvakantie, strandvakantie, rugzakvakantie, thuisvakantie, werkvakantie, …

Godfried Bomans zei het heel eenvoudig:

De kunst van het leven

is thuis te zijn

alsof men op reis is.

Vakantie moet niet veel kosten, met een portie creativiteit kan je dichtbij een topper in je herinneringen creëren. Wat dacht je van kamperen in je eigen tuin? Of kriebelbeestjes zoeken in je eigen straat? Een filmavond thuis? Wandelen in het veld om de hoek? Voor je vrienden je buurt gidsen?
Maar als je er dan toch geld aan wil spenderen:

Travel is the only thing

you can buy

that makes you richer.

In mijn brein is een kamertje met vakantierijkdommen opgeslagen. Piep je even mee? Als je de deur opent dan zie je:

Het gevoel van vrijheid, van zon, zee en strand.
Mijn voeten in het warme zand, schelpjes verzamelen en een lekker ijsje van het karretje.
Een hitlijst van vakantie- en kampliedjes, kampvuur en marshmallows.
Zonnecrème en insectenbetenzalf, vervelde huid en rode bolletjes.
De geur van lavendel en in houtvuur gebakken pizza.
Waterdruppels op mijn huid na een baantje of twee rustig zwemmen.
Het geruis van de golven en de stilte op een bergtop.
Alpenweiden, koeien en eeuwige sneeuw.
Meesterlijke bouwwerken, en eeuwenoude kunstwerken.
Wonderlijke culturen, ver en dichtbij.
Keuvelen met mijn buren en spelen met mijn kleinkinderen.
Hand in hand met mijn geliefde op onbekende wegen.
Lachende mensen en lachende kinderogen…

Iedereen heeft wel zo’n kamertje in zijn hoofd. En dat is ook het mooie van vakantie, de herinneringen die je meebracht kan je zomaar weer oproepen. Een foto, een souvenir, een liedje of een geur, dat kan de herinnering nog versterken.
Ik weet dat die herinneringen de bloemen in de winter van mijn leven zullen zijn. Ik kan ze nu nog volop kweken.

Nog een doordenkertje van P. Sookdhew om af te sluiten:

De meesten van ons denken beter na

over wat we met twee weken vakantie gaan doen,

dan over wat we met de rest van ons leven gaan doen.

Tja, vakantie is nu eenmaal een korte periode tussen plannen en herinneren. Ons leven is meer dan vakantie alleen. Als een lach directe vakantie is, dan kunnen alle dagen een vakantiegevoel geven, ook als het regent.

 

 

Wat is er nu zo geweldig aan geweld?

blog geweld

 

Geweld en geweldig:

Twee woorden met slechts twee letters verschil, maar o zo tegenstrijdig.

 

Het lijkt alsof er op de wereld de een na de andere geweldsgolf losbarst en de mens meegezogen wordt in een immense geweldsspiraal.

Onverdraagzaamheid is geweld tegen de geest

en haat is geweld tegen het hart.

(Mahatma Gandhi)

Het nieuws bezorgt ons een geestelijke indigestie met een overvloed aan gewelddadige berichten, dichtbij of veraf:

Vijftig doden na schietpartij in Orlando.
Politieman en partner vermoord in Parijs.
Stakers vernielen kabinet minister.
Gewapende Syriëstrijders vertrokken naar Europa.
Conflicten in asielcentra.
Terroristen hebben mogelijk drie Belgische doelwitten in het vizier.
Cyberaanvallen.
Groeiende sociale onvrede.
Scheldtirades  tussen de Amerikaanse presidentskandidaten.
Illegale wapenhandel en mensensmokkel.
Hooligans laten golf van vernieling achter.

 

In de 17de eeuw zei Friedrich von Logau:

Als onverstand zich met geweld verenigt,

brengt deze echt de dolste wreedheid voort.

Is de mens zijn verstand aan het verliezen? Wil de mens echt deze glijbaan naar beneden?
Ik denk dat de meeste mensen de wereld wel ten goede willen veranderen. Maar ze willen hun buurman veranderen, hun collega op het werk, hun familie thuis,… Het zijn altijd de anderen die verkeerd zijn en die zich dringend moeten veranderen.

De politiekers zijn niet te vertrouwen, zegt het volk.
Het volk begrijpt er niets van, zegt de hooggeplaatste.
Mensen zitten mekaar voortdurend in de weg. Er wordt volop gebruikt gemaakt van ellebogen, van het gesproken en geschreven woord en van lichaamstaal die er geen doekjes om windt.
In het verkeer wordt er getoeterd, gebumperd en ‘gemidddelvingerd’.
In de business moeten alle woorden op papier staan, en menig papieren woord is zodanig verkeerd gespeld dat het geen waarde meer heeft.
In politieke kringen verwijt de pot de ketel dat hij zwart ziet, terwijl een schoonmaakmiddel de oplossing biedt.
Men roept en vloekt, en verwijten vliegen over de werkvloer, op het sportveld en zelfs in de huiskamer.
Men wil de ander veranderen
en men dreigt
maakt belachelijk
oefent druk uit
liegt
en grijpt naar wapens.

Voor geweld moet je leren haten.

Voor geweldloosheid moet je leren liefhebben.

(Phil Bosmans)

Geweld en geweldig: twee woorden die slechts twee letters verschillen, maar hemelsbreed tegenstrijdig zijn. Het ene vernietigt, het andere bouwt op.Ik geloof nog steeds in het goede, ook al zie ik zoveel kwaad om me heen.

Hoe geweldig is het niet

dat duizenden vrijwilligers zich inzetten in rust-, en ziekenhuizen, in jeugdbewegingen en asielcentra?

dat een vrouw haar man liefdevol blijft verzorgen?

dat leerkrachten dat ene kind in zichzelf laat geloven?

dat voetbalsupporters verbroederen?

Ik geloof nog steeds in schoonheid, ook al woekert het lelijke om me heen.
Hoe mooi is de glimlach van een kind? De uitgestoken hand van een zus? Een bejaard echtpaar hand in hand?

Ik geloof nog steeds in de liefde, ook al wordt haat gecultiveerd. De primitieve wet ‘oog om oog en tand om tand’ is al eeuwen vervangen door de hogere wet van naastenliefde. Al eens een hand proberen schudden met een gebalde vuist?

Niet het geweld

maar het goede

vernietigt het kwaad.

(Leo Tolstoj)

We kunnen een ander niet veranderen. Maar we kunnen wel met met een ander communiceren. we kunnen luisteren naar een ander. We kunnen onze mening uiten en onze waarden en normen uitleggen. Maar we kunnen een ander niet veranderen. Phil Bosmans zei eens dat de mens het enigste wezen is dat in staat is zichzelf te veranderen. Hij zei ook dat als mensen niet veranderen, er in deze wereld helemaal niets verandert.

Jezus van Nazareth onderwees:

Zalig zijn de vredestichters,

want zij zullen Gods kinderen worden genoemd.

Een vredestichter zijn is een hele opdracht in deze dolgedraaide wereld.
Ik hoop dat ouders de macht blijven inzien van hun kinderen geweldloosheid te onderwijzen.
Ik hoop dat ouders nooit te moe zullen zijn om hun kinderen te leren de anderen – wie dat ook mogen zijn-  lief te hebben.

No one is born

hating another person

because of the colour of his skin,

or his background,

or his religion.

People must learn to hate,

and if they can learn to hate

they can be taught to love,

for love comes more naturally

to the human heart

than its opposite.

(Nelson Mandela)

Ik hoop dat de mensheid nog mens genoeg is om schoonheid en goedheid te kunnen zien in elk ras, in elke cultuur, in elke godsdienst.
Net zoals zoveel schrijvers de strijd tussen goed en kwaad geweldig beschrijven, en goedheid laten zegevieren, weet ik dat  goedheid uiteindelijk zal overwinnen!
Anne Frank schreef in een van de gewelddadigste periodes van het mensdom:

Ondanks alles

geloof ik

in de innerlijke goedheid

van de mens.

Er wordt de laatste tijd veel gezegd over godsdienst en de beleving ervan. Sommigen schuiven het kwaad in de schoenen van de religie. Maar ik sta achter de woorden van Dallin H. Oaks:

‘Volgelingen van Christus moeten een voorbeeld van hoffelijkheid zijn. We moeten alle mensen liefhebben, goed naar hen luisteren en respect voor hun oprechte overtuiging opbrengen.
Hoewel we van mening kunnen verschillen hoeven we niet onaangenaam te zijn. We dienen iedereen vriendelijk te behandelen en elk soort vervolging af te wijzen, waaronder vervolging vanwege ras, afkomst, godsdienstige of agnostische overtuiging, en seksuele geaardheid. Ieder van ons dient haatdragend taalgebruik te schrappen en hoffelijk om te gaan met andersgezinden.
Hoe moeilijk het leven ook is met alle verwarring om ons heen, het gebod van de Heiland om elkaar lief te hebben zoals Hij ons liefheeft, blijft waarschijnlijk onze grootste uitdaging. Ik bid dat we dat mogen begrijpen en daar in al onze relaties en handelingen naar mogen streven.’

Geweld en geweldig, twee woorden die qua spelling op elkaar gelijken maar qua inhoud diep verschillen. Het ene maakt kapot, dwingt en zal uiteindelijk zelf ten onder gaan. Het andere tovert, zingt, danst en lacht, en zal uiteindelijk de overwinnaar zijn.

Leef een geweldig, weldadig leven!

 

Warmte

warmte blog

Het is warm. Te warm. Al een paar dagen blijft de temperatuur net onder de dertig graden hangen.
Net zoals ikzelf, blijkt mijn to-do-lijstje niet zo goed tegen de warmte te kunnen. In de verkwikkende schaduw van de kastanjeboom bekijk ik vanuit een luie ligzetel het kleine papiertje. Ik knipper met mijn ogen. Twee items van de ‘verplichte vijf’ zijn doorstreept: vaatwasser leeghalen en naar de bakker om brood. De drie andere dringende opdrachten zijn nochtans ook geen zwaargewichten.
Maar poetsen en strijken, dat zal echt voor een ander keer zijn. Ik krijg het nog warmer door er alleen maar aan te denken.

Volgens de wetenschap is er warmte op drie verschillende manieren:
door geleiding
door straling
en door convectie.
Dus NIET door het verrichten van arbeid!

Ik zucht, wetenschap is ook niet alles. Volgens mij vind ik ook  warmte op andere plaatsen.
Ik voel inderdaad warmte door de zonnestralen.
Maar als mijn kinderen en kleinkinderen voor mijn ogen zweven, dan voel ik ook warmte om zoveel vriendelijkheid en betrokkenheid.

Mensen, wier jeugd

gelukkig en vertroeteld is geweest,

bewaren in hun hart

altijd iets van

de lekkere warmte van het nest.

(André Theuriet)

Een tijdje geleden logeerde ik in een ver land bij een lieve vriendin. Ik voel in de mooie herinneringen nog de warmte van haar gastvrijheid. Ik werd in de watten gelegd en omringd met veel vriendschap. Toen ik thuiskwam, had ik geen ‘kleurtje’, maar in mijn hart zinderde nog dagenlang een warme gloed van dankbaarheid.
Van hartelijkheid en genegenheid wordt een mens warm.

Je liefde, warmte en zorgzaamheid, kan je aan veel mensen kwijt. Dat geeft jouw leven grote inhoud en verrijkt dat van een ander.

Het zomerzonnetje kan zalig zijn, maar te veel is te veel. Warmte wordt hitte. Hitte verschroeit en verbrandt. Zweetdruppels, klamme handen, een snellere hartslag …
Als het te warm is, stijgt de wrevel. De zon tovert glimlachende mensen, te veel zon tovert irritante mensen. Het schijnt dat er tijdens een hittegolf meer meldingen van agressie zijn. Hoe hoger de temperatuur stijgt en hoe zwoeler de lucht wordt, hoe korter het lontje lijkt.
Donder en bliksem doorklieven de lucht, plensbuien en hagel vallen in bakken naar beneden.
Een voorkruiper in een wachtrij doet bloed koken.
De krakende vingers van een zenuwachtige puber veroorzaken overdreven nerveuze reacties.
De bumperklevende dikke auto drijven voeten bijna op de rem.

Keep Calm

It’s Warm.

Mensen die motiverende quotes posten zijn minder intelligent.’ Die uitspraak las ik eens in een ernstig magazine en het irriteerde me vreselijk. De juiste quote op het juiste moment kan zoveel mensen een opkikkertje geven, een duwtje in de rug, of zomaar een glimlach.
‘Gebruik je verstand’, zei mijn moeder meer dan eens. En dat geldt voor zonnebaden, reacties op irritaties en op het posten van quotes.

‘Wat er nu gebeurt, gaat het gezonde verstand ver te boven’, schreef Béatrice Delvaux vorige week in de Knack. En ze had het niet over de wateroverlast na de hitte-onweders, maar over de aanhoudende stakingen in ons land.

Er is te weinig zon

onder het nieuws.

Voel jij warmte als je luistert naar het zoveelste debat over de vluchtelingencrisis, het extremisme, de besparingen, de stakingen en de presidentsverkiezingen in Amerika?
De gemoederen zijn verhit, de ketel borrelt langs alle kanten en staat op springen.

De zon maakt bloemen, warmte, hei,

de zee maakt stil

– wat maken wij?

(Leo Vroman)

Ik ben geen politieker, geen werkgever en geen hoge geleerde bol. Maar ik heb wel al meer dan vijftig jaar ervaring in volgende domeinen (het ene al wat meer en beter dan het andere):

organiseren
deligeren
musiceren
declameren

Ik heb me begeven in de wereld van de
psychologie
verpleegkunde
rechtspraak
opvoedkunde
huishoudkunde
animatie

Ik hanteer pen en papier, verf en borstel, en af en toe groene vingers.
Ik heb gepoetst, gewassen, gestreken, geverfd, en in mindere mate zelfs kleren hersteld (ik zal hier maar eerlijk in zijn: knopen aangenaaid).

Ik heb onderhandeld en overeenkomsten gesloten. Ik heb gewonnen en verloren.
Dit en nog veel meer heb ik gedaan als

dochter
zus
echtgenote
moeder
oma
tante
vriendin
schrijver
kunstenaar
leerkracht
directeur

En daarom vind ik het onbegrijpelijk welke politieke chaos er over heel de wereld heerst.
Waarom kan de mens niet over ideologische strekkingen heen samenzitten met gezond verstand, en samen redeneren over wat nu is, wat moet veranderen en wat de opties zijn? Is de handen in mekaar slaan zo moeilijk? Is opbouwende kritiek geven onmogelijk geworden? Is het daarvoor te warm geworden? Is het wij-gevoel gesmolten?

Jonathan Holslag zei dat we naar een slimme samenleving moeten evolueren:
‘Onze technologie wordt steeds slimmer, maar de samenleving dreigt dommer te worden. daarom hebben we nood aan creativiteit en betrokken burgers.’ (Knack 1 juni 2016)

Door de technologische revolutie zien we een hele hoop humane problemen en  diezelfde technologie reikt ons een hoop nepoplossingen aan, zoals knuffelrobots in rusthuizen die de menselijke warmte zouden compenseren. Hallo!

Een slimme samenleving is een bewuste samenleving die de grenzeloze technologische mogelijkheden wikt en weegt. Een slimme samenleving is gericht op het ontplooien van zo veel mogelijk talenten bij zo veel mogelijk mensen. Zij voert ethiek hoog in het vaandel. Zij daagt burgers uit en geeft hen economische kansen om zich te ontplooien, in plaats van de massa mentaal dood te maken met tv-programma’s zoals Temptation Island.
De slimme samenleving, die begint bij onszelf!
(Jonathan Holslag)

De zon

ziet de wereld steeds

vol warmte en licht.

Word eerst de zon

en aanschouw dan de wereld.

(Carmen Sylva)

Mooi gezegd. Als we een zonnetje zijn (laten we klein beginnen), dan geven we warmte.
Deze wereld heeft die warmte wel echt nodig, ook in een hittegolf.

 

Mijn eigen vader heeft me veel warmte gegeven. Mijn hemelse Vader omgeeft me ook dikwijls met heel veel warmte. Het is bijna vaderdag en daarom, aan alle papa’s:

Vaders,

voor je kinderen

zijn jullie het eerste voorbeeld van mannelijkheid.

Jullie zijn hun meest betekenisvolle mentor

en geloof het of niet –

jullie zijn hun helden.

Je invloed is eindeloos,

je warmte onvergetelijk.

(naar de woorden van M.Russell. Ballard)

 

Geniet van een kort filmpje:

youtube.com  earthly father, heavenly father