Mist … een web dat niet alleen over de velden zweeft.

mist-blog
Toen ik deze morgen de gordijnen opentrok, leek de wereld verdwenen. Een grijze sluier won zienderogen terrein en een rilling rolde over mijn rug. In onze tuin zweefden bomen zonder kruinen en er was geen spoor meer te bekennen van de buren. De wereld verstopte zich en ook ik was verstopt voor de wereld. Best een leuke gedachte als je pas het wereldnieuws hebt gelezen.

Mist is een weersverschijnsel waarbij kleine waterdruppeltjes in de lucht zweven, wat de zichtbaarheid beperkt. Het is eigenlijk een wolk die op de grond hangt en kan prachtige foto’s opleveren.
Maar mist kan – precies door dat beperkte zicht – ook gevaarlijk zijn.Ongelukken scoren op zo’n dag een hoogtepunt in de verkeersgrafieken.

Ons landje zit vandaag letterlijk gevangen in een mist. Maar eigenlijk zweeft er over de hele wereld een figuurlijke mist die het zonlicht tegenhoudt, een mist die blijkbaar steeds meer terrein beslaat.
Er zijn landen waar duizenden mensen verdwijnen en monden het zwijgen worden opgelegd in een obscure politieke mist. In een mistige show van haat, leugens, bedrog en scheldpartijen werden onlangs in de VS presidentsverkiezingen gehouden. Maar voor we met de vinger wijzen geven we best toe dat ook in ons eigen parlement de scheldwoorden in het rond vliegen. Mijn kindertijd van de Fabeltjeskrant, nonkel Bob, tante Terry en Lassie is voorgoed voorbij. Zelfs het kinderfeest van zes december wordt verdacht gemaakt van racistische ondertonen.
Het lijkt alsof de mensheid verdwaald is in een vernietigende mist die zich steeds verder uitbreidt.

De zon wordt tegengehouden
door wolken van wantrouwen
aan de hemel van onze samenleving,
door de mist van onenigheid,
verdachtmaking en strijd,
door de macht van agitatie en haat.
(Phil Bosmans)

Ik las eens dat wanneer we niet kunnen zien, we links of rechts zullen gaan omdat ons lichaam niet perfect in evenwicht is. De meeste rechtshandige mensen hebben de tendens om naar rechts te keren, omdat de spieren aan die kant van hun lichaam beter ontwikkeld zijn en iets zwaarder wegen. Als we zien, dan compenseren we die balans zonder er bij na te denken. Maar in een mist wandelen mensen dikwijls in cirkels terwijl ze denken dat ze rechtdoor gaan.
Wandelen wij figuurlijk in cirkels en zijn we de weg kwijt geraakt? Moeten we ons zicht aanpassen zodat we terug evenwichtig worden?

Mist bestellen we niet op voorhand, het overvalt ons op de meest onverwachte momenten. Je bent misschien ook als eens in een slakkengangetje, met je neus bijna tegen de voorruit, naar huis gereden. Dat is best een angstige ervaring.
Het is veiligst om de lichten van je auto geregeld na te kijken. Zo voorkom je dat je bij mist nog naar het knopje van de mistlichten moet zoeken en werken al je lichten perfect.

Geestelijke mist komt ook onverwachts. Kunnen we daar iets op voorhand nakijken? Ik geloof van wel. Als we een goed geestelijk kompas hebben ingebouwd kunnen we de weg naar huis niet verliezen. Dat kompas houdt voor mij gebed, meditatie, schriftuur en opbouwende lectuur in.
Soms zit de mist ook in ons eigen hoofd.Dan lijkt het alsof al het licht blokkeert. Dat was het geval met Florence Chadwick. Toen ze tien jaar was, ontdekte Florence dat ze talent had voor zwemmen. Florence hield van uitdagingen en ze werd de eerste vrouw die het Engelse kanaal in beide richtingen over zwom. In 1952 deed ze een poging om vanaf de kust van Californië naar het eiland Catalina te zwemmen – zo’n 34 km. Na 15 uur zwemmen werd ze moe. Er kwam een dikke mist op die haar zicht op de kustlijn blokkeerde. Haar moeder voer in een bootje naast haar en Florence gaf te kennen dat ze het niet zou halen. Haar moeder en haar trainer moedigden haar aan om door te gaan, maar Florence zag niets dan mist. Ze gaf het op. Maar toen ze eenmaal in de boot zat, ontdekte ze dat ze was gestopt op slechts anderhalve kilometer van de kust van Catalina. Toen ze later werd geïnterviewd met de vraag waarom ze het had opgegeven, bekende ze dat het niet was vanwege het koude water of de afstand. Florence zei: “De mist had me te pakken.”
Ze deed later nog een poging en weer kwam er een dikke mist opzetten. Maar dit keer ging ze door en bereikte de kust, ze had zelfs het mannenrecord met twee uur verbeterd. Toen haar gevraagd werd waarom het nu anders was, zei ze dat ze tijdens de hele tocht, ook in de dikke mist, een beeld van de kust in gedachte hield.Voor Florence Chadwick was de kust haar doel.

Wij moeten op onze levenszee dikwijls zwemmen door een mist van zorgen, twijfels, problemen, uitsluiting en allerlei onzekerheden. Het is moeilijk om door die mist ons doel te blijven zien.

The only thing worse than being blind
is having sight but no vision.
(Helen Keller)

Het verhaal van Florence Chadwick leert ons dat hoe dicht we ook bij een succes staan, als we onze ogen niet op het doel blijven richten, we zullen opgeven.
Calvin Coolidge zei:

Nothing in the world takes the place of perseverence. Talent will not; nothing is more common than unsuccessful people with talent. Genius will not; unrewarded genius is almost a proverb. Education will not; the world is full of educated failures. Persistence and determination alone are omnipotent.

Verlies je doelen niet uit het oog.
Laat de dikke mist van zedelijke vervuiling
en de misleidende stemmen van de wereld
je niet van je doel en je normen afhouden.
(Elaine Dalton)

Als ik met de auto in een dichte mist rijd, dan ben ik opgelucht als er nog iemand voor me rijdt. Zelfzekerder volg ik de lichten voor mij en ik voel me veel veiliger.
Ik denk dat de mistige wereld waarin we leven meer licht nodig heeft.
Wie je ook bent, laat je licht schijnen.
Mist bestaat uit kleine waterdruppeltjes, licht kan daar doorheen schijnen. Er zijn genoeg mistdruppels van haat, hoogmoed, onbegrip, zelfzucht, bedrog en ongeloof. Ik stel voor dat we die mist met ontelbare partikels licht van liefde, nederigheid, begrip, dienstbetoon, waarheid en geloof doorprikken.
Oprah Winfrey zei:

In the mist of difficulty
lies opportunity.

Aan ons de uitdaging om de mist te laten opklaren!

Now is the time
to arise
and shine.
(Elaine S Dalton)

Boeken zijn als mensen.

 

 

boeken-blog

WAUW!
Dit sterke kleine woordje drukt mijn verbazend, verwonderd en gelukkig gevoel uit als ik de eerste grote hall van de boekenbeurs binnenstap.
Verbazend – omdat er ondanks de supersnelle digitale wereld toch weer kilometers beschreven papier uitgestald ligt.
Verwonderd – omdat er jaarlijks weer zoveel nieuws te vinden is en zoveel ouds vernieuwend overkomt.
En gelukkig – omdat ik gezegend ben met een geluksgen dat geactiveerd wordt als ik alleen al boeken zie.

Boeken zijn als mensen:
ze maken een bepaalde al dan niet prettige indruk op ons, nog voor we ze hebben leren kennen.
(Cees Buddingh)

Boek – een woord met weinig letters, maar dat zo veel omvat.
Als iemand zegt: ‘ Hé, Linda, het is maar een boek’, dan glimlach ik omdat ze het gewoon niet snappen.
Er zijn mensen die bij het woord ‘boek’ alleen een hoeveelheid papier zien, bedrukt met saaie, moeilijke woorden en langdradige zinnen. In hun achterhoofd circuleren nog slechte cijfers bij verplichte boekbesprekingen.
Voor anderen opent dat kleine woord een hele wereld. Ik val onder die categorie. Ik ben het type dat je met een boek op de schoot in een trein ziet zitten tussen tientallen smart- en andere phones (voor de rest ben ik heel normaal).

De uitvinding van de boekdrukkunst in de 15de eeuw was de start van een explosie aan teksten en het verdwijnen van monnikenwerk. Schrijfmachines, kopieerapparaten en de pc versnelden de verspreiding van het geschreven woord nog meer.
Er zijn miljoenen boeken te koop, zowel op papier als in digitale vorm. Ik sla met argusogen de ontwikkeling van het e-boek gade. Stel dat het papieren boek verdwijnt? Stephen Fry zei:

Books are no more threatened by e-books

than stairs were by elevators.

Ik zal dat maar geloven zeker? Wist je dat het e-boek goed is voor 3,5% van de boekenverkoop in België? 1/4 van alle boeken zijn in Vlaanderen beschikbaar als e-boek en 25% van de Belgen koopt zijn boeken online.
Ik heb 107 boeken op mijn IPad staan. Ik heb ze zonet geteld en wist zelf niet dat het er al zo veel waren. De meeste daarvan zijn studieboeken.
Je kan me thuis alle dagen wel op een of ander tijdstip gezellig genesteld, al dan niet onder een lamp, druk bezig zien een gesprek te voeren met een geopend boek. Dat is een vreugde die geen enkel e-boek me al geschonken heeft.
De boekenrekken thuis zitten propvol boeken en nee, ik ga ze niet tellen, maar het zijn er veel meer dan 107.
Cicero zei:

Een kamer zonder boeken

is als een lichaam zonder ziel.

Dat voelt zo juist aan. Ik zorg er wel voor dat er een ‘mooie ziel’ in huis hangt door mijn boekenkeuze.
Henry Ward Beecher merkte op:

Boeken zijn niet bedoeld als meubilair,

maar er is niets anders

dat een huis zo prachtig meubileert.

De meeste boeken in mijn boekenkasten heb ik gelezen. Sommige zelfs meerdere keren en andere moeten nog geduldig hun beurt afwachten. De kasten moeten geregeld herschikt worden, omdat er nog steeds nieuwe exemplaren bijkomen. Mijn lievelingsboeken hebben een prominente plaats. Dat zijn de boeken die ik meer dan een keer heb gelezen en die een blijvende indruk achterlieten. En ja, soms doe ik wel eens een ‘miskoop’. dat boek verdwijnt dan naar de kringloopwinkel en als ik het echt ronduit slecht vind, dan gaat het naar de papiercontainer. Tijd is kostbaar, dus wil ik een ander de ‘verloren tijd’ van het te lezen en het ‘verloren geld’ sparen.

Wie smaak vindt in het lezen van goede boeken

is bij machte om de eenzaamheid te dragen,

waar dan ook en met groot gemak.

(Mahatma Gandhi)

Ik ben blij dat ik van lezen hou. Toen ik eens weken moest herstellen van een ingrijpende operatie en te zwak was om zelfs de straat uit te stappen, behoorden boeken tot mijn beste vrienden. En nu ik al maanden herstel van een emotionele ingreep, zijn boeken nog steeds mijn beste vrienden.

Good books are as friends,

willing to give us

if we are willing

to make a little effort.

(Gordon B. Hinckley)

De term goede boeken zal voor iedereen wel een ander invulling hebben. Wat zijn voor mij goede boeken?
Bij een goed boek heb ik halverwege al spijt dat het eens uit zal zijn. En als ik het dan uitgelezen heb, dan is het alsof ik van een goede vriend afscheid neem. Voor mij heeft een goed boek niks met de dikte ervan te maken, maar het moet me wel licht geven. Een goed boek laat de tijd stil staan en dan vergeet ik alles om me heen. Een goed boek wil ik zeker nog eens lezen.

Sometimes

I forget myself in a book

and when I have to stop reading,

it takes me a moment

to remember where I am.

Soms heeft een mens nodig dat zijn verstand even op nul staat. Ik heb al genoeg boeken gelezen die me gewoon op het moment zelf spannend bezig houden, of me romantisch meeslepen. Ze halen me even uit mijn wereld en laten me veilig wegdromen.
Maar er zijn ook boeken die mijn verstand op volle toeren doen draaien. Het boek ontspant dan niet echt, maar brengt me in de war of maakt me zelfs boos. Zo las ik onlangs ‘Het achterland’ van Caroline Brothers. Het gaat over twee Afghaanse broertjes op zoek naar een toekomst. Mijn visie op de vluchtelingenproblematiek werd er aardig door elkaar geschud. Verbijsterd om zoveel oneerlijkheid en ellende, liep ik toch enkele dagen met een machteloze kater rond.
Jodi Picoult is een van mijn favoriete auteurs. Ze beschrijft tegenstrijdige gezichtspunten vanuit individuele standpunten en ze heeft me in haar fictieve personages meer perspectief bijgebracht over verschillende gebeurtenissen.
Zulke boeken duwen me op een soms ruwe manier in de bange, boze wereld en ik leer weer meer.

Een boek is een medicus en een medicijn tegelijk… Boeken zijn natuurlijk niet alleen maar artsen. Sommige romans zijn liefdevolle levensbegeleiders. Andere zijn als een draai om je oren. Weer andere zijn als een vriendin die je een voorverwarmde handdoek omhangt als je weemoedig bent in de herfst. En er zijn boeken … tja. Sommige zijn roze suikerspinnen, die het brein drie seconden prikkelen en een gelukzalig niets achterlaten. (Uit ‘De boekenapotheek aan de Seine’ van Nina George)

Ik las eens dat je aan het eind van een goed boek een beetje uitgeput moet zijn, omdat je immers diverse levens heb geleefd.
Door goede boeken te lezen kan je niet alleen verschillende levens leiden, maar leer je ook jezelf beter kennen.
Lezen over klein en groot verdriet, over ontgoocheling en verwerping, over geluk en vreugde, dat kan een spiegel zijn. Ik herken er mezelf soms in en dat kan deugd doen. Die boeken zijn als vrienden van vlees en bloed, ze geven raad en zijn heel geduldige leraars.

Begrijp je nu waarom ik van boeken hou?

Er zijn boeken die een enorme impact op mijn leven hadden en hebben. Een ervan staat op nummer één op de lijst van bestsellers aller tijden: de Bijbel. Van de vijf miljard boeken die ervan verkocht zijn heb ik een bijschrijfbijbel in huis. Ik kreeg dit boek van mijn vader en het heeft een enorme emotionele en geestelijke waarde voor mij. Het is een geïnspireerd boek dat me nog steeds aanspoort een beter mens te zijn. Het brengt me dichter bij mijn Hemelse Vader en het onderwijst me welk mens ik behoor te zijn.
Net als de Bijbel terzijde geschoven wordt door een a-religieuze maatschappij, wordt ook het Boek van Mormon verguisd. Het Boek van Mormon is nog zo’n boek dat mijn leven ondersteboven gooide. Het is schriftuur en leert me zoveel meer over mijn doel hier op aarde. Ik schaar me achter de volgende woorden van D. Todd Christofferson:

Consider the magnitude of our blessing to have the Holy Bible and some 900 additional pages of scripture … I suppose that never in history has a people been blessed with such a quantity of holy writ. And not only that, but every man, woman and child may possess and study his or her own personal copy of these sacred texts, most in his or her own language. How incredible such a thing would have seemed to the people of William Tyndale’s day and to the Saints of earlier dispensations! Surely with this blessing the Lord is telling us that our need for constant recourse to the scriptures is greater than in any previous time. May we feast continuously on the words of Christ that will tell us all things we should do.

Oprah Winfrey merkte eens op dat sommige vrouwen een zwak voor schoenen hebben. Ze bekende dat ze op blote voeten kon lopen als het moest, want zij had een zwak voor boeken. Ik heb dat ook. Ik kan onmogelijk een boekenwinkel voorbijgaan zonder binnen te stappen en de geur van boeken in me op te nemen. De indrukwekkendste boekenwinkel die ik tot nu toe heb bezocht is Boekhandel Dominicanen in Maastricht. Deze boekhandel behoort tot de mooiste ter wereld. Duizenden boeken vinden hier een plaatsje in de 13de eeuwse Dominicanenkerk. Architecten ontwierpen een stalen constructie die de kerk het uitzicht geeft van een reusachtige boekenkast. Door de hoge gotische ramen speelt het licht van de zon met de kleurige boekenruggen. Er is volgens mij geen beter plaats om zo dichtbij huis een boekenfan te worden.
In een hemelse sfeer werd mijn aardse portemonnee wel verschillende euro’s armer gemaakt.

Men zou rijk moeten zijn

om zich arm te kunnen kopen

aan boeken.

(Jean de Boisson)

Je kan op YouTube verschillende filmpjes bekijken van deze wondermooie boekenwinkel in Maastricht. Maar als je kan moet je er zeker eens binnenstappen. De echte wereld is zoveel mooier dan de virtuele en wie weet, misschien kijken er wel enkele enthousiaste monniken over je schouder mee.

Ik hou van boeken, van historische en natuurboeken, van sommige thrillers, van allerlei verhalen, van eenvoudige kookboeken en sommige fantasy verhalen, van geestelijke boeken, poëzie en nog veel meer. Ze kunnen veel, die boeken, maar niet alles. de belangrijke dingen moet je leven, niet alleen maar lezen.

Veel boekenplezier!

 

Mis jij ook iemand?

missen-blog

De herfst, met zijn vallende bladeren en bomen die hun vruchten lossen, is voor veel mensen het meest passende seizoen om een bezoekje aan het kerkhof te brengen.
In mijn Vlaanderenland zie je de eerste week van november het bitterzoete tafereel van bloeiende chrysanten en stijlvolle bloemstukjes bij de grafzerken.

In goud of zilver gebeitelde namen van geliefden trotseren ons natte klimaat en foto’s lachen ons toe. Ineens voelen we weer heel sterk dat we sterfelijk zijn.

Het kerkhof

doet ons

de dood

onder ogen zien.

Ik heb al enkele dierbare mensen verloren waaronder mijn vader en mijn broer. Waarom zeggen we ‘verloren’? Je weet pas dat je iets verloren hebt, als je het mist. We missen onze vrienden en onze familie.
Niets lijkt meer hetzelfde als je iemand verliest die voor jou veel betekende. Verlies doet pijn. Je mist de dingen die je samen hebt beleefd, je mist hun geur en hun lach, je mist hun lijfelijke aanwezigheid.
Daar op het kerkhof barst de rouwvulkaan weer even uit.
Verbijsterd tel ik de jaren van gemis en een pijnscheut trekt door mijn hart.
Liefde sterft niet, nooit.

Rouwen is een van de diepste uitdrukkingen van liefde. je kunt alleen rouwen als je hebt liefgehad.
Hoe lang mag een mens rouwen? Ik denk dat rouwen nooit over gaat.
Psychologen stellen dat het rouwproces vijf fasen heeft: ontkenning,, onderhandelen, woede, verdriet en aanvaarding.
Aanvaarden betekent volgens mij niet het vergeten of wegstoppen. Sommige mensen zeggen dat je ‘het’ moet loslaten. Ik vind dat Manu Keirse het mooier zegt:

Verwerken is niet loslaten,

maar anders leren vasthouden.

Iedereen verwerkt en toont zijn gemis op een andere manier. Een tijdje geleden las ik het boek ‘De boekenapotheek aan de Seine.’ van Nina George. Dit vond ik een mooi stukje:

Bij liefdesverdriet dien je minstens een maand te rouwen voor elk samen doorgebracht jaar. Bij vriendschappen die op de klippen liepen twee maanden per vriendschapsjaar. En voor degenen die voor altijd gingen, voor de doden, kunt u maar beter direct de rest van uw leven reserveren. Want de doden die wij ooit liefhadden, hebben we voor altijd lief. Hun gemis vergezelt ons tot op onze laatste dag.

In onze hoogtechnologische wereld, waar velen geen plaats meer maken voor God, is de dood iets om weg te moffelen, iets om niet te lang bij stil te staan, want het leven gaat voort, niet toch?
Sommigen kijken ook uit naar die passage naar de andere kant waar ze verlost zullen zijn van ziekte en pijn, moeilijkheden en zorgen, of waar ze verenigd worden met een geliefde.
Aan de andere kant zijn er ook die hun hele leven spenderen in een zoektocht naar de bron van eeuwige jeugd en hopen dat ze nooit zullen sterven.
En weer anderen negeren het. Maar negeren betekent niet elimineren. Iemand zei eens dat het leven een terminale ziekte is – niemand overleeft het. In feite is de dood een vitale weg naar de onsterfelijkheid, een belangrijke weg.

Wie niet gelooft in de dood kan niet geloven in het leven, want het geloof in het leven is ook het geloof in de dood. Geloven in een leven dat plotseling eindigt in een volslagen ‘niets’ is maar een armzalig geloof en een onderschatting van het grote wonder dat wij ‘leven’ noemen. (Toon Hermans)

Wij moeten de gedachte aan de dood kunnen plaatsen. Verslagen van bijna-doodservaringen en sommige wetenschappelijke artikelen tillen een tipje van de mysterieuze doodssluier.

En als ik doodga, huil maar niet.

Ik ben niet echt dood, moet je weten.

’t is maar een lichaam dat ik achterliet.

Dood ben ik pas als jij me bent vergeten.

(Bram Vermeulen)

Op het kerkhof zie en voel ik het zwaargewicht van het leven. Ik zie tranen en hoor de stilte. Ik voel de eenzaamheid en smaak verdriet. Ik merk boosheid en onwennigheid. Ik zie geloof en ongeloof. Ik zie twijfels, vragen en zekerheid. En door al die dingen heen voel ik God heel nabij.

Als we het afscheid van het aardse leven leren zien als de afsluiting van een fase en de stap naar een ander leven, als we leren aanvaarden dat door het sluiten van de ene deur een andere opengaat, dan komt er innerlijke rust.
Dan pas kunnen we ons leven leven als een deel van een groter geheel en weten we dat er geen zinloos einde is.

En het stof keert weder tot de aarde, zoals het geweest is,

en de geest keert weder tot God, die hem geschonken heeft.

(Prediker 12:7)

Iemand zei eens dat we geboren worden om te sterven en dat we sterven om te leven.
Het zaadje van de dood is al gezaaid vanaf het moment van de bevruchting. In het eeuwige schema van de dingen kan er geen leven zijn – geen eeuwig leven- zonder de dood.

Aan het graf van een geliefde worden de onzekerheden van het leven en de zekerheid van de dood overwogen.
Ieder van ons zal dezelfde weg moeten gaan, alleen het tijdsschema zal niet gelijk zijn.

Velen in de wereld vinden het niet leuk om over dood en sterven te denken, maar het evangelie van Jezus Christus, met zijn leringen en verordeningen, houdt ons voor ogen dat dit leven niet  onze echte thuis is en dat we ons elke dag moeten voorbereiden om naar onze echte thuis te gaan, onze eeuwige thuis.

Want zie, dit leven is de tijd voor de mens om zich erop voor te bereiden God te ontmoeten.
(Alma 34:32)

Velen die een bijna-doodservaring hadden spraken over liefde, licht en de juiste prioriteiten stellen in het leven. Een van de belangrijkste lessen die ze geleerd hadden was wat het belangrijkste en blijvend is in dit sterfelijke leven: er zijn voor je medemens.

Na vandaag rest ons weer minder tijd om er voor anderen te zijn: tijd om lief te hebben, vriendelijker te zijn, mee te leven, te danken, te delen, te vergeven en te troosten.

Goodbye is not forever.

Goodbye is not the end.

It simply means I’ll miss you

until we meet again.

Aan het graf van mijn vader en mijn broer leg ik een bloempje. Het zegt: ‘Ik ben je niet vergeten. Ik blijf van je houden.’ Ik doe een ‘stil’ babbeltje en glimlach. Hoewel er altijd verdriet zal zijn ben ik blij dat het evangelie me geleerd heeft dat er een dag komt dat God alle tranen van onze ogen zal wissen. In plaats van verdriet en eenzaamheid zal er een betere wereld zijn door Jezus Christus. Ik weet dat het gemis tijdelijk is, ik zal mijn dierbaren terug zien.

(Een paar mooi boeken om te lezen:
‘Fingerprints of God’ Gibson
‘Life everlasting’ Crowther
‘The gateway we call death’ Nelson)

 

Kunnen herfstbladeren ons iets leren?

herfst-blogVoor alles is er een vastgestelde tijd,

en een tijd voor elk voornemen onder de hemel.

 

Hij heeft alles op zijn tijd mooi gemaakt.

(Prediker 3: 1,11)

Terwijl gisteren de eerste nachtvorst zijn intrede deed, hangen de groene loofboomblaadjes nog stevig vast in mijn geheugen. Maar de werkelijkheid is dat het groen in al zijn tinten, stilaan verandert van kleur.

In plaats van overheersend appel- en olijfgroen wordt het bos herschilderd in goudgeel, karmijnrood en chocoladebruin.
Na dat uitbundige schilderspalet vallen alle blaadjes uiteindelijk op de grond. Nog even en de bomen zijn kaal.
Maar als het lente wordt, barsten knoppen open en nieuwe frisgroene blaadjes verbergen de kale takken. Het proces begint opnieuw.

De winter is een ets,

de lente een aquarel,

de zomer een olieverfschilderij

en de herfst is een mozaïek

van al deze.

(Stanley Horowitz)

De herfstbladeren met hun verschillende kleurverandering kunnen ons niet alleen in verwondering laten stilstaan, ze kunnen ons ook veel leren.
Soms verloopt ons leven prachtig. Alles lacht ons toe en we voelen ons super gelukkig. We zijn dan als de groene blaadjes in de warme zomerzon. We draaien en wentelen ons in het zonlicht en stromen over van suikerenergie en chlorophyl.

Soms verloopt ons leven niet zo goed. Soms kan het zelfs heel hard en moeilijk zijn. We krijgen een zware tegenslag of lijden onder een verkeerde keuze. We voelen ons verdrietig, schuldig, ontgoocheld of overbelast.
Dan zijn we als de herfstbladeren die hun groene kleur verliezen, de suikervoorziening is stopgezet en ze vallen op de grond.

In het licht van leven en dood

is een neerdwarrelend herfstblad

een heel significant gebeuren.

(Hugo Matthysen)

Als we de bladeren zien vallen kan dat ons weemoedig maken, want het betekent dat we de winter niet meer kunnen tegenhouden. Het betekent dat we niet meer van al die groene tinten kunnen genieten. Het betekent dat de loofbomen straks stil en kaalgeplukt het landschap domineren.
Maar als we goed rondkijken zien we zoveel moois in het warme kleurenspel van de herfstbladeren.

De herfst is een tweede lente

wanneer elk blad

een bloem is.

(Albert Camus)

Ook in ons leven kan er kleur gebracht worden, kleur die de zomer terug in ons leven brengt.
Echt vrienden verwarmen ons als ons leven koud lijkt. Hun begrip en hun humor geven een zonnige kleur aan onze stormige herfstdagen.
Een goed boek lezen, ons even verplaatsen in fictieve karakters die moedig oplossingen zoeken en vinden, dat kan een verfrissende kleur zijn in onze grijze dagen.
Het evangelie van Jezus Christus is voor mij ook zo’n kleurbrenger. Ik geloof in God en als jij ook gelooft in God en in zijn evangelie, dan weet je hoe moeilijk het is om een ander te vertellen wat je voelt. Je moet zorgvuldig naar de juiste woorden zoeken, want je wil niemand kwetsen en zeker niet beter dan een ander overkomen. Ik wil in mijn blog dus ook neerschrijven wat mij op geestelijk vlak beroert. Mijn niet-gelovige vrienden wil ik zo een kijkje laten nemen in mijn gelovige ziel. Wat betekent ‘de kleur’ van het evangelie van Jezus Christus voor mij? Eenvoudig gezegd:
Als ik val heeft Jezus beloofd om me recht te helpen.
Als ik fouten maak kan ik me bekeren en vergiffenis krijgen.
Jezus troost me, luistert naar mij en weent met me mee.
Al mijn problemen zullen niet door een of andere magische tovertruc verdwijnen. Maar ik put troost uit het feit dat de koude periodes in mijn leven niet blijven duren. Eens wordt het weer zomer.

No pain that we suffer,
no trial that we experienced
is wasted …
Al that we suffer
and all that we endure,
especially when we endure it
patiently,
builds up our characters,
purifies our hearts,
expands our souls,
and makes us
more tender and charitable …
It is through sorrow and suffering,
toil and tribulation,
that we gain the education
that we come here
to acquire.
(Orson F. Whitney)

Als we midden in donkere tijden zitten, dan is het moeilijk om schoonheid te zien.
Familie, vrienden,, ons geloof, dit alles zijn lichtpuntjes om ons te helpen kleur te vinden.
We moeten de koude en de winterstormen doorstaan, daar is niemand van uitgesloten. Maar we hebben de belofte dat de warmte van de zomer steeds terug zal komen.

Misschien kunnen we in de herfst zelf een zonnetje zijn in het leven van anderen. Als wij onze lichtstralen uitzenden, zullen we zelf ook in het licht staan.

Het is herfst! Dit seizoen is ook mooi en warm, laat de herfst maar over je komen! Doe een zachte wintertrui aan. Spring in de bladeren. Verwarm je handen rond een warme kop chocomelk. Ga naar buiten. Hoor het knisperen van de bladeren onder je voeten. Draag een muts en een sjaal. Bak koekjes. Laat het houtvuur branden en verlies je in de magie van de vuurvonkjes. Doe je winterjas aan en lees een boek onder een boom. Maak een boswandeling en kijk naar het prachtige kleurenspel … en leer.

Waar ben jij dankbaar voor?

dank-blog

Bij de beenhouwer strekte een klein meisje haar armpjes zo ver mogelijk uit om een rolletje vlees aan te nemen. Nog voor ze het vastpakte fluisterde de moeder: “Wat zeg je?”
“Dankjewel, mmm… lekker.” En in enkele ogenblikken was het vleesrolletje verdwenen. Iedereen die dit zag had een glimlach om zijn mond.
Ik moest terugdenken aan de talloze keren dat mijn moeder me die magische woorden ook toefluisterde bij het krijgen van een bolletje gehakt of een snoepje.
Ik leerde mijn kinderen ook ‘dankjewel’ zeggen telkens ze iets kregen. Eerst en vooral omdat dit beleefd is als je iets gekregen hebt, maar ook omdat ik toen al wist hoe belangrijk dankbaarheid is.

Wanneer we ergens dankbaar voor zijn,

blijven we er veel langer van genieten.

Dankbaarheid is een levenshouding en is volgens mij een belangrijke factor in je gelukkig voelen en zijn.
Als je met een dankbaar hart leeft, dan zie je het leven in een ander perspectief. Je hebt dan meer oog voor wat je hebt en je ziet in dat er oneindig veel is waarvoor je dankbaar kan zijn.
In plaats van te kijken naar alles wat je zou willen en naar alles wat je vindt dat er niet goed gaat in je leven, begin je te beseffen hoeveel je in je leven hebt ‘gekregen’ in plaats van ‘verdiend’. En dat dankbare gevoel zorgt dat je gelukkiger staat in je leven.

Gelukkig is de mens

die niet achter geluk aanzit

als achter een vlinder,

maar dankbaar is voor alles

wat hem gegeven werd.

(Phil Bosmans)

Dankbaar zijn en uiten is ook goed voor je gezondheid. Volgens Sonja Lyubomvisky is het ervaren van dankbaarheid de belangrijkste tool om gelukkig en gezond te zijn. Dankbaarheid heeft een positieve invloed op je nierfunctie, bloeddruk en hart en het dalen van je stresslevels.
Wel, dankbaarheid kost helemaal niks en als je daarmee je doktersonkosten kan beperken waar wacht je dan nog op?

Ik weet heus wel dat dankbaar zijn soms niet gemakkelijk is. Soms is onze zegeningen tellen moeilijk, omdat we zoveel dingen als vanzelfsprekend zijn gaan beschouwen: een huis om in te wonen, lekker eten, vrienden, familie, elektrische apparaten, …
Ik heb ooit een reis naar het verre India kunnen maken. Het was een prachtige ervaring en ik genoot van alles wat ik zag. Maar het was voor mij ook de eerste keer dat een cultuurshock zo diep ging: het kastensysteem, de bedelaars, de sloppenwijken, het immense verschil tussen rijk en arm, de kinderarbeid, …
Toen ik terug thuis was kon ik mijn bezittingen veel meer waarderen. Ik zag veel duidelijker wat ik allemaal had.
Niet alleen het reizen kan de vanzelfsprekendheid van dingen terugdraaien, ook een banale ziekte kan dat. Toen ik eens, na enkele weken in het gips had rondgepikkeld, eindelijk terug een douche kon nemen, klom een onbeschrijfelijke dankbaarheid omhoog tussen de neerspattende warme druppels.

We often take for granted

the very things

that most deserve our gratitude.

(Cynthia Ozick)

We bevinden ons allemaal in een andere situatie en elk leven is uniek. Soms hebben we zoveel verdriet, hebben we zoveel pijn en voelen we ons zo onbekwaam of tekort gedaan, dat bitterheid dankbaarheid verdringt.
Want waar kunnen we nu dankbaar voor zijn als onze wereld instort?

Misschien is het de verkeerde benadering om te kijken waar we dankbaar voor zijn. Het is moeilijk om een dankbare houding te ontwikkelen als onze dank niet meer dan evenredig is aan het aantal zegeningen dat we tellen. Het is belangrijk om geregeld onze zegeningen te tellen, maar we zouden eigenlijk een algehele houding van dankbaarheid behoren te hebben.
Het is makkelijk om dankbaar voor iets te zijn als het leven van een leien dakje gaat. Maar wat doen we als iets wat we wensen buiten ons bereik lijkt te zijn?
Ik stel voor dat we ons niet richten op dankbaarheid voor iets, maar op dankbaarheid in onze omstandigheden, wat die ook mogen zijn.
(Dieter F. Uchtdorf)

Be thankful for the bad things in life.

They open your eyes to see the good things

you weren’t paying attention to before.

Dankbaar zijn in moeilijke tijden wil niet zeggen dat we blij zijn met onze zware uitdagingen. Het betekent wel dat we de moeilijkheden waarmee we geconfronteerd worden met een gelovig oog bekijken.
Iedere volwassene weet dat wanneer je dankt, er deuren opengaan. Met dankbaarheid bereik je veel en dat geldt niet alleen voor materiële dingen. Ook geestelijk gezien gaan deuren open als je dank zegt. Het gebod om dankbaar te zijn staat niet voor niets in de Schriften!

Dankbaarheid zal ons hart, ons verstand en onze ziel verruimen. Als we inzien dat de beproevingen van het leven niet altijd te begrijpen zijn,, maar dat we ooit begrip zullen krijgen, dan is dankbaarheid een uiting van hoop èn geloof.
Veel verhalen in de schriften gaan over mensen die ervoor kozen om niet alleen naar hun moeilijke omstandigheden te kijken. Ze keken omhoog. Zij dankten God voor wat ze wel hadden en daardoor ontvingen ze moed en hoop. Als we de ervaringen lezen van Henoch, van Abraham, van Jozef van Egypte, van Esther, van Paulus, van Moroni en van zoveel andere helden en heldinnen kunnen wij de moed krijgen om ervoor te kiezen ook omhoog te kijken en zo hoop ontvangen.

Gij zult de Heer, uw God,

in alle dingen danken.

(L&V 59:7)

Wel, de keuze is aan ons. We kunnen ervoor kiezen om onze dankbaarheid te beperken omdat wij vinden dat ons zegeningen ontbreken.
We kunnen ervoor kiezen om dankbaar te zijn wat er ook gebeurt. Dergelijke dankbaarheid overstijgt alles wat er om ons heen gebeurt. Zij overtreft teleurstelling, ontmoediging en wanhoop. Zij bloeit net zo prachtig in het ijzige winterlandschap als in de prettige zomerwarmte. (Dieter F. Uchtdorf)

Hoeveel missen we van het leven

als we wachten

tot we de regenboog zien

alvorens God te bedanken

voor de regen?

(Dieter F. Uchtdorf)

Je hebt vandaag 86 400 seconden gekregen.
Hoeveel heb je er van gebruikt om hiervoor te danken?

Het is niet zo dat je maar met je vingers moet knippen om dankbaar te zijn of dankbaarheid te uiten. Daar is meer voor nodig. Weet je nog: dankbaarheid is een levenshouding die je kan leren. Als we er elke dag de gewoonte van maken om even stil te staan bij de dingen waar we blij om zijn, dan zijn we op goeie weg om die gelukbrengende houding te leren ontwikkelen.
Er is altijd, altijd, altijd iets om dankbaar voor te zijn. Die dankbaarheid uiten maakt ons meer menselijk en laat ons ook meer openstaan om anderen te helpen.

Je dankbaar voelen zonder dit te uiten,

is hetzelfde als een cadeau inpakken

zonder het te geven.

(W.A. Ward)

Ik heb vandaag even stilgezeten om de deur van dankbaarheid helemaal open te zetten. Het was een vreugdevolle ervaring om te merken dat niet één, niet twee, geen tien, maar tientallen gedachten als vrolijke ballonnen omhoog zweefden. Een paar van hen zijn neergedwarreld op dit blad:

Ik was vandaag zo dankbaar voor

mijn fantastische man, die mijn rots en steun is.
mijn kinderen, die uniek zijn en me zoveel trotse momenten geven.
mijn kleinkinderen, met hun lach, hun onbezorgdheid en hun open kijk op de wereld rondom hen.
mijn moeder, die nog leeft en die terug kan lachen.
mijn vriendinnen, die mijn minpuntjes met de mantel van vriendschap bedekken en die me laten lachen, me helpen en mijn leven verruimen.
mijn leuke buren, die eens zwaaien, lachen of een babbeltje slaan.
de herfst en de andere seizoenen, die me telkens weer nieuwe verwondering geven.
mijn dorp, mijn land en de vrijheid die ik heb.
mijn tijd en middelen, die me de keuze geven om zoveel dingen te doen.
mijn hoop en mijn geloof, die een anker en een zekerheid zijn en mijn leven zoveel meer kleur en diepgang geven.

Waar ben jij dankbaar voor?

 

Zie jij goed genoeg?

zien-blog

Het was vandaag weer een schitterende herfstdag! Hebben jullie ook het zonlicht op het gras zien vallen? Hebben jullie gezien hoe het speelde met de kleuren en de vorm van bloemen en blaadjes?
En hebben jullie op het einde van de dag die prachtige zonsondergang gezien? Hebben jullie gezien hoe de zon als een vurige sinaasappel wegzonk achter de horizon en hoe de lucht nog even haar gloed vasthield met felle oranje strepen tussen slierten blauw en grijs?

Het gaf mij alvast een warm gevoel, maar toch voelde ik me ook een beetje droef-schuldig.
Hoe jammer is het niet dat we zulke momenten meestal niet vangen met onze ogen. We hebben zo’n druk leven en rennen van de ene afspraak naar de andere. We verslijten onze ogen met het kijken naar een heleboel dingen die dikwijls het kijken niet waard zijn.
Waarom vinden we het zo moeilijk om onze agenda even te laten voor wat hij is, en nemen we nauwelijks de tijd om al die wonderlijke dingen die in de natuur plaatsvinden in ons op te nemen?
Ik realiseer me heel goed dat ik al veel herfsten en zonsondergangen heb overgeslagen en ik neem me voor dat ik er meer oog voor ga hebben.

Als wij niet meer met verwondering naar Gods wonderbaarlijke schepping kunnen kijken, dan hebben we iets kostbaars verloren.

Er is een verhaal dat God steeds weer geniet van zijn schepping. God heeft op een goede dag de zon geschapen en de zon gaat op. Hij vindt het zo mooi dat Hij zegt: ‘Nog een keer.’
En de volgende dag zegt Hij het weer: ‘Nog een keer.’

Hoe ouder ik word, hoe meer respect ik voor de natuur krijg.
Toen ik enkele jaren jonger was heb ik de cursus natuurgids gevolgd en later heb ik me nog bijgeschoold rond paddenstoelen en vogels. Door die cursussen en de vele excursies heb ik nog meer de schoonheid van bomen, planten, bloemen en dieren leren zien.

Leren zien is de kunst

die het moeilijkst is

en het langzaamst wordt verworven.

(Edmond de Goncourt)

Zien is inderdaad iets heel anders dan kijken. iets zien vraagt om ontvankelijkheid, een open geest. Het volgende Engelstalige tekstje vat dit zo mooi:

‘There are things you can’t reach.
But you can reach out to them, and all day long:
the wind, the bird flying away, the idea of God …
And it can keep you busy as anything else, and happier.
I look; morning to night I am never done with looking.
Looking I mean not just standing around,
but standing around
As though with your arms open.’ (Mar Oliver)

We moeten ook willen zien. Wat we zien hangt ook af van waar we naar zoeken. Volgens John Lubbock kan op eenzelfde plek de landbouwer het gewas opmerken, de geoloog de fossielen, de botanist de bloemen en de kunstenaar de kleuren. Hoewel we dus naar dezelfde dingen kijken, zullen we die niet allemaal zien.

Zien is nog iets anders dan kijken,

en wat wij met het leven doen

is vaak voor een groot deel afhankelijk

van hoe wij de dingen zien.

(Toon Hermans)

Antoune de Saint-Exupéry schreef: ‘ Enkel met het hart kan men goed zien. Het essentiële is onzichtbaar voor de ogen.’
Om met je hart te kijken heb je verbeelding nodig. We kunnen kijken met het oog van een wetenschapper of met het oog van een kind. Ik las daarover een mooie tekst van Gottfrid Van Eck :

Een kind dat onder de sterrenhemel staat en tegen zijn vader zegt: ‘Kijk, papa, dat zijn de sproeten van God’, gebruikt de taal van de verbeelding. De rationele mens zou zeggen dat dit onzin is; sterren zijn zonnestelsels die miljarden lichtjaren bij ons vandaan zijn. Maar het beeld van het kind bevat in feite meer waarheid dan de wetenschappelijke waarheid die alleen maar aangeeft wat sterren feitelijk zijn. Zie je de sterren als sproeten van God, dan zie je iedere keer als je ’s nachts naar buiten gaat God als het ware recht in het gezicht, waardoor je je geborgen voelt omdat je God dichtbij je weet. Geloven is een andere manier van kijken naar de realiteit vanuit het besef dat er meer is dan je ziet en in feitelijke taal kunt vatten. Maar dan moet je wel met andere ogen leren kijken, want je kunt ziende blind zijn en niet zien waar het werkelijk op aan komt.’

Het geloof is vrijwillig blind:

het sluit de ogen

om beter te kunnen zien.

(Hughes Felicité de Lamenais)

Er circuleert een ontroerend verhaal over Mozes Mendelssohn, de grootvader van de beroemde Duitse componist. Ik heb er veel over ‘zien’ en liefde uit opgestoken.
Mozes Mendelssohn was niet bepaald knap om te zien, hij was kort van stuk en had een lelijke bochel. Op een dag was hij op bezoek bij een koopman in Hamburg, die een prachtige dochter had die Frumtje heette. Mozes was op slag verliefd op haar. Maar Frumtje zag hem niet staan, ze vond hem afschuwelijk lelijk.
Toen hij moest vertrekken raapte Mozes al zijn moed bij elkaar om met haar te spreken. Ze weigerde hem aan te kijken.
Toen vroeg Mozes heel verlegen: ‘Frumtje, geloof jij dat huwelijken in de hemel worden gearrangeerd?’
‘Ja,’ zei ze, hem nog steeds niet aankijkend. ‘En jij?’
‘Ja, ik ook,’ antwoordde hij. ‘ Weet je, bij de geboorte van ieder jongen kondigt de Heer in de hemel aan welk meisje hij zal trouwen. Toen ik geboren werd, werd me ook mijn toekomstige bruid aangewezen. Maar de Heer voegde daaraan toe: ‘En jouw bruid zal een bochel hebben.’
Meteen riep ik uit: ‘O, een bruid met een bochel is iets vreselijks! Alstublieft, Heer, geeft U mij die bochel en laat haar mooi zijn.’
Toen hief Frumtje haar blik omhoog en keek ze hem in de ogen. Ze herinnerde zich iets uit een heel ver verleden en ze gaf Mozes haar hand.

Het getuigt van een goed zicht als we in onze partner iemand bijzonder zien. Voor mij gaat er geen dag voorbij dat ik uitkijk naar de thuiskomst van mijn man.
Ik denk dat er ook geen ouders bestaan die niet heimelijk in hun kinderen onbeperkte mogelijkheden zien. Liefde voor iets of iemand laat je meer en beter zien!

Mensen worden geboren met twee ogen en slechts één tong. Misschien omdat we twee keer zoveel zouden moeten zien als zeggen?
We moeten voorzichtig zijn met ons oordeel, want is er iemand die echt alles van een ander doorziet?
In de bijbel waarschuwt Jezus over dit oordelend zien:

Waarom ziet u wel de splinter

in het oog van uw broeder,

maar merkt u de balk

in uw eigen oog niet op?

(Mattheus 7:3)

Misschien zit er teveel stof in onze ogen zodat we niet meer duidelijk kunnen zien? Hoe komt dit stof in onze ogen? Is het een te groot ego dat stof rondstrooit?

De domheid dringt zich naar voren,

om gezien te worden;

het verstand gaat achteraan staan,

om te zien.

(Carmen Sylva)

Dit blogbericht ging echt niet over het bezoek aan een oogarts, misschien een beetje om eens door een andere bril te kijken, maar vooral om met ons hart te leren zien. Zie jij goed genoeg?
De herfst is een uniek seizoen om te leren zien.

Laat geen gelegenheid voorbij gaan

om iets moois te zien.

Want schoonheid is het handschrift

van God.

(Ralph Waldo Emerson)

Boekentip om bij herfstig weer te lezen:

‘Als je het licht niet kunt zien’ van Anthony Doerr

‘Het meisje dat uit het duister kwam’ van Diana en Bernie Lierow

 

 

 

 

Welke kleur breng jij in je leven?

kleurAls ik naar buiten ga, dan ruik en voel ik dat de herfst op kousenvoeten de zomer verdrongen heeft.Niet bruusk, maar heel langzaam past de natuur zich aan dit nieuwe seizoen aan. De dagen worden steeds korter en bomen en bloemen maken zich klaar om met een laatste vuurwerk aan kleur de herfst een van de mooiste perioden van het jaar te maken.

John Burroughs merkte heel wijs op:

How beautiful the leaves grow old.
How full of light and color
are their last days.

Hoe prachtig zou het niet zijn moesten alle mensen het licht en de kleuren zien die oudere mensen uitstralen. De jeugd met hun zonnig, fel en uitbundig kleurenpalet zou zich nog mooier en dieper ontwikkelen als ze deze oude pracht zou opmerken en waarderen. Een mooi boek om hieromtrent te lezen is ‘Mijn dinsdagen met Morrie’ van Mitch Albom.

Ik hou van kleuren. Naargelang mijn ochtendhumeur kleed ik me feller of zachter. Mijn ‘ik’ heeft een grote voorkeur voor zachte tinten, maar af en toe ga ik ook eens uit de bol voor felrood of knaloranje.
Met mijn penseel en verf tover ik liever zachte lichtgevende aquarellen dan harde olieverftaferelen.
De kleurklank van mijn favoriete muziekinstrument, de harp, zal geen harde beats voortbrengen maar stuurt meestal lieflijke, klaterende klanken onze leefruimte in.

Color is a power

which directly

influences the soul.

(Wassily Kadinsky)

Kleur is een speciaal fenomeen. In wetenschappelijke termen is een kleur een eigenschap van licht en wordt de kleur bepaald door de verschillende golflengtes van dat licht.
Een oppervlak dat alle golflengten volledig absorbeert, wordt zwart genoemd. Een voorwerp dat alle golflengten (bijna) volledig diffuus weerkaatst, wordt wit genoemd.
Maar er is geen voor de hand liggende relatie tussen de natuurkundige definitie van kleur en de echte, dikwijls verschillende, kleurervaring die een mens opmerkt.

The whole world,

as we experience it visually,

comes to us through the mystic realm of color.

(Hans Hofmann)

Er is veel gezegd en geschreven over kleur. Psychologen, wetenschappers, kunstenaars, schrijvers, filosofen en kwakzalvers, allemaal hebben ze aan alles een kleurtje willen geven.
In 1666 verdeelde Isaac Newton het spectrum in zeven kleuren:
rood-oranje-geel-groen-blauw-indigo en violet.
In 1810 schreef Johann Wolfgang von Goethe zijn kleurenleer. Hij wist toen al dat sommige kleurcombinaties écht niet kunnen, en dat kleuren een eerste impressie kunnen maken of breken.
De architectuur en reclame- en modewereld gebruiken en misbruiken de emotionele uitstraling van kleuren.

Zo is rood overal ter wereld dé signaalkleur. Rood valt op. Denk maar aan het gebruik in verkeerslichten, verkeersborden en de remmen van een auto. Rood wordt gekoppeld aan bloed en vuur, maar ook aan liefde en hartstocht. Is rood je lievelingskleur? Volgens kleurpsychologen wil je dan indruk maken en presteren. Je kleding toch een beetje aanpassen als je gaat solliciteren? En gelukkig leven we niet meer in de middeleeuwen, toen werden roodharige vrouwen van hekserij verdacht. Toch moeten wij ook opletten dat we geen heksenjacht ontketenen aan de een of andere kleur.

If you’re white and you’re wrong,
then you’re wrong.
If you’re black and you’re wrong,
you’re wrong.
People are people.
Black, blue, pink, green –
God make no rules about color,
only society.
(Bob Marley)

Veel kinderen houden van geel. Misschien omdat geel wordt geassocieerd met zon, licht en leven? Als geel je lievelingskleur is dan zou je geestelijk zeer levendig zijn en wil je steeds meer kennis verkrijgen. Gelukkig mogen wij vandaag, als we dat willen, allemaal geel dragen. In China mocht alleen de keizerlijke familie dat, omdat ze gezien werden als afstammelingen van de zon.

Soms vinden we ook een tegenstrijdigheid in de betekenis van een kleur. Groen zou voor veiligheid en rust staan, maar is ook de kleur van vergif. In tekenfilms worden rare wezens graag in het groen afgebeeld.
Misschien ben je nog groen achter je oren, maar heb je wel al eens een blauwtje opgelopen?
Wist je dat vroeger de deuren en luiken vaak blauw geverfd werden? Men dacht dat de kleur blauw de kwade machten kon verjagen. In het zuiden vind je nu nog steeds veel blauwe deuren. Niet dat daar meer kwade machten aan het werk zouden zijn, maar omdat blauwe deuren blijkbaar de vliegen buiten houden (ik zal maar kleur bekennen: volgens mij zijn vliegenramen toch veel efficiënter).

The object and color in the materials around us

actually have a physical effect on us,

on how we feel.

(Florence Nightengale)

Kleuren hebben inderdaad een effect op de mens. Waarom dragen dokters, laboranten en koks een witte beroepskleding? Wit staat voor schoon en smetteloos en dat verwachten wij in het beroepsveld van die mensen toch?
Wit is een speciale kleur, ze is de optelsom van alle kleuren samen. Meestal heeft de totale som van iets ook de absolute meerwaarde. Maar gelukkig ziet ons oog alle kleurschakeringen. Stel je voor dat ons zicht beperkt zou zijn tot wit en zwart, dan zouden we nooit regenbogen zien.

Ik stel mijn leven graag voor als een kleurdoos. Hoeveel kleuren zitten er in jouw doosje? 8 of 64?
De dingen die we doen, kleuren onze wereld. Als we een zwartkijker zijn, zal ons beeld altijd grijs zijn. We moeten veel kleuren in ons leven gebruiken. Met wat humor en wat liefde begint ons grijs beeld al wat op te klaren. Opgelet! Nijd, afgunst en roddel geven een vale kleur en kan ons kleurenpalet verwoesten.

The world needs

your prismatic soul.

(Amy Leigh Mercree)

We moeten ‘in kleur leven’! De wereld is al donker genoeg!

Maar we kunnen de kleur zwart niet vermijden,, noch moeten we dat proberen. In een prachtig kunstwerk is ook zwart verwerkt. Zonder zwart kan men geen diepte scheppen. Zon èn regen laten de kleuren van de regenboog verschijnen! R. Tagore zei het zo mooi:

Clouds come floating into my life,

no longer to carry rain or usher storms,

but to add color to my sunset sky.

Ik vind een zonsopgang en een zonsondergang veel mooier met slierten wolken in de lucht. Door onze tegenslagen en negatieve ervaringen krijgt ons levensschilderij meer diepte.

Als we ons verdiepen in de problemen van onze huidige samenleving is het alsof we op een toverbal sabbelen. Je weet wel, onder elke kleur vind je een nieuwe. Toen we kinderen waren vergeleken we elkaars toverbal. Telkens een andere kleur verscheen, gaf dat een magisch gevoel. Ik weet niet of de verschillende politieke kleuren me een magisch gevoel geven, maar als we het over de wereldproblematiek hebben moeten we wel opletten dat we niet als een blinde over de kleuren gaan spreken. We moeten ook voorzichtig zijn of we niet door een gekleurde bril kijken. Een kunstenaar bestudeert ook eerst de kleuren voor hij een kunstwerk maakt.
Waar niemand voor gestudeerd moet hebben, is het feit dat we allemaal weten dat het enige wat we per kleur moeten scheiden, de was is! We zitten echter nog ver weg van de droom van Martin Luther King.

I have a dream

that my four little children

will one day live in a nation

where they will not be judged

by the color of their skin,

but by the content of their character.

Ik wil het ook een beetje over kameleons hebben. Dat zijn rare dieren. Ze veranderen van kleur naargelang de omgeving waarin ze vertoeven.
Misschien willen wij ook wel eens af en toe veranderen van kleur en opgaan in de massa. Maar John Locke gaf hierover wel een doordenkertje:

We are like chameleons.
We take our hue and the color
of our moral character
from those who are around us.

Het is belangrijk met wie we omgaan, zij kleuren ons leven.
Heb je zelf een grijze dag? Alles wat je nodig hebt is een spatje kleur van je vrienden.
Heb je een spetterende kleurrijke dag? Neem je kleurdoos en probeer een regenboog te zijn in iemands grauwe dag.
Aarzel je? Denk je dat jouw kleuren er niet toe doen, dat ze te oud zijn, dat ze niet goed meer kleuren?
Ik weet dat gebroken kleurpotloden nog steeds kunnen kleuren, echt waar.

The ones

who are crazy enough

to think they can

color the world

are the ones who do.

Binnenkort schildert de herfst de natuur vol prachtige kleuren. Vergeet niet wat tijd te maken om er vol verwondering naar te kijken.

Een tip voor de kleurrijke sportliefhebbers: doe eens mee aan the color run!
Dat is een loop van 5 km waarbij de deelnemers in een witte Tshirt starten. Elke kilometer krijgen ze een wolk van kleurpoeder over zich heen. Men loopt voor het goede doel: de strijd tegen borstkanker.
info: thecolorrun.be

Live in color!

Vul je kleurdoos en kleur erop los!

Angst voor spinnen? Angst voor andere dingen?

 

spin-fluo-is-terug

 

Enkele dagen geleden verstoorde een zwart harig monster onze gezellige filmavond. Mijn man maakte de duiksprong van zijn leven en …ik was gered!

 

 

Waarom ben ik, net als zoveel andere mensen, bang voor spinnen? Ik weet echt wel dat die angst overdreven is, ik ben groot en de spin is klein. Maar ik zit er ondertussen wel mee. Ik ben bang voor een levende spin, krijg de kriebels van een dode spin en huiver van plaatsen die perfect geschikt zijn voor spinnen en spinnenwebben – zoals onze zolder en tuinhuis. Kom ik ergens een foto van een spin tegen, dan kan die bladzijde niet vlug genoeg omgedraaid zijn. Ja, ik weet het, dat is allemaal echt overdreven.

Spinnen zijn nuttige beestjes en in onze streken zijn ze ongevaarlijk. Harige, handgrote vogelspinnen komen hier niet voor. Maar bij het zien van een dikke huisspin slaat mijn hart over en verstijf ik ter plaatse. Hoe komt dat toch? Is het een familie-erfenis? Zit het in mijn genen? Heb ik als kind een akelige onverwachte ontmoeting met een spin gehad?

Een spin ‘springt in ’t oog’ en zeker in ’t mijne! Ik heb ze meestal het eerst gezien. Misschien omdat ze er zo lelijk uitzien? Ik vind het ook eng dat ze zo snelle onvoorspelbare bewegingen maken. Daarom durf ik ze ook niet dood meppen, ik zou er toch naast slaan, met nog meer schrik als gevolg.

Aanvallen en vluchten

maken deel uit van de strijd.

Verlamd worden van de angst niet.

(Paul Coelho)

Het is een gegeven dat angst verdwijnt als we de confrontatie aangaan. Het is ook een feit dat we graag wegblijven van dingen die we eng vinden: speechen, autorijden,… De enige manier om de angst te verminderen is het te doen. Angst hoort bij onze groei. Maar het hoeft niet in één keer, je kan het spanningsniveau in stapjes opvoeren en zo veilig oefenen.
De stap-voor-stap-methode wordt op veel domeinen succesvol toegepast. Wat mijn spinnenfobie betreft, ik vond het van mezelf al een heel huzarenstukje om in mijn tweede kinderboek (Fluo is terug) over een reuzegrote spin te vertellen. Met een raar gevoel van binnen en een klam potlood in mijn hand heb ik ze ook getekend. Dat was mijn eerste stap in mijn spinnenangst. Ik weet niet wanneer ik er aan toe zal zijn een volgende stap te ondernemen. Dus hoop ik dat mijn man de reddende engel blijft spelen. Ik heb wel een afspraak met de spinnen in huis gemaakt: ze mogen blijven, als ik ze maar niet zie. Hopelijk hebben ze dat goed begrepen.

We kennen allemaal angstgevoelens en de verlammende uitwerking die ze teweeg brengen. Ook weten we dat angst een slechte raadgever is en toch laten we ons wel eens leiden door onze angsten.
Je moet de dag van vandaag wel heel cool zijn om niet onrustig te worden door alles wat er nu gaande is: opwarming van de aarde, zikavirus, terrorisme, aardbevingen, kernproeven in Noord-Korea, oprukkend China, Rusland dat weer ‘koud’ aanvoelt, Turkije in België, … Het zijn allemaal angstfactoren.
Ja, er kan nogal wat misgaan in onze wereld, veraf maar ook dichtbij.

Ik moest onlangs mijn dochter afzetten aan de luchthaven van Oostende. Een luchthaven vind ik altijd wat opwindend en exotisch, maar deze keer moet ik toegeven dat ik toch wat minder onbevangen was. Twee zwaar bewapende soldaten stonden aan de ingang van deze kleine luchthaven en vertroebelden direct het vrolijke gevoel. Waar is de tijd dat we tot aan de landingsbaan meekonden?
Heb jij bij de laatste terroristische aanslag ook tegen je kinderen of kleinkinderen gezegd dat ze niet bang moesten zijn? Maar geloofde je het zelf wel?

Moed is weerstand tegen angst,

beheersing van angst,

niet afwezigheid van angst.

(Mark Twain)

Psycho-oncologisch therapeut Eveline Tromp zei dat we de onvoorspelbaarheid van het leven eigenlijk niet goed hanteren:
Niets is zeker in het leven. Je kunt ineens ziek worden of overlijden door een ongeluk. Met die onzekerheid kunnen wij mensen vaak niet zo goed omgaan. We zien continu dreiging, in de ijdele hoop dat we het kunnen uitbannen. 

Het Engelstalige woord voor angst is FEAR. dat is de afkorting voor:

False
Expectations
Appearing
Real

FEAR heeft ook nog twee andere betekenissen:

Forget Everything And Run

OF

Face Everything and Rise

Onze fantasie kan ook op hol slaan. Misschien heb jij het volgende wel al eens meegemaakt: na het lezen van een thriller ga je twee keer controleren of alles in huis goed op slot zit. Of na een spannende film hoor je ’s nachts vreemde geluiden en lig je klaarwakker te bibberen onder je deken.
’s Anderendaags ben je doodmoe, heb je barstende hoofdpijn en ben je gegeneerd voor die nachtelijke spoken.

In het licht blijkt het monster
vaak de schaduw van een vlinder.

Wat volgens mij nog bijdraagt tot een bang gevoel is dat voor de huidige media angst creëren een vorm van entertainment is. Onder druk van de concurrentie brengen nieuwsgevers steeds meer negatief nieuws. Dat zorgt voor meer kijkcijfers.
Doordat we zoveel ellende zien en horen, lijkt de samenleving volledig om zeep. En dat is niet zo. Er is nog zoveel goed nieuws, maar dat haalt meestal de krant niet.

Angst verandert niets aan het verdriet van gisteren

en lost de problemen van mogen niet op.

Het enige dat angst doet,

is je vandaag verlammen.

(Corrie ten Boom)

Het blijkt dat slechtnieuwsberichten ons verdrietiger en angstiger maken. We gaan daarbij ook meer piekeren en doemdenken over onze eigen problemen. Als je 90% van je aandacht richt op die 10% die niet goed gaat in je leven, dan ga je na verloop van tijd denken dat 90% niet goed gaat.  Wat kan je daaraan doen?

Eveline Tromp schreef: ‘Als je al je gedachten uit je hoofd zou kunnen schudden, zou je ze in twee stapeltjes kunnen verdelen:
gedachten die voortkomen uit angst
en gedachten die voortkomen uit vertrouwen.
Angst is de grote ontmoediger.
Vertrouwen produceert bemoedigende gedachten.’

Je kan ook met je angsten op een goede manier omgaan: voorbereiden, erover lezen, veiligheidsmaatregelen nemen. Maar je kan niet alles uitbannen.

Wij moeten voortdurend dijken van moed opwerpen

tegen de stormvloeden van de angst.

(Martin Luther King)

Het leven is een reis. Een reis met spinnen en andere angsten. We kunnen altijd kiezen of we luisteren naar onze angst, of naar ons vertrouwen. Als we krampachtig iets willen bereiken, dan kunnen we faalangst ontwikkelen, schrik om verkeerd te doen of te zijn. dan belemmeren we onze groei en schieten we het doel waarom we hier op aarde zijn voorbij. We moeten ons niet alleen richten op het eindresultaat, maar ook genieten van de weg ernaar toe.
We moeten niet bang zijn iets nieuws uit te proberen. Amateurs bouwden de ark, professionals bouwden de Titanic. We moeten het Grote Plaatje durven zien.

Vertrouw op Mij bij iedere gedachte;

twijfel niet,

vrees niet.

(L&V 6: 36)

De Heiland is de Weg, de Waarheid en het Leven. Hij is er altijd om ons aan te moedigen, te vergeven en te redden. Daarom, zoals M. Russell Ballard zei: ‘Als we geloof oefenen en de geboden onderhouden, dan moeten we geen schrik hebben van de reis.’

In moments of fear or doubt or troubling times,

hold the ground you have allready won,

even if that ground is limited.

(Jeffrey R. Holland)

In het Oude Testament, in de Bijbel, heeft de profeet Jesaja mooie dingen geschreven die ons moed kunnen geven onze angsten te overwinnen:

Vrees niet, want Ik ben met u; zie niet angstig rond, want Ik ben uw God. Ik sterk u en help u.
Ik grijp uw rechterhand vast en zeg tot u:
Vrees niet, Ik help u.
(Jesaja 41: 10, 13)

Toen ik een klein meisje was, voelde ik me veilig aan de hand van mijn ouders. Toen ik wat groter was, had ik minder schrik toen ik met mijn vriendinnetje hand in hand verschillende avonturen ondernam. Nog wat groter voelde ik me rustig toen mijn man mijn hand in de zijne nam. Een hand vasthouden verdrijft angst. Ik hou er van om mijn hand in de hand van de Heer te leggen…

 

 

 

Weemoed in mijn tuinzetel.

nazomer

Hebben jullie dat ook, dat weemoedig gevoel in september dat langzaam vanuit je tenen opstijgt? Horen jullie ook een stemmetje dat je influistert dat die mooie zomer weer eens voorbij is?

“’t is weer voorbij die mooie zomer” is ook een liedje van Gerard Cox. Het stond in de jaren ’70 wekenlang in de hitparade. Misschien had het liedje zo’n succes in Nederland en Vlaanderen omdat het een nostalgische klank had. In onze natte lage landen kijken we immers maandenlang uit naar die lange zomerse dagen, maar voor we ’t weten zijn die weer allemaal voorbij.

Gerard Cox – Het is weer voorbij die mooie zomer.

Je hebt er maandenlang naar uitgekeken.
De koude winter wou maar eerst niet om.
Traag en langzaam kropen langs de weken.
Maar eindelijk, daar was ie toch: de zon.

De nachten kort, de dagen lang.
De ochtend vol van vogelzang.
Het scherpe, hoge zoemen van een mug.
Dan denk je: ha, daar is ie dan.
Dit wordt minstens de zomer van een eeuw.
Maar lieve mensen, oh wat gaat ’t vlug.

’t Is weer voorbij die mooie zomer.
Die zomer die begon zowat in mei.
Ah, je dacht dat er geen einde aan zou komen.
Maar voor je ’t weet is heel die zomer
Al weer lang voorbij.


De wereld was toen vol van licht en leven
Van haringgeur vermengd met zonnebrand.
Een parasol om ’t felle licht te zeven en in je kleren schuurde zacht het zand.
We speelden golf en jeux de boule en we zonken zalig in een stoel.
We dreven met een vlot op de rivier.
We werden wekenlang verwend, maar ach, aan alles komt een end
nu zit ik met mijn dia’s in de regen hier.

Herfst verkleurt weer langzaam alle bomen.
‘k heb ’s nachts al lang weer m’n pyjama aan.
Dan had je eens in juli moeten komen,
toen sliepen we ’s nachts buiten op het strand.

En ’s morgens vissen in de zon
en zwemmen zover als je kon
We voeren met een boot een end op zee.
’t is jammer dat het over ging,
’t is allemaal herinnering.
Daar doen we dan de hele winter maar weer mee.

’t Is weer voorbij die mooie zomer,
die zomer die begon zowat in mei.
Ah, je dacht dat er geen einde aan kon komen,
maar voor je ’t weet
is heel die zomer al weer lang voorbij.

Ik heb het liedje nog eens beluisterd op Youtube, doe dat ook maar eens en dan zal je het meer dan normaal vinden dat ik een beetje weemoedig de herfst tegemoet zie.

Weemoed is de aftershave van het verdriet.

(Johan Anthierens)

Wat is weemoed? Waarom voelen we ons soms weemoedig en kijken we nostalgisch terug naar het verleden?
Ik vind weemoed een raadselachtig woord met een even raadselachtig gevoel. Ik ben blij en gelukkig, maar ineens koppel ik een lied, een beeld, een geluid, … naar iets van vroeger en bekruipt me een warm verlangen naar toen, ik word overvallen door een soort heimwee en voel een zachte treurnis om wat voorbij is.

Nostalgie is

gedachten van vroeger

gestript van het gedoe van toen.

(Hanna Bervoets)

Als ik dieper in mijn nostalgische herinneringen graaf, dan merk ik wel dat in iedere moment van mijn leven wel wat ‘gedoe’ was;
Een mooie zomer met uitgeregende uitstapjes en doornatte bbq’s.
Schattige baby’s met kilo’s pampers, uren gekrijs en hoofdpijn.
Interessante uitjes met vrienden, maar waar ik niet begrepen werd.
Een toffe werksfeer met toch enkele venijnige collega’s die mijn leven meer dan zuur maakten.
Een gezonde jeugd, maar met enkele enge ziekenhuisopnames.
Een mooi huis, maar ook een periode van stresserende financiën.
Toffe familiefeestjes, maar ook slepende conflicten.
Veel plezier op school, maar ook deadlines en moeilijke taken.

Nostalgie doet ons dat allemaal vergeten. Hanna Bervoets zei het zo:

Nostalgie is een slijpmachine
die onze herinneringen bewerkt
alsof het ruwe diamanten zijn:
grillige hoekjes worden afgeschaafd
en het oppervlak opgepoetst
tot ons verleden dermate schittert
dat het iets begeerlijks lijkt.

Voorbije dingen lijken soms zo volmaakt. De snoepjes uit onze jeugd waren veel lekkerder, de liedjes veel mooier, het eten gezonder, de vriendschappen intenser en het leven zorgelozer en minder ingewikkeld. Owens Lee Pomeroy zei het zo mooi in het Engels:

Nostalgia is like a grammar lesson:

you find the present tense,

but the past perfect.

Misschien voelen we ons veilig in die nostalgische momenten, omdat vroeger toch nooit terug kan komen. Vele dingen willen we echt niet opnieuw beleven. De Franse zanger Charles Aznavour zei:

Nostalgie is de zucht naar de goede oude tijd,

waarin niets te lachen viel.

Is weemoed en nostalgie dan niet gepast? Moeten we ons ervoor schamen? Is het iets alleen voor stokoude mensen? George Eliot zei:

We could never have loved the earth so well
if we had had no childhood in it.

Weemoed wordt wel eens de brug tussen toen en nu genoemd. Maar ik begrijp echt wel dat ’toen’ niet terugkomt.
Weemoed, nostalgie, dit kan een genezende balsem zijn voor wonden uit ons verleden, maar we mogen er niet in blijven hangen. C. S. Lewis schreef: There are far better things ahead than any we leave behind.’

We kunnen geen betere toekomst hebben als we blijven denken aan gisteren. Ik zou echt niet terug willen. Ik ben mezelf geworden door alle levenservaringen die ik al had en de toekomst zal me verder blijven polijsten.

Misschien waren er vroeger sommige dingen beter (ik heb alvast de volle overtuiging dat de knalrode vierkante ‘lekstokken’ veel lekkerder waren dan enige lolly nu). Maar ik durf me schragen achter de woorden van Gordon B. Hinckley:

Er is nooit een betere tijd in de geschiedenis van de wereld geweest om op aarde te leven. We moeten allemaal dankbaar zijn dat we in deze prachtige tijd met zoveel fantastische zegeningen leven.

Het is een feit dat de mooie zomer op zijn laatste benen loopt. Ik ga genieten van een mooie nazomer en misschien zullen de kortere dagen me af en toe weemoedig maken. Maar hé, de herfst met al zijn kleuren ligt op de loer en in de verte fonkelen al kerstlichtjes. Ik ga genieten van al het moois op mijn pad, het leven gaat al vlug genoeg.

Ik zit in mijn tuinzetel. De weerman beloofde een prachtige nazomer. En dat is het ook. Ik zomer dus eventjes na. Het ruikt buiten al een beetje naar de herfst. De ‘grasparels’ blijven een hele dag liggen. De lijsterbes heeft geen oranje bessen meer en laat al bladeren vallen. Het zonlicht is niet meer zo fel. Wespen vliegen venijnig heen en weer en vlinders proberen de laatste nectar uit de vlinderstruik te halen. Spinnen weven kunstwerkjes en dikke libellen flitsen boven de vijver. Af en toe groepen vogels samen in de lucht, op weg naar warmere streken. Heel de natuur haalt weemoedig adem …

 

Onderwijs = leren?

school blog 2

Het nieuwe schooljaar is gestart. Duizenden kinderen, tieners en adolescenten sluiten de vakantiedeur en stappen of fietsen met gemengde gevoelens de schoolpoort binnen.
De eerste schooldag is altijd een mix van spanning en verwachting, en niet alleen voor de leerlingen. Ook ouders en leerkrachten produceren die dag wat meer stresshormonen.
Het jaarlijkse beeld aan de schoolingang heeft altijd wel min of meer dezelfde beelden in aanbieding. Sommige kleutertjes huilen en krijsen, terwijl andere kleintjes geen traan verpinken en zelfs niet meer omkijken naar mama of papa die met een krop in hun keel onnozel staan te zwaaien.
Op de speelplaats van de lagere school sleuren 6-jarigen een rugzak mee waar ze het liefst zelf willen inkruipen. Traantjes zijn dan al wat zeldzamer, maar die eerste ochtend vertoont bijna de hele klas symptomen van buik- en maagklachten.
Aan de middelbare scholen kan je er de meeste nieuwelingen zo uithalen: onzekere mensjes, die toch al meer dan acht jaar schoolervaring achter de rug hebben, gluren vanuit hun ooghoeken naar al die grote slungels. Ze zouden zich het liefst terug toveren naar het laatste jaar van de lagere school, toen ze de plak zwaaiden over al die ukkepukkies. Met weemoed beseffen ze dat de rangorde gewijzigd is en dat ze op dit onbekend domein hun positie weer zullen moeten verdienen.
Gelukkig zijn na een paar dagen de meeste horrorbeelden vervlogen en volgt een aanpassing aan het nieuwe leerproces.

Als we eerlijk terugdenken zijn wij, volwassenen, die gevoelens niet vergeten en weten we dat er voor deze jongeren nog veel zulke momenten zullen gebeuren: een nieuwe job, een eerste werkdag, nieuwe collega’s, een nieuwe baas … Ineens zijn onze ingewanden weer evenveel van slag als toen, aan die grote schoolpoort.

Onderwijs is slechts het minste deel

der opvoeding.

(John Locke)

Net als jullie heb ik verschillende facetten van het onderwijssysteem doorlopen. Mijn schoolloopbaan startte toen ik nog geen drie jaar was. Ik herinner me niet veel meer van mijn kleutertijd. Het kleuterschooltje had drie klaslokalen en ik zie het vage gezicht van een nonnetje en een juf met een blauwe schort aan. Aan die eerste schooljaren heb ik geen noemenswaardige complexen overgehouden. Het enige wat me blijven achtervolgen is, is het gevoel van verwarring tijdens een schilderles. We moesten een landschapje naschilderen naar het voorbeeld van de juf (of de non, dat weet ik niet meer). Ik kreeg een fikse uitbrander en voel de onrechtvaardigheid ervan nu nog altijd tot in mijn teentoppen. Ik had het gedurfd om het omgekeerde te schilderen: ik had de wolken wit en de lucht blauw gekleurd. Waarschijnlijk was de lucht buiten ook zo geschrokken van al dat tumult in die kleine kleuterklas, want vanaf dat moment zweven er, tot mijn grote opluchting,  witte wolken in een blauwe lucht.
Voor de rest had ik een zalige kleutertijd. Van kleutertesten hadden ze in die tijd nog niet gehoord, het leven van een kleuter was mooi en zorgeloos.

Toen ik zes was ging ik naar de ‘grote school’. Buiten een herinnering aan een heksenfiguur, die vooral in de refter schrik en terreur zwaaide, had ik het geluk om leuke juffen te hebben. Ik leerde zonder veel poespas lezen, schrijven en rekenen. Ik hield van spreekbeurten geven en van Frans. Ik was een gelukkig kind met veel vriendinnetjes. Pesten was een woord dat wij niet kenden. Iedereen hoedde zich ervoor om met straf naar huis te gaan, want thuis werd dat schrijfwerk op zijn minst verdubbeld.

De overgang van de lagere school naar de middelbare school verliep zonder stoten. Toen ik veertien was veranderde de schoolpolitiek en werd de school ‘gemengd’. Voor het eerst mochten jongens en meisjes naar dezelfde school gaan en in dezelfde klas zitten. De wereld van dat andere deel van het menselijk ras ging volledig open en ik onderscheidde algauw de ettertjes van de grapjassen, en de nerds van de speelvogels. Ik heb zoveel gelachen in mijn tienerjaren, maar ook veel geleerd –  van goede en minder goede leerkrachten. Van sommigen herinner ik me niets meer. Bij anderen kan ik het gezicht nog koppelen aan hun bijnaam en van enkelen weet ik ook nog hun hele naam.

Een middelmatige leraar spreekt,
een goede leraar verklaart,
een groot leraar toont,
een grandioze leraar inspireert.

Een biologieleraar ontstak het vuur voor de natuur in mijn binnenste. Ik denk dat hij fier zou zijn moest hij weten dat ik natuurgids ben.
Toen ik zeventien was, doofde de wiskundeleraar bij mij alle enthousiasme voor getallen, terwijl ik toch altijd prachtige cijfers had. Ik denk dat hij niet meer gemotiveerd was om het nut van algoritmen en parabolen te laten ontdekken door teenagers.
De leraar Frans boog zich teveel over de meisjes, wat heel gênant was, maar hij was met zijn punten ook veel guller voor hen. Niettemin hou ik aan zijn lessen toch een goede uitspraak van de Franse taal over.
Engels en Nederlands kregen we van dezelfde leraar. Er waren verschillende meisjes verliefd op hem en ik had ook wel een boontje voor deze nog jonge onderwijzer. Ik hield van zijn manier van lesgeven en droomde dat ik ooit een beroemde schrijfster of journalist zou worden.
Maar de leraar die me het meest is bijgebleven is mijn geschiedenisleraar. Hij heeft me echt laten nadenken en me verbanden laten ontdekken. Ik denk dat in zijn lessen het zaadje groeide om zelf leerkracht te worden.

Het gaat er niet om of
je binnen of buiten
de lijntjes kleurt,
het gaat erom
dat je
je eigen tekening maakt.

En zo belandde ik aan de andere kant van het klaslokaal. Ik heb enorm graag les gegeven. Ik hield ervan om de leerlingen te laten nadenken, om hen principes uit te leggen en hen dan zelf dingen te laten ontdekken. Ik probeerde hun visie op de wereld te verruimen en hen liefde voor boeken bij te brengen. Ik moedigde open communicatie aan en vond het fantastisch om jonge mensen klaar te stomen om met vastberadenheid hun dromen na te jagen. Ik was zeker geen volmaakte leerkracht en heb wel eens dingen verkeerd ingeschat. Ik vond de administratieve kant van de job uitputtend en soms zinloos. Maar het doet zo veel deugd als een oud-leerling naar me zwaait en met een brede lach ‘Dag juf Linda!’ roept.

Een leraar raakt de eeuwigheid.

Hij weet nooit waar zijn invloed

zal stoppen.

En toen kreeg ik de kans om directeur van een lagere school te zijn. Dat was een interessante, maar ook moeilijke periode in mijn beroepsleven. Door die functie uit te oefenen heb ik veel bijgeleerd over pedagogie en een school leiden. Mijn ervaring als hoofd van een school heeft me nog meer laten beseffen dat de leerkracht er toe doet!

Ik zou dan ook willen dat alle leerlingen dit nieuwe schooljaar een leerkracht hebben,
die zijn leerstof beheerst en enthousiast kan overbrengen,
die beseft dat hij lang niet alles weet en dus een leven lang verder leert,
die creatief is en
die leerlingen aanmoedigt om dingen te ontdekken en te creëren,
die kan lachen en kan troosten,
die gelooft in elk kind,
die weet dat kennis alleen niet voldoende is,
bij wie kinderen fouten durven maken,
die oog heeft voor veiligheid – fysisch en emotioneel,
die respect toont en eist,
die geduld heeft en complimentjes geeft,
die leert te onderscheiden wat waard is gelezen te worden,
die een open geest aanmoedigt,
die kritisch leert denken,
kortom, een leerkracht die met liefde lesgeeft en elk kind laat stralen.

De start van een nieuw schooljaar laat me niet alleen stilstaan bij al de scholen die tot mijn ontwikkeling hebben bijgedragen, maar ook bij de allerbelangrijkste school:de school van het leven.

Op school volg je eerst de lessen

en dan krijg je een test,

in het leven krijg je eerst een test,

en dan volgen de lessen.

We leven in de meest competitieve tijd die we ooit gekend hebben. De wereld zal ons meestal betalen wat we waard zijn. En onze waarde neemt toe door alles wat we leren en ik heb het hier niet alleen over onze ‘marktwaarde’. Alle training van ons verstand en onze handen kan ons helpen een goede invloed uit te oefenen.

Henry B. Eyring zei: ‘Onthou dat je een interesse moet hebben in leren, niet alleen voor het sterfelijk leven, maar voor de eeuwigheid.Als je begrijpt dat een geestelijk element je totale educatie verfijnt en opbouwt, dan zal je geestelijk onderwijs op de eerste plaats zetten en toch het seculiere onderwijs niet veronachtzamen. In feite zal je met die geestelijke visie harder werken op school.’

Russell M. Nelson, wereldberoemd hartchirurg, schreef: ‘Ons verstand is kostbaar. Het is heilig. Daarom is de educatie van ons verstand ook heilig. Educatie is een godsdienstige verantwoordelijkheid. Natuurlijk verschillen onze mogelijkheden en onze situaties.. Maar in het volgen van onderwijs is individueel verlangen belangrijker dan de school die je kiest en is persoonlijke drijfveer belangrijker dan de studierichting.’

Onze Schepper verwacht van al zijn kinderen dat ze zich persoonlijk ontwikkelen, dat ze kennis zoeken door studie en geloof (L&V 88:118).
Als we dit leven verlaten dan laten we al onze materiële bezittingen achter, maar de Heer heeft verklaard dat we alle kennis behouden die we in dit leven opgedaan hebben, als we naar het volgend leven gaan (L&V 130:18-19). Wat een prachtige belofte! Wat een motivatie om een leven lang te leren! Ons leren mag nooit stoppen! Als het stopt aan de klasdeur op de dag van de diploma-uitreiking, dan falen we. Er is in het leven nog zoveel meer te leren dan de dingen die we op de schoolbanken leerden. En er is nog zoveel meer op de ‘schoolbanken’ te leren dan toen we afstudeerden. We zijn nooit te oud om iets te leren!
Ik denk dat de manier waarop we les kregen een grote invloed heeft op het feit of we levenslange dorst naar kennis hebben.

Wat beeldhouwwerk is voor een stuk marmer,

dat is onderwijs voor de menselijke ziel.

(Joseph Addison)

Is onderwijs gelijk aan leren? Dat zou het meest logische zijn, maar dat is het niet altijd. Schoolmoeheid uit zich om verschillende redenen, die niet altijd zo duidelijk zijn. Mijn ervaring als moeder, leerkracht en directeur liet me inzien dat de leerkracht (en als ouder ben je de belangrijkste) dé persoon is om het motto ‘levenslang leren’ niet te laten verwateren of te laten verdrinken. Liefde is de sleutel. Zolang leerkrachten uit liefde onderwijzen en niet louter als ‘job met veel vakantie’ dan moet je je niet te veel zorgen maken. Een kind dat graag naar school gaat, is een begrepen kind.

Ik ben zo dankbaar dat ik in een maatschappij mag leven waar ik de vrijheid heb om te kiezen een leven lang te leren!

In de film ‘Dead Poets Society’ zitten pareltjes van educatie. Ik wil hem zeker nog eens bekijken.

robin williams