Omgaan met het onontkoombare …

Mijn leven lijkt dikwijls heel gemakkelijk. Als het rustig zijn gangetje gaat heb ik het idee dat ik alles onder controle heb. Terwijl ik daarover nog aan het neuriën ben, klinkt er een donderslag bij heldere hemel. Dan is ineens alle zorgeloosheid weg en lijkt het leven enorm complex. In plaats van rust en vrede, gelach en plezier, is er ineens een ongrijpbaar en onvoorstelbaar kluwen van lijden en pijn.
Lijden en vreugde kruisen elkaar dikwijls en zijn met elkaar verbonden.
Met dezelfde ogen lach en huil ik.
Met dezelfde handen streel en klauw ik.
Met dezelfde voeten ren en strompel ik.
Hetzelfde hart springt op en breekt.
Zulke momenten maken we allemaal mee en heb ik het mis dat we dan een schouder en kracht zoeken bij degenen waar we van houden?
Als mijn tranen dan opgedroogd zijn, zie ik wel weer. Ik heb weer een les of twee geleerd, ik heb mijn eigen nietigheid weer eens gevoeld. Dit bracht me nederigheid en dat opende de deur van dank om wat er nog is, om wat geheeld is en om wat aanvaard is. Het wonder is dat ik dan met meer empathie mijn hand kan uitsteken …

Er is veel moed voor nodig
om kwetsbaarheid toe te laten
in je bestaan,
dan om de andere kant
op te kijken
en te doen alsof
je erboven kan staan.
(Kris Gelaude)

Ik veronderstel dat we allemaal zo ver mogelijk uit de buurt van lijden en pijn blijven. We willen een prettig en comfortabel leven, niet toch? We eten zo gezond mogelijk, we bewegen genoeg, we beveiligen onze bezittingen en proberen zo met ons hebben, houden en zijn lijden te voorkomen.
Maar soms kan dat niet. Soms krijgen we het deksel op de neus. Een ongeneeslijke ziekte dringt je lichaam binnen, de verjaardagstaart is mislukt, je auto wordt gestolen, je beste vriend sterft, …

When suffering knocks at your door
and you say there is no seat for him,
he tells you not to worry
because he has brought his own stool.
(Chinua Achebe)

In de middeleeuwen stierven miljoenen mensen aan de pest. Nog niet zo lang geleden was kindersterfte ook in onze streek iets wat de meeste gezinnen trof. Lijden en dood was een normaal aspect van het leven. Door de ontwikkeling van de wetenschap kunnen nu een heleboel dingen opgelost en bestreden worden. Mensen leven langer en gezonder. Lijden en dood wordt niet meer als normaal beschouwd. Daarom is het nu zo moeilijk om met het onontkoombare om te gaan. Misschien moeten we de dingen die we echt niet kunnen veranderen anders leren bekijken? Misschien moeten we beseffen dat lijden soms gewoon geleden moet worden?

Helden zijn vooral zij
die ondanks kwetsuren,
onmacht of pijn
om veel blijven lachen.
En die daar iedere dag
weer voor kiezen.
(Kris Gelaude)

In mijn rondhuppelen hier op aarde – en dat is wel al een tijdje- zijn er periodes geweest dat ik zelf door de duisternis van pijn en lijden heb gewandeld: ziektes, eenzaamheid, misbegrepen zijn, het missen of sterven van vrienden en dierbaren. Ook het lijden van anderen liet me in die duistere, pijnlijke vallei dwalen, en misschien was die pijn nog het moeilijkst te dragen. Maar door dit alles weet ik pas hoe klein, eenzaam en kwetsbaar een mens kan zijn. Door mijn donkere ervaringen weet ik dat het leven soms verschrikkelijk hard en onrechtvaardig kan zijn. Ik ben daardoor meer geneigd om mijn man, mijn kind, mijn buur, de onbekende naast me in de trein, te begrijpen. Door wat ik zelf heb meegemaakt kan ik mijn menselijk oordeel gemakkelijker binnen slikken en mijn hand uitreiken, hoewel dit nog verre van volmaakt is.

Suffering should not make us bitter people,
it should make us better comforters.
(Billy Graham)

Het doel van het lijden is al eeuwen een discussie. Friedrich Nietzche schreef dat leven lijden is, en een betekenis aan dat lijden te geven zorgt voor overleven. In de Schriften staan ook veel teksten over lijden. Dit is er een van:
‘Indien gij geroepen zijt beproeving te doorstaan; indien gij in gevaar verkeert onder valse broeders; indien gij in gevaar verkeert onder rovers; indien gij in gevaar verkeert te land of ter zee; en indien gij in de put wordt geworpen, of in de handen van moordenaars valt, en het doodvonnis over u wordt geveld; indien gij in het diep wordt geworpen; indien de ziedende baren tegen u samenspannen; indien hevige winden uw vijand worden; indien de hemelen zwart worden en alle elementen zich verenigen om de weg te versperren; en bovenal, indien zelfs de kaken der hel wijd tegen u worden opengesperd, weet dan, dat al deze dingen u ondervinding zullen geven en voor uw bestwil zullen zijn.’ (L&V 122:5,7)
Ik interpreteer dit voor mezelf onder andere, dat als ik ziek word, als er leugens over mij verspreid worden, als er ingebroken wordt, als ik een verkeersongeluk krijg, als de hagel- en windstormen ons huis ernstig beschadigen, als ik bespot word omdat ik geloof, dat dit alles mijn karakter zal verfijnen.

Orson Whitney schreef over lijden ook diepzinnige dingen: ‘No pain that we suffer, no trial that we experience is wasted. It minister to our education, to the development of such qualities as patience, faith, fortitude, and humility. All that we suffer builds up our characters, purifies our hearts, expands our souls, and makes us more tender and charitable, more worthy to be called the children of God.’  Wauw! Echt waar? Heeft lijden zulk een macht in zich?

We weten best dat lijden een van onze grootste leerkrachten is hier op aarde. We begrijpen heus wel dat we door lijden een ervaring opdoen die we op geen enkele andere manier kunnen verkrijgen. We beseffen ook dat lijden nu eenmaal een onderdeel van het leven is en dat het ons persoonlijk zal vormen.
Maar toch,
als we door zo’n diep dal gaan, als we worstelen om begrip en smeken om genade, wat doen we dan?
We voelen ons op zo’n moment zelden op ons gemak met al die positieve, opbouwende wegwijzers en goede raad. We willen een schouder om op te huilen, een hand die steun geeft, een plaatsje om te rusten.

Als ik omringd word door moeilijkheden en pijn, dan zoek ik inderdaad hulp en begrip bij mijn man en andere geliefden. Maar ik vertrouw ook op vroegere hulp van de Heer. Dat vooral is mijn leidend licht als ik door donkere periodes moet varen. Als ik de harde dingen van het leven door de lens van mijn geloof in Christus bekijk, dan zie ik dat er ook een goddelijk doel in mijn lijden kan zijn.
In Jesaja lezen we:

Weet u het niet? Hebt u het niet gehoord?
God geeft de vermoeide kracht en Hij vermeerdert de sterkte van wie geen krachten heeft.
Wie Hem verwachten, zullen hun kracht vernieuwen,
zij zullen hun vleugels uitslaan als arenden.
Want de Here God is het die hun rechterhand vastgrijpt en tegen hen zegt:
‘Wees niet bevreesd, Ik help u.’
(Jesaja 40: 28,29,31; 41:13)

De Meestergeneesheer heeft inderdaad de macht om ons hart te veranderen. Hij kan ons troosten en versterken als we door de onrechtvaardige daden van anderen lijden. Hij kan ons troosten en steunen als we met de pijnlijke feiten van het aardse leven zoals rampen, psychische stoornissen, ziektes, chronische pijnen en de dood te maken krijgen. (Carole M. Stephens)

Helen Keller zei: ‘Although the world is full of suffering, it is also full of the overcoming of it.’
Zij sprak uit ondervinding, maar het is echt waar. Mensen krijgen soms vleugels om boven hun moeilijkheden uit te stijgen.
De ongeneeslijke ziekte blijft waarschijnlijk ongeneeslijk en je weet niet hoe het verder zal gaan. Misschien voel je je boos om zoveel ‘oneerlijkheid’. Maar je verdiept het contact met je partner en je kinderen en keert terug naar de gewone dagelijkse dingen. Je kan weer genieten van een kopje warme chocomelk en van een prachtige zonsondergang.
De mislukte taart geeft je het gevoel een prutser te zijn en misschien ben je boos op jezelf. Maar je kan er een ‘kruimelfeestje’ van maken en genieten van het gewone samenzijn.
De gestolen auto is ‘maar een auto’, je mist hem wel en bent woedend op de dieven, maar je kan zelf kiezen wat je met die boosheid doet.
Eigenlijk is dat een keuze voor ons hele leven:
Dingen accepteren die je niet kan veranderen en dan de wijsheid hebben om zinvol verder te leven.
Een mens is sterker dan hij denkt. Wie je ook bent, wat je ook meemaakt, er zit een licht in jou dat verwant is aan het Grote Licht. Je moet dus niet bang zijn voor het duistere lijden, want er zal altijd een lichtstraal zijn die je de weg toont en je de kracht geeft om op te staan.

God had one son on earth without sin,
but never one without suffering.
(Sint Augustinus)

De Christelijke wereld viert deze maand Pasen, het feest van de glorierijke opstanding van de Heer. We mogen in dit paasgebeuren echter niet vergeten dat voor deze grootste overwinning aller tijden, de overwinning op de dood, er het grootste lijden aller tijden aan vooraf ging. Jezus Christus zei zelf over dit lijden: ‘welk lijden Mij, ja, God, de grootste van allen, van pijn deed sidderen en uit iedere porie bloeden, en naar lichaam en geest deed lijden – en Ik wilde dat Ik de bittere beker niet behoefde te drinken, en kon terugdeinzen- niettemin, ere zij de Vader, en Ik dronk en volbracht mijn voorbereidingen voor de mensenkinderen.'(L&V 19: 18-19)
Christus leed zo intens om verzoening te doen tussen God en de mensheid, om alle zonden op zich te nemen, maar ook om ons ten volle te kunnen begrijpen en te helpen:
‘En Hij zal uitgaan en pijnen en benauwingen en allerlei verzoekingen doorstaan; … en Hij zal hun zwakheden op zich nemen, opdat zijn binnenste met barmhartigheid zal worden vervuld, naar het vlees, opdat Hij naar het vlees zal weten hoe zijn volk te hulp te komen naargelang hun zwakheden.’ (Alma 7: 11-12)

Ik denk dat een van de grote doelen van persoonlijk lijden is dat we dan pas engelen kunnen zijn voor onze medemens. De woorden waarmee we een ander willen opbouwen of troosten zullen beter afgewogen worden, omdat we zelf hebben meegemaakt hoe breekbaar ze kunnen zijn.
Het Vlaamse spreekwoord ‘Elk huisje heeft zijn kruisje’ geeft aan dat overal lijden aanwezig is. Vergis je niet, ‘het leed kan keurig aangekleed over straat gaan’ (liedje van Herman van Veen).

Als het dus wat moeilijk gaat in je leven, of heel moeilijk zelf, probeer dan om op de beste manier om te gaan met het onontkoombare.
Lacht het leven je toe en stap je zingend uit je bed? Volgens mij ben je dan die dag de geschikste engel voor een ander, je moet er heus geen zichtbare vleugels voor hebben!

Onderstaand filmpje laat enkele van die engelen zien:

Een boom dat is een prachtig ding!

Ik heb een hart voor bomen? Jij ook?
Als ik vermoeid of ‘overpiekerd’ ben, dan is een wandeling in een bos, een park of een dreef een opkikker voor mij.
Het is lente. De bomen staan op jou en mij te wachten. De nu frisgroene bomen zullen ons onze drukke agenda even laten vergeten. Voel je een moment van nutteloosheid tussen je vier muren en alle luxedingen in je huis? Ga naar buiten, bekijk de bomen. Merk dat het sap tot in de toppen van hun takken stijgt. Zet je op een bankje, of zomaar aan de voeten van een boom en geniet even van eens niets te doen. Wedden dat je ‘het lentesap’ ook tot in de toppen van jouw tenen voelt stromen? Dat mooie gedachten en dromen je stress, onrust en moeheid verjagen?

Trees are poems
that the earth writes
upon the sky.
(Kahlil Gibran)

Ik wil wel eens een boompje opzetten over bomen.
Ze geven ons zoveel belangrijke dingen zoals zuurstof, water en voedsel. Van seizoen tot seizoen tonen ze hun rijkdom. Nu, in de lente, etaleren ze de frisheid van de jeugd. In de zomer zien we hun volle wasdom in hun vruchten. De herfst toont hun ‘sterven’ in prachtige kleurenpracht. De ‘dood’ van de boom in de winter is slechts een voorbereiding op het nieuwe leven.

Bomen hebben iets eeuwigs
en veel van mensen.

We moeten eens wat meer naar bomen kijken. Ze kunnen ons hoop, inzicht en moed geven om vol te houden. Een dikke boom was ook eens een teer twijgje.
Als we nu eens zouden denken als een boom? In plaats van te klagen en te zagen, te zeuren en te neuten, schrik te hebben of in de put te blijven zitten:

Laat de zon indringen,
sta verwonderd over de magie van het leven.
Hou je recht in de wind en de storm.
Kijk verfrist rond na een regenbui
en bereid je voor op elk seizoen.
Word sterk zonder te pochen
en geef een schuil-of rustplaats aan vreemden.
Bewaar geheimen,
en wortel je diep terwijl je reikt naar de hemel.
Wees stil genoeg om het ritselen
van je eigen blaadjes te horen.

Wanneer ik wandel in het bos zie ik verschillende bomen. Sommige zijn klein, andere dik en groot. Sommige verliezen hun bladeren en andere blijven altijd groen. Sommige bomen hebben bloemen en eetbare vruchten, andere zijn giftig. Sommige staan kaarsrecht en anderen groeien helemaal scheef. Ik besef dat er verschillende soorten bomen zijn. Een eik is een eik en een den een den. En ik vind dat goed. Ik begrijp dat de kleine, kromme boom niet genoeg licht heeft gehad en dat hij daarom zo scheef is gegroeid. Ik weet dat het rijtje schuine bomen steeds de westenwind voelt en daarom niet recht omhoog gegroeid is. Ik heb geleerd dat die knobbel op de stam het gevolg is van een wonde of een zwam. Ik vind dat allemaal OK en aanvaard de bomen zoals ze zijn. Ik zou het zelfs vreemd vinden moesten er alleen kaarsrechte bomen bestaan.
Waarom verlies ik die houding zo vlug als ik onder de mensen kom? Waarom oordeel ik meer dan eens ‘je bent teveel dit, of teveel dat’?
Ik kan nog veel leren van bomen.

Tijd die we doorbrengen tussen bomen
is nooit verloren tijd.

Onder de grond groeien de wortels. Diepe wortels zijn noodzakelijk om sterk en mooi te worden. Als mens moeten we ons ook diep verankeren om geen speelbal van het leven te worden.
Een boom zonder wortels sterft. Harry Mulisch zei:

Een boom die zo hard wil groeien
dat hij zijn wortels
uit de aarde trekt,
zweeft niet ten hemel,
maar valt om.

We moeten voor onze wortels zorgen, ze niet vergeten en ze water geven. Hoe lang is het geleden dat je je ouders en grootouders een bezoekje bracht?
De bomen wisselen voedingstoffen uit met elkaar via hun wortels. We zouden ons kunnen afvragen of de wortels van bomen niet gewoon zomaar toevallig door de aarde groeien en als ze op soortgenoten stuiten dat ze zich dan verbinden. Dat onderlinge uitwisselen van voedingsstoffen zou dan onvermijdelijk zijn en dat sociale contact zou niets anders zijn dan een toevallig geven en nemen. Het prachtige beeld van actieve hulp aan elkaar zou dan een toevalsprincipe zijn, maar dan wel eentje dat enorm veel voordelen zou hebben voor het hele ecosysteem van het bos.
Massimo Maffei van de universiteit van Turijn stelt dat de natuur toch niet zo simpel functioneert. Hij stelt dat bomen hun eigen wortels heel goed kunnen onderscheiden van die van vreemde soorten en zelfs van die van hun eigen soort.
Bomen zijn sociale wezens die hun voedsel met soortgenoten delen. Waarom doen ze dat? Om dezelfde reden als mensen dat doen: samen sta je sterker!
Nog een prachtige les van bomenwortels voor ons: samenwerken!

Wie met een boom kan praten
hoeft niet naar een psychiater,
al denken de meeste mensen het tegenovergestelde.
(Phil Bosmans)

Misschien moeten we de kat uit de boom kijken bij voorgaande quote, maar zou het niet interessant zijn om te weten of bomen kunnen communiceren? Ik heb nog geen enkele boom horen praten. Buiten het kraken van takken en ritselen van blaadjes door de wind houden bomen hun tanden, of moet ik zeggen takken, voor ons mensenwezens, stijf op mekaar.
Studies hebben echter aangetoond dat bomen de aandacht trekken door geurstoffen. Mensen doen dat ook, waarom verkopen deodorants en parfum anders zo goed? Maar zelfs zonder die producten wordt ons bewust- of onderbewustzijn beïnvloed door onze geur. We hebben dus een geheime geurtaal en bomen hebben dat ook.
In de savannes in Afrika hebben observaties die al meer dan 40 jaar oud zijn iets interessants ontdekt. Giraffen lusten heel graag schermacacia’s. Die bomen zelf vinden dat niet leuk. Om die grote planteneters kwijt te geraken slaan de acacia’s binnen een paar minuten gifstoffen op in hun bladeren. De giraffen weten dat en trekken naar de volgende boom. En dat is niet de dichtste boom. Ze laten een paar exemplaren links liggen en pas na honderd meter zetten ze hun maaltijd voort. De reden? De aangevreten acacia wasemt een waarschuwingsgas uit (in dit geval ethyleen). Soortgenoten in de buurt worden op die manier verwittigd dat de langnekken op komst zijn. Alle gewaarschuwde bomen maken ook gifstoffen aan. De giraffen kennen dat spelletje en trekken daarom naar nietsvermoedende verder staande bomen. Of ze eten tegen de wind in.
Zulke processen komen we ook in onze bossen tegen. Als de wortels problemen ondervinden, wordt de informatie door de hele boom verspreid en dan geven de bladeren een specifieke geurstof af. Bij veel insecten wordt de boosdoener herkend en de bomen lokken dan predatoren die zich met veel plezier op de plaag storten. Iepen en dennen roepen bijvoorbeeld de hulp in van kleine wespen. Die leggen eitjes in de bladetende rupsen. Het nageslacht van de wesp eet de rups van binnen stukje bij beetje op. Luguber, maar heel functioneel!

Stel je voor dat de bomen Wifi signalen zouden uitzenden;
we zouden massaal bomen aanplanten
en daarbij waarschijnlijk onze planeet ook nog redden.
Maar jammer genoeg produceren ze alleen maar de zuurstof
die wij inademen.

Bomen versturen hun boodschappen echter niet alleen chemisch, maar ook elektrisch. Dat gebeurt met een snelheid van 1 cm per seconde. Om de snelheid te garanderen schakelen de bomen de hulp van schimmels in. Die werken net als de glasvezelleidingen van het internet. Eén theelepel bosgrond bevat een paar kilometer van die ‘zwamdraden’. In de loop der eeuwen kan zo één schimmel hele bossen verbinden. Door zijn leidingen worden signalen van de ene boom naar de andere doorgegeven en helpt hij boodschappen over insecten, droogte en andere gevaren uit te wisselen. Intussen spreekt zelfs de wetenschap van een ‘wood-wide-web’ dat door onze bossen heen loopt.

Een boom dat is een prachtig ding, je moet er alleen ogen voor hebben. Op school hadden we er een gedichtje over:

Een boom dat is een prachtig ding,
Hij staat gewoon waar hij staat,
Doet niet aan grotemensenpraat
en roept nooit ‘grote stommeling!’
wanneer je iets misschien niet weet
of altijd alles weer vergeet.
Hij knikt maar liever:’ ’t Is wel goed’,
en zegt  nooit wat je doen of laten moet.
Dus zou ’t er ooit van komen
dat grote mensen plotseling veranderen in bomen,
door de wind gewiegd, gesust,
nou, dat was dan een prachtig ding:
dan hadden alle kinderen rust!
(Hans Andreus)

Ja, bomen doen ons nadenken. Plato en Aristoteles dachten diep na onder de olijf- en vijgenbomen rond Athene. Boeddha vond verlichting onder een Peepal boom (een soort vijgenboom). In de Hof van Eden dachten Adam en Eva na over de boom van Kennis van Goed en Kwaad en de mysterieuze boom des levens laat nog steeds veel hersens kraken.
Ik heb bij enkele speciale bomen heel diepzinnige gedachten gehad.
In Californië heb ik me heel klein en onwetend gevoeld bij een reusachtige sequoia. De mammoetboom kan meer dan 80m hoog worden en een diameter van ongeveer 30m hebben. De oudste sequoia wordt geschat op 3200 jaar oud! Wat een geschiedenis moet deze boom hebben meegemaakt!

Nog in de VS, in de staat New York, bevindt zich een van mijn lievelingsbossen: de Sacred Grove. De profeet Joseph Smith verklaarde dat in dat bos God de Vader en Jezus Christus aan hem verschenen zijn. Ik heb in de stilte van dat jonge loofbos diep in mijn ziel gezocht, gevoeld en gekeken en ben als een wijzer mens dat bos uitgestapt.

De olijfboom, nog zo een boom om van te houden. Het is een boom die vele culturen, godsdiensten en mensen geïnspireerd heeft. De olijftak wordt nog steeds als symbool van vrede en geluk gezien. De bladeren van de olijfboom vallen nooit tegelijk af, zoals bij naaldbomen. Hij blijft dus altijd groen (olijfgroen). De boom kan heel oud worden, er kunnen nieuwe scheuten uit schijnbaar dode wortels schieten. Sommige bomen op de Olijfberg in Israël zijn meer dan 2000 jaar oud! De olijfboom staat symbool voor vrede, liefde, trouw en nog veel meer.
Verschillende jaren geleden bevond ik me in Israël op de Olijfberg in een olijfgaard. Omdat ik christen ben heeft deze plaats veel betekenis voor mij. Ik geloof dat Jezus Christus daar tussen die olijfbomen verzoening bracht tussen God en de mens. Ik herinner me nog goed de bitterzoete tijd die ik tussen die eeuwenoude bomen doorbracht. Ik heb daar tranen gelaten van verdriet om de immense pijn die daar geleden is. Maar er liepen ook tranen van vreugde over mijn wangen om de overwinning die daar behaald is.
Het is bijna Pasen en een gedeelte van het paasverhaal speelde zich op die Olijfberg af.

When we are racked or harrowed up or tormented by guiltor burdened with grief,
He can heal us.
While we do not fully understand how the Atonement of Christ was made,
we can experience the peace of God
which passeth all understanding.
(Boyd K. Packer)

‘Een boom is een prachtig ding. De kleine en grote raadsels en wonderen van bomen moeten we blijven koesteren. Onder het bladerdak spelen zich dagelijks drama’s en ontroerende liefdesgeschiedenissen af; dit is het laatste stuk voor onze huisdeur waar we nog avonturen kunnen beleven en geheimen kunnen ontdekken. En wie weet: misschien wordt op een dag inderdaad de taal van de bomen ontcijferd, waardoor we nog meer ongelooflijke verhalen horen. Maar tot dat gebeurt mag je bij je volgende boswandeling lekker je fantasie de vrije loop laten – zo ver van de realiteit verwijderd is die vaak niet eens!’ (Peter Wohlleben)

Tip van de blogster:

Bezoek een bos in de lente, je vindt er een wit anemonentapijt of een paarse hyacintenzee ( Hallerbos, Boelarebos, Buggenhoutbos )
Meer fantastische weetjes over bomen weten? Lees dan het boek ‘Het verborgen leven van bomen’ van Peter Wohlleben.

Bekijk het filmpje over ‘The three trees’

Een nieuwe lente.

De lente heeft de winter een ferme schop gegeven. Het koude seizoen geeft zich nog niet helemaal gewonnen, maar ik heb er goede hoop in dat het -volgens mij- mooiste jaargetijde gaat winnen. De dagen worden langer, de bloesems en de vroegbloeiers vieren al feest, de temperatuur vraagt af en toe al om lichte en vrolijke outfits en ik kijk uit naar het frisgroene kleurenpalet dat binnenkort de touwtjes in handen neemt.
De letterlijke lente is een feit, maar als ik zo eens om me heen kijk voel ik de noodzaak aan een andere, nieuwe lente, een geestelijke lente.
Het is hoog tijd dat de mens wakker wordt uit zijn winterslaap. Hij moet dringend zijn voorjaarsmoeheid afschudden en niet alleen dat, ook de dieper liggende moedeloosheid en lusteloosheid. Die hebben zich diep genesteld in de gedachte dat we ’toch niets kunnen veranderen’.

Jazeker, er zijn genoeg ‘dingen’ die we persoonlijk niet kunnen veranderen, zoals het promoten van haat tegen Europeanen door de Turkse president Erdogan, het misbruiken van kinderen, het partnergeweld, de terroristische aanslagen, het schenden van de mensenrechten op zoveel plaatsen in de wereld, de duizenden vluchtelingen, de economische crisis, de hoge belastingen, de onverdraagzaamheid, de achterklap, en nog zoveel meer.
Toch moeten we blijven geloven dat zelfs het kleinste goedgemikte steentje een verstrekkende rimpeling kan veroorzaken.
Nee, ik kan de wereldproblemen niet oplossen, maar het leven is zoveel meer dan al de negatieve berichten die ons verlammen.

I know that I can’t change the things happening globally, but I know I can make a difference in the world I live in.
I can choose to be kinder especially when I don’t feel like I want to be kind.
I can choose to see the best in others, even when they make it hard.
I can forgive as I know I need others to forgive me.
I can cast a stone, and see what happens.
And if I can, so can you.
(Mylissa De Meyere in mylissasreviewsandbookthoughts.com)

Ik krijg het op mijn zenuwen van ‘ik-kan-niet-mensen’. Meestal zijn dat personen die roepen dat ze iets niet kunnen nog voor ze het geprobeerd hebben.
Je merkt deze ‘ik-kan-niet’ houding zelfs bij jonge kinderen. Veel ouders hebben zo al ontdekt hoeveel geduld ze hebben. Ook een goede leerkracht onderzoekt de onderliggende drijfveer bij die ‘ik-kan-niet’ en stuurt het zelfvertrouwen bij, of doorprikt de luiheid of de onverschilligheid. Ik las in dit verband eens het verhaal over ‘de begrafenis van Ik kan niet’:

In de klas van juf Donna waren alle kinderen ijverig aan het schrijven. Ze moesten een lijst maken van dingen die ze niet konden:
Ik kan een voetbal geen 30 m ver weg schoppen.
Ik kan geen staartdelingen maken met getallen van meer dan drie cijfers.
Ik kan niet tennissen.
Ik kan niet van de koekjes blijven.
Ik kan niet …
Ook juf Donna was aan het schrijven:
Ik kan maar geen afspraak maken met Johns moeder.
Ik kan mijn dochter niet zo ver krijgen dat ze haar kamer grondig opruimt.
Ik krijg het niet gedaan dat …
Waarom concentreerden zij zich zo op negatieve dingen in plaats van een lijstje met ‘ik-kan-wel’ zinnen op te schrijven?
Wie klaar was stopte zijn papier in een lege schoenendoos die op het bureau van de onderwijzeres stond. Ook de juf legde haar papier in de doos. Toen alle lijstjes in de doos lagen, legde juf Donna het deksel er op, stak de doos onder haar arm, nam een schop en liep naar buiten. De leerlingen volgden.
Aan de andere kant van het schoolplein begon de juf te graven. Ze gingen hun negatieve opmerkingen over zichzelf begraven!
Alle leerlingen stonden hand in hand en juf Donna sprak een grafrede uit:
‘Kinderen, we zijn hier vandaag samengekomen om afscheid te nemen van Ik-kan-niet. Toen hij nog onder ons was, had hij op ieder van ons zijn invloed; op sommigen wat meer, op anderen wat minder. Zijn naam wordt echter niet alleen op school uitgesproken, maar ook thuis, in stadhuizen, in de hoofdsteden en ja, helaas ook in het parlement. Maar nu hebben wij Ik-kan-niet een laatste rustplaats gegeven. Hij wordt opgevolgd door zijn broers en zussen Ik-kan-wel, Ik-zal en Ik-zal-nu-meteen. Ze zijn niet zo bekend als hun beroemde familielid en ze zijn zeker nog lang niet zo sterk en machtig als hij. Maar misschien zullen ze ooit, met jullie hulp, meer invloed hebben in deze wereld.
(Chick Moorman)

Misschien kunnen we allemaal wel iets van dit verhaal leren. Ik weet nog toen ik thuis de woorden ‘ik kan niet’ uitsprak, dat mijn moeder er steeds hetzelfde zinnetje op liet volgen:
‘Zet je kan neer en gebruik je handen.’
Het heeft een tijdje geduurd voor ik begreep wat ze bedoelde en nog wat meer tijd voor ik het toepaste.

If we did all the things
we are capable of doing,
we would literally astound ourselves.
(Thomas Alva Edison)

Ik kan me vinden in wat Toon Hermans schreef:
Jammer dat er zoveel kan-ik-niet-mensen zijn. Ze maken hun eigen leven enger en nauwer en verminderen hun eigen kansen, kortom ze maken het leven een beetje armer dan het is. Daarom is het goed mensen tot iets aan te zetten. Ze een zetje te geven, en ze te wijzen op de talrijke mogelijkheden die er zijn. Ik weet niet hoe oud ik zal worden, maar ik blijf hopen op nieuwe impulsen en ik ben graag bereid om zelfs de laatste dag van mijn leven nog iets nieuws te beginnen.

Het is misschien gemakkelijker een ander een aanmoedigingsduwtje te geven dan onszelf in te peperen dat we het kunnen. Ik geloof er sterk in dat als je iets echt wil, dingen waar je met je hart naar hunkert, dat je dan ingevingen zal krijgen om iets te doen of iets te veranderen. Ik weet uit ervaring dat als je dan actie onderneemt en begint met te proberen, je heel wat zal ontwikkelen!

Life is not easy for any of us.
But what of that?
We must have perseverance
and above all confidence in ourselves.
We must believe that we are gifted for something
and that this thing must be attained.
(Marie Curie)

Ieder mens heeft talenten. Het is belangrijk hoe je met die gaven omgaat. Rome is niet op één dag gebouwd. Je kan je talent ontwikkelen op verschillende niveaus: professioneel of als hobby. Waar ben jij het gelukkigst mee?
Ik hou van kunst. Ik heb bewondering voor het talent van Rubens, van Van Dijck en van Monet. Ik kan met verwondering naar de etsen van Escher kijken, maar ook naar de aquarellen van een anonieme kunstenaar. In mijn hart was het verlangen om ook te kunnen schilderen. Ik kreeg de wijze raad van een kunstenares hoe ik dat zou kunnen verwezenlijken: Oefenen, oefenen, oefenen!
Is dat niet zo met alles wat we willen bereiken, wat we willen kunnen?
Het is ook belangrijk hoe je met kritiek omgaat, want vooral de Ik-kan-nietters zullen je trachten te ondermijnen.

Als je een stem hoort die zegt
‘Je kan niet schilderen’,
lieve hemel,
schilder dan!
Zo leg je deze stem het zwijgen op!
(Vincent Van Gogh)

Mensen die zeggen dat dit niet mogelijk is,
moeten degenen die ermee bezig zijn
niet in de weg zitten!

Weet je wat ook dodelijk is voor Ik-kan-niet? Je zelf geloven!
Een vogel die neerstrijkt op een tak, fladdert niet eerst rond om te berekenen of die tak wel niet zou breken. Nee, een vogel vertrouwt niet op de tak, maar op zijn eigen vleugels.
Als je in jezelf gelooft, dan begraaf je Ik-kan-niet.

I believe in myself. I do not mean to say this with egotism. But I believe in my capacity and in your capacity to do good, to make some contribution to the society of which we are a part and to grow and develop… I believe in the priciple that I can make a difference in this world, be it ever so small. (Gordon B. Hinckley)

Lente: nieuw leven! Niet voor niets valt Pasen in de lente. Hoe symbolisch is dit nieuwe leven in het planten- en dierenrijk voor de verrijzenis van Christus, dé ultieme belofte op een nieuw leven!

De lente verrijst opnieuw.
Wij moeten ook verrijzen tot een nieuwe lente, een nieuw geestelijk leven.
Ons niet laten ontmoedigen door de winter van ongeloof en onverdraagzaamheid.
God heeft de verrijzenis geschreven
in ieder blad van iedere boom.
Dus zeker ook in je arm mensenhart.
(Phil Bosmans)

 

Ow-O-O-Feelings …

Meestal kabbelen mijn dagen rustig de vierentwintig uren rond, maar af en toe zit er zo’n dag tussen dat mijn innerlijk wezen een rollercoaster van emoties ervaart.
Het begint al ’s morgens vroeg dat ik gefrustreerd door een vroege luidruchtige vogel wakker gekwetterd wordt. Chagrijnig stap ik met mijn verkeerde been uit bed en trek boos de gordijnen open. Een oranje-roze lucht verwarmt instant mijn hart en ik spring vlug op mijn ander been. Een zachte regendouche spoelt al mijn moeheid weg. Dankbaar maak ik mijn ontbijt klaar en tussen de happen door kijk ik geboeid naar de poes van de buren die echt denkt dat ze de baas is van onze tuin. Ik word afgeleid door het nieuws op de radio en verontwaardig luister ik hoe onze Noorderburen voor nazi’s worden uitgescholden. Het wereldnieuws geeft me een onbehaaglijk gevoel. Als even later de bel gaat, zie ik een vreemdeling voor de deur staan. Wantrouwend doe ik open: ‘of ik een pakje voor de buurvrouw kan aannemen en nog een goede dag!’ Een beetje beschaamd leg ik het pakje in de gang. Maar dan schalt een leuk melodietje uit mijn gsm en als ik de foto van mijn zoon zie verschijnen neem ik met een gelukkig gevoel op.
Ik kan zo nog een tijdje doorgaan dit blogbericht te overspoelen met mijn emotiegolven:
Hoe verrukt ik was een eerste citroenvlinder in onze tuin te zien fladderen, hoe ongerustheid het overnam na een telefoontje om met een kleinkind naar de spoeddienst te rijden, hoe verveeld ik stond aan te schuiven aan de kassa in de supermarkt, hoe uitgeblust ik thuiskwam, hoe een passage in een boek me hevig ontroerde, hoe machteloos en treurig ik me voelde na een filmpje op Facebook, hoe enthousiast ik Jo’s lievelingskostje klaarmaakte en hoe hoopvol ik ‘keukentroost’ van mij bezit liet nemen.

Keukentroost: het gevoel dat er in de keuken op het fornuis iets heerlijks staat te stoven en dat je geliefde zo dadelijk achter de beslagen ramen samen met jou aan de tafel gaat zitten en je tussen twee happen door tevreden zal aankijken (Nina George)

Ons leven is gevuld met positieve en negatieve belevingen van een gebeurtenis. Allerlei gevoelens komen bovendrijven bij de aanraking van iemands hand, de knuffel van een kind, het geluid van een draaiorgel, de geur van een parfum, een mooie zonsondergang, een kunstwerk, een gedicht, gelach, liefde, …
Of zoals ik las in ‘De boekenapotheek aan de Seine’ van Nina George: ‘Al die kleine gevoelens en aandoeningen waar geen therapeut zich voor interesseert omdat ze te klein en te ongrijpbaar zouden zijn. Het gevoel wanneer de zomer weer ten einde loopt. Of het besef dat je geen heel leven meer hebt om je plek te vinden. Of de lichte droefenis over een vriendschap die toch niet dieper wordt, waardoor je verder moet zoeken naar een zielsverwant voor het leven. Of de zwaarmoedigheid op de ochtend van je verjaardag. Heimwee naar de lucht van je kindertijd. Zulke dingen.’

Soms willen we wel dat we gevoelens konden weghouden. Kleine kinderen doen hun handen voor hun ogen als ze iets niet willen zien. Als volwassenen kunnen we onze ogen wel sluiten voor de dingen die we niet willen zien, maar kunnen we ons hart sluiten voor dingen die we niet willen voelen?

It’s impossible to live a life totally free of feelings.
God created all of us te be emotional creatures,
and feelings are a big part of our lives. (Joyce Meyer)

Misschien vinden we soms dat we te gevoelig zijn. Misschien vinden we dat een teken van zwakheid in deze rauwe maatschappij. Maar dat is het zeker niet. Anthon St Maarten schreef: ‘To feel intensely is not a sympton of weakness, it is the trademark of the truly alive and compassionate. There is no shame in expressing your authentic feelings, never be ashamed to let your tears shine a light in this world.’ 
Als frisse tiener keek ik in de cinema naar de film ‘West Side Story’ en ik herinner me nog heel goed de schaamte die ik voelde toen de felle lichten in de zaal aanknipten en ik met rode ogen en een snotterende neus naar buiten strompelde. Die schaamte hoeft dus niet. Maar gevoelens tonen blijft delicaat (daarom dat ik liever thuis een filmpje meepik en een zakdoek toegeschoven krijg van mijn man). Er zijn wel mensen die ermee te koop lopen, anderen vinden het wat moeilijker om hun gevoelens te tonen.

That was one of the saddest things about people –
their most important thoughts and feelings often
went unspoken and barely understood.
(Alexandra Adornetto)

Gevoelens, een vreemd mechanisme in een mensenwezen. Bang, blij, boos, verdrietig, … what’s in a name?
Gevoelens kunnen heel gecompliceerd zijn en dikwijls heel moeilijk te uiten. Simon Vestdijk zei zelf ‘dat hoe dieper de gevoelens, hoe moeilijker ze te uiten zijn.’
Er zijn al heel wat misverstanden gebeurd en mensen zijn diep gekwetst geworden doordat gevoelens verkeerd begrepen of verkeerd getoond werden.
Iedereen is wel al eens hevig geëmotioneerd en soms doen of zeggen we dan dingen waar we achteraf spijt van hebben.

Consider the rights of others before your own feelings,
and the feelings of others before your own rights.
(John Wooden)

We kunnen niet voorzichtig genoeg zijn met de gevoelens van een ander. Wat voor ons flauwekul lijkt, kan voor een ander mens diepe betekenis hebben.

Negatieve gevoelens zoals ontevredenheid, afgunst, woede en haat kunnen veel schade berokkenen aan je eigen ziel en de ziel van anderen.
Charles W. Penrose schreef er een passend gedicht over:

School thy feelings
Train thy warm, impulsive soul
Do not its emotions smother
But let wisdom’s voice control.
School thy feelings, there is power
in the cool, collected mind.
Passion shatters reason’s tower,
makes the clearest vision blind.

Men zegt wel eens dat het gevoel het verstand tegenwerkt. Als een negatief gevoel je overweldigt, probeer er dan iets tegen te doen. Bij boosheid gaat je hart sneller kloppen en je wordt echt warm en rood. Niet voor niets zeggen we dan dat we moeten afkoelen. Probeer weg te gaan uit de situatie die je zo boos maakte, drink een glas koud water, zonder je even af.
Wat ook helpt is je gevoelens serieus te nemen. Probeer na te gaan waarom je jaloers bent, of gefrustreerd, of gekwetst en werk dan aan een oplossing of laat dingen los.

Give yourself permission to
feel anger, pain, resentment …
Relax, then let it go
with love.

Allemaal gemakkelijker gezegd en geschreven en de ene mens is de andere niet. Soms zien we, horen we, of gebeuren er dingen in ons leven die in ons hart kruipen en alle goedheid en tederheid wegduwen. Geef geen voeding aan zulke gevoelens!

Feelings are much like waves,
we can’t stop them from coming
but we can choose which one
to surf.
(Jonathan Martensson)

Iedereen voelt zich ook al eens wat minder goed in zijn vel, maar als onzekerheid en gevoelens van minderwaardigheid in je hoofd blijven spoken moet je die echt het zwijgen opleggen. Lous C.K zei daarover: ‘You’ll be fine. Feeling unsure and lost is part of your path. Don’t avoid it. See what those feelings are showing you and use it. Take a deep breath. You’ll be okay. Even if you don’t feel okay all the time.
Of je kan als je gelovig bent, God vragen je te helpen jezelf te zien zoals Hij je ziet: van onschatbare waarde!

Jaren geleden kende niemand het begrip ‘emotionele intelligentie’. Gelukkig begrijpen meer en meer mensen dat verstand alleen niet genoeg is om een gelukkig mens te zijn. Door met gevoelens te leren omgaan ontwikkel je wijsheid. De ‘High Tech Wereld’ op zich is maar kil en afstandelijk. Het verschil tussen een robot en een mens zijn de gevoelens, je geestelijke en spirituele ontwikkeling, je ziel.

The best and most beautiful things in the world
cannot be seen or even touched.
They must be felt with the heart.
(Helen Keller)

Een van de dingen die je met je hart kan voelen is de werkelijkheid van een liefdevolle God. Ik heb de liefde van de Heer gevoeld in mijn leven en ben zo dankbaar daarvoor. Het is waarschijnlijk het moeilijkste gevoel om uit te leggen. God zei zelf over dat gevoel: ‘Ik zal u van mijn Geest meedelen, die uw verstand zal verlichten, die uw ziel met vreugde zal vervullen’ (L&V 11:13).
Dit gevoel ervaren is niet voor enkelingen, voor grijze profeten, voor mystici. Nee:

En de Geest geeft licht aan ieder mens die in de wereld komt;
en de Geest verlicht ieder mens ter wereld
die luistert naar de stem van de Geest.
En eenieder die luistert
naar de stem van de Geest,
komt tot God, ja, de Vader.
(L&V 84: 46-47)

Ik denk dat we als mens dingen ‘voelen’ om te groeien, om wijzer te worden, om medeleven te ontwikkelen, om liefdevoller te kunnen omgaan met onze medemens.
C.S. Lewis gaf echter een prachtige waarschuwing aan de mens in zijn boek ‘The Screwtape Letters’. Een die tot nadenken stemt:

The more often he feels without acting,
the less he will be able ever to act,
and,
in the long run,
the less he will be able to feel.

Ow -o – o – feelings : mooi, prachtig, ingewikkeld, broos, sterk.
Fantastisch toch om een mens te zijn!

De vrouw: kroon op de schepping?

Elk jaar in maart wordt dat geheimzinnige wezen, de vrouw, iets meer in de schijnwerpers geplaatst. Er zijn vrouwenmarsen, vrouwenprotesten, een vrouwendag, en in kranten, tijdschriften en radioprogramma’s krijgen straffe madammen even het hoogste woord.
Veel artikels gaan over feminisme, vrouwenrechten en de discriminatie van de vrouw. Ik heb er een aantal zien passeren en wil toch een paar gedachten en gevoelens met jullie delen.

Sue Lloyd Roberts schreef: ‘God is duidelijk geen feminist.’

Door de eeuwen heen hebben verschillende godsdiensten de vrouw naar beneden gehaald. Mannen vonden in schriftuur excuses om de vrouw te kleineren, te misbruiken, te verachten en te onderdrukken. Het scheppingsverhaal vertelt echter iets helemaal anders.

Woman is God’s supreme creation.
(Gordon B. Hinckley)

Pas nadat de aarde gevormd was, nadat de dag van de nacht gescheiden was, nadat de wateren verzameld waren, na de schepping van de planten en de dieren, en nadat de man op de aarde geplaatst was, toen pas werd de vrouw geschapen. Toen verklaarde God dat zijn werk af was en dat het goed was.

Eve became God’s final creation,
the grand summation
of all of the marvelous work that had gone before.
(Gordon B. Hinckley)

Dat de vrouw het hoogtepunt van de schepping was, werd gauw vergeten door het verkeerd begrijpen en interpreteren van de gebeurtenissen die zich in de Hof van Eden afspeelden. De schuld van alle ellende werd (wordt) in de schoot van de vrouw geworpen. In zo goed als de hele wereldgeschiedenis krijgt de vrouw een tweederangsrol. Ze werd gekleineerd en gedegenereerd tot slavin. Ze is misbruikt geworden en tot dom schepsel bestempeld. En toch zijn een paar van de grootste figuren in de schriften vrouwen, vrouwen met integriteit, grote mogelijkheden, groot geloof en grote verwezenlijkingen: Esther, Naomi, Ruth, Deborah, Sariah, Maria de moeder van Jezus, de zussen Martha en Maria, Maria van Magdala, … Jezus plaatste vrouwen op een belangrijke plaats, waarom hebben velen die zijn naam belijden dan daarin gefaald?

Een paar dagen geleden had er in het Europees Parlement een debat plaats over de loonkloof tussen mannen en vrouwen in Europa. Ik kon mijn oren niet geloven toen ik de Poolse Europarlementariër, Janusz Korwin-Mikke droogweg hoorde zeggen dat het niet meer dan logisch is dat vrouwen minder verdienen dan mannen, omdat ze zwakker, kleiner en minder slim zijn. Wat?

De vrouw ligt nog steeds onder vuur. Ze is te dik, te dun, te oud, te lelijk. Eén op de tien wordt in ons land ooit verkracht. Vier op de honderd verkrachters worden gestraft, dit wil zeggen 96 dus niet! Er worden hier nog teveel seksueel getinte moppen verteld en ongewenst in billen geknepen. En ja, ik weet wel dat de vrouwen hier in het Westen het goed hebben. In andere werelddelen is het pas echt erg.

Freedom
cannot be achieved
unless the
women
have been
emancipated
from all forms of
oppression.
(Nelson Mandela)

Ik vind het erg dat in vele landen vrouwen geen stem hebben en dus nooit kunnen laten horen hoe mooi, sterk en opbouwend hun geluid wel is. De stem van de vrouw is zo krachtig dat de maatschappij, wanneer haar het zwijgen opgelegd wordt, uit haar evenwicht geraakt en alles vervormd wordt (Newsha Kavakolian).
Ik vind het verschrikkelijk dat in sommige landen vrouwen verplicht worden een boerka te dragen en dus nooit de vrijheid zullen voelen van de wind die in hun haren speelt.
Ik vind het vreselijk dat in India meisjes vanaf zes jaar al getrouwd kunnen zijn, op tienerleeftijd al een paar keer moeder kunnen worden, en op twintigjarige leeftijd al een kapot lichaam kunnen hebben.
Ik vind het afschuwelijk dat in vele landen vrouwen vernederd en misbruikt worden.
Welke ziekelijke gedachte schuilt daar toch achter? Ik denk dat in al die landen nog steeds de gedachte heerst dat vrouwen minderwaardig zijn. Het kan toch niet zijn dat meisjes genitaal verminken, deze wrede vorm van vrouwenbesnijdenis,dat dit ècht cultureel erfgoed is?
In het Russisch parlement werd begin dit jaar een nieuwe wet goedgekeurd dat huiselijk geweld niet meer beschouwd zal worden als crimineel feit. Je vrouw slaan, is dat politiek?

In een ideale wereld speelt huidskleur, afkomst, gender en uiterlijk geen rol. Mannen, vrouwen, kinderen, elk mens, heeft daar gelijke aanspraak op veiligheid, vrijheid en rechtvaardigheid. Iedereen is daar gelijkwaardig. Iedere stem wordt gehoord. Zal feminisme dat teweegbrengen?

De feministische beweging streeft ernaar dat vrouwen dezelfde rechten en mogelijkheden als mannen krijgen. De eerste feministische golf streed eind 19de eeuw voor het vrouwenkiesrecht. Vanaf 1960 was er een tweede feministische golf, die vooral de klemtoon legde op de seksuele en financiële vrijheid van de vrouw. Vanaf 1990 kwam er een derde feministische golf, het powerfeminisme of girlpower.
Het feminisme heeft veel goeds voor de vrouw tot stand gebracht: kiesrecht, universitaire studies, carrièremogelijkheden, hulpverlening, enz.

Toch wil ik mezelf geen feministe noemen.Ik hoor je al denken ‘Waarom niet?’
Ik vind dat er veel strekkingen in het feminisme zijn en ik wil geen deel uitmaken van de groep vrouwen die zich superieur ten opzichte van mannen voelen, van degenen die beweren dat alle mannen vrouwen haten; van degenen die zeggen dat alle mannen onderdrukkers zijn en dat alle vrouwen onderdrukt worden. Ik wil niet behoren tot de groep die beweert dat mannen en vrouwen gelijk zijn, die het moederschap degenereren (zijn ze vergeten dat ze zelf niet zouden bestaan zonder de vrouw die hen het leven gaf?), die vrouwelijke eigenschappen onder de wetenschappelijke tafel vegen en liefst van al willen afschaffen.

Ik schaar me achter de uitspraak van Margaret D. Nadauld:

The world has enough women who are tough;
we need women who are tender.
There are enough women who are coarse;
we need women who are kind.
There are enough women who are rude;
we need women who are refined.
We have enough women of fame and fortune;
we need more women of faith.

Vrouwen zijn anders dan mannen. Ze zijn niet minder, maar ook niet meer. De vrouw is gelijkwaardig aan de man. Eeuwen geleden was dit al duidelijk voor de apostel Paulus:

Evenwel is de man niets zonder de vrouw,
en de vrouw niets zonder de man.
(1 Kor. 11:11)

Vrouwelijkheid is iets prachtigs. Het bevindt zich in ons liefhebben en beminnen, in onze spiritualiteit en ons geloof, in onze uitstraling en charme, in onze gevoeligheid en vriendelijkheid, in onze creativiteit en waardigheid. Vrouwelijkheid is onze stille, sterke kracht. Het ziet er bij elk meisje of vrouw verschillend uit, maar we bezitten het allemaal.

Femininity
is the divine adornment of
humanity.
(James E. Faust)

Ik ben dankbaar om een vrouw te zijn. Ik ben dankbaar om een vrouw te zijn in het vrije Westen. Ik besef heel goed dat in de meeste landen ter wereld vrouwen veel beperkter zijn in hun doen en laten dan dat ik hier kan zijn.
Ik wil ijveren voor gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen.
Ik wil ook ijveren voor het man-zijn en vrouw-zijn.
Ik besef dat ik maar een klein radertje ben in de politieke, sociale en culturele molen van het leven hier op aarde. Maar ik kan veel bereiken in de wereld dicht bij mij, in mijn gezin en mijn omgeving. Ik herken me in het korte verhaal van Pierre Rabhi:

De kolibrie ziet dat het bos in brand staat en haalt met zijn bek water uit de rivier om de brand te blussen. Een andere vogel lacht hem uit, maar de kolibrie antwoordt: “Ik doe mijn deel.”

Als iedereen zijn deel doet, dan bereiken we de ideale wereld waar mannen en vrouwen niet gelijk zijn, maar gelijkwaardig.

Tot slot een luchtig ‘vrouwendingetje’ dat ik herken in mezelf, in mijn dochter en in mijn vriendinnen:

Even heel snel een vriendin bellen
met maar één vraag
en twee uur later pas ophangen.
(Chrisje)

 

Het leven is vol wonderen!

Wat is dat, een wonder?
Bestaan er in deze moderne wereld nog wel wonderen?
Geloof jij in wonderen?
Alles wat we niet kunnen verklaren is een wonder en we gebruiken dat wonderlijke woord in verschillende contexten.
Toen ik klein was zong ik het liedje van de twee beren die broodjes smeerden:

‘k Zag twee beren broodjes smeren,
O, dat was een wonder!
’t Was een wonder, boven wonder
dat die beren smeren konden!
Hihihi, hahaha, ‘k stond erbij en ik keek ernaar.

En nee, ik heb geen trauma overgehouden aan het feit dat ik nooit beren een boterham zien smeren heb. Maar ik heb er ook mijn geloof in wonderen niet door verloren.
In mijn leven heb ik al dikwijls horen zeggen èn heb ik het ook dikwijls zelf gezegd: ‘Het is een wonder dat …’
Sommige mensen vinden een zonsopgang of zonsondergang een wonder, omdat het wel iets magisch heeft en dikwijls nog heel mooi is ook. Andere mensen merken die zonsondergang zelfs niet eens op of vinden dat maar alledaags; het gebeurt toch elke dag?
Zo is voor velen een telefoon een wonder omdat je met iemand kan praten die aan de andere kant van de wereld woont. Maar er zijn er genoeg die daar niet meer bij stil staan en zelfs de nieuwste smartphone maar gewoontjes vinden.
Ik vind een smartphone wel een wonder, en een computer ook, en een televisie, en nog veel meer dingen. Ik kan persoonlijk niet begrijpen hoe beeld en tekst van duizenden kilometers ver met één muisklik op mijn scherm verschijnen, een echt wonder vind ik dat. Maar veel mensen begrijpen deze wonderen wel en kunnen ze perfect uitleggen en verklaren met allerlei wiskundige en fysische wetten.

Miracles happen everyday,
change your perception of what a miracle is
and you’ll see them all around you.
John Bon Jovi

Al mijn dagen zijn gevuld met wonderen:

de liefde van mijn man,
de kleinkinderen rond de tafel,
de knuffel van een kind,
het ijsvogeltje aan de vijver,
het mailtje van een vriendin,
het telefoontje van mijn moeder,
een boekenrek vol boeken,
lezers van deze blog,
tomatensoep met balletjes,
vrede en rust.
Zoveel wonderen in alledaagse dingen.

We live on a blue planet
that circles around a ball of fire
next to a moon that moves the sea,
and you don’t believe in miracles?

Als sommige mensen je het woord ‘wonder’ horen uitspreken, dan denken ze dat je niet met beide voeten op de grond staat, dat je zweeft. Maar ik geloof echt in wonderen en ik denk wel dat ik nog steeds stevig met alle twee mijn voeten op de grond sta (behalve als ik een sprongetje van vreugde maak).
Ik heb al dikwijls meegemaakt dat hopeloze toestanden ‘als door een wonder’ een oplossing krijgen: een succesvolle gecompliceerde operatie, het stillen van immense pijn, een verloren kind terugvinden, een passende woonst …
Sommigen zullen zeggen dat dit geluk was, of toeval. Voor anderen kan iets wat gebeurd is geen wonder zijn, omdat het gebeurt – E. J. Ouweneel.

Het verbaast me niet dat ‘wonderen’ in onze maatschappij bestempeld worden als religieuze zweefdoenerij. Onze wereld heeft een lange geschiedenis van dingen verwerpen die men niet begrijpt, die men met zijn zintuigen niet kan verklaren. Maar omdat we iets niet met onze fysieke ogen kunnen zien, wil dat niet zeggen dat het niet bestaat. Volgens Dieter F. Uchtdorf is er inderdaad ‘meer in hemel en op aarde dan waarover gedroomd wordt in onze schoolboeken, wetenschappelijke tijdschriften en wereldse filosofieën. Het heelal is vol prachtige en verbazingwekkende wonderen – zaken die alleen geestelijke ogen kunnen begrijpen.’

I think miracles exist in part as gifts
and in part as clues
that there is something beyond
the flat world we see.
(Peggy Noonan)

‘Dringt het wel tot je door?’ Die vraag hebben we waarschijnlijk dikwijls in onze jeugdjaren gehoord van onze ouders en van leerkrachten. Maar misschien moeten we die vraag ook nu nog geregeld aan onszelf durven stellen: ‘Dringt het wel tot je door?’
We zien en horen veel dingen, maar staan er dikwijls niet bij stil. Ik heb waarschijnlijk al dikwijls ‘wonderen’ vlak onder mijn neus gekregen, maar net zoals in mijn kinderliedje ‘stond ik erbij en keek ik ernaar.’ Paulo Coelhoe zei:

Als alle dagen hetzelfde lijken,
ben je blind geworden
voor de wonderen in jouw bestaan.
De remedie is eenvoudig;
beter opletten.

Als we dus wonderen willen zien, moeten we misschien wat beter om ons heen kijken. Ik hou van de uitspraak van Lemony Snicket:

Miracles are like pimples,
because once you start looking fot them
you find more than you ever dreamed you’d see.

Het meest wonderlijke wonder op onze planeet is misschien wel het leven zelf in al zijn vormen: de natuur, de dieren, de mens.
Ja, het leven is vol wonderen en één daarvan ben jij!

Al de wonderen van de wereld
zijn slechts een schaduw
van het wonder
dat jij bent als mens.
(Patrick Hundus)

De mens is een wonder dat wonderen kan teweeg brengen. Door kleine menselijke uitingen zoals een vriendelijk woord, een glimlach, een schouderklop, een helpende hand gebeuren tal van wonderen. Als je wat in je binnenste zit, al je geloof, al je liefde, al je creativiteit, al je optimisme, al je talenten, als je dat naar buiten brengt, dan steek je wonderen in gang.

Weet je wat nog zo’n wonder is: Gods kracht. zien en voelen. Ik zie zijn wonder in het lieveheersbeestje, in het madeliefje, in het grassprietje, in de statige eik, in de zee en in de bergen. Ik zie zijn wonder in de genezing, in de vergeving, in de vriendschap, in de liefde. Ik laat het spijtig genoeg niet altijd tot mij doordringen. Maar op de momenten dat ik dat wel doe, dan voel ik het wonder van zijn bestaan. En door dat gevoel heb ik al veel verdriet, tegenslag en angsten overwonnen. Het is een wonder dat Wonder te mogen ervaren! En als een verlangd wonder niet gebeurt, dan kan ik er daardoor ook mee omgaan en kan ik ook begrijpen dat sommige wonderen wel even kunnen duren.

Some people think that a miracle is only a miracle if it happens instantaneously, but miracles can grow slowly and patience and faith can compel things to happen that otherwise never would have come to pass. (Boyd K. Packer)

Ik las ergens dat wonderen misschien niet gebeuren om iets te bewijzen, maar om ons te laten weten dat de fysische wereld niet zo stevig en echt en betrouwbaar is als we denken. Dat is toch een zin om over na te denken. zou het niet kunnen dat geestelijke krachten, goddelijke krachten, geestelijke wonderen, Gods wonderen,dat we die maar met geestelijke ogen kunnen zien?
Elke dag is een wonder. Ik wil mijn dagen niet voorbij lopen; ik wil als doel stellen om geen enkel wonder te missen.

The only way to live is
to accept each minute as
an unrepeatable miracle,
which is exactly what it is:
a miracle and unrepeatable.
(Margaret Storm Jameson)

Thank God for the miracles, right?

 

 

Als de stormen woeden …

 

Ik denk dat iedereen het verhaal nog wel kent van dat pientere, dappere, kleine ventje dat zichzelf en zijn broertjes in veiligheid bracht door gebruik te maken van de zevenmijlslaarzen.

Ik stel me zo voor wat Klein Duimpje zijn reactie was toen hij de reuzenlaarzen voor het eerst zag: ‘Oei! Ik ben veel te klein! Daar kan ik nooit mee vooruit, die zijn véél te groot!’
Of: ‘Wauw! Een nieuw vervoermiddel! Super! Dat zal ons hier wel wegkrijgen!’

Zou het kunnen dat we ons soms als Klein Duimpje voelen? Dat we de stormen om ons heen te groot en te woest vinden? Dat de rotsblokken op onze levensweg te groot lijken om er langs te gaan? Dat we onszelf te klein vinden om ook maar één stap vooruit te gaan?

One small crack does not mean
you are broken,
it means that you were put to the test
and you didn’t fall apart.
(Linda Poindexter)

Ik ben pas weer ‘een jaartje ouder’ geworden. Telkens als mijn getalletje groter wordt, denk ik aan wat er ook gegroeid is: wijsheid, kennis, ervaring, geloof en evenwichtigheid. Het was dan wel even slikken toen ik op mijn verjaardag in de spiegel onder mijn rijpere uiterlijk een twijfelende, kwetsbare vrouw zag. Een klein stemmetje fluisterde: ‘Dat is niet erg. Je moet nog zoveel leren van het leven. Zoals een boom pas in de storm laat zien hoe sterk hij is, zo zal ook deze storm in je leven je weer sterken. En dat heeft niets met leeftijd te maken.’

You never know how strong you are
until being strong
is the only choice you have.
(Bob Marley)

In de loop der jaren heb ik geleerd dat de mooie momenten in het leven èn de crisissen mijn ziel voedsel geven. In moelijke tijden staan we als het ware op een splitsing. We kunnen de weg nemen die ons laat concentreren op het negatieve, die onze hoop en ons vertrouwen verbrijzelt met wanhoop en ongeduld. We kunnen ook de andere weg kiezen en de moeilijke ervaring beschouwen als een kans om te zoeken naar mogelijkheden tot groei en hoop, en zo een innerlijke bron van rust en kracht ontdekken.
Pas op, bepaalde ervaringen zijn verschrikkelijk moeilijk te doorspartelen. Maar ik geloof dat als we naar het grotere geheel, het hele plaatje kijken, we gevoed zullen worden met licht en vreugde.

Wanneer we zouden kunnen inzien
dat alles, zelfs een tragedie,
een geschenk in vermomming is,
dan zouden we de beste manier gevonden hebben
om de ziel te voeden.
(Elisabeth Kübler-Ross)

Levensstormen kunnen ons leven verrijken. We gaan meer aandacht geven aan de belangrijkste aspecten in ons leven en zullen prioriteiten bijsturen. We zullen schijnbaar eenvoudige dingen opnieuw waarderen en beseffen wat er echt toe doet.
Als het figuurlijk stormt in mijn leven, dan zoek ik een hogere Bron op. Het bijbelverhaal over het stillen van de storm krijgt dan meer betekenis. Christus was aan het slapen op de boot toen er een grote storm losbrak. De golven sloegen over in het schip, zodat het water begon te bevatten. De apostelen maakten Jezus wakker en zeiden tegen Hem: ‘Meester, bekommert U zich er niet om dat wij vergaan?’
En Hij, wakker geworden, bestrafte de wind en zei tegen de zee: ‘Zwijg, wees stil!’
En de wind ging liggen en er kwam een grote stilte.(Markus 4: 38-39)
Toen draaide Christus zich naar zijn apostelen en vroeg: ‘Waar is je geloof?’
Christus herinnerde hen liefdevol aan het feit dat Hij een storm kan stillen.

Als we tot op ons bot door elkaar geschud worden, dan is het niet zo gemakkelijk om dit Bijbels verhaal te herinneren en te geloven dat Christus niet alleen letterlijke stormen, maar ook onze eigen levensstormen kan stillen. De stormwinden zullen misschien niet direct gaan liggen, zoals in Galilea, maar we kunnen zijn vrede voelen door kleine vingerafdrukken van zijn liefde voor ons.
In de lofzang ‘O vast als een rotssteen’ staan een paar verzen die mij al dikwijls kracht gegeven hebben als het even niet goed gaat:

Als voor diepe waat’ren gij eens komt te staan,
weet dat Ik een weg door de kolken u baan.
Ik blijf uw Beschermer, uw eeuwige Borg,
en wijd tot uw welzijn uw smart’lijkste zorg.
Als door bitter lijden Ik u roep te gaan,
en gij veel verdriet ondervindt op uw paân,
zo zal Ik in smarten van u geenszins vliên,
maar bijstand en hulpe in kommer u biên.

 

De weg, de bijstand en de hulp kunnen op zoveel verschillende manieren komen: een belletje, een email, een berichtje, een bezoekje, een knuffel …
Ik ga ook naar buiten, want de ‘struggle for life’ is te zien in de natuur. Deze week nam ik in de eerste lentezon gewapend met een snoeischaar en tuinhandschoenen onze tuin onder de loep. Ik verwijderde verdroogde plantenresten en onderaan de bruine, afgestorven stengels ontdekte ik dat er al nieuw leven begon te groeien. Ik merkte dat de knopjes in de beukenhaag beloftevol aan het zwellen zijn en de voorjaarsbloemen staken her en der hun kopje boven de grond: ‘Hallo, hier zijn we weer!’ Enkele goudvissen toonden met enige zwier dat ze de vrieskou en de reigerbezoeken hadden overleefd en genoten duidelijk van het frêle voorjaarszonnetje. Ik hoorde zelfs een paar vogels die midden februari al zo gek zijn om de lente in te luiden.
Ik voelde me zoals Toon Hermans het zei:

Ik geloof heel sterk dat het beeld van de natuur is, zoals het is, om onze geest te voeden. Het is er helemaal voor ons. Wij mogen het in ons opnemen, in onze blik en in ons hart, en ik ben er zeker van dat wanneer ons oog intens geniet van wat het ziet rondom in geuren en kleuren, dat het levende rondom ons dan een niet te onderschatten kracht kan geven aan ons eigen leven.

Een van mijn zonen heeft een zware ziekte mee te dragen. Hij is zo’n krachtige man. Kris Gelaude beschreef hem en mijn gevoel op deze manier:

Iemand die ziek is
kan meer kracht
in zich dragen,
dan wie gezond is.
Maar om het te zien moet je
stil genoeg luisteren.
Want het grootste wonder
voltrekt zich
vanbinnen.

Een mens kan zich niet alleen klein voelen omwille van zichzelf, maar ook omwille van een ander. Elke ouder zal me gelijk geven dat als je een kind ziet lijden, je je machteloos klein voelt. Je kan niets doen dan alleen maar liefhebben, afwachten en hopen. In die kleine ziekenhuiskamer voelde ik niet alleen mijn eigen nietigheid, maar ook de grootse heiligheid van Hem die alle pijnen gevoeld en doorstaan heeft.

De kamer
van iemand betreden
die ernstig ziek is,
doe je altijd zonder
het schoeisel
van eigen kunnen.
En met de grootste schroom.
Want de grond
waarop je je voeten zet
is meer dan ooit
heilige grond.
(Kris Gelaude)

De laatste tijd heb ik me meer dan eens nog kleiner dan Klein Duimpje gevoeld. Die kleinheid toelaten opent de deur naar warmte en licht. Ik heb me mogen verwarmen aan de warmte van mijn medemens. Ik voelde me verlicht door zoveel bouwstenen van geloof, hoop, vriendschap en vertrouwen.
Vol goede moed trek ik de zevenmijlslaarzen aan en wend me hoopvol naar het licht van morgen.

Worrying does not empty tomorrow of its troubles,
it empties today of its strenght.
(Corry ten Boom)

 

Vertrouwen: krachtig en kwetsbaar

 

Soms is het alsof het leven even stilstaat. Al het gekende wordt onzeker, hoop wankelt en angst probeert vertrouwen te verdringen. Het is geen leuke ervaring als onzekerheid terrein wint, want dan groeit de onrust in je ziel. En je weet wel dat je dan eigenlijk zou moeten vertrouwen, maar kan je het wel?

De kracht van vertrouwen
maakt onrust tot rust.
(dr. Eliza Laurillard)

Een van de fundamenten van een samenleving is vertrouwen. Dat geldt ook voor familiebanden, vriendschappen en andere relaties. Vertrouwen is een elementair deel in alle aspecten van ons leven. Het omvat eerlijkheid, respect, loyaliteit, integriteit, verantwoordelijkheid en loslaten.
Vertrouwen cirkelt in drie dimensies:
– je geeft vertrouwen
– je krijgt vertrouwen
– je hebt vertrouwen

Het is fijn als je mensen kan vertrouwen.
Het is fijn als men jou vertrouwt.
Vertrouwen is een krachtig iets, maar ook heel kwetsbaar. Als woorden en daden elkaar tegenspreken, dan verdwijnt het vertrouwen. Iemand volledig vertrouwen is soms moeilijk, omdat het risico bestaat dat je gekwetst wordt. Maar zonder vertrouwen kunnen mensen niet naar elkaar toegroeien en een liefdevolle relatie ontwikkelen.

Vriendschap en vertrouwen gaan hand in hand!

Als men opgroeit in een gezin waar je leert om andere mensen te vertrouwen en waar het veilig is om te zeggen wat je denkt en wat je voelt, dan vertrouw je in het volwassen leven meestal gemakkelijker mensen en geef je ook makkelijker het vertrouwen.
Ik mag me gelukkig prijzen dat ik in zo’n gezin groot geworden ben.

Wie geen vertrouwen in anderen stelt,
zal ook nimmer het vertrouwen van anderen winnen.
(Lao-Tse)

Maar er zijn momenten in ons leven dat vertrouwen in iets, in anderen of in onszelf niet meer genoeg is. Duisternis bekruipt je gedachten en angst strekt haar tentakels uit. Ken je die momenten? Ik wel. Ik heb dit al een paar keer meegemaakt: toen ik heel ernstig ziek was en niet wist of ik door het oog van de naald zou kunnen kruipen; toen mijn man jaren geleden een hersenvliesontsteking kreeg en ik niet wist of alles wel goed zou komen; toen mijn dochter door een pijnlijke echtscheiding ging en ik mijn hart voelde huilen; toen een kleinkind in het ziekenhuis belandde en ik besefte dat zorgen zich voorbij het ouderschap strekten; toen roddel en leugens mijn waarde aantastten en mijn eigen ik in een schaduw ronddwaalde; toen een zoon een levensbedreigende ziekte kreeg die tot vandaag scheurende gevolgen heeft.
Toen heb ik heel diep van binnen naar mijn vertrouwen moeten zoeken en ben ik op mijn knieën gegaan om de beloftes van de Man van Nazareth op de proef te stellen. Voor mijn lieve lezers die misschien zelfs niet weten over wie ik het heb: het is niet mijn bedoeling om te preken. Ik wil alleen maar zeggen dat, als er geen menselijke hulp meer is, er nog andere hulp is. En zoals Toon Hermans het zei: ‘Als je die hulp leert kennen, dan zie je hoe beperkt wij mensen zijn in de hulp die we elkaar kunnen bieden.’

Uit alles wat ik gezien heb,
heb ik geleerd
de Schepper te vertrouwen
voor alles wat ik niet gezien heb.
(Ralph Waldo Emerson)

Ik heb al heel mijn leven vertrouwd op God. Het klinkt misschien naïef, maar dat is het echt niet. Als je iemand vertrouwt, dan ben je overtuigt dat de ander de juiste keuzes maakt. Het is dan misschien niet zoals jij het zag, maar het klopt uiteindelijk wel.

Geloof is vertrouwen,
vertrouwen dat God ziet wat wij niet kunnen zien
en dat Hij weet wat wij niet weten.
(Dieter F. Uchtdorf)

In de Bijbel staat: ‘Vertrouw op de Here met uw ganse hart en steun op uw eigen inzicht niet’.
W. Mark Bassett zei dat zo:

Om in de Heer te geloven en op Hem te vertrouwen, moeten we erkennen dat zijn wijsheid de onze overstijgt. We moeten ook erkennen dat zijn plan ons de meest geestelijke ontwikkeling en lering biedt.

Is dat altijd gemakkelijk? Zeker niet! Maar ik weet dat ik altijd de keuze zal hebben om naar mijn angsten te luisteren – dat alles zal mislukken, dat het verkeerd zal uitdraaien, dat het niet zal lukken –
of te luisteren naar mijn vertrouwen:
Mijn vertrouwen in een nieuwe dag met goed nieuws,
vertrouwen in bemoedigende woorden die energie injecteren,
vertrouwen in de weg die voor mij ligt en hoopvolle kansen biedt,
vertrouwen in al het goede dat al gebeurd is, want dat heeft al wonderen verricht,
vertrouwen in God, dat alles wat Hij doet – iedere zegen die Hij mij schenkt en iedere zegen die Hij mij tijdelijk onthoudt – voor mijn eeuwig geluk is.

Door vertrouwen kan je de eerste stap zetten, moedig volhouden, dapper slikken, loslaten en aanvaarden.
Vertrouwen … vanzelfsprekend? Zeker niet. Dit mooi tekstje van Kris Gelaude beschrijft perfect mijn gevoelens:

Zullen wij
iedere avond
nog even opkijken
naar de sterren
om genoeg vertrouwen
te vinden
dat ons leert
aan de angst
te ontgroeien.

Ik heb dikwijls omhoog gekeken om mijn vertrouwen te sterken in die Goddelijke wijsheid en liefde.
Ik besef dat ik nog dikwijls omhoog zal kijken.

 

Want moed dat moet …

 

Af en toe geraak ik wel eens ‘vast’ op een internetsite. History Bites is er zo eentje van. Vorige week kon men er verschillende filmpjes bekijken over moedige mannen en vrouwen, die in WOII vele Joden gered hebben van de Holocaust.
Ongelooflijk wat een moed sommige mensen kunnen opbrengen. Heel wat anders dan de moed die ik mij deze week moest inblazen om mezelf een spuit te zetten.

Moed, wat is dat eigenlijk? Volgens Wikipedia is moed de bereidheid de confrontatie met lichamelijke pijn, tegenslag en levensbedreiging, onzekerheid, angst en intimidatie aan te gaan en te doorstaan. Een dikke boterham met heel wat beleg …
Door de geschiedenis en over de culturen heen werd moed steeds beschouwd als een grote deugd.
Vanaf we klein zijn tot ons sterfbed leren we helden kennen via sprookjes, jeugdverhalen, boeken, en teken- of andere films. Wie kent er niet Klein Duimpje, Harry Potter, Simba en Corrie ten Boom, om er een paar op te noemen?

In het echte leven ken ik ook veel moedige mensen. Vrienden en familieleden die moed uitstralen op verschillende terreinen: die risico’s durven nemen, die hun nek durven uitsteken, die weerstand niet uit de weg gaan, en die met een zekere grootsheid met pijn en lijden omgaan.

Applaus voor de moed om mens te zijn!

We leven in een buitengewone periode in de geschiedenis van onze aarde. De mensheid heeft bijna onbeperkte mogelijkheden. In het Westen kunnen we studeren wat we willen, we kunnen verre reizen maken en andere culturen leren kennen, en door de technologische vooruitgang komen zoveel dingen binnen handbereik.
Maar we worden ook met een groot aantal moeilijkheden geconfronteerd die echt geen ‘peanuts’ zijn.
We leven in een maatschappij waar zedelijke normen grotendeels opzij geschoven worden. We krijgen te maken met druk op allerlei fronten, van wat we eten en consumeren tot wat we denken en geloven. Er zijn bedrieglijke invloeden die het fatsoen naar beneden halen, van ‘f-woorden’ in films en cyberpesterijen tot politieke scheldpartijen. We worden geconfronteerd met mediaberichten die soms twijfelachtig en oppervlakkig zijn, soms ronduit leugenachtig en sensationeel en dikwijls verre van objectief. Oppervlakkige filosofieën binden de strijd aan met bestaande religies en de seculiere maatschappij wil elk nadenkend mens overtuigen van de belachelijkheid te geloven in een God.
Zijn wij moedig genoeg om daar tegenin te gaan?

Men kan niet standhouden als men met de voeten in het drijfzand van de publieke opinie en goedkeuring staat. We hebben de moed van een Daniël, een Abinadi, een Esther, een Moroni of een Joseph Smith nodig om standvastig in het goede te blijven. Zij waren moedig genoeg om niet het makkelijke, maar het goede te doen. (Thomas S. Monson)

Er wordt voortdurend van iedereen moed gevraagd. We moeten dagelijks moedig zijn – niet alleen in uiterst belangrijke situaties, maar vooral in de beslissingen die we nemen en in onze reacties op de gebeurtenissen om ons heen, zoals de verkiezingen in de US, de politieke aantijgingen in eigen land, de vluchtelingenaanpak en de vele kleine dingen in ons eigen gezinswereldje.
Carmen Sylva zei:

Gelukkig degene, die de moed bezit,
te zijn en te doen,
niet wat de openbare mening,
maar wat zijn geweten hem voorschrijft.

Thomas S. Monson formuleerde het zo: We hebben moed nodig om de juiste beslissingen te nemen – de moed om ‘nee’ te zeggen als dat nodig is, de moed om ‘ja’ te zeggen als dat van ons wordt verwacht, de moed om het goede te doen omdat dat juist is.

We hebben zoveel innerlijke moed nodig. Moed om voor het goede op te komen, ook als we bang zijn. Moed om te blijven geloven, ook als de kans bestaat dat we uitgelachen worden of daardoor vrienden verliezen. Wie voor het goede opkomt weet dat het risico bestaat dat hij niet aanvaard wordt of impopulair zal zijn.

The true badge of courage is
overcoming the fear of men
(Lynn G. Robbins)

Moed is niet alleen nodig in oorlogstijd of bij het horen van inbraakgeluiden bij jou thuis. Innerlijke moed omvat veel meer. Het is integer blijven in moeilijke situaties, maar ook als niemand het ziet. Het is de wasmachine blijven vullen, de strijk blijven doen; het is dat bezoekje, of dit telefoontje; het is de stugge hand reiken; het is blijven geloven in het goede; het is pal staan voor je principes. Met zoveel haat en commotie in de wereld hebben we moed nodig om de bittere verdeeldheid tussen ‘zij’ en ‘wij’ te vervangen door liefde.

Alledaagse moed heeft weinig getuigen.
Maar omdat u geen tromgeroffel of gejuich hoort,
is uw moed niet minder bewonderenswaardig.
(Robert Louis Stevenson)

Ja, het vraagt moed om te groeien en te worden wie je diep van binnen bent – E.E. Cummings.
We hebben op zoveel terreinen moed nodig! We hebben allemaal talenten, maar hebben we de moed om ervoor te gaan? Ik denk dat we onze dromen kunnen bereiken door te beseffen dat wat we ook doen, er altijd wel iemand is die je vertelt dat je verkeerd doet, dat het op niks trekt,of dat het helemaal niet uitmaakt.
Karl Raats schreef i.v.m. creatieve moed: ‘Of je wint iets, of je leert iets.’

De mens is een stuk natuur, met lentedagen en herfstdagen, met de warmte van de zomer en de kou van de winter. Omdat de mens het ritme van de zee volgt: eb en vloed. Omdat ons bestaan een voortdurende repetitie is van ‘leven’ en ‘sterven’.
Als je dit begrijpt, kun je vol moed en vertrouwen verder, want dan weet je dat na elke nacht weer een nieuwe morgen komt.
Als je dit aanvaarden kunt, zul je door dit regelmatig ‘op’ en ‘neer’ steeds dieper en vreugdevoller gaan leven. (Phil Bosmans)

Naast de moed die handelt,
bestaat de moed die aanvaardt.
(Jean-François-Anne Landriot)

Af en toe lijkt de pijn te intens, het uitzicht troosteloos, de toekomst somber.
Af en toe krijgt angst de overhand – kunnen we het wel – en is onze moed ver te zoeken.
Af en toe wordt het ons allemaal te veel en zakt de moed diep in onze schoenen. Maar dan zit het precies daar waar het moet zijn om de eerste stap te zetten.

Pas als je de moed toont je weg te gaan,
toont de weg zich aan jou.
(Paulo Coelho)

Schrijven over moed is makkelijker dan moedig te handelen. Ik heb in mijn leven nog geen heldendaden verricht die de krantenkoppen halen en geregeld stond ik in het drijfzand van publieke populariteit met mijn moed héél diep in mijn schoenen.
Ik heb al wat kwaaltjes doorzwommen en al verschillende ziekenhuizen kunnen bewonderen aan de binnenkant. Ik heb me al heel alleen en klein gevoeld.
Ik heb geschilderd, muziek gespeeld en boeken geschreven met het lawaai van criticasters in mijn oren. Soms ontnam me dat de moed om verder te doen.

Maar ik weet uit ervaring dat er ook telkens aanmoediging komt uit een andere hoek, van geliefden, van vrienden en zelfs van onbekenden. Ik weet dat als ik de kust niet uit het oog verlies, ik steeds de moed zal hebben om oceanen en bergen over te steken, om op te staan en te spreken, maar ook om soms te gaan zitten en zwijgend te luisteren.
De beste scheepslui staan aan wal, dat met een kwinkslag weten,  is iets wat ons moed kan geven om onze dromen te blijven najagen.
In deze harde, veroordelende wereld moeten we de moed hebben om liefde te blijven uitstrooien. Onze liefdevolle hand, hoe klein ook, kan een mens genezen en hem helpen zijn verloren moed terug te vinden.
Want moed … dat moet!

Moed, en niet de gulden middenweg,
verdient de goedkeurende glimlach van God.
(Thomas S. Monson)

Om moed op te doen van waargebeurde moed:
Even tijd maken om nu naar de bioscoop te gaan, of later thuis te chillen, met deze kanjer van een film over moedige vrouwen: ‘Hidden figures’

 

En om direct te kijken:

Over lego-blokjes en andere bouwstenen.

 

Toen ik onlangs een van de kleinkinderen enthousiast met de blokken van zijn nieuwe lego-doos allerlei fantastische bouwsels zag bouwen, vlogen mijn gedachten een twintigtal jaren terug. Enkele minuten lang zag en hoorde ik mijn eigen kinderen kastelen, raketten en ondefinieerbare vormen bouwen met de beroemde lego-blokjes.
En nog verder terug in de tijd was ik zelf ook creatief bezig met die steentjes. Wie heeft er trouwens niet met die onverwoestbare kunststofblokjes gespeeld?

LEGO is een Deens familiebedrijf en is de grootste speelgoedfabrikant van Europa en de tweede grootste van de wereld. Eigenlijk ben ik opgelucht dat in deze computerspelletjes-gevulde- wereld het eenvoudige bouwsteentje nog zo veel aantrekkingskracht heeft.
Wat de lego-stenen zo populair maakt, is volgens mij dat ze telkens opnieuw kunnen gebruikt worden. Een lego-steen kan de ene dag deel uitmaken van een auto en de volgende dag van een ruimteschip, een trein of een kasteel. Bovendien is het alsof de lego-blokjes een eeuwig leven hebben. Ik merk dat mijn kleinkinderen vandaag nog spelen met diezelfde lego-steentjes waar hun papa uren mee gespeeld heeft.

Het magische aan lego-blokjes is dat ze ondeelbaar zijn, ze hebben verschillende vormen en afmetingen en ze hebben hoeken en kantjes die ervoor zorgen dat ze tot alle denkbare bouwsels kunnen worden samengeklikt. Ze kunnen ook weer losgemaakt worden, zodat van dezelfde steentjes weer nieuwe dingen kunnen worden gemaakt.

Volgens Wikipedia kunnen twee logo-blokjes van 2×4 (met acht noppen) op 24 manieren worden vastgemaakt. Als die twee blokjes een andere kleur hebben, worden dat 48 manieren. Zes van zulke steentjes – van dezelfde kleur- zouden op meer dan 100 miljoen verschillende wijzen kunnen worden opgestapeld.
Ik duizel om de mogelijkheden die er zijn om 25 blokjes te combineren, of 100, of 1000 …

Ik trek graag de gelijkenis van lego-stenen naar de natuur, die is ook samengesteld uit bouwstenen. We noemen die stenen atomen. Atomen zijn de bouwstenen van alle materie.
De natuurfilosoof Demotricus vond het woord ‘atoom’ uit. Hij bedacht dat de natuur opgebouwd moest zijn uit kleine, onzichtbare bouwstenen die eeuwig, onveranderlijk en ondeelbaar waren. Demotricus stelde dat er oneindig veel verschillende atomen waren, sommige rond en glad, anderen onregelmatig en gebogen. Daardoor kunnen ze tot heel veel verschillende lichamen worden samengevoegd.

Vandaag weten we dat atomen in nog kleinere elementaire deeltjes kunnen verdeeld worden: de protonen, neutronen en elektronen. Misschien kunnen die ook nog verder verdeeld worden in nog kleinere deeltjes, zoals het Higgs-deeltje dat in 2012 ontdekt is, maar natuurkundigen zijn het erover eens dat er ergens een grens moet zijn: ondeelbare deeltjes waaruit de natuur is opgebouwd.

Als ik terugdenk aan mijn eerste scheikundelessen in de Middelbare school, dan ruik in nog de aparte geur van het lokaal, de speciale samenstelling van lessenaars en stoelen en de vele vreemde voorwerpen. Maar ik voel ook terug de verwondering, het ontzag en de blijdschap bij een zeker ‘ahaa’ moment. Het periodieke systeem of de tabel van Mendelejev bezorgde me niet alleen moeilijke oefeningen, maar ook een bevestiging van mijn geloof in verschillende bijbelverhalen.
Er zijn mensen die de wonderen die in de Schriften beschreven staan, zuiver symbolisch opvatten, en anderen bekijken ze op een letterlijke manier.
Het is fijn om diepe betekenissen aan de wonderen te geven, zoals bijvoorbeeld de saamhorigheid en het delen met anderen bij de broodvermenigvuldiging. Maar hoe verfrissend is het idee niet dat er ‘gespeeld’ wordt met bestaande elementen?

Ik geloof dat alleen al
de natuurwetenschap van de chemie
het bestaan van
een intelligente Schepper bewijst.
(Thomas Alva Edison)

In den beginne schiep God de hemel en de aarde (Genesis 1:1)
Dat scheppen wordt door sommigen als nonsens bestempeld, voor hen is de schepping een toevallige gebeurtenis.
Anderen zien de Schepper dan weer als een supertovenaar die met een of andere toverstok deze prachtige wereld uit het niets heeft gecreëerd.
Een heleboel gelovigen laten echter de betekenis van het Hebreeuwse woord voor scheppen diep bezinken in hun ziel. In het Hebreeuwse woord Barau (scheppen) zit geen enkele suggestie dat materie geschapen werd uit het niets. Integendeel, barau suggereert een ordening van reeds bestaande elementen.
Ik hou van deze zienswijze:

In den beginne organiseerde God de elementen. God gaf vorm aan de elementen.

En er stond een in hun midden die gelijk God was, en Hij zeide tot hen die bij Hem waren: Wij zullen naar beneden gaan, want er is ruimte daar, en wij zullen van deze stoffen nemen en wij zullen een aarde maken waarop dezen kunnen wonen; en wij zullen hen hiermee beproeven om te zien of zij alles zullen doen wat de Heer, hun God, hun ook zal gebieden (Abraham 3: 24-25).

Eén van de goddelijke eigenschappen die weliswaar in een onvolmaakte, embryonale vorm in de mens aanwezig is, is de drang om iets te creëren, iets te bouwen. Het is geweldig om dingen te mogen scheppen, of dat nu een dans, een muziekstuk, een boek, een schilderij of een speech is.

Als kinderen een bouwsel maken en het stort in, dan kan je verschillende reacties zien. Er zijn kinderen die boos worden, die de moed opgeven en dan maar heel de boel kapot slaan. Sommige kinderen laten de ruïne voor wat het is en gaan iets helemaal anders doen. Maar de meeste kinderen beginnen gewoon opnieuw te bouwen.
Als volwassenen kunnen we veel van die reacties leren.

Als alles instort,
betekent dat niets anders
dan de gelegenheid
de dingen opnieuw op te bouwen
op een betere manier.
(Susan Sarandon)

Wij spelen misschien niet letterlijk meer met bouwblokjes, hoewel menig groot geworden kind nog wel eens betrapt kan worden met legoblokjes. Er zijn zelfs kunstenaars over heel de wereld, die met veel enthousiasme en enorm veel geduld die bouwblokjes omvormen tot gigantische bouwwerken, of andere kunstvormen.
Met of zonder letterlijke blokjes, we zijn allemaal alle dagen aan het bouwen: stoffelijke, geestelijke, en emotionele dingen en toestanden. Spijtig dat er te dikwijls muren gebouwd worden en veel te weinig bruggen.
Misschien moeten we dit jaar ons wat meer openstellen om vensters te voorzien in onze muren en om deuren te openen…
En lijken sommige stenen op ons pad te zwaar om er iets moois mee te maken, of te klein om ons er zelfs voor te interesseren, of te grillig van vorm om er iets mee te bereiken, probeer dan inzicht te verkrijgen in het gezegde van J.W von Goethe:

Ook met stenen die ons de weg versperren,
kun je iets moois bouwen.

Heb je nog geen zin gekregen om iets te scheppen? Geniet dan van het lego-kunstwerk van Nathan Sawaya op dit filmpje: