Ow-O-O-Feelings …

Meestal kabbelen mijn dagen rustig de vierentwintig uren rond, maar af en toe zit er zo’n dag tussen dat mijn innerlijk wezen een rollercoaster van emoties ervaart.
Het begint al ’s morgens vroeg dat ik gefrustreerd door een vroege luidruchtige vogel wakker gekwetterd wordt. Chagrijnig stap ik met mijn verkeerde been uit bed en trek boos de gordijnen open. Een oranje-roze lucht verwarmt instant mijn hart en ik spring vlug op mijn ander been. Een zachte regendouche spoelt al mijn moeheid weg. Dankbaar maak ik mijn ontbijt klaar en tussen de happen door kijk ik geboeid naar de poes van de buren die echt denkt dat ze de baas is van onze tuin. Ik word afgeleid door het nieuws op de radio en verontwaardig luister ik hoe onze Noorderburen voor nazi’s worden uitgescholden. Het wereldnieuws geeft me een onbehaaglijk gevoel. Als even later de bel gaat, zie ik een vreemdeling voor de deur staan. Wantrouwend doe ik open: ‘of ik een pakje voor de buurvrouw kan aannemen en nog een goede dag!’ Een beetje beschaamd leg ik het pakje in de gang. Maar dan schalt een leuk melodietje uit mijn gsm en als ik de foto van mijn zoon zie verschijnen neem ik met een gelukkig gevoel op.
Ik kan zo nog een tijdje doorgaan dit blogbericht te overspoelen met mijn emotiegolven:
Hoe verrukt ik was een eerste citroenvlinder in onze tuin te zien fladderen, hoe ongerustheid het overnam na een telefoontje om met een kleinkind naar de spoeddienst te rijden, hoe verveeld ik stond aan te schuiven aan de kassa in de supermarkt, hoe uitgeblust ik thuiskwam, hoe een passage in een boek me hevig ontroerde, hoe machteloos en treurig ik me voelde na een filmpje op Facebook, hoe enthousiast ik Jo’s lievelingskostje klaarmaakte en hoe hoopvol ik ‘keukentroost’ van mij bezit liet nemen.

Keukentroost: het gevoel dat er in de keuken op het fornuis iets heerlijks staat te stoven en dat je geliefde zo dadelijk achter de beslagen ramen samen met jou aan de tafel gaat zitten en je tussen twee happen door tevreden zal aankijken (Nina George)

Ons leven is gevuld met positieve en negatieve belevingen van een gebeurtenis. Allerlei gevoelens komen bovendrijven bij de aanraking van iemands hand, de knuffel van een kind, het geluid van een draaiorgel, de geur van een parfum, een mooie zonsondergang, een kunstwerk, een gedicht, gelach, liefde, …
Of zoals ik las in ‘De boekenapotheek aan de Seine’ van Nina George: ‘Al die kleine gevoelens en aandoeningen waar geen therapeut zich voor interesseert omdat ze te klein en te ongrijpbaar zouden zijn. Het gevoel wanneer de zomer weer ten einde loopt. Of het besef dat je geen heel leven meer hebt om je plek te vinden. Of de lichte droefenis over een vriendschap die toch niet dieper wordt, waardoor je verder moet zoeken naar een zielsverwant voor het leven. Of de zwaarmoedigheid op de ochtend van je verjaardag. Heimwee naar de lucht van je kindertijd. Zulke dingen.’

Soms willen we wel dat we gevoelens konden weghouden. Kleine kinderen doen hun handen voor hun ogen als ze iets niet willen zien. Als volwassenen kunnen we onze ogen wel sluiten voor de dingen die we niet willen zien, maar kunnen we ons hart sluiten voor dingen die we niet willen voelen?

It’s impossible to live a life totally free of feelings.
God created all of us te be emotional creatures,
and feelings are a big part of our lives. (Joyce Meyer)

Misschien vinden we soms dat we te gevoelig zijn. Misschien vinden we dat een teken van zwakheid in deze rauwe maatschappij. Maar dat is het zeker niet. Anthon St Maarten schreef: ‘To feel intensely is not a sympton of weakness, it is the trademark of the truly alive and compassionate. There is no shame in expressing your authentic feelings, never be ashamed to let your tears shine a light in this world.’ 
Als frisse tiener keek ik in de cinema naar de film ‘West Side Story’ en ik herinner me nog heel goed de schaamte die ik voelde toen de felle lichten in de zaal aanknipten en ik met rode ogen en een snotterende neus naar buiten strompelde. Die schaamte hoeft dus niet. Maar gevoelens tonen blijft delicaat (daarom dat ik liever thuis een filmpje meepik en een zakdoek toegeschoven krijg van mijn man). Er zijn wel mensen die ermee te koop lopen, anderen vinden het wat moeilijker om hun gevoelens te tonen.

That was one of the saddest things about people –
their most important thoughts and feelings often
went unspoken and barely understood.
(Alexandra Adornetto)

Gevoelens, een vreemd mechanisme in een mensenwezen. Bang, blij, boos, verdrietig, … what’s in a name?
Gevoelens kunnen heel gecompliceerd zijn en dikwijls heel moeilijk te uiten. Simon Vestdijk zei zelf ‘dat hoe dieper de gevoelens, hoe moeilijker ze te uiten zijn.’
Er zijn al heel wat misverstanden gebeurd en mensen zijn diep gekwetst geworden doordat gevoelens verkeerd begrepen of verkeerd getoond werden.
Iedereen is wel al eens hevig geëmotioneerd en soms doen of zeggen we dan dingen waar we achteraf spijt van hebben.

Consider the rights of others before your own feelings,
and the feelings of others before your own rights.
(John Wooden)

We kunnen niet voorzichtig genoeg zijn met de gevoelens van een ander. Wat voor ons flauwekul lijkt, kan voor een ander mens diepe betekenis hebben.

Negatieve gevoelens zoals ontevredenheid, afgunst, woede en haat kunnen veel schade berokkenen aan je eigen ziel en de ziel van anderen.
Charles W. Penrose schreef er een passend gedicht over:

School thy feelings
Train thy warm, impulsive soul
Do not its emotions smother
But let wisdom’s voice control.
School thy feelings, there is power
in the cool, collected mind.
Passion shatters reason’s tower,
makes the clearest vision blind.

Men zegt wel eens dat het gevoel het verstand tegenwerkt. Als een negatief gevoel je overweldigt, probeer er dan iets tegen te doen. Bij boosheid gaat je hart sneller kloppen en je wordt echt warm en rood. Niet voor niets zeggen we dan dat we moeten afkoelen. Probeer weg te gaan uit de situatie die je zo boos maakte, drink een glas koud water, zonder je even af.
Wat ook helpt is je gevoelens serieus te nemen. Probeer na te gaan waarom je jaloers bent, of gefrustreerd, of gekwetst en werk dan aan een oplossing of laat dingen los.

Give yourself permission to
feel anger, pain, resentment …
Relax, then let it go
with love.

Allemaal gemakkelijker gezegd en geschreven en de ene mens is de andere niet. Soms zien we, horen we, of gebeuren er dingen in ons leven die in ons hart kruipen en alle goedheid en tederheid wegduwen. Geef geen voeding aan zulke gevoelens!

Feelings are much like waves,
we can’t stop them from coming
but we can choose which one
to surf.
(Jonathan Martensson)

Iedereen voelt zich ook al eens wat minder goed in zijn vel, maar als onzekerheid en gevoelens van minderwaardigheid in je hoofd blijven spoken moet je die echt het zwijgen opleggen. Lous C.K zei daarover: ‘You’ll be fine. Feeling unsure and lost is part of your path. Don’t avoid it. See what those feelings are showing you and use it. Take a deep breath. You’ll be okay. Even if you don’t feel okay all the time.
Of je kan als je gelovig bent, God vragen je te helpen jezelf te zien zoals Hij je ziet: van onschatbare waarde!

Jaren geleden kende niemand het begrip ‘emotionele intelligentie’. Gelukkig begrijpen meer en meer mensen dat verstand alleen niet genoeg is om een gelukkig mens te zijn. Door met gevoelens te leren omgaan ontwikkel je wijsheid. De ‘High Tech Wereld’ op zich is maar kil en afstandelijk. Het verschil tussen een robot en een mens zijn de gevoelens, je geestelijke en spirituele ontwikkeling, je ziel.

The best and most beautiful things in the world
cannot be seen or even touched.
They must be felt with the heart.
(Helen Keller)

Een van de dingen die je met je hart kan voelen is de werkelijkheid van een liefdevolle God. Ik heb de liefde van de Heer gevoeld in mijn leven en ben zo dankbaar daarvoor. Het is waarschijnlijk het moeilijkste gevoel om uit te leggen. God zei zelf over dat gevoel: ‘Ik zal u van mijn Geest meedelen, die uw verstand zal verlichten, die uw ziel met vreugde zal vervullen’ (L&V 11:13).
Dit gevoel ervaren is niet voor enkelingen, voor grijze profeten, voor mystici. Nee:

En de Geest geeft licht aan ieder mens die in de wereld komt;
en de Geest verlicht ieder mens ter wereld
die luistert naar de stem van de Geest.
En eenieder die luistert
naar de stem van de Geest,
komt tot God, ja, de Vader.
(L&V 84: 46-47)

Ik denk dat we als mens dingen ‘voelen’ om te groeien, om wijzer te worden, om medeleven te ontwikkelen, om liefdevoller te kunnen omgaan met onze medemens.
C.S. Lewis gaf echter een prachtige waarschuwing aan de mens in zijn boek ‘The Screwtape Letters’. Een die tot nadenken stemt:

The more often he feels without acting,
the less he will be able ever to act,
and,
in the long run,
the less he will be able to feel.

Ow -o – o – feelings : mooi, prachtig, ingewikkeld, broos, sterk.
Fantastisch toch om een mens te zijn!

De vrouw: kroon op de schepping?

Elk jaar in maart wordt dat geheimzinnige wezen, de vrouw, iets meer in de schijnwerpers geplaatst. Er zijn vrouwenmarsen, vrouwenprotesten, een vrouwendag, en in kranten, tijdschriften en radioprogramma’s krijgen straffe madammen even het hoogste woord.
Veel artikels gaan over feminisme, vrouwenrechten en de discriminatie van de vrouw. Ik heb er een aantal zien passeren en wil toch een paar gedachten en gevoelens met jullie delen.

Sue Lloyd Roberts schreef: ‘God is duidelijk geen feminist.’

Door de eeuwen heen hebben verschillende godsdiensten de vrouw naar beneden gehaald. Mannen vonden in schriftuur excuses om de vrouw te kleineren, te misbruiken, te verachten en te onderdrukken. Het scheppingsverhaal vertelt echter iets helemaal anders.

Woman is God’s supreme creation.
(Gordon B. Hinckley)

Pas nadat de aarde gevormd was, nadat de dag van de nacht gescheiden was, nadat de wateren verzameld waren, na de schepping van de planten en de dieren, en nadat de man op de aarde geplaatst was, toen pas werd de vrouw geschapen. Toen verklaarde God dat zijn werk af was en dat het goed was.

Eve became God’s final creation,
the grand summation
of all of the marvelous work that had gone before.
(Gordon B. Hinckley)

Dat de vrouw het hoogtepunt van de schepping was, werd gauw vergeten door het verkeerd begrijpen en interpreteren van de gebeurtenissen die zich in de Hof van Eden afspeelden. De schuld van alle ellende werd (wordt) in de schoot van de vrouw geworpen. In zo goed als de hele wereldgeschiedenis krijgt de vrouw een tweederangsrol. Ze werd gekleineerd en gedegenereerd tot slavin. Ze is misbruikt geworden en tot dom schepsel bestempeld. En toch zijn een paar van de grootste figuren in de schriften vrouwen, vrouwen met integriteit, grote mogelijkheden, groot geloof en grote verwezenlijkingen: Esther, Naomi, Ruth, Deborah, Sariah, Maria de moeder van Jezus, de zussen Martha en Maria, Maria van Magdala, … Jezus plaatste vrouwen op een belangrijke plaats, waarom hebben velen die zijn naam belijden dan daarin gefaald?

Een paar dagen geleden had er in het Europees Parlement een debat plaats over de loonkloof tussen mannen en vrouwen in Europa. Ik kon mijn oren niet geloven toen ik de Poolse Europarlementariër, Janusz Korwin-Mikke droogweg hoorde zeggen dat het niet meer dan logisch is dat vrouwen minder verdienen dan mannen, omdat ze zwakker, kleiner en minder slim zijn. Wat?

De vrouw ligt nog steeds onder vuur. Ze is te dik, te dun, te oud, te lelijk. Eén op de tien wordt in ons land ooit verkracht. Vier op de honderd verkrachters worden gestraft, dit wil zeggen 96 dus niet! Er worden hier nog teveel seksueel getinte moppen verteld en ongewenst in billen geknepen. En ja, ik weet wel dat de vrouwen hier in het Westen het goed hebben. In andere werelddelen is het pas echt erg.

Freedom
cannot be achieved
unless the
women
have been
emancipated
from all forms of
oppression.
(Nelson Mandela)

Ik vind het erg dat in vele landen vrouwen geen stem hebben en dus nooit kunnen laten horen hoe mooi, sterk en opbouwend hun geluid wel is. De stem van de vrouw is zo krachtig dat de maatschappij, wanneer haar het zwijgen opgelegd wordt, uit haar evenwicht geraakt en alles vervormd wordt (Newsha Kavakolian).
Ik vind het verschrikkelijk dat in sommige landen vrouwen verplicht worden een boerka te dragen en dus nooit de vrijheid zullen voelen van de wind die in hun haren speelt.
Ik vind het vreselijk dat in India meisjes vanaf zes jaar al getrouwd kunnen zijn, op tienerleeftijd al een paar keer moeder kunnen worden, en op twintigjarige leeftijd al een kapot lichaam kunnen hebben.
Ik vind het afschuwelijk dat in vele landen vrouwen vernederd en misbruikt worden.
Welke ziekelijke gedachte schuilt daar toch achter? Ik denk dat in al die landen nog steeds de gedachte heerst dat vrouwen minderwaardig zijn. Het kan toch niet zijn dat meisjes genitaal verminken, deze wrede vorm van vrouwenbesnijdenis,dat dit ècht cultureel erfgoed is?
In het Russisch parlement werd begin dit jaar een nieuwe wet goedgekeurd dat huiselijk geweld niet meer beschouwd zal worden als crimineel feit. Je vrouw slaan, is dat politiek?

In een ideale wereld speelt huidskleur, afkomst, gender en uiterlijk geen rol. Mannen, vrouwen, kinderen, elk mens, heeft daar gelijke aanspraak op veiligheid, vrijheid en rechtvaardigheid. Iedereen is daar gelijkwaardig. Iedere stem wordt gehoord. Zal feminisme dat teweegbrengen?

De feministische beweging streeft ernaar dat vrouwen dezelfde rechten en mogelijkheden als mannen krijgen. De eerste feministische golf streed eind 19de eeuw voor het vrouwenkiesrecht. Vanaf 1960 was er een tweede feministische golf, die vooral de klemtoon legde op de seksuele en financiële vrijheid van de vrouw. Vanaf 1990 kwam er een derde feministische golf, het powerfeminisme of girlpower.
Het feminisme heeft veel goeds voor de vrouw tot stand gebracht: kiesrecht, universitaire studies, carrièremogelijkheden, hulpverlening, enz.

Toch wil ik mezelf geen feministe noemen.Ik hoor je al denken ‘Waarom niet?’
Ik vind dat er veel strekkingen in het feminisme zijn en ik wil geen deel uitmaken van de groep vrouwen die zich superieur ten opzichte van mannen voelen, van degenen die beweren dat alle mannen vrouwen haten; van degenen die zeggen dat alle mannen onderdrukkers zijn en dat alle vrouwen onderdrukt worden. Ik wil niet behoren tot de groep die beweert dat mannen en vrouwen gelijk zijn, die het moederschap degenereren (zijn ze vergeten dat ze zelf niet zouden bestaan zonder de vrouw die hen het leven gaf?), die vrouwelijke eigenschappen onder de wetenschappelijke tafel vegen en liefst van al willen afschaffen.

Ik schaar me achter de uitspraak van Margaret D. Nadauld:

The world has enough women who are tough;
we need women who are tender.
There are enough women who are coarse;
we need women who are kind.
There are enough women who are rude;
we need women who are refined.
We have enough women of fame and fortune;
we need more women of faith.

Vrouwen zijn anders dan mannen. Ze zijn niet minder, maar ook niet meer. De vrouw is gelijkwaardig aan de man. Eeuwen geleden was dit al duidelijk voor de apostel Paulus:

Evenwel is de man niets zonder de vrouw,
en de vrouw niets zonder de man.
(1 Kor. 11:11)

Vrouwelijkheid is iets prachtigs. Het bevindt zich in ons liefhebben en beminnen, in onze spiritualiteit en ons geloof, in onze uitstraling en charme, in onze gevoeligheid en vriendelijkheid, in onze creativiteit en waardigheid. Vrouwelijkheid is onze stille, sterke kracht. Het ziet er bij elk meisje of vrouw verschillend uit, maar we bezitten het allemaal.

Femininity
is the divine adornment of
humanity.
(James E. Faust)

Ik ben dankbaar om een vrouw te zijn. Ik ben dankbaar om een vrouw te zijn in het vrije Westen. Ik besef heel goed dat in de meeste landen ter wereld vrouwen veel beperkter zijn in hun doen en laten dan dat ik hier kan zijn.
Ik wil ijveren voor gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen.
Ik wil ook ijveren voor het man-zijn en vrouw-zijn.
Ik besef dat ik maar een klein radertje ben in de politieke, sociale en culturele molen van het leven hier op aarde. Maar ik kan veel bereiken in de wereld dicht bij mij, in mijn gezin en mijn omgeving. Ik herken me in het korte verhaal van Pierre Rabhi:

De kolibrie ziet dat het bos in brand staat en haalt met zijn bek water uit de rivier om de brand te blussen. Een andere vogel lacht hem uit, maar de kolibrie antwoordt: “Ik doe mijn deel.”

Als iedereen zijn deel doet, dan bereiken we de ideale wereld waar mannen en vrouwen niet gelijk zijn, maar gelijkwaardig.

Tot slot een luchtig ‘vrouwendingetje’ dat ik herken in mezelf, in mijn dochter en in mijn vriendinnen:

Even heel snel een vriendin bellen
met maar één vraag
en twee uur later pas ophangen.
(Chrisje)

 

Het leven is vol wonderen!

Wat is dat, een wonder?
Bestaan er in deze moderne wereld nog wel wonderen?
Geloof jij in wonderen?
Alles wat we niet kunnen verklaren is een wonder en we gebruiken dat wonderlijke woord in verschillende contexten.
Toen ik klein was zong ik het liedje van de twee beren die broodjes smeerden:

‘k Zag twee beren broodjes smeren,
O, dat was een wonder!
’t Was een wonder, boven wonder
dat die beren smeren konden!
Hihihi, hahaha, ‘k stond erbij en ik keek ernaar.

En nee, ik heb geen trauma overgehouden aan het feit dat ik nooit beren een boterham zien smeren heb. Maar ik heb er ook mijn geloof in wonderen niet door verloren.
In mijn leven heb ik al dikwijls horen zeggen èn heb ik het ook dikwijls zelf gezegd: ‘Het is een wonder dat …’
Sommige mensen vinden een zonsopgang of zonsondergang een wonder, omdat het wel iets magisch heeft en dikwijls nog heel mooi is ook. Andere mensen merken die zonsondergang zelfs niet eens op of vinden dat maar alledaags; het gebeurt toch elke dag?
Zo is voor velen een telefoon een wonder omdat je met iemand kan praten die aan de andere kant van de wereld woont. Maar er zijn er genoeg die daar niet meer bij stil staan en zelfs de nieuwste smartphone maar gewoontjes vinden.
Ik vind een smartphone wel een wonder, en een computer ook, en een televisie, en nog veel meer dingen. Ik kan persoonlijk niet begrijpen hoe beeld en tekst van duizenden kilometers ver met één muisklik op mijn scherm verschijnen, een echt wonder vind ik dat. Maar veel mensen begrijpen deze wonderen wel en kunnen ze perfect uitleggen en verklaren met allerlei wiskundige en fysische wetten.

Miracles happen everyday,
change your perception of what a miracle is
and you’ll see them all around you.
John Bon Jovi

Al mijn dagen zijn gevuld met wonderen:

de liefde van mijn man,
de kleinkinderen rond de tafel,
de knuffel van een kind,
het ijsvogeltje aan de vijver,
het mailtje van een vriendin,
het telefoontje van mijn moeder,
een boekenrek vol boeken,
lezers van deze blog,
tomatensoep met balletjes,
vrede en rust.
Zoveel wonderen in alledaagse dingen.

We live on a blue planet
that circles around a ball of fire
next to a moon that moves the sea,
and you don’t believe in miracles?

Als sommige mensen je het woord ‘wonder’ horen uitspreken, dan denken ze dat je niet met beide voeten op de grond staat, dat je zweeft. Maar ik geloof echt in wonderen en ik denk wel dat ik nog steeds stevig met alle twee mijn voeten op de grond sta (behalve als ik een sprongetje van vreugde maak).
Ik heb al dikwijls meegemaakt dat hopeloze toestanden ‘als door een wonder’ een oplossing krijgen: een succesvolle gecompliceerde operatie, het stillen van immense pijn, een verloren kind terugvinden, een passende woonst …
Sommigen zullen zeggen dat dit geluk was, of toeval. Voor anderen kan iets wat gebeurd is geen wonder zijn, omdat het gebeurt – E. J. Ouweneel.

Het verbaast me niet dat ‘wonderen’ in onze maatschappij bestempeld worden als religieuze zweefdoenerij. Onze wereld heeft een lange geschiedenis van dingen verwerpen die men niet begrijpt, die men met zijn zintuigen niet kan verklaren. Maar omdat we iets niet met onze fysieke ogen kunnen zien, wil dat niet zeggen dat het niet bestaat. Volgens Dieter F. Uchtdorf is er inderdaad ‘meer in hemel en op aarde dan waarover gedroomd wordt in onze schoolboeken, wetenschappelijke tijdschriften en wereldse filosofieën. Het heelal is vol prachtige en verbazingwekkende wonderen – zaken die alleen geestelijke ogen kunnen begrijpen.’

I think miracles exist in part as gifts
and in part as clues
that there is something beyond
the flat world we see.
(Peggy Noonan)

‘Dringt het wel tot je door?’ Die vraag hebben we waarschijnlijk dikwijls in onze jeugdjaren gehoord van onze ouders en van leerkrachten. Maar misschien moeten we die vraag ook nu nog geregeld aan onszelf durven stellen: ‘Dringt het wel tot je door?’
We zien en horen veel dingen, maar staan er dikwijls niet bij stil. Ik heb waarschijnlijk al dikwijls ‘wonderen’ vlak onder mijn neus gekregen, maar net zoals in mijn kinderliedje ‘stond ik erbij en keek ik ernaar.’ Paulo Coelhoe zei:

Als alle dagen hetzelfde lijken,
ben je blind geworden
voor de wonderen in jouw bestaan.
De remedie is eenvoudig;
beter opletten.

Als we dus wonderen willen zien, moeten we misschien wat beter om ons heen kijken. Ik hou van de uitspraak van Lemony Snicket:

Miracles are like pimples,
because once you start looking fot them
you find more than you ever dreamed you’d see.

Het meest wonderlijke wonder op onze planeet is misschien wel het leven zelf in al zijn vormen: de natuur, de dieren, de mens.
Ja, het leven is vol wonderen en één daarvan ben jij!

Al de wonderen van de wereld
zijn slechts een schaduw
van het wonder
dat jij bent als mens.
(Patrick Hundus)

De mens is een wonder dat wonderen kan teweeg brengen. Door kleine menselijke uitingen zoals een vriendelijk woord, een glimlach, een schouderklop, een helpende hand gebeuren tal van wonderen. Als je wat in je binnenste zit, al je geloof, al je liefde, al je creativiteit, al je optimisme, al je talenten, als je dat naar buiten brengt, dan steek je wonderen in gang.

Weet je wat nog zo’n wonder is: Gods kracht. zien en voelen. Ik zie zijn wonder in het lieveheersbeestje, in het madeliefje, in het grassprietje, in de statige eik, in de zee en in de bergen. Ik zie zijn wonder in de genezing, in de vergeving, in de vriendschap, in de liefde. Ik laat het spijtig genoeg niet altijd tot mij doordringen. Maar op de momenten dat ik dat wel doe, dan voel ik het wonder van zijn bestaan. En door dat gevoel heb ik al veel verdriet, tegenslag en angsten overwonnen. Het is een wonder dat Wonder te mogen ervaren! En als een verlangd wonder niet gebeurt, dan kan ik er daardoor ook mee omgaan en kan ik ook begrijpen dat sommige wonderen wel even kunnen duren.

Some people think that a miracle is only a miracle if it happens instantaneously, but miracles can grow slowly and patience and faith can compel things to happen that otherwise never would have come to pass. (Boyd K. Packer)

Ik las ergens dat wonderen misschien niet gebeuren om iets te bewijzen, maar om ons te laten weten dat de fysische wereld niet zo stevig en echt en betrouwbaar is als we denken. Dat is toch een zin om over na te denken. zou het niet kunnen dat geestelijke krachten, goddelijke krachten, geestelijke wonderen, Gods wonderen,dat we die maar met geestelijke ogen kunnen zien?
Elke dag is een wonder. Ik wil mijn dagen niet voorbij lopen; ik wil als doel stellen om geen enkel wonder te missen.

The only way to live is
to accept each minute as
an unrepeatable miracle,
which is exactly what it is:
a miracle and unrepeatable.
(Margaret Storm Jameson)

Thank God for the miracles, right?

 

 

Als de stormen woeden …

 

Ik denk dat iedereen het verhaal nog wel kent van dat pientere, dappere, kleine ventje dat zichzelf en zijn broertjes in veiligheid bracht door gebruik te maken van de zevenmijlslaarzen.

Ik stel me zo voor wat Klein Duimpje zijn reactie was toen hij de reuzenlaarzen voor het eerst zag: ‘Oei! Ik ben veel te klein! Daar kan ik nooit mee vooruit, die zijn véél te groot!’
Of: ‘Wauw! Een nieuw vervoermiddel! Super! Dat zal ons hier wel wegkrijgen!’

Zou het kunnen dat we ons soms als Klein Duimpje voelen? Dat we de stormen om ons heen te groot en te woest vinden? Dat de rotsblokken op onze levensweg te groot lijken om er langs te gaan? Dat we onszelf te klein vinden om ook maar één stap vooruit te gaan?

One small crack does not mean
you are broken,
it means that you were put to the test
and you didn’t fall apart.
(Linda Poindexter)

Ik ben pas weer ‘een jaartje ouder’ geworden. Telkens als mijn getalletje groter wordt, denk ik aan wat er ook gegroeid is: wijsheid, kennis, ervaring, geloof en evenwichtigheid. Het was dan wel even slikken toen ik op mijn verjaardag in de spiegel onder mijn rijpere uiterlijk een twijfelende, kwetsbare vrouw zag. Een klein stemmetje fluisterde: ‘Dat is niet erg. Je moet nog zoveel leren van het leven. Zoals een boom pas in de storm laat zien hoe sterk hij is, zo zal ook deze storm in je leven je weer sterken. En dat heeft niets met leeftijd te maken.’

You never know how strong you are
until being strong
is the only choice you have.
(Bob Marley)

In de loop der jaren heb ik geleerd dat de mooie momenten in het leven èn de crisissen mijn ziel voedsel geven. In moelijke tijden staan we als het ware op een splitsing. We kunnen de weg nemen die ons laat concentreren op het negatieve, die onze hoop en ons vertrouwen verbrijzelt met wanhoop en ongeduld. We kunnen ook de andere weg kiezen en de moeilijke ervaring beschouwen als een kans om te zoeken naar mogelijkheden tot groei en hoop, en zo een innerlijke bron van rust en kracht ontdekken.
Pas op, bepaalde ervaringen zijn verschrikkelijk moeilijk te doorspartelen. Maar ik geloof dat als we naar het grotere geheel, het hele plaatje kijken, we gevoed zullen worden met licht en vreugde.

Wanneer we zouden kunnen inzien
dat alles, zelfs een tragedie,
een geschenk in vermomming is,
dan zouden we de beste manier gevonden hebben
om de ziel te voeden.
(Elisabeth Kübler-Ross)

Levensstormen kunnen ons leven verrijken. We gaan meer aandacht geven aan de belangrijkste aspecten in ons leven en zullen prioriteiten bijsturen. We zullen schijnbaar eenvoudige dingen opnieuw waarderen en beseffen wat er echt toe doet.
Als het figuurlijk stormt in mijn leven, dan zoek ik een hogere Bron op. Het bijbelverhaal over het stillen van de storm krijgt dan meer betekenis. Christus was aan het slapen op de boot toen er een grote storm losbrak. De golven sloegen over in het schip, zodat het water begon te bevatten. De apostelen maakten Jezus wakker en zeiden tegen Hem: ‘Meester, bekommert U zich er niet om dat wij vergaan?’
En Hij, wakker geworden, bestrafte de wind en zei tegen de zee: ‘Zwijg, wees stil!’
En de wind ging liggen en er kwam een grote stilte.(Markus 4: 38-39)
Toen draaide Christus zich naar zijn apostelen en vroeg: ‘Waar is je geloof?’
Christus herinnerde hen liefdevol aan het feit dat Hij een storm kan stillen.

Als we tot op ons bot door elkaar geschud worden, dan is het niet zo gemakkelijk om dit Bijbels verhaal te herinneren en te geloven dat Christus niet alleen letterlijke stormen, maar ook onze eigen levensstormen kan stillen. De stormwinden zullen misschien niet direct gaan liggen, zoals in Galilea, maar we kunnen zijn vrede voelen door kleine vingerafdrukken van zijn liefde voor ons.
In de lofzang ‘O vast als een rotssteen’ staan een paar verzen die mij al dikwijls kracht gegeven hebben als het even niet goed gaat:

Als voor diepe waat’ren gij eens komt te staan,
weet dat Ik een weg door de kolken u baan.
Ik blijf uw Beschermer, uw eeuwige Borg,
en wijd tot uw welzijn uw smart’lijkste zorg.
Als door bitter lijden Ik u roep te gaan,
en gij veel verdriet ondervindt op uw paân,
zo zal Ik in smarten van u geenszins vliên,
maar bijstand en hulpe in kommer u biên.

 

De weg, de bijstand en de hulp kunnen op zoveel verschillende manieren komen: een belletje, een email, een berichtje, een bezoekje, een knuffel …
Ik ga ook naar buiten, want de ‘struggle for life’ is te zien in de natuur. Deze week nam ik in de eerste lentezon gewapend met een snoeischaar en tuinhandschoenen onze tuin onder de loep. Ik verwijderde verdroogde plantenresten en onderaan de bruine, afgestorven stengels ontdekte ik dat er al nieuw leven begon te groeien. Ik merkte dat de knopjes in de beukenhaag beloftevol aan het zwellen zijn en de voorjaarsbloemen staken her en der hun kopje boven de grond: ‘Hallo, hier zijn we weer!’ Enkele goudvissen toonden met enige zwier dat ze de vrieskou en de reigerbezoeken hadden overleefd en genoten duidelijk van het frêle voorjaarszonnetje. Ik hoorde zelfs een paar vogels die midden februari al zo gek zijn om de lente in te luiden.
Ik voelde me zoals Toon Hermans het zei:

Ik geloof heel sterk dat het beeld van de natuur is, zoals het is, om onze geest te voeden. Het is er helemaal voor ons. Wij mogen het in ons opnemen, in onze blik en in ons hart, en ik ben er zeker van dat wanneer ons oog intens geniet van wat het ziet rondom in geuren en kleuren, dat het levende rondom ons dan een niet te onderschatten kracht kan geven aan ons eigen leven.

Een van mijn zonen heeft een zware ziekte mee te dragen. Hij is zo’n krachtige man. Kris Gelaude beschreef hem en mijn gevoel op deze manier:

Iemand die ziek is
kan meer kracht
in zich dragen,
dan wie gezond is.
Maar om het te zien moet je
stil genoeg luisteren.
Want het grootste wonder
voltrekt zich
vanbinnen.

Een mens kan zich niet alleen klein voelen omwille van zichzelf, maar ook omwille van een ander. Elke ouder zal me gelijk geven dat als je een kind ziet lijden, je je machteloos klein voelt. Je kan niets doen dan alleen maar liefhebben, afwachten en hopen. In die kleine ziekenhuiskamer voelde ik niet alleen mijn eigen nietigheid, maar ook de grootse heiligheid van Hem die alle pijnen gevoeld en doorstaan heeft.

De kamer
van iemand betreden
die ernstig ziek is,
doe je altijd zonder
het schoeisel
van eigen kunnen.
En met de grootste schroom.
Want de grond
waarop je je voeten zet
is meer dan ooit
heilige grond.
(Kris Gelaude)

De laatste tijd heb ik me meer dan eens nog kleiner dan Klein Duimpje gevoeld. Die kleinheid toelaten opent de deur naar warmte en licht. Ik heb me mogen verwarmen aan de warmte van mijn medemens. Ik voelde me verlicht door zoveel bouwstenen van geloof, hoop, vriendschap en vertrouwen.
Vol goede moed trek ik de zevenmijlslaarzen aan en wend me hoopvol naar het licht van morgen.

Worrying does not empty tomorrow of its troubles,
it empties today of its strenght.
(Corry ten Boom)

 

Vertrouwen: krachtig en kwetsbaar

 

Soms is het alsof het leven even stilstaat. Al het gekende wordt onzeker, hoop wankelt en angst probeert vertrouwen te verdringen. Het is geen leuke ervaring als onzekerheid terrein wint, want dan groeit de onrust in je ziel. En je weet wel dat je dan eigenlijk zou moeten vertrouwen, maar kan je het wel?

De kracht van vertrouwen
maakt onrust tot rust.
(dr. Eliza Laurillard)

Een van de fundamenten van een samenleving is vertrouwen. Dat geldt ook voor familiebanden, vriendschappen en andere relaties. Vertrouwen is een elementair deel in alle aspecten van ons leven. Het omvat eerlijkheid, respect, loyaliteit, integriteit, verantwoordelijkheid en loslaten.
Vertrouwen cirkelt in drie dimensies:
– je geeft vertrouwen
– je krijgt vertrouwen
– je hebt vertrouwen

Het is fijn als je mensen kan vertrouwen.
Het is fijn als men jou vertrouwt.
Vertrouwen is een krachtig iets, maar ook heel kwetsbaar. Als woorden en daden elkaar tegenspreken, dan verdwijnt het vertrouwen. Iemand volledig vertrouwen is soms moeilijk, omdat het risico bestaat dat je gekwetst wordt. Maar zonder vertrouwen kunnen mensen niet naar elkaar toegroeien en een liefdevolle relatie ontwikkelen.

Vriendschap en vertrouwen gaan hand in hand!

Als men opgroeit in een gezin waar je leert om andere mensen te vertrouwen en waar het veilig is om te zeggen wat je denkt en wat je voelt, dan vertrouw je in het volwassen leven meestal gemakkelijker mensen en geef je ook makkelijker het vertrouwen.
Ik mag me gelukkig prijzen dat ik in zo’n gezin groot geworden ben.

Wie geen vertrouwen in anderen stelt,
zal ook nimmer het vertrouwen van anderen winnen.
(Lao-Tse)

Maar er zijn momenten in ons leven dat vertrouwen in iets, in anderen of in onszelf niet meer genoeg is. Duisternis bekruipt je gedachten en angst strekt haar tentakels uit. Ken je die momenten? Ik wel. Ik heb dit al een paar keer meegemaakt: toen ik heel ernstig ziek was en niet wist of ik door het oog van de naald zou kunnen kruipen; toen mijn man jaren geleden een hersenvliesontsteking kreeg en ik niet wist of alles wel goed zou komen; toen mijn dochter door een pijnlijke echtscheiding ging en ik mijn hart voelde huilen; toen een kleinkind in het ziekenhuis belandde en ik besefte dat zorgen zich voorbij het ouderschap strekten; toen roddel en leugens mijn waarde aantastten en mijn eigen ik in een schaduw ronddwaalde; toen een zoon een levensbedreigende ziekte kreeg die tot vandaag scheurende gevolgen heeft.
Toen heb ik heel diep van binnen naar mijn vertrouwen moeten zoeken en ben ik op mijn knieën gegaan om de beloftes van de Man van Nazareth op de proef te stellen. Voor mijn lieve lezers die misschien zelfs niet weten over wie ik het heb: het is niet mijn bedoeling om te preken. Ik wil alleen maar zeggen dat, als er geen menselijke hulp meer is, er nog andere hulp is. En zoals Toon Hermans het zei: ‘Als je die hulp leert kennen, dan zie je hoe beperkt wij mensen zijn in de hulp die we elkaar kunnen bieden.’

Uit alles wat ik gezien heb,
heb ik geleerd
de Schepper te vertrouwen
voor alles wat ik niet gezien heb.
(Ralph Waldo Emerson)

Ik heb al heel mijn leven vertrouwd op God. Het klinkt misschien naïef, maar dat is het echt niet. Als je iemand vertrouwt, dan ben je overtuigt dat de ander de juiste keuzes maakt. Het is dan misschien niet zoals jij het zag, maar het klopt uiteindelijk wel.

Geloof is vertrouwen,
vertrouwen dat God ziet wat wij niet kunnen zien
en dat Hij weet wat wij niet weten.
(Dieter F. Uchtdorf)

In de Bijbel staat: ‘Vertrouw op de Here met uw ganse hart en steun op uw eigen inzicht niet’.
W. Mark Bassett zei dat zo:

Om in de Heer te geloven en op Hem te vertrouwen, moeten we erkennen dat zijn wijsheid de onze overstijgt. We moeten ook erkennen dat zijn plan ons de meest geestelijke ontwikkeling en lering biedt.

Is dat altijd gemakkelijk? Zeker niet! Maar ik weet dat ik altijd de keuze zal hebben om naar mijn angsten te luisteren – dat alles zal mislukken, dat het verkeerd zal uitdraaien, dat het niet zal lukken –
of te luisteren naar mijn vertrouwen:
Mijn vertrouwen in een nieuwe dag met goed nieuws,
vertrouwen in bemoedigende woorden die energie injecteren,
vertrouwen in de weg die voor mij ligt en hoopvolle kansen biedt,
vertrouwen in al het goede dat al gebeurd is, want dat heeft al wonderen verricht,
vertrouwen in God, dat alles wat Hij doet – iedere zegen die Hij mij schenkt en iedere zegen die Hij mij tijdelijk onthoudt – voor mijn eeuwig geluk is.

Door vertrouwen kan je de eerste stap zetten, moedig volhouden, dapper slikken, loslaten en aanvaarden.
Vertrouwen … vanzelfsprekend? Zeker niet. Dit mooi tekstje van Kris Gelaude beschrijft perfect mijn gevoelens:

Zullen wij
iedere avond
nog even opkijken
naar de sterren
om genoeg vertrouwen
te vinden
dat ons leert
aan de angst
te ontgroeien.

Ik heb dikwijls omhoog gekeken om mijn vertrouwen te sterken in die Goddelijke wijsheid en liefde.
Ik besef dat ik nog dikwijls omhoog zal kijken.

 

Want moed dat moet …

 

Af en toe geraak ik wel eens ‘vast’ op een internetsite. History Bites is er zo eentje van. Vorige week kon men er verschillende filmpjes bekijken over moedige mannen en vrouwen, die in WOII vele Joden gered hebben van de Holocaust.
Ongelooflijk wat een moed sommige mensen kunnen opbrengen. Heel wat anders dan de moed die ik mij deze week moest inblazen om mezelf een spuit te zetten.

Moed, wat is dat eigenlijk? Volgens Wikipedia is moed de bereidheid de confrontatie met lichamelijke pijn, tegenslag en levensbedreiging, onzekerheid, angst en intimidatie aan te gaan en te doorstaan. Een dikke boterham met heel wat beleg …
Door de geschiedenis en over de culturen heen werd moed steeds beschouwd als een grote deugd.
Vanaf we klein zijn tot ons sterfbed leren we helden kennen via sprookjes, jeugdverhalen, boeken, en teken- of andere films. Wie kent er niet Klein Duimpje, Harry Potter, Simba en Corrie ten Boom, om er een paar op te noemen?

In het echte leven ken ik ook veel moedige mensen. Vrienden en familieleden die moed uitstralen op verschillende terreinen: die risico’s durven nemen, die hun nek durven uitsteken, die weerstand niet uit de weg gaan, en die met een zekere grootsheid met pijn en lijden omgaan.

Applaus voor de moed om mens te zijn!

We leven in een buitengewone periode in de geschiedenis van onze aarde. De mensheid heeft bijna onbeperkte mogelijkheden. In het Westen kunnen we studeren wat we willen, we kunnen verre reizen maken en andere culturen leren kennen, en door de technologische vooruitgang komen zoveel dingen binnen handbereik.
Maar we worden ook met een groot aantal moeilijkheden geconfronteerd die echt geen ‘peanuts’ zijn.
We leven in een maatschappij waar zedelijke normen grotendeels opzij geschoven worden. We krijgen te maken met druk op allerlei fronten, van wat we eten en consumeren tot wat we denken en geloven. Er zijn bedrieglijke invloeden die het fatsoen naar beneden halen, van ‘f-woorden’ in films en cyberpesterijen tot politieke scheldpartijen. We worden geconfronteerd met mediaberichten die soms twijfelachtig en oppervlakkig zijn, soms ronduit leugenachtig en sensationeel en dikwijls verre van objectief. Oppervlakkige filosofieën binden de strijd aan met bestaande religies en de seculiere maatschappij wil elk nadenkend mens overtuigen van de belachelijkheid te geloven in een God.
Zijn wij moedig genoeg om daar tegenin te gaan?

Men kan niet standhouden als men met de voeten in het drijfzand van de publieke opinie en goedkeuring staat. We hebben de moed van een Daniël, een Abinadi, een Esther, een Moroni of een Joseph Smith nodig om standvastig in het goede te blijven. Zij waren moedig genoeg om niet het makkelijke, maar het goede te doen. (Thomas S. Monson)

Er wordt voortdurend van iedereen moed gevraagd. We moeten dagelijks moedig zijn – niet alleen in uiterst belangrijke situaties, maar vooral in de beslissingen die we nemen en in onze reacties op de gebeurtenissen om ons heen, zoals de verkiezingen in de US, de politieke aantijgingen in eigen land, de vluchtelingenaanpak en de vele kleine dingen in ons eigen gezinswereldje.
Carmen Sylva zei:

Gelukkig degene, die de moed bezit,
te zijn en te doen,
niet wat de openbare mening,
maar wat zijn geweten hem voorschrijft.

Thomas S. Monson formuleerde het zo: We hebben moed nodig om de juiste beslissingen te nemen – de moed om ‘nee’ te zeggen als dat nodig is, de moed om ‘ja’ te zeggen als dat van ons wordt verwacht, de moed om het goede te doen omdat dat juist is.

We hebben zoveel innerlijke moed nodig. Moed om voor het goede op te komen, ook als we bang zijn. Moed om te blijven geloven, ook als de kans bestaat dat we uitgelachen worden of daardoor vrienden verliezen. Wie voor het goede opkomt weet dat het risico bestaat dat hij niet aanvaard wordt of impopulair zal zijn.

The true badge of courage is
overcoming the fear of men
(Lynn G. Robbins)

Moed is niet alleen nodig in oorlogstijd of bij het horen van inbraakgeluiden bij jou thuis. Innerlijke moed omvat veel meer. Het is integer blijven in moeilijke situaties, maar ook als niemand het ziet. Het is de wasmachine blijven vullen, de strijk blijven doen; het is dat bezoekje, of dit telefoontje; het is de stugge hand reiken; het is blijven geloven in het goede; het is pal staan voor je principes. Met zoveel haat en commotie in de wereld hebben we moed nodig om de bittere verdeeldheid tussen ‘zij’ en ‘wij’ te vervangen door liefde.

Alledaagse moed heeft weinig getuigen.
Maar omdat u geen tromgeroffel of gejuich hoort,
is uw moed niet minder bewonderenswaardig.
(Robert Louis Stevenson)

Ja, het vraagt moed om te groeien en te worden wie je diep van binnen bent – E.E. Cummings.
We hebben op zoveel terreinen moed nodig! We hebben allemaal talenten, maar hebben we de moed om ervoor te gaan? Ik denk dat we onze dromen kunnen bereiken door te beseffen dat wat we ook doen, er altijd wel iemand is die je vertelt dat je verkeerd doet, dat het op niks trekt,of dat het helemaal niet uitmaakt.
Karl Raats schreef i.v.m. creatieve moed: ‘Of je wint iets, of je leert iets.’

De mens is een stuk natuur, met lentedagen en herfstdagen, met de warmte van de zomer en de kou van de winter. Omdat de mens het ritme van de zee volgt: eb en vloed. Omdat ons bestaan een voortdurende repetitie is van ‘leven’ en ‘sterven’.
Als je dit begrijpt, kun je vol moed en vertrouwen verder, want dan weet je dat na elke nacht weer een nieuwe morgen komt.
Als je dit aanvaarden kunt, zul je door dit regelmatig ‘op’ en ‘neer’ steeds dieper en vreugdevoller gaan leven. (Phil Bosmans)

Naast de moed die handelt,
bestaat de moed die aanvaardt.
(Jean-François-Anne Landriot)

Af en toe lijkt de pijn te intens, het uitzicht troosteloos, de toekomst somber.
Af en toe krijgt angst de overhand – kunnen we het wel – en is onze moed ver te zoeken.
Af en toe wordt het ons allemaal te veel en zakt de moed diep in onze schoenen. Maar dan zit het precies daar waar het moet zijn om de eerste stap te zetten.

Pas als je de moed toont je weg te gaan,
toont de weg zich aan jou.
(Paulo Coelho)

Schrijven over moed is makkelijker dan moedig te handelen. Ik heb in mijn leven nog geen heldendaden verricht die de krantenkoppen halen en geregeld stond ik in het drijfzand van publieke populariteit met mijn moed héél diep in mijn schoenen.
Ik heb al wat kwaaltjes doorzwommen en al verschillende ziekenhuizen kunnen bewonderen aan de binnenkant. Ik heb me al heel alleen en klein gevoeld.
Ik heb geschilderd, muziek gespeeld en boeken geschreven met het lawaai van criticasters in mijn oren. Soms ontnam me dat de moed om verder te doen.

Maar ik weet uit ervaring dat er ook telkens aanmoediging komt uit een andere hoek, van geliefden, van vrienden en zelfs van onbekenden. Ik weet dat als ik de kust niet uit het oog verlies, ik steeds de moed zal hebben om oceanen en bergen over te steken, om op te staan en te spreken, maar ook om soms te gaan zitten en zwijgend te luisteren.
De beste scheepslui staan aan wal, dat met een kwinkslag weten,  is iets wat ons moed kan geven om onze dromen te blijven najagen.
In deze harde, veroordelende wereld moeten we de moed hebben om liefde te blijven uitstrooien. Onze liefdevolle hand, hoe klein ook, kan een mens genezen en hem helpen zijn verloren moed terug te vinden.
Want moed … dat moet!

Moed, en niet de gulden middenweg,
verdient de goedkeurende glimlach van God.
(Thomas S. Monson)

Om moed op te doen van waargebeurde moed:
Even tijd maken om nu naar de bioscoop te gaan, of later thuis te chillen, met deze kanjer van een film over moedige vrouwen: ‘Hidden figures’

 

En om direct te kijken:

Over lego-blokjes en andere bouwstenen.

 

Toen ik onlangs een van de kleinkinderen enthousiast met de blokken van zijn nieuwe lego-doos allerlei fantastische bouwsels zag bouwen, vlogen mijn gedachten een twintigtal jaren terug. Enkele minuten lang zag en hoorde ik mijn eigen kinderen kastelen, raketten en ondefinieerbare vormen bouwen met de beroemde lego-blokjes.
En nog verder terug in de tijd was ik zelf ook creatief bezig met die steentjes. Wie heeft er trouwens niet met die onverwoestbare kunststofblokjes gespeeld?

LEGO is een Deens familiebedrijf en is de grootste speelgoedfabrikant van Europa en de tweede grootste van de wereld. Eigenlijk ben ik opgelucht dat in deze computerspelletjes-gevulde- wereld het eenvoudige bouwsteentje nog zo veel aantrekkingskracht heeft.
Wat de lego-stenen zo populair maakt, is volgens mij dat ze telkens opnieuw kunnen gebruikt worden. Een lego-steen kan de ene dag deel uitmaken van een auto en de volgende dag van een ruimteschip, een trein of een kasteel. Bovendien is het alsof de lego-blokjes een eeuwig leven hebben. Ik merk dat mijn kleinkinderen vandaag nog spelen met diezelfde lego-steentjes waar hun papa uren mee gespeeld heeft.

Het magische aan lego-blokjes is dat ze ondeelbaar zijn, ze hebben verschillende vormen en afmetingen en ze hebben hoeken en kantjes die ervoor zorgen dat ze tot alle denkbare bouwsels kunnen worden samengeklikt. Ze kunnen ook weer losgemaakt worden, zodat van dezelfde steentjes weer nieuwe dingen kunnen worden gemaakt.

Volgens Wikipedia kunnen twee logo-blokjes van 2×4 (met acht noppen) op 24 manieren worden vastgemaakt. Als die twee blokjes een andere kleur hebben, worden dat 48 manieren. Zes van zulke steentjes – van dezelfde kleur- zouden op meer dan 100 miljoen verschillende wijzen kunnen worden opgestapeld.
Ik duizel om de mogelijkheden die er zijn om 25 blokjes te combineren, of 100, of 1000 …

Ik trek graag de gelijkenis van lego-stenen naar de natuur, die is ook samengesteld uit bouwstenen. We noemen die stenen atomen. Atomen zijn de bouwstenen van alle materie.
De natuurfilosoof Demotricus vond het woord ‘atoom’ uit. Hij bedacht dat de natuur opgebouwd moest zijn uit kleine, onzichtbare bouwstenen die eeuwig, onveranderlijk en ondeelbaar waren. Demotricus stelde dat er oneindig veel verschillende atomen waren, sommige rond en glad, anderen onregelmatig en gebogen. Daardoor kunnen ze tot heel veel verschillende lichamen worden samengevoegd.

Vandaag weten we dat atomen in nog kleinere elementaire deeltjes kunnen verdeeld worden: de protonen, neutronen en elektronen. Misschien kunnen die ook nog verder verdeeld worden in nog kleinere deeltjes, zoals het Higgs-deeltje dat in 2012 ontdekt is, maar natuurkundigen zijn het erover eens dat er ergens een grens moet zijn: ondeelbare deeltjes waaruit de natuur is opgebouwd.

Als ik terugdenk aan mijn eerste scheikundelessen in de Middelbare school, dan ruik in nog de aparte geur van het lokaal, de speciale samenstelling van lessenaars en stoelen en de vele vreemde voorwerpen. Maar ik voel ook terug de verwondering, het ontzag en de blijdschap bij een zeker ‘ahaa’ moment. Het periodieke systeem of de tabel van Mendelejev bezorgde me niet alleen moeilijke oefeningen, maar ook een bevestiging van mijn geloof in verschillende bijbelverhalen.
Er zijn mensen die de wonderen die in de Schriften beschreven staan, zuiver symbolisch opvatten, en anderen bekijken ze op een letterlijke manier.
Het is fijn om diepe betekenissen aan de wonderen te geven, zoals bijvoorbeeld de saamhorigheid en het delen met anderen bij de broodvermenigvuldiging. Maar hoe verfrissend is het idee niet dat er ‘gespeeld’ wordt met bestaande elementen?

Ik geloof dat alleen al
de natuurwetenschap van de chemie
het bestaan van
een intelligente Schepper bewijst.
(Thomas Alva Edison)

In den beginne schiep God de hemel en de aarde (Genesis 1:1)
Dat scheppen wordt door sommigen als nonsens bestempeld, voor hen is de schepping een toevallige gebeurtenis.
Anderen zien de Schepper dan weer als een supertovenaar die met een of andere toverstok deze prachtige wereld uit het niets heeft gecreëerd.
Een heleboel gelovigen laten echter de betekenis van het Hebreeuwse woord voor scheppen diep bezinken in hun ziel. In het Hebreeuwse woord Barau (scheppen) zit geen enkele suggestie dat materie geschapen werd uit het niets. Integendeel, barau suggereert een ordening van reeds bestaande elementen.
Ik hou van deze zienswijze:

In den beginne organiseerde God de elementen. God gaf vorm aan de elementen.

En er stond een in hun midden die gelijk God was, en Hij zeide tot hen die bij Hem waren: Wij zullen naar beneden gaan, want er is ruimte daar, en wij zullen van deze stoffen nemen en wij zullen een aarde maken waarop dezen kunnen wonen; en wij zullen hen hiermee beproeven om te zien of zij alles zullen doen wat de Heer, hun God, hun ook zal gebieden (Abraham 3: 24-25).

Eén van de goddelijke eigenschappen die weliswaar in een onvolmaakte, embryonale vorm in de mens aanwezig is, is de drang om iets te creëren, iets te bouwen. Het is geweldig om dingen te mogen scheppen, of dat nu een dans, een muziekstuk, een boek, een schilderij of een speech is.

Als kinderen een bouwsel maken en het stort in, dan kan je verschillende reacties zien. Er zijn kinderen die boos worden, die de moed opgeven en dan maar heel de boel kapot slaan. Sommige kinderen laten de ruïne voor wat het is en gaan iets helemaal anders doen. Maar de meeste kinderen beginnen gewoon opnieuw te bouwen.
Als volwassenen kunnen we veel van die reacties leren.

Als alles instort,
betekent dat niets anders
dan de gelegenheid
de dingen opnieuw op te bouwen
op een betere manier.
(Susan Sarandon)

Wij spelen misschien niet letterlijk meer met bouwblokjes, hoewel menig groot geworden kind nog wel eens betrapt kan worden met legoblokjes. Er zijn zelfs kunstenaars over heel de wereld, die met veel enthousiasme en enorm veel geduld die bouwblokjes omvormen tot gigantische bouwwerken, of andere kunstvormen.
Met of zonder letterlijke blokjes, we zijn allemaal alle dagen aan het bouwen: stoffelijke, geestelijke, en emotionele dingen en toestanden. Spijtig dat er te dikwijls muren gebouwd worden en veel te weinig bruggen.
Misschien moeten we dit jaar ons wat meer openstellen om vensters te voorzien in onze muren en om deuren te openen…
En lijken sommige stenen op ons pad te zwaar om er iets moois mee te maken, of te klein om ons er zelfs voor te interesseren, of te grillig van vorm om er iets mee te bereiken, probeer dan inzicht te verkrijgen in het gezegde van J.W von Goethe:

Ook met stenen die ons de weg versperren,
kun je iets moois bouwen.

Heb je nog geen zin gekregen om iets te scheppen? Geniet dan van het lego-kunstwerk van Nathan Sawaya op dit filmpje:

Als jij drie wensen mocht doen…?

Januari is de maand van wensen geven. We zenden en zeggen onze vrienden en kennissen ‘de beste wensen’ toe.
Wat bedoelen we daar eigenlijk mee?
Brengt het wel iets op om iemand een ‘gelukkig’ jaar te wensen?
Iemand iets anders wensen zou wel heel ongepast en grof zijn, ik ga er dus voor om jullie een nieuw jaar toe te wensen
bruisend en sprankelend,
zorgeloos en prachtig,
zonder verdriet, ziekte of tegenslag,
vol vreugde en zonneschijn,
met veel voorspoed en geluk.

Fijn toch om elkaar veel goeds toe te wensen, terwijl we echt wel ten volle beseffen dat die 365 dagen niet altijd zullen sprankelen, dat er verdriet en tegenslag zal zijn, dat de kans bestaat dat we goed ziek kunnen worden, en dat in ons land de zon soms ver te zoeken zal zijn.
Misschien willen we met die wensen alleen maar zeggen:
Ik geef om jou, ik hou van jou, ik ben dankbaar voor jou, ik geloof in jou, ik ben er voor jou.

Met vuur en geknal
is een heel jaar uiteengespat
en het nieuwe ingezet:
het wordt een boeiende reis
van twaalf maanden
met af en toe een tussenlanding
op deze blog.
Dank voor het lezen van
mijn teksten
en soms het plaatsen van een reactie.
Het is voor mij een stimulans
om met schrijven door te gaan.
Mijn wens is
dat je er een heel nieuw jaar
van mag genieten.

 

Toen ik klein was hield ik ervan om sprookjes te lezen. Ik fantaseerde soms wat ik zou wensen mocht een goede fee verschijnen. Een geest uit een fles of een lamp zou ik nooit kunnen antwoorden, ik zou de fles zelf niet durven openen hebben.
Ik dacht in ‘prinsessenstijl’, koetsen, paleizen en glazen muiltjes inbegrepen,  en mijn hoofdwens was de toverstaf zelf, want dan kon ik toch alles krijgen?
Toen ik een tiener was kregen wensen een nieuw perspectief met het lezen van het verhaal van de Japanse Steenhouwer van Multatuli.

Een ontevreden steenhouwer wenst om de keizer te zijn, dan zou hij nooit meer hoeven te werken en de baas zijn over iedereen. Als keizer wordt hij gehinderd door de felle zon en wenst hij de zon te zijn. Maar donkere wolken schuiven voor de zon en houden de zonnestralen tegen. Dan wenst hij een stormwolk te zijn. Hij laat alles wegspoelen, maar de rotsen blijven gewoon staan. Opnieuw wenst hij een andere gedaante: hij wil de rots zijn. Maar dan komt een steenhouwer langs en hakt grote stukken uit de rots. Het gevolg is dat hij de steenhouwer wil zijn en ook die wens komt uit. Hij verandert in de steenhouwer die hij was. Hij verdient niet veel, moet hard werken, maar is gelukkig.

De mens moet voelen,
dat wat hij bezit,
oneindig meer is,
dan wat hij kan wensen en vatten,
en dan alleen kan hij
gelukkig zijn.
(R. Tagore)

 

Misschien kennen jullie ook het sprookje van het koppel dat ontevreden was met hun leven en drie wensen mocht doen. Het sprookje komt in verschillende variaties voor, maar komt telkens neer op het feit dat de man en de vrouw goed wilden nadenken over hun drie wensen. In een onbewaakt moment dacht de vrouw boven de kookpot hoe lekker een worst wel bij die zuurkool zou smaken. En poef! De worst lag in de pan. De man werd razend om het verspelen van die eerste wens en riep dat die worst beter aan de neus van de vrouw zou hangen. Tja, die wens was zo niet bedoeld, maar de vrouw liep nu wel met een hele rare neus rond. Er zat niets anders op dan met de derde wens de worst weer te laten verdwijnen. En alles was weer bij het oude. Uiteindelijk waren ze blij dat ze elkaar hadden.
Drie wensen doen is blijkbaar niet zo eenvoudig, ik vond het koppel echt dom.
Ik moest een paar jaar wijzer worden voor ik begreep dat tevreden zijn met wat je hebt, je gelukkig maakt.

Als jij drie wensen mocht doen, wat zou jij dan wensen?

When all your wishes are granted,
many of your dreams
will be destroyed.
(Marilyn Manson)

 

Ik wil een stukje aanhalen uit ‘Mijn dinsdagen met Morrie’ van Mitch Albom. Mitch bezoekt zijn doodzieke professor en stelt de volgende vraag:

‘Als je nou eens één dag helemaal gezond was? Wat zou je dan doen? Vierentwintig uur?’
‘Laat me eens kijken… Ik zou ’s morgens opstaan, mijn oefeningen doen, een heerlijk ontbijt eten met zoete broodjes en thee, gaan zwemmen, dan mijn vrienden uitnodigen voor een lekkere lunch. Ik zou ze met een of twee tegelijk laten komen, zodat we over hun gezin konden praten, over wat belangrijk voor hen was, over hoeveel we voor elkaar betekenden.
Dan zou ik graag een wandeling gaan maken in een park met een paar bomen, naar hun kleuren kijken, naar de vogels kijken, van de natuur genieten die ik al zo lang niet meer heb gezien.
’s Avonds zouden we met elkaar naar een restaurant gaan, waar ze verrukkelijke pasta hadden, en misschien eend – ik ben dol op eend-, en dan zouden we de rest van de avond dansen. Ik zou met al die fantastische danspartners daar buiten dansen, tot ik uitgeput was. En dan zou ik naar huis gaan en heerlijk diep slapen.’
‘ Meer niet?’
‘ Meer niet.’
Het was zo eenvoudig. Zo gewoontjes. Ik was eigenlijk een beetje teleurgesteld. Ik had verwacht dat hij naar Italië zou vliegen of met de president zou lunchen of aan het strand zou dartelen of ieder buitensissig dingetje zou proberen dat hij kon bedenken. Hoe kon hij, nadat hij daar al die maanden had gelegen, zonder een been of een voet te bewegen – zo’n doodgewone dag dan volmaakt vinden?
Toen besefte ik dat het daar juist om ging.

 

Natuurlijk willen we allemaal wel eens dat een grote wens uitkomt, dat een geliefde gezond mag worden, dat er geen financiële problemen meer zijn, dat een ruzie bijgelegd wordt,…
Dat zijn wensen die we soms vurig omhoog zenden in de hoop dat ze verwezenlijkt worden.
Ik geloof echter dat we moeten oppassen om ‘frivole’ dingen af te dwingen.

‘En nu, als God, die u heeft geschapen, van wie gij afhankelijk zijt voor uw leven en voor alles wat gij hebt en zijt, u geeft wat gij ook in geloof vraagt dat goed is, in het vertrouwen dat gij zult ontvangen, o hoezeer behoort gij elkaar dan niet te geven van hetgeen gij bezit. (Mosiah 4: 21)

Bedenk dat u zonder geloof niets kunt doen; vraag daarom in geloof. Ga niet lichtvaardig met deze dingen om; vraag niet om datgene waar u niet om behoort te vragen. (L&V 8: 10)

Wensen en dromen op zich zijn niet verkeerd. Ze kunnen ons een sterke impuls geven om actie te ondernemen.
Wens je prachtige foto’s te kunnen maken? Misschien is het volgen van een fotocursus wel de oplossing.
Kriebelen je vingers als je iemand een muziekinstrument ziet bespelen, of een schilderij ziet maken? Je kan het leren.
Tintelen je benen als je een sportwedstrijd ziet? Kom uit je zetel.
Voel je je alleen? Heb je zorgen? Misschien helpt vrijwilligerswerk wel om uit je schelp te komen.
De toverspreuk zit in handelen, in actie.

Hope is wishing something would happen.
Faith is believing something will happen.
Courage is making something happen.

Joseph Addison zei eens:
If you wish success in life, make perseverance your bosom friend.
Volharden is van zo groot belang om iets te bereiken. Met vallen en opstaan kunnen we dromen waar maken. Bij tegenslagen is het belangrijk om te blijven geloven in jezelf. In de dingen waar we zelf geen grip op hebben kan een wens overvloeien in geloof in een hogere macht.

We all have our own life to pursue,
our own kind of dream te be weaving,
and we all have the power
to make wishes come true,
as long as we keep believing.
(Louisa May Alcott)

Een kinderwens, een tienerwens, een volwassen wens … Er zijn wensen die veranderen met de jaren. Ik wens me geen prins meer toe -ik heb hem al 🙂 – , mijn ‘luxewensen’ roepen soms nog om aandacht, maar ik besef dat ik de voorbije jaren veel goede dagen onopgemerkt beleefd heb, maar ik ze terug wil wensen als er een slechte op mijn pad komt. Misschien moeten we wat meer opmerkzaam zijn voor alle goede dingen.
We kennen allemaal de zegswijze dat een gezond mens duizend wensen heeft en een zieke maar één. Gezondheid komt dan ook in alle wensen voor. Een groot stuk daarvan hebben we zelf in de hand door onze levenswijze. Diezelfde levenswijze zal ook onze houding bepalen als een ernstige ziekte zich opdringt in ons leven.

Weet je, ik denk dat ik de toverstaf gevonden heb:
blij zijn met wat ik heb en aanvaarden wat ik niet kan veranderen. Dat leidt tot innerlijke rust en zo kan ik misschien een toverstaf zijn voor een ander door wat ik maak, wie ik ben, wat ik doe en wat ik weggeef.

Ik wens je de ogen en het hart van een kind,
dat dolgelukkig over een verboden grasperk rent,
dat juicht om een vis in het water,
dat vraagt wie de sterren heeft aangestoken,
en dat je graag ziet.
(Phil Bosmans)

Is doelen stellen dromen of juist wakker worden?

Nieuwjaarsdag is alweer voorbij. Binnenkort breken we de kerstboom af en bergen de kerstspullen op. De kerstliedjes verdwijnen van de radio en uit de CD-speler. We feesten misschien nog eventjes door, doen nieuwjaarsbezoekjes en wensen vrienden het allerbeste toe. We keren terug naar de normale gang van zaken.

Het afsluiten van de kerstperiode is voor mij altijd een melancholisch moment. Het duurt nog wel een tijdje voor we écht zien dat de dagen lengen en dat geeft me soms een ongeduldig gevoel. Ik hou van licht en nu de kunstmatige lichtjes één voor één uit het straatbeeld verdwijnen, voelt de duisternis zo donker.

Er kruipt een rilling over mijn ruggengraat als ik me afvraag of kerst- en nieuwjaarsdagen zich vlugger lijken op te volgen. Een klein stemmetje fluistert: ‘Een reden te meer om nog meer écht te leven.’
Een mens moet tegenwoordig opletten om het digitale wereldje niet te verwarren met het echte leven. Toch merk ik dat het op het internet in de eerste weken van het jaar wemelt van wensen en goede voornemens.
En ja, januari kan telkens een nieuwe start zijn om het beste van onszelf te geven.
Het klinkt zo mooi: 365 blanke pagina’s die volgeschreven zullen worden. Ik heb een passie voor schrijven en ik wil dat al mijn pagina’s de moeite waard zijn om geschreven te worden.
Opnieuw hoor ik het kleine stemmetje fluisteren: ‘Wat wil je schrijven?’

Er is een stem in het universum die ons aanspoort
om ons te herinneren aan het doel van ons leven
op deze geweldige aarde te zijn.
Dat is de stem van de inspiratie
die in ieder van ons aanwezig is.
(Wayne Dyer)

Het is de moeite waard om na te denken over ons leven van het voorbije jaar en om prioriteiten te stellen. Het loont de moeite om tijd te zoeken om diep na te denken waar we naar toe willen en wat we nodig zullen hebben om er te geraken.

Het is misschien een cliché, maar voor vele mensen is goede voornemens maken en doelen stellen een gewoonte rond nieuwjaar. Net zoals de grond zich klaarmaakt om uit te barsten in alle frisheid, voelen velen de drang om een frisse start te maken. Waar wil een mens zich zoal in verbeteren?
Als je een hoop goede voornemens en doelen analyseert dan merk je vast wel dat ze allemaal cirkelen rond vier dingen:
geestelijke en intellectuele groei,
het verbeteren van sociale vaardigheden
en de lichamelijke conditie op peil stellen.

Ik vroeg me af of er in de Schriften iets te vinden was waarop ik mijn goede voornemens kon baseren. Ik vond in het Nieuwe Testament een vers dat me wat vertelt over de ontwikkeling van de Heiland tussen zijn twaalfde levensjaar en zijn formele bediening toen hij dertig was:

En Jezus nam toe
in wijsheid
en in grootte
en in genade bij God
en de mensen.
(Lucas 2: 52)

Het viel me op dat Christus zich ontwikkelde in dezelfde vier gebieden waarin wij goede voornemens maken:
in wijsheid- intellectueel
in grootte – fysisch
in genade bij God – geestelijk
in genade bij de mensen – sociaal

Ik wil zeker dit jaar mijn intellectuele horizon verruimen en wat wijzer worden. Goede boeken lezen zal me daar zeker bij helpen. We hebben allemaal leren lezen, maar lezen we wel? Ik ben ervan overtuigd dat de boekenkeuze die ik maak, een verschil zal uitmaken in de ontwikkeling van mijn gedachten en mijn karakter. Ik denk dat ik bij vrienden een lijstje zal vragen van vijf boeken die een invloed op hun leven gehad hebben, dan zal ik genoeg lectuur hebben om een heel jaar te vullen.

Be as careful of the books you read,
as of the company you keep;
for your habits and character
will be as much influenced
by the former as by the latter.
(Edwin Paxton Hood)

 

Ik wil ook mijn lichamelijke gezondheid op peil houden. Ik besef wel dat ik niet alles in de hand heb, maar met gezond verstand zal ik al een heel eind komen.
Meer dan 180 jaar geleden openbaarde de Heer een gezondheidscode die ‘het Woord van Wijsheid’ wordt genoemd, en die een heel verschil kan uitmaken in hoe we ons voelen en hoe we eruit zien. Het omvat wat goed is om te eten en welke stoffen we moeten vermijden (L&V 89).
In december 1832 gaf de Heer de volgende openbaring aan Joseph Smith:

Houdt op lui te zijn; houdt op onrein te zijn; houdt op fouten te zoeken bij elkaar; houdt op langer te slapen dan nodig is; gaat vroeg naar bed, opdat u niet vermoeid zult zijn; staat vroeg op, opdat uw lichaam en uw geest versterkt zullen worden.
L&V 88: 124

‘Rust roest’ is een Vlaamse zegswijze. Rusten is goed, als het om uitrusten gaat. Net zoals we ons gezond verstand moeten gebruiken als we willen diëten, moeten we dat ook gebruiken bij onze doelen om te bewegen. Geen enkel lichaam is gelijk en reageert hetzelfde. Ik hou iets langer vol als het haalbaar is én als ik het leuk vind. Ik weet niet wat jouw keuze zal zijn, maar ik geef de voorkeur aan wandelen. Ik vind het geweldig fijn om in de natuur te wandelen. Het maakt me vrolijk en ik kom altijd met meer energie terug thuis. De joggers die ik op mijn wandelen tegenkom zien er meestal niet al te gelukkig uit (grapje).

 

Het derde soort voornemen betreft het sociale aspect. Ik voel dat het belangrijk is om open te staan voor anderen, om echte interesse te tonen en beter te luisteren. Van nature uit ben ik niet het ‘oversociale’ type, eerder het afwachtende, maar ik besef dat het belangrijk is dat ik een lichtje – hoe klein ook-  kan zijn in deze donkerwordende wereld.

Een nieuw gebod geef Ik u, dat gij elkander liefhebt; gelijk Ik u liefgehad heb, dat gij ook elkander liefhebt.
Johannes 13: 34

 

De laatste groep voornemens gaat over geestelijk groeien. Ik denk dat als een mens geestelijk wil groeien, hij hoogmoed moet kunnen laten varen. Hij moet niet beter willen zijn dan een ander, alleen beter dan zijn voorgaande zelf. Robert J. Mc Cracken zei in dat verband:

Soms bevinden we ons in een soortgelijke situatie als die van een kartuizerse monnik die zijn orde wou verbeteren. Die monnik moedigde met de volgende woorden zijn medebroeders aan zich te verbeteren: ‘Wanneer het op goede werken aankomt, dan kunnen we niet tegen de Benedictijnen op. Bij het prediken vallen we onder de Dominicanen en de Jezuïeten zijn ons ver voorbij wat geleerdheid betreft. Maar wat nederigheid betreft, daar staan wij aan de top!’

Als we geestelijk willen groeien, dan moeten we dagelijks geestelijk voedsel tot ons nemen. Sommige mensen mediteren, maar als je écht wil weten of God bestaat, als je écht een band met Hem wil maken, dan moet je leren de diepste gevoelen van je hart omhoog te zenden. Bidden is niet alleen gebeden zeggen.

 

Goede voornemens maken, doelen stellen… niet altijd gemakkelijk. Maar het lukt beter als we de stilte opzoeken en even nadenken zoals Friedrich Nietzsche:

Heb ik nog een doel?
Een haven, waarheen mijn ziel zich richt?
Een goede wind?
Ach, enkel wie weet waarheen hij vaart,
weet ook welke wind hem goed en gunstig is.

Als we onze haven weten, dan kunnen we de wind bepalen, doelen stellen. We moeten niet bang zijn als we eens vallen. Bekijk het als ganzenbord spelen. je kunt steeds weer opnieuw beginnen, tenzij je in de put blijft zitten.
Het is ook geen schande om langzaam vooruit te komen, wel om stil te blijven staan. denk maar aan de fabel van de schildpad en de haas.
We moeten onze doelen niet te hoog stellen, dat werkt ontmoedigend. Maar we moeten ze ook niet te laag stellen, dat geeft geen voldoening.
We moeten dromen, maar om ze te laten uitkomen moeten we wel wakker worden!
Comtesse Diane de Beausacq formuleerde op een mooie manier hoe we te werk moeten gaan:

Het ongeduld heeft vleugels
en vliegt zijn doel voorbij.
Het voornemen pakt zijn koffer
en mist de reiskoets.
De wilskracht vertrekt te voet
en komt waar zij wezen wil.

Soms zijn we ongeduldig en willen we direct ons doel bereiken. Misschien moeten we beseffen dat het onderweg zijn al zoveel moois te bieden heeft? Soms maken we alleen maar voornemens om de volgende januarimaand te beseffen dat we ze helemaal vergeten waren, dom, dom, dom. Wat is er nodig? Dromen, denken, ideeën krijgen, doelen stellen, plannen maken, doen, doen, doen… en dan volgt succes.

Ik heb meer bereikt in mijn leven en ben gelukkiger geworden door het stellen van doelen en aan de verwezenlijking te werken. A. Schopenhauer zei:

Elk bereikt doel
is weer het begin
van een nieuwe weg
en zo tot in het oneindige.

Dat is zo waar. Doel na doel, dromen, plannen, uitwerken en doen: zo leven we ons leven echt.
Niet opgeven, blijven proberen. Niet tevreden zijn met halfslachtig gedoe. De volgende uitspraak van Dieter F. Uchtdorf kan je ook van toepassing brengen op alle doelen:

When it comes to living the gospel, we should not be like the boy who dipped his toe in the water and then claimed he went swimming. As sons and daughters of our Heavenly Father, we are capable of so much more. For that, good intentions are not enough. We must do. Even more important, we must become what Heavenly Father wants us to be.

Ik wens je succes met het schrijven van je 365 pagina dikke boek! Vergelijk je nooit met waar een ander staat en raak niet ontmoedigd. Rome is ook niet op één dag gebouwd!

Shoot for the moon.

Even if you miss,

you’ll land among

the stars.

(Les Brown)

 

Kerstmis: vreugdefeest of aanstootgevend?

 

 

In deze periode van het jaar waarin we de geboorte van de Heiland herdenken, zijn er veel lessen te leren. De meeste van deze lessen komen als we zien, luisteren en lezen. Niet zozeer van de woorden en de beelden, maar van wat we voelen in ons hart.

De boodschap van Kerstmis is
dat de zichtbare en materiële wereld
verbonden is met
de onzichtbare geestelijke wereld.

 

Ik hou ervan om naar kerstliedjes te luisteren en kerstverhalen te lezen. Het brengt in mezelf een zoete geest van herinneringen, vrede, reflectie en inzicht mee.

‘A Christmas Carol’ is misschien wel het meest bekende fictieve kerstverhaal. Het heeft heel veel mensen beïnvloed en men zegt wel eens dat Charles Dickens Kerstmis uitgevonden heeft.
Kerst bestond natuurlijk al lang voor Dickens geboren was. Maar voor zijn beroemde kerstverhaal was Pasen het meest gevierde christelijke feest. In bepaalde protestantse gemeenschappen werd het vieren van Kerstmis op 25 december als een heidens feest gezien. De reden dat we kerst op 25 december vieren heeft niks te maken met de geboortedatum van Jezus Christus, want die zou wel eens in de lente  kunnen geweest  zijn.
De Germanen vierden rond 21 december de joelfeesten waarbij de boze werd verjaagd en het licht begroet. In de vierde eeuw besloot keizer Constantijn de Grote dat Kerstmis op 25 december zou worden gevierd. Op deze datum werd rond de Middellandse Zee tot dan toe de zonnegod vereerd. Constantijn vond dat die eer beter paste bij Christus, die gezegd had dat Hij het Licht der wereld was. Om de kerk aantrekkelijk te maken voor nieuwe bekeerlingen stelde paus Julius I 25 december als de geboortedag van Christus in.

Wisten jullie trouwens dat de Germanen in het joelfeest altijd een groenblijvende boom in huis haalden? In de 16de eeuw verklaarde Luther de kerstboom tot symbool van de geboorte van Christus. Eerst stond de boom alleen in kerken, pas eind 19de eeuw zag men hem ook verschijnen in de protestantse huiskamers. De katholieken gaven de kerststal de ereplaats in hun huis.
De huidige tradities rond het kerstfeest zijn van land tot land verschillend. Door de globalisering dringen de Amerikaanse commerciële kerstgewoontes overal door, ook in ons land.
Maar of we nu een kerstboom al dan niet versieren, kerstkransen hangen of cadeautjes geven, als die dingen bij ons de kerstgeest oproepen zit het wel goed.

Wat is kerst?
Het is mildheid voor het verleden,
moed voor het heden
en hoop voor de toekomst.
(Agnes M. Pahro)

En deze quote brengt me dan weer bij het verhaal van Ebenezer Scrooge die de drie geesten van kerst op bezoek kreeg. Dickens schreef dit tot de verbeelding sprekende kerstverhaal in het begin van de 19de eeuw. Deze tijd was een donkere periode voor de werkmens. De meerderheid van de kinderen geboren in het arbeidersmilieu, stierf voor hun vijfde levensjaar. Kinderarbeid, hongersnood en uitbuiting waren schrijnende toestanden waarmee Dickens ook zelf in zijn jeugd geconfronteerd werd.
Het is misschien interessant om te weten dat Dickens een leeftijdsgenoot was van Friedrich Engels. Ze leefden allebei in Engeland en waren alle twee geraakt door de slechte levensomstandigheden van de arbeiders in hun tijd. Beiden hadden een talent om te schrijven. Terwijl Engels schreef over een politieke revolutie – hij vormde de inspiratie voor het ‘Communistisch Manifest’ van Karl Marx – beschreef Dickens een andere revolutie. Hij schreef over een revolutie van het hart. Hij schreef over het belang van welzijn voor de kinderen en de nood aan sociaal dienstbetoon. Dickens schreef het onsterfelijke  ‘A Christmas Carol’.

Kerstverhalen als dit, kerstfilms, kerstmuziek, … ze roepen warme gevoelens op in een – ondanks de opwarming van de aarde –  steeds koeler wordende wereld.
Dieter F. Uchtdorf zei: (in het Engels, maar er zou veel verloren gaan in mijn letterlijke vertaling)

This is a season of rejoicing! A season of celebration! A wonderful time when we acknowledge that our Almighty God sent His Only Begotten Son, Jesus Christ, to redeem the world! To redeem us!

It is a season of charitable acts of kindness and brotherly love. It is a season of being more reflective about our own lives and about the many blessings that are ours. It is a season of forgiving and being forgiven.

But perhaps most of all, let it be a season of seeking the Lamb of God, the King of Glory, the Everlasting Light of the World, the Great Hope of Mankind, the Savior and Redeemer of our souls.

I promise that if we unclutter our lives a little bit and in sincerity and humility seek the pure and gentle Christ with our hearts, we will see Him, we will find Him – on Christmas and throughout the year.

 

Ik las deze week een nieuwsbericht over een bepaalde gemeente die de kerststal wou verbannen omdat die aanstootgevend zou zijn voor sommige mensen. Als men de kerststal aanstootgevend vindt, dan heeft men het kerstverhaal niet begrepen.
Misschien moet het desbetreffend gemeentebestuur en de anti-kerststal sympatisanten het volgend verhaal eens lezen en laten doordringen:

 

Op een keer, het was enkele dagen voor Kerstmis, schilderden drie mannen op een muur:
Vreemdelingen buiten!’
Wat later kon je in de kleine stad horen:
‘Kom, nu is het genoeg. Wij doen wat op de muur staat. Wij zijn weg!’
Eerst kwamen de pakjes cacao naar buiten, dan de chocolade en de pralines in hun kerstverpakking. Zij wilden naar Ghana en West-Afrika.
De koffie volgde.
De ananas en de bananen kropen uit hun kisten.
Ook de druiven uit Zuid-Afrika.
De peperkoek en de koekjes twijfelden. Want zij zijn gemaakt van meel uit België, maar kregen hun pittige smaak van kaneel uit India.
Japanse computerspelletjes trokken in lange rijen naar het oosten.
In de lucht zag men kalkoenen terug naar Engeland vliegen, en tapijten die naar Teheran wilden.
De stoololie en de benzine vormden beken en vloeiden naar Saudi-Arabië en Koeweit.
Auto’s vielen uit elkaar:
wat uit aluminium gemaakt was, trok naar Rusland, het koper trok naar Zimbabwe, het ijzer naar Brazilië, de rubberen onderdelen naar Congo.
Na drie dagen herinnerde er niets meer nog aan vreemdelingen. Omdat het bijna Kerstmis was, zongen de mensen Stille Nacht, maar dan heel stil omdat het eigenlijk een Oostenrijks liedje is.
Maar één stel was gebleven: Maria, Jozef en hun zoontje Jezus.
‘Wij blijven,’ zei Maria, ‘want als wij ook weggaan, wie zal er dan nog de weg naar de menselijkheid kunnen wijzen?'( naar H. Wôllenstein)

 

The glitter of the season should never

prevent us from truly seeing

The Prince of Peace.

(Dieter F. Uchtdorf)

Vrolijk kerstfeest iedereen!