De moed om beslissingen te nemen.

Onlangs had ik een vergadering met een 40-tal jonge mensen, meisjes en jongens. Ze kwamen uit Canada,de Verenigde Staten van Amerika, Brazilië, Suriname, Duitsland, El Salvador, Spanje, Engeland en Nederland. Allemaal hadden ze de beslissing genomen om ongeveer twee jaar hun land vaarwel te zeggen om in Nederland en België totaal vreemde mensen aan te spreken over een delicaat onderwerp: geloof.
Toen ik hun lachende gezichten zag vroeg ik me af waarom ze die moeilijke beslissing genomen hadden. Ik vroeg me af waar ze hun thuis en hun vrienden hadden achtergelaten. Was het eenvoudig geweest om hun studies even te stoppen, een sportcarrière opzij te schuiven, en een muziektalent te parkeren? Was het gemakkelijk geweest om een vreemde taal te leren en zonder enige vergoeding een verre sprong te maken? En bovenal, vonden ze het de moeite waard?

We nemen al heel ons leven alle dagen kleine en grote beslissingen. En met elke beslissing die we nemen, krijgen we meer ervaring in het nemen van beslissingen. Wat heb ik, in dit verband, op mijn levenspad zoal geleerd?
Eén ding is zeker: een beslissing is maar het begin. Als er geen actie komt, dan hebben we eigenlijk geen beslissing genomen.

Beslissingen nemen
is een kwestie van doen.

Een beslissing hangt ook af van de situatie waarin we ons bevinden en welke positieve of negatieve gevolgen we kunnen verwachten. Onder die jonge mensen in mijn vergadering waren er  wiens ouders ooit ook diezelfde keuze in hun leven gemaakt hadden. Ze hadden mooie, grappige en spannende verhalen gehoord en kregen daardoor meer zelfvertrouwen om naar een vreemd land te gaan. Anderen hadden met negatieve kritiek en soms ronduit vijandige reacties te maken gehad. Dezen wisten dat er moed voor nodig was om ja te zeggen, maar ook moed om nee te zeggen. Ze werden voor hun vertrek geconfronteerd met een diep zelfonderzoek naar de motivatie van hun beslissing.

Since truth is the only meaningful foundation upon which we can make wise decisions,
how then can one establish what is really true?
(Richard G. Scott)

Iedereen wil de juiste beslissingen maken, maar dat is niet gemakkelijk in de ultra-internet doorweven wereld waarin we nu leven. Allerhande media bestoken ons dag en nacht met raad, meningen, promoties, uitdagingen, enz. Geen wonder dat we soms met de handen in het haar zitten om de juiste beslissing te nemen.
Maar om het ons nog wat moeilijker te maken, horen en lezen we op verschillende platforms dat wat we beslissen sociaal aanvaardbaar en politiek correct moet zijn. Dat klinkt logisch, maar er zit een addertje onder dat gras. Onze westerse sociale structuren verschillen enorm met die in China of in Ghana, of in … En politiek? In geen enkel land zijn de organisaties dezelfde en met de tijd kunnen die zelf heel sterk veranderen. Lees er de geschiedenis van de laatste 20 jaar maar eens op na.

Is er dan niets wat ons kan helpen de beste beslissing te maken? Wel, er zijn volgens mij twee manieren om waarheid te vinden en allebei zijn ze zeer nuttig om goede beslissingen te maken.
Ten eerste is er de wetenschappelijke weg waarbij men door experimenten een theorie als waarheid bestempelt.
Ten tweede is naar de Bron van alle waarheid te gaan en om inspiratie vragen.
Ik heb me de vraag gesteld of de wetenschappelijke benadering de beste leverancier is voor waarheid. Ik stel vast dat de wetenschap steeds vlugger zijn theorieën bijpast door steeds nieuwe ontdekkingen. De verste uithoek (tot nu toe) van het heelal, en de verste uithoek (tot nu toe) van materie, hebben ons alleen nog maar meer laten beseffen hoe beperkt ons huidig begrip is. Wat de ene keer gezond is, wordt de andere keer verguist. Fundamentele waarheden blijken ineens niet meer zo fundamenteel te zijn (plat of rond, krimpend of groeiend, kleinst of nog kleiner, intelligent of toch niet, drie dimensies of vier of nog meer …).

Dus, om mijn beslissingen zuiver op wetenschappelijke ‘waarheden’ te baseren, lijkt me niet zo slim. Welke waarheid levert openbaring dan?
Eeuwen geleden openbaarde God:

‘Want zie, dit is mijn werk en mijn heerlijkheid: de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengen’ (Mozes 1: 39)

‘En indien het mogelijk was dat de mens de stofdeeltjes der aarde kon tellen, ja, van miljoenen aarden zoals deze, dan zou het nog geen begin zijn van het aantal van uw scheppingen … En de Here zeide tot Henoch: Zie dezen uw broeders; zij zijn het maaksel van mijn eigen handen, en Ik heb hun kennis aan hen gegeven ten dage dat Ik hen schiep; en in de hof van Eden heb Ik de mens zijn keuzevrijheid gegeven; … en Ik heb hun ook het gebod gegeven, dat zij elkander moeten liefhebben en dat voor Mij, hun Vader, moeten kiezen.’ (Mozes 7: 30, 32,33)

‘En ontelbare werelden heb Ik geschapen, … want zie, er zijn vele werelden … en ze zijn voor de mens ontelbaar; maar alle dingen zijn geteld bij Mij, want ze zijn de mijne en Ik ken ze.’ (Mozes 1: 33,35)

Ik heb al verschillende keren in mijn leven Gods aanwezigheid en zijn liefde gevoeld. Het is raar om te zeggen, maar ik weet dat Hij mijn Vader is en dat Hij mij in al mijn beslissingen wil helpen. Wie zou er nu geen raad willen aanvaarden van iemand die oneindig veel werelden geschapen heeft met het doel zijn kinderen gelukkig te maken?
Elke beslissing die ik maak, heeft een gevolg. Sommige hebben weinig of geen invloed op mijn eeuwige vooruitgang, maar anderen hebben er een enorme impact op. Als ik beslis om vandaag een blauwe trui te dragen, maakt dat uiteindelijk geen verschil, maar de beslissing om anderen te helpen of niet, zal alle verschil in mijn leven uitmaken.

You can’t make eternal decisions
without eternal consequences.
(Thomas S.Monson)

Het gebeurt wel eens dat ik na een beslissing begin te twijfelen. Kan ik het wel? Gaat het wel lukken? Ook die jonge mensen waar ik het eerder over had, worstelen wel eens met deze angst. De vraag is dan: lopen we weg, of proberen we harder? De manier waarop we naar iets kijken en ermee omgaan bepaalt niet alleen onze keuze, maar ook onze motivatie, onze moed en onze volharding. Er is een tegenstelling in alle dingen, ook in onze houding. Wat zien we? Charles Dickens in ‘A Tale of Two Cities’ schreef het zo:

It was the best of times, it was the worst of times,
it was the age of wisdom, it was the age of foolishness,
it was the epoch of believe, it was the epoch of incredulity,
it was the season of Light, it was the season of Darkness,
it was the spring of hope, it was the winter of despair,
we had everything before us,we had nothing before us.

Dit is onze wereld. Onze beslissingen zullen bepalen aan welke kant we zullen eindigen. We zullen weten dat we een juiste beslissing hebben gemaakt, als we vrede in ons hart voelen.
We hebben allemaal grote dromen en om die dromen te bereiken moeten we juiste beslissingen nemen. We worden misschien niet een nieuwe Columbus die een nieuw land ontdekt, of een tweede Einstein die de wetenschap op haar grondvesten laat daveren, maar we hebben allemaal de opdracht om de wereld beter te maken door goede beslissingen te nemen.
De jonge mensen in mijn vergadering namen op een kruispunt in hun leven de beslissing om onbekende mensen in een vreemd land te vertellen over de liefde die God heeft voor al zijn kinderen.

Ben jij voorbereid
om de juiste beslissingen te maken
op de kruispunten in je leven?

En, by the way, als enkele van die lieve, moedige meisjes en jongens jouw levenspad kruisen, misschien kan je dan het besluit nemen om even naar hen te luisteren. Lang geleden heb ik dit gedaan, en het is de beste beslissing in mijn leven gebleken.

 

Het leven op zich is een zending.

 

Your soul’s mission is
to serve in the grandest way it can.
Divine plans lie imprinted in your inner world,
and there are important lessons for you
to learn and share on this journey
to your most magnificent self.
(Debbie Ford)

 

Dit nieuw bericht op mijn blog is een beetje anders dan gewoonlijk. De reden is dat mijn ‘normale’ dagelijkse bezigheden de volgende drie jaar een heel andere wending krijgen. Sommige lezers zijn al op de hoogte, anderen horen dit voor de eerste keer. Mijn man en ik gaan een zending vervullen voor onze kerk. Nu, over God en geloof praten is niet zo gemakkelijk en het is ook niet gemakkelijk om uit te leggen waarom ik drie jaar lang God en geloof op de belangrijkste plaats zet in mijn activiteiten. Ik wil niet alwetend of arrogant overkomen, maar ik wil jullie toch een kijkje geven in mijn hart, mijn verlangens en mijn beweegredenen.
Ik vind dat in onze rationele maatschappij alleen datgene waarde heeft wat men kan meten en kan zien. In ons seculier landje is rationaliteit de norm en al de rest wordt als inbeelding of fantasie afgeschilderd. Even een gedachte om te overwegen:

Is het juist niet irrationeel
om te denken
dat rationaliteit,
echtheid en waarheid beperkt
tot het meetbare en waarneembare?

Al vanaf ik een klein meisje was heb ik meermaals ervaren dat er meer is dan wat ik met mijn ogen kan zien, meer dan wat ik met mijn oren kan horen, en meer dan wat ik kan aanraken. Van jongsaf weet ik dus dat er dingen zijn die niet meetbaar en waarneembaar zijn, maar die er toch zijn.
Geloof is een talent, zegt men soms. Of: geloof is een kruk die zwakke mensen nodig hebben om op te steunen. Of: geloof is iets voor dommeriken. Of: geloof is een zegen. Ik ben er van overtuigd dat geloof een keuze is.
Ik heb al op heel jonge leeftijd geloofd in een God. Met de jaren is dit geloof gegroeid en gerijpt, door studie en door ervaringen. Ik vind mezelf niet dom (toen ik studeerde was ik de primus van de klas), intelligentie bepaalt niet of je gelooft of niet. Nogmaals, geloof is een keuze. Natuurlijk heeft gelovig zijn me gesteund in bepaalde moeilijkheden van mijn leven maar een kruk … ? Ik beleef mijn geloof ook heel intens in blijde en vreugdevolle momenten.
Ik ben katholiek opgevoed en mijn liefde voor de bijbelverhalen komt uit die periode. Mijn vader heeft me echter onderwezen dat er veel ‘mankementen’ in mijn kerkleven waren. In 1978 ontmoette ik voor het eerst zendelingen van de Kerk van Jezus Christus van de heiligen der laatste dagen. Ik stond open om te luisteren, te horen en te voelen.
Ik werd lid van de Kerk van Jezus Christus van de heiligen der laatste dagen (ja, het is een lange naam) door mijn hart en mijn verstand te combineren. Nieuwe schriftuur fascineerde me enorm, want ik geloof dat het evangelie universeel is , voor alle volken. Waarom zouden de Joden het alleenrecht hebben op goddelijke openbaring, als God al sprak voor er zelfs van Joden of Israëlieten sprake was?

Nu, die nieuwe schriftuur die ik in handen kreeg, is het Boek van Mormon. Dit boek staat vol diepe geestelijke uitspraken. Ik zal er zeker nog eens wat meer over schrijven.
Ik heb het in 1978 in een paar dagen uitgelezen en sinds die tijd al meerdere keren grondig bestudeerd. IK kan moeilijk met woorden beschrijven wat ik voelde toen ik me in dat boek verdiepte. Ik deed wat een van de profeet-schrijvers uit dit boek vraagt:

‘ Zie, ik wil u aansporen dat wanneer u deze dingen leest
– indien het wijsheid is in Gods bestel dat u ze leest –
u zult bedenken hoe barmhartig de Heer jegens de mensenkinderen is geweest
vanaf de schepping van Adam tot op het tijdstip dat u deze dingen ontvangt,
en het in uw hart zult overwegen.
En wanneer u deze dingen ontvangt,
spoor ik u aan God, de eeuwige Vader,
in de naam van Christus te vragen
of deze dingen niet waar zijn;
en indien u vraagt met een oprecht hart,
met een eerlijke bedoeling
en met geloof in Christus,
zal Hij de waarheid ervan aan u openbaren
door de macht van de Heilige Geest.
En door de macht van de Heilige Geest kunt u
de waarheid van alle dingen kennen.
(Moroni 10: 3-5)

Ik heb gebeden om te weten te komen of dit boek schriftuur is. Ik moest het weten, want ik wist dat de beslissing om lid te worden van een andere kerk op veel onbegrip zou stuiten van familie en vrienden. Gods geest getuigde tot mij dat het Boek van Mormon schriftuur is, door Joseph Smith met goddelijke hulp vertaald, en zo werd de herstelling ingeluid waar de apostel Petrus in de Bijbel over spreekt:

… Jezus Christus, … Hem moest de hemel moet opnemen tot de tijden van de wederoprichting aller dingen, waarvan God gesproken heeft bij monde van zijn heilige profeten.’
(Handelingen 3: 21)

Net als de Bijbel getuigt het Boek van Mormon over het godschap van Jezus Christus. Het boek staat vol verslagen over de grote dingen die de Heer voor zijn volk gedaan heeft. We lezen er ook in hoe belangrijk het maken van verbonden is. Maar boven alles gaat dit boek over Jezus Christus. De wereld twijfelt aan  of verwerpt de Zoon van God. Velen brengen de Bijbel onder bij de rubriek sprookjes, maar dit boek ondersteunt de Bijbel. Bijna op elke bladzijde staat een verwijzing naar de Heiland. Sommigen hebben de Bijbel een bloedboek genoemd en de God daarin een wrede bloeddorstige God. Het Boek van Mormon weerlegt deze aantijging en toont een zachtmoedige God met oneindige liefde voor alle mensen. Het boek getuigt dat Jezus onze Verlosser is en in dit verband wil ik een mooie tekst aanhalen:

En Hij zal uitgaan en pijnen en benauwingen en allerlei verzoekingen doorstaan; en wel opdat het woord wordt vervuld dat zegt dat Hij de pijnen en ziekten van zijn volk op Zich zal nemen.
En Hij zal de dood op zich nemen, om de banden van de dood, die zijn volk binden, los te maken; en Hij zal hun zwakheden op zich nemen, opdat zijn binnenste met barmhartigheid zal worden vervuld, naar het vlees, opdat Hij naar het vlees zal weten hoe zijn volk te hulp te komen naargelang hun zwakheden.’
(Alma 7: 11-12)

De kennis over Gods plan met de mens is verloren gegaan. Waarom vieren we Kerst en Pasen? Wie is Jezus Christus? Betekent Hij iets voor de mensheid?

In de Bijbel lezen we dat Jezus na zijn opstanding verscheen aan Petrus en Hij vroeg hem: Simon, zoon van Johannes, hebt gij mij waarlijk lief, meer dan dezen?’ Petrus antwoordde: ‘Ja Here, Gij weet dat ik U liefheb.’ Christus zei tot hem: ‘Weid mijn lammeren.’ Toen vroeg Hij opnieuw: ‘Simon, hebt gij mij waarlijk lief?’  En Petrus antwoordde opnieuw bevestigend. Jezus zei toen: ‘Hoed mijn schapen.’ Voor de derde keer vroeg de Here of Petrus Hem liefhad. Petrus raakte er een beetje van in de war, misschien wel bedroefd omdat Jezus het hem nog eens vroeg, maar hij bevestigde zijn liefde voor zijn Meester. Jezus gaf hem toen de opdracht: ‘Weid mijn schapen.'(Johannes 21).

Deze tekst geeft de reden waarom mijn man en ik en duizenden andere jongere en oudere mensen op zending gaan en hun leven op ‘hold’ zetten. We leven in een maatschappij waar christelijke normen en waarden in steile val naar beneden donderen. Men heeft God niet alleen de deur gewezen, men heeft zichzelf tot god verheven.
In onze tijd zijn vele mensen ongelukkig, of depressief, en ze vragen zich af: ‘Is dit alles wat er is?’
Persoonlijke status, een hoger loon, een verre reis, dat is allemaal wel leuk en het geeft blijdschap, maar geen blijvende vreugde of geluk. Echt geluk komt als je God begrijpt en weet dat Hij een plan heeft opgesteld om eeuwig gelukkig te zijn. Geluk komt als je de Heiland kent en liefhebt en je leven baseert op zijn leringen. Mijn leven heeft zoveel meer betekenis en diepgang gekregen en ik ben enthousiast om dit met anderen te delen.

When you discover your mission,
you will feel its demand.
It will fill you with enthusiasm
and a burning desire
to get to work on it.
(W. Clement Stone)

Er was eens een man die naar de kapper ging om zijn haar en baard te laten knippen. De man en de kapper begonnen te babbelen, zoals dat in een kapperszaak gaat. Op een bepaald moment zei de kapper: ‘Ik geloof niet dat God bestaat. Als je naar de wereld kijkt dan moet je mij wel gelijk geven. Er zijn zoveel zieken, zoveel mensen met een handicap; er sterven zoveel onschuldige kinderen, er is hongersnood en armoede. Nee, als God echt bestond dan zou er geen ellende bestaan.’
De andere man werd er stil van.
Toen de kapper klaar was, ging de man naar huis. Onderweg zag hij een man met lang haar en een onverzorgde baard. Hij liep terug naar de kapperszaak en riep: ‘Kappers bestaan niet!’
De kapper lachte hem uit: ‘ Ik sta vlak voor je en ik ben toch een kapper?’
‘Nee!’ riep de man. ‘Kappers bestaan niet! Als ze zouden bestaan, dan zouden er geen mannen rondlopen met lang haar en onverzorgde baarden.’
De kapper antwoordde: ‘Ach man, kappers bestaan wel. Het zijn gewoon de mensen die niet naar ons komen.’
‘Precies!’ zei de man. ‘En dat is ook zo met God. Hij bestaat echt. Het zijn gewoon de mensen die Hem niet opzoeken. Daarom is er zoveel ellende op aarde.’

Mijn man en ik zullen zo’n 140 jonge mensen begeleiden in hun opdracht om de mensen te vertellen over Jezus Christus. Om te vertellen dat God nog steeds luistert en spreekt, om te praten over het geluk dat het naleven van het evangelie met zich meebrengt, en om te getuigen dat alle mensen letterlijk geesteskinderen van God zijn. Dit allemaal zonder opdringerig te zijn en met respect voor andere meningen.
We gaan dus geen product verkopen. We proberen niemand te imponeren of te forceren. We zijn door de Heer geroepen om diegenen te vinden die op zoek zijn naar waarheid, naar geluk en naar hogere waarden, en naar God.

As God has not made anything useless in this world,
as all beings fulfill obligations
or a role in the sublime drama of creation,
I cannot exempt from this duty,
and small though it be,
I too have a mission to fill …
(Jose Rizal)

Ik moest dus geen managementcursus volgen, maar moet wel geloof hebben, vertrouwen en heel veel liefde voor al Gods kinderen. Mijn zending is om mensen te helpen geloof te ontwikkelen in Jezus Christus en zijn voorbeeld te volgen. Mijn opdracht is om te onderwijzen uit de Bijbel en het Boek van Mormon. Ik zal altijd respect hebben voor de keuze van een ander. We zijn allemaal kinderen van God en zoals Hij van al zijn kinderen houdt, zo ga ik ook nog meer proberen van mijn medemens te houden.

Natuurlijk zal ik vele dingen missen. Als ik denk aan de knuffels van mijn kleinkinderen worden mijn ogen al mistig.
Misschien zal deze blog met wat minder regelmaat verschijnen, maar ik ben er zeker van dat mijn nieuwe uitdaging me ook veel creatieve schrijfsels zal opleveren. Ik hoop dat jullie me mee vergezellen op deze reis.

Waar je talenten
en de behoeften van de wereld
elkaar kruisen
ligt je roeping.
(Aristoteles)

 

Ben jij een volmaakte moeder?

Ik denk dat er een tijd was waarin we allemaal een volmaakt perfecte moeder waren. Ik was dat, en jij ook.
Wanneer was dat dan?
Dat was de periode voor we letterlijk een moeder werden.
Als ik de klok terugdraai, dan hoor ik mezelf als jong meisje vele ‘moederdingen’ veroordelen. Misschien herken jij je ook in mijn toenmalige opmerkingen:
‘Als ik later mama word, dan zal ik nooit …’ (vul maar in).
Of, ‘Als ik mama word, zal ik altijd … ‘ (hier is ook genoeg in te vullen).
Ik stond aan de zijlijn en observeerde mijn moeder, mijn oma, mijn tantes, mijn buurvrouwen, de mama’s van schoolvriendinnen, en zelfs totaal onbekenden die mijn pad kruisten. Het leek zo gemakkelijk, ik had een heel plan over het volmaakte moederschap in mijn brein geweven. Op een dag zou ik het perfect ten uitvoer brengen. Ik schreef een gelukkig sprookje met headlines van dingen die ik nooit zou doen en van dingen die ik altijd zou doen. Tjonge, wat was ik zelfzeker over mijn toekomstig moederschap.
Maar toen kwam de dag dat mijn perfect uitgeschreven scenario in duizend stukken viel. Het was de dag dat mijn vliezen braken. Nog niet goed beseffend wat me overkwam zijn mijn man en ik halsoverkop naar het ‘moederhuis’ gereden. Zo noemden ze vroeger dat gedeelte van het hospitaal, waar je zonder baby binnenkwam en met baby naar buiten ging.
Onze baby liet al direct merken dat hij een eigen willetje had, maar uiteindelijk werd een prachtige kleine jongen in mijn armen gelegd. Ik was doodmoe. Ik was gelukkig, maar was doodmoe. Wist ik dat die moeheid een bijgeschenk van het moederschap is? Ik was dolgelukkig, maar voelde ineens een enorme bezorgdheid – nog zo’n cadeautje voor de rest van je moederleven. Mijn hele lichaam trilde van alle hormonale en emotionele veranderingen die ineens mijn jonge leven kwamen overdonderen.
Toen ik even later alleen in mijn kamer lag en het ‘babybolletje’ zachtjes op en neer ging in zijn bedje, borrelden allerlei gedachten omhoog:
Waar was iedereen nu?
Wat moest ik doen?
Waarom kwam niemand uitleg geven?
Waarom lag er geen handleiding op mijn nachtkastje?
Ik was bang, boos, gelukkig, bezorgd en verdrietig tegelijk. Ik weet nog hoe ik mijn baby in zijn mooie blauwe oogjes keek en hoe de tranen over mijn wangen liepen. Ik voelde me zo onbekwaam en zo onwetend, maar tjonge, wat voelde ik ook een oneindige liefde voor dit kereltje dat negen maanden lang heel dicht bij mij had geleefd.

We have to learn to say good-bye to
what we thought motherhood was,
so we can love
what motherhood is.
(Christie Gardiner)

Ik kreeg nog drie kinderen: een dochter en twee zonen. Ondertussen zijn ze zelf al ouders en ik weet zeker dat zij, net als ik en alle ouders, ook droombeelden over ouderschap hebben moeten laten vallen.
Heel wat jonge, en oudere, ouders voelen zich onbekwaam, ze voelen zich niet goed genoeg. Onze digitale wereld heeft daar zeker aan meegeholpen, want die schildert al te gemakkelijk perfecte gezinsfoto’s, perfecte kinderen, perfecte maaltijden, perfecte woonkamers, perfecte uitstappen, enz. De werkelijkheid is meestal heel wat anders.
Als oma, met veel moederschapservaring, wil ik alle ongeruste, overbezorgde mama’s een geheim of twee vertellen over het mama zijn en worden.

Ten eerste: moeder zijn is moeilijk. Maar als je het voor geen goud ter wereld wil opgeven, dan is dat genoeg. Dan ben jij genoeg.

Ten tweede: je zal je meermaals niet goed genoeg vinden. Onbekwaamheid zal je bezoeken. Onbekwaamheid komt honderd keer op bezoek, en waarschijnlijk nog veel meer keren. Misschien maak je de keuze om met je kind geen dokter te bezoeken, want kleinzerigheid past niet in jouw woordenboek, maar een paar dagen later snel je met datzelfde kind naar de spoeddienst. Of je rijdt als een snelheidsmaniak juist wèl naar de spoeddienst met je krijsende baby, en je wordt direct weer naar huis gestuurd met de mededeling ’tandjes op komst’, terwijl meewarende blikken je naar de uitgang begeleiden. Of de schooldirecteur verwittigt je dat je kind gevallen is en de wonde moet genaaid worden. Bij de verpleegster merk je dan dat je kind al drie dagen dezelfde trui aanheeft en met schaamrode wangen teken je de verzekeringspapieren. Je bent misschien al eens een schoolpapier vergeten in te vullen, of je bent het oudercontact helemaal vergeten. Dochterlief zal je daarvoor enkele dagen geen ‘klank’ geven. Maar soms zal je ook niet beseffen wat je verkeerd gezegd of gedaan hebt, als je tienerzoon zijn kamerdeur keihard dichtknalt – of was zijn lievelingsbroek nog niet gestreken?
Ja, er zijn momenten dat je tegen je kinderen zal roepen, ook al hebben ze dat niet verdient, je zal ze volgens de boekjes te dikwijls pizza, frietjes of snelle hapjes voorschotelen, je zal capituleren en ja zeggen als het eigenlijk een nee moet zijn. Of je zal nee zeggen, terwijl het beter ja was geweest. O ja, je zal dikwijls domme dingen doen en zeggen. Ben je dan onbekwaam? Ben je dan niets waard als moeder? Hemeltje nee,  vergeet je niet alle goede beslissingen, alle gezonde maaltijden? Onthou, niemand is volmaakt, ook moeders niet.

I believe that someday
each of us mothers
will kneel at the feet of our Savior
as we talk to Him about being a mom,
and we are going to lament with broken hearts
all of the things we did wrong,
and He will make them right.
(Christie Gardiner)

Nog een prachtig geheim dat mij zoveel inzicht heeft gegeven is deze Afrikaanse spreuk:

It takes a village to raise a child.

Ik ben wie ik ben door onder meer de vele vrouwen en moeders die mijn pad kruisten. Ik las een mooi idee over ‘stammen’ in het boek ‘You are the mother your children need’ van Christie Gardiner. Eigenlijk zou je kunnen zeggen dat ik als moeder deel uitmaak van een bepaalde vrouwenstam. Een stam die me helpt om moeder te zijn en een stam waarin elke vrouw iedereen liefdevol helpt. We behoren tot vele stammen, zoals de stam van onze naam, de stam van onze school, de stam van ons dorp, de stam van ons geloof enz. De belangrijkste stam is de stam van Hemelse Vader, daar behoren alle mensen bij. Alle vrouwen behoren ook tot de stam van Moeder Eva. Hoeveel krachtige moeders zijn er al niet uit die stam voortgekomen? Vrouwen die de macht hebben om elkaar te helpen en te steunen in een van de meest heilige roepingen: het moederschap.
Misschien denk je dat goede moeders het wel alleen aan kunnen. Nee, hoor! Ik wil een vergelijking maken met de ringen van een boomstam. In het midden staat je kind. De eerste ring is God, de volgende ring is papa en mama. De ring erna is misschien oma en dan volgen de ringen van tantes, nichtjes enz. In een boomstam staan de ringen dichter of verder van het centrum, maar elke ring vormt de sterkte en de groei van de boom. Voor onze kinderen zullen sommige ringen dichter of verder van hen afstaan, maar allemaal hebben ze een invloed op hen en zijn ze een deel van hun groei en vooruitgang.
Het is maar een vergelijking, maar alle vrouwen hebben een invloed. Zo kunnen wij ook een ring toevoegen aan de boom van kinderen die niet de onze zijn.

Twee zijn beter dan één, omdat zij een goede beloning hebben bij hun zwoegen.
Want, indien zij allen vallen,
dan richt de een de ander weer op;
(Prediker 4: 9-10)

We mogen elkaar niet belemmeren om een ring te plaatsen rond een kind. We moeten elkaar niet in de weg staan om ‘het dorp’ te zijn.
Marjorie Hinckley zei het zo mooi:

We are all in this together.
We need each other.
Oh, how we need each other.
Those of us who are old need you who are young,
and hopefully,
you who are young need some of us who are old …
We need deep and satisfying friendship with each other.
These friendships are a necessary source
of sustenance.

In de boomstam van mijn leven zijn al vele ringen gemaakt. Ze zijn gemaakt door mijn ‘stamleden’: twee echte zussen, schoonzussen, buurvrouwen, vriendinnen, leden van mijn kerkwijk en kerkring, boekenliefhebsters, kunstliefhebsters en museabezoeksters wiens naam ik niet eens ken. Sommigen in mijn stam hebben hetzelfde geloof als ik, anderen niet. Sommigen hebben dezelfde politieke ideeën, anderen niet. Sommigen houden van dezelfde schrijvers, anderen niet. Sommigen houden van klassieke muziek, anderen niet. Deze smeltkroes van ideeën en ervaringen maken mijn stam van vrouwen geweldig!
We mogen ook niet vergeten hoeveel mannen een positieve invloed uitoefenen, een kind heeft ook een papa, en vele geweldige mannen kruisen ook hun pad. Maar deze blogtekst is nu vooral aan de vrouwen gericht, de mannen komen een andere keer aan bod.

Ik ben een moeder, en dat is niets iets dat ik zomaar tussendoor doe. Mijn moederzijn neem ik mee in alles wat ik doe. Ik ben moeder als ik een toespraak geef en als ik een blogtekst schrijf. Ik ben moeder in mijn lesgeven en in mijn creatieve uitingen. Het moederschap beïnvloedt mijn politieke voorkeur en ideeën. Het heeft invloed op mijn winkelen, mijn babbelen en nog zo veel meer. Moederschap zit in mij.
Ik begin zo stilaan te beseffen dat ik wel echt de moeder ben die mijn kinderen nodig hebben, ook al doe ik vele dingen niet zoals het zou moeten.
Als ik me afvraag of ik wel bekwaam genoeg ben, dan keer ik me naar mijn Hemelse Vader. Hij en Zijn Zoon zijn het middelpunt van mijn leven. Te midden van de moeilijkheden die het moederschap geregeld meebrengt, voel ik Hun liefde en krijg ik vrede.

MAM
Dat spel je ondersteboven als
WAW

Juist, mama’s zijn wauw! Een hopeloos moment maakt je heus geen hopeloze moeder.
Een beetje humor komt ook wel van pas. Als je kleine kinderen weer eens de zetels als trampoline gebruiken, als je tieners weer eens de ijskast geplunderd hebben, als er weer eens vuile voeten op de vloer staan, of vingerafdrukken op de ramen en kasten, als je weer eens de tablet of spelconsole weggestopt hebt en je kinderen zeuren dat ze zich dood vervelen … spring dan in gedachten naar de toekomst en fantaseer dat je later, als zij groot zijn, bij hen thuis binnenspringt, je voeten niet afveegt en je alles opeet en opdrinkt wat ze in huis hebben. Kortom, je maakt er een boeltje van. Je kijkt op je uurwerk en geeuwt. Je zegt dat je je dood verveelt en je verdwijnt.
Enfin, een moeder mag soms wel eens een kortstondige ‘heksengedachte’ hebben.

Het leven van een mama is onvoorspelbaar, moeilijk, en soms een puinhoop. Het is verre van volmaakt en een moederhart breekt meer dan eens. Maar het leven van een mama is ook leuk, grappig en creatief. Het is inspirerend, verheffend en vreugdevol.

Gelukkige moederdag
aan alle mama’s
en aan alle vrouwen
van de stam die ringen bouwen.

Jullie zijn GEWELDIG!

 

 

Zomeruur, licht en Pasen.

Het is zomeruur. Dat betekent dat we de klok een uur verder gedraaid hebben en dat 10 uur 11 uur geworden is. Dat de overheid zo’n konijn uit de hoed haalt is ongelooflijk, en nog wel voor het hele land en een groot stuk van de wereld. In mijn gewoon dagelijks leven zou ik ook wel eens de klok zomaar een uur willen terugdraaien of ineens verder zetten. Floep! Mooie dingen een uur langer beleven, minder leuke dingen vliegensvlug voorbij draaien.

De tijd is te traag voor wie wacht,
te snel voor wie bedeesd is,
te lang voor wie treurt,
te kort voor wie zich verblijdt,
maar voor wie het heeft
is de tijd eeuwig.
(R. Hoemakers)

Maar alle tijd en konijnen in hoeden ten spijt, hebben jullie last van het zomeruur?
Ik moet er toch altijd een beetje aan wennen. Mijn biologische klok heeft ’s morgens een vast uur. Elke dag word ik op ongeveer hetzelfde tijdstip wakker. Met het zomeruur voelt mijn ‘klok’ zich bedot. Ze wordt geforceerd om me nu een uur vroeger wakker te krijgen en als je mij kent is dat niet zo simpel. Gelukkig protesteert mijn lichaam maar een paar dagen en dan heeft mijn innerlijke klok zich bij het zomeruur neergelegd. Dus last? Niet echt veel.

Ik ben wel blij dat het langer licht is. In de lente lengen de dagen sowieso, maar met dat zomeruur erbij kan ik nog extra van het licht genieten.
Ik ben een ‘lichtmens’. En geef nu ook toe: licht is leven, niet?
Dat brengt me ook bij een belangrijke feestdag: Pasen. Dat christelijk feest geeft me altijd zo’n blij gevoel. Niet alleen om de mooie herinneringen van paasklokken en chocolade eieren die verstopt en gevonden werden, maar ook omdat de Paastijd me als mens enorm aanspreekt en mijn ziel verlicht.

Aan Pasen is een naam gekoppeld die bijna iedereen in de wereld kent, maar waarbij toch heel weinig mensen zijn die deze persoon echt kennen. Die naam is Jezus Christus.
Wie is Jezus? Waarom zou Hij vandaag nog belangrijk zijn?
Om te beginnen is Jezus een voornaam, net zoals Pieter en Seppe. Christus is geen achternaam, maar een titel. Die betekent ‘de Gezalfde’.
Die titel duidt erop dat Jezus geen gewone man was, of zelfs de beste leraar ooit. Hij is de beloofde Messias waarover in het Oude Testament geprofeteerd wordt. Hij zou alle mensen redden van zonde en dood (alle, daar vallen wij dus ook onder). Jezus verklaarde tijdens zijn leven zelf dat Hij de Zoon van God was. Ik geloof dat. Hij deed vele wonderen zoals zieken genezen, blinden laten zien, doven laten horen en Hij wekte zelfs doden weer tot leven. Zijn grootste wonder is dat Hij eeuwig leven en geluk aan alle mensen kan geven, we moeten alleen maar in Hem geloven en ons best doen zijn leringen te volgen. Maar mensen zijn mensen, en we maken allemaal fouten – grote en kleine. Soms falen we compleet en zitten we in zak en as, of in een diepe put. En dat is precies de reden waarom Jezus naar de aarde kwam en waarom Hij vandaag nog zo belangrijk is voor ieder van ons.

En voorts zeg ik u dat
er geen andere naam,
noch enige andere weg of middel,
zal worden gegeven waardoor
redding tot de mensenkinderen kan komen,
dan alleen
in en door de naam van
Jezus Christus,
de almachtige Heer.
(Mosiah 3: 17)

Om te kunnen begrijpen waarom Jezus zo belangrijk is, is een vergelijking misschien wel op zijn plaats:

Er was eens een man die zo graag iets wou hebben. Het was zijn grootste droom en hij had er alles voor over, dus ging hij een grote schuld aan om zijn grote verlangen waar te kunnen maken. Men had hem verwittigd hoe gevaarlijk zulke grote schulden wel zijn en hoe er met de schuldeiser niet te lachen viel. Maar de man tekende het contract. De einddatum lag ver in het verschiet en hij was er gerust in dat hij zijn schuld op tijd zou kunnen aflossen. Hij was blij, want hij had nu wat hij wilde.
Het leven ging verder met zijn ups en downs, met hard werken en met pleziertjes, met voorspoed en met tegenslag. Maar de schuldeiser had een vast plekje in zijn gedachten. Af en toe deed de man een afbetaling en stiekem hoopte hij dat de dag van de ultieme afrekening nooit zou aanbreken.
Maar die dag komt altijd voor iedereen, en dus ook voor die man. Het contract was verlopen en de schuld niet afbetaald. De man besefte dat hij zijn schuld nooit kon aflossen en dat de schuldeiser al zijn bezittingen kon opeisen en hem zelfs in de gevangenis kon steken. Hij vroeg:
Kan ik niet meer tijd krijgen?’
Kan je mijn schuld niet kwijtschelden?”
Kan je me geen genade tonen?’
De schuldeiser vond genade maar eenzijdig, daar had hij niks aan. Hij vroeg:
Geloof jij in recht? Ik wil gerechtigheid! Jij hebt het contract getekend en de wet is dat jij betaalt of gestraft wordt. Het is niet de bedoeling dat genade de gerechtigheid kan beroven.’
Als jij mijn schuld niet kwijtscheldt, dan is er geen genade!’ smeekte de man.
Als ik dat doe dan is er geen gerechtigheid!’antwoordde de schuldeiser.
Het leek erop dat er geen manier was waarop zowel de genade als de gerechtigheid tevreden zou zijn. En toch is die manier er! Maar dan is er nog iemand anders voor nodig.
De schuldenaar had een vriend die hem heel goed kende en die wist hoe kortzichtig en gek hij was geweest. Maar die vriend wilde hem helpen omdat hij van hem hield. Hij werd een middelaar. Hij betaalde de schuld en zo was de gerechtigheid tevreden. De middelaar regelde een afbetaling met zijn vriend en zo kreeg die genade.

Als we dit verhaal projecteren op ons eigen leven, dan hebben we allemaal een zekere ‘geestelijke schuld’, en op een dag zal de afrekening komen.
Dit lijkt misschien voor velen, zo niet voor iedereen, de ver-van-mijn-bed-show. Hoe kan dat nu? We zijn toch baas over ons eigen leven? Is er wel een leven na de dood waarin de afrekening komt? Ik ben toch een goed mens?
Vele mensen die een bijna-doodservaring beleefden, vertellen allemaal hoe belangrijk het is om hier goed te doen voor iedereen. Ze beklemtoonden dat het leven dat we hier leiden, ons leven aan de andere kant bepaalt.
Maar niemand is volmaakt, we kunnen allemaal meer helpen, beter helpen, meer doen, beter doen.
En de wet der gerechtigheid zal de aflossing eisen. Gelukkig is er een Middelaar.

Want er is één God en ook één middelaar tussen God en mensen,
de mens Christus Jezus,
die zich gegeven heeft tot een losprijs voor allen.
(1 Timotheüs 2: 5)

Door de genade van Jezus Christus kunnen wij, na alles wat we zelf konden doen, gered worden.

Pasen is het feest waarop de christelijke wereld de verzoening en de opstanding van Jezus Christus herdenkt. Ik kan zeker niet uitleggen hoe Jezus het lijden, de pijnen, de zonden en alle onvolmaaktheden van heel het mensdom op zich genomen heeft, en hoe Hij daar de schuld voor betaalde. Ik kan ook niet uitleggen hoe het kon dat Hij – die zeker dood was- levend werd en zo de deur van de onsterfelijkheid voor alle mensen opende. Geestelijke dingen kunnen niet uitgelegd worden op een stoffelijke manier.
Ik geloof in God en in Jezus Christus, in de opstanding en in een eeuwig leven, en als jij daar ook in gelooft dan weet je hoe moeilijk het is om anderen te vertellen wat je voelt. Ik probeer op deze blog mijn woorden zorgvuldig uit te zoeken en probeer niemand te kwetsen of de indruk te scheppen dat gelovigen ‘beter af’ zijn. Ik kan je maar een schets bieden van hoe ik God echt zie. Ik geef je een onafgewerkt product van mijn gevoelens over Zijn liefde en mijn plaats daarin, een ruw beitelwerk over hoeveel meer Licht ik daardoor ervaar.

The miracle of
RESURRECTION,
the ultimate cure,
is beyond the power of modern medicine.
But it is not beyond the power of God.
(Paul V. Johnson)

Zomeruur, Licht en Pasen. Voor de ene een geestelijke bezinning, voor de andere een familiefeest met eitjes. Geniet van al het licht.

Laat jij je stem horen?

De winterperiode is een tijd van niezen en hoesten, van vitaminetekorten en grieperige toestanden. De zon is dikwijls ver te zoeken.
Ik ben al meer dan een week mijn stem aan het zoeken. Na wat heesheid, veel gekuch en zware brombeertoestanden was ze ineens FLOEP! zo goed als weg! Een kop of tien warme kruidenthee en een vrij te krijgen hoestsiroop bracht niet veel soelaas. Mijn stem bleef koppig verstoppertje spelen en bracht mijn ademhaling danig in de war. Een herinneringsflits aan ‘de Stemmenrover’ (een Suske en Wiske boek van lang geleden) liet me inzien dat er grover geschut nodig was. Ik moest niet naar Japan, maar een antibioticakuur die ik liever niet had gewild, zette me weer op het goede spoor.

Ik vind de menselijke stem vanzelfsprekend en toch is het een klein wonder. Mijn stem is mijn unieke communicatie-instrument. Ik kan daarom lachen (gemeen en hartelijk, of zoals een kip een ei legt), huilen (hartverscheurend of heel stilletjes), spelen (toneel en andere aanverwanten), zingen (ook vals), praten en zelfs neuriën als ik opgewekt ben. Door middel van mijn stem kan ik plezier, opwinding, passie, woede en enthousiasme overbrengen. Is dat niet geweldig? Ik zal mijn stem nooit meer vanzelfsprekend vinden.

Elke stem is uniek door het verschil in grootte van de stembanden. Daarom zijn er piepstemmen, zware, heldere en schelle stemmen. Ook de grootte en de vorm van het lichaam heeft een invloed op de manier waarop we geluiden tot stand brengen en uitspreken. Een vrouwenstem klinkt meestal hoger omdat de stembanden korter zijn dan die van mannen.

Ik was verbaasd over ’t feit dat men pas in 1854 ontdekt heeft hoe de stem werkt. De Spaanse zanger Manuel Garcia gebruikte een tandspiegel als keelspiegel (misschien was hij ook zijn stem even kwijt) en ontdekte het trillen van de stembanden.

Words mean more
than what is set down on paper.
It takes the human voice
to infuse them with deeper meaning.
(Maya Angelou)

Iedereen weet dat we hees kunnen worden door een simpele verkoudheid, maar ook door onze stem te forceren op een feest, een concert, of een sportwedstrijd. De stem laten rusten is dan belangrijk. Het schijnt zelfs dat de heesheid erger wordt als we fluisteren!
‘Ik ben al een pak beter’, zei ik vandaag tegen mijn man.
‘Jaja, ik hoor het aan je stem’, antwoordde hij sarcastisch.
Het is een feit dat onze stem veel verraadt over wie we zijn: een man, een vrouw, een kind, jong, oud. Ook onze gemoedstoestand geeft een bepaald timbre aan onze stem.
Bij het muziekprogramma ‘The Voice’ zien we hoe deelnemers alleen op hun stem beoordeeld worden in een paar seconden.
Het is waar, soms raakt een stem me, soms ook helemaal niet. Maar ook buiten een zangcarrière wordt een spreekstem binnen enkele seconden beoordeeld op betrouwbaarheid en sympathie. Niet voor niets worden er vandaag de dag ook cursussen ‘spreken’ gegeven om meer commerciële en politieke punten te kunnen scoren.

Er zijn verschillende soorten stemmen die onze aandacht vragen. Zelf gebruiken we ook veel soorten stemmen om iets te verkrijgen.
In de wereld horen we dikwijls pessimistische en negatieve stemmen en nochtans is de stem waar blijdschap in echoot zo hard nodig. We hebben optimisme nodig en stemmen die moed geven. We moeten geen articulatieles gevolgd hebben, of hoogdravende woorden uiten, eenvoudige woorden zoals een dankjewel of sorry, kunnen blijheid in een ziel brengen.

I use my voice
to make people feel
like they belong.
(Gina Rodriguez)

Sommige mensen denken dat de harde roepers het meest gehoord zullen worden. Maar dat is niet helemaal waar. De luidste stem wordt misschien eerst gehoord, maar als we de volumeknop naar beneden draaien, wordt alles rustiger. Dan kunnen we horen wat ook de zachte stemmen te zeggen hebben, en geloof me, dat kan een wereld van verschil maken.

We still need a voice
that thinks
before
it speaks.
(Simon Armitage)

Het leven kan bitter en zoet zijn. Welke stem gebruiken we als reactie?
Soms zijn we teleurgesteld als we geconfronteerd worden met misleidende stemmen, met opdringerige stemmen, met stemmen die de wereld op zijn kop willen zetten, met stemmen die andere stemmen het zwijgen willen opleggen.
Deze stemmen klinken oorverdovend luid en soms zijn we lafaards en zwijgen we. Soms vinden we onze stem niet de moeite waard. Soms hebben we schrik dat we er alleen voor staan en willen we niet voor idioot doorgaan. Margaret Atwood gaf een waarschuwing tegen het zwijgen:

A voice is a human gift;
it should be cherished and used;
to utter fully human
speech as possible.
Powerlessness and silence
go together.

Ik ben echt geen haantje-de-voorste, maar ik besef heel goed hoe belangrijk het is om mijn stem te laten horen. Want wat brengt het op om een stem te hebben en te zwijgen? Als we de gelegenheid krijgen om onze stem te laten horen moeten we dat doen, of het nu gaat om onze stem tijdens verkiezingen, of onze afkeur aan een bepaalde zangstijl, of wat dan ook. Al te veel heeft zwijgen drama’s meegebracht. Pesterijen lopen fallicant verkeerd af, democratieën gaan ten onder, respect, normen en waarden worden afgevoerd, allemaal omdat er gezwegen werd.

Elk mens heeft een – laat ik het uiterlijke stem- noemen. Die kan welbespraakt of woordenschatarm zijn. Ze kan luid of stil, vleiend, liefdevol, haatdragend, dankbaar of onverschillig klinken. Maar de stem die het belangrijkste is, is onze innerlijke stem. Dat is onze echte stem. Ik geloof zelfs dat onze innerlijke stem onze uiterlijke stem enorm kan beïnvloeden.
Douglas Mac Arthur schreef:

The world is in a constant conspiracy
against the brave.
It’s the age-old struggle:
the roar of the crowd on the one side,
and the voice of your conscience on the other.

Een karikaturale voorstelling van de wereldse en innerlijke stem wordt wel eens voorgesteld als een duiveltje op de ene schouder en een engeltje op de andere, die ons allebei voortdurend van alles in het oor fluisteren. Ik geloof niet dat het zo tewerk gaat, maar ik geloof wel dat we een inspanning moeten leveren om de stem van ons geweten te horen. Om onze innerlijke stem, ons geweten, te horen moeten we het in onszelf stil maken. Met al de mediadrukte om ons heen is dit geen gemakkelijke opdracht. Misschien zit er nu in plaats van een duiveltje wel een smartphone op onze schouder?

Don’t let the noise of other opinions
drown out your own inner voice.
(Steve Jobs)

Iemand noemde eens die innerlijke stem een goddelijke stem. Ons geweten, dat ons de juiste weg toont, laat ons misschien wel een goddelijke stem horen. Ik zocht een paar schriftteksten op over de stem van God, hoe zou die klinken?
In het Oude Testament sprak me het verhaal van de profeet Elia wel aan. Hij zocht de stem van de Heer. In 1 Koningen 19 lezen we dat de Heer niet in de wind was, ook niet in de aardbeving en niet in het vuur. Elia vond de Heer in de zachte stilte.
God spreekt meestal met een stille zachte stem en daarom is het zo moeilijk om die te horen. Moeilijk, maar niet onmogelijk. Ik denk dat zijn stem nauwelijks hoorbaar is omdat we niet ‘in tune’ zijn met het oneindige.
In het Boek van Mormon lezen we in Helaman het verhaal over een groep mensen die de stem van God hoorden en het wordt in mijn ogen mooi beschreven:

En het geschiedde, toen zij die stem hoorden, dat zij inzagen dat het geen stem des donders was, en evenmin een stem van daverend rumoer, maar zie, het was een zachte stem van een volmaakte mildheid, als een fluistering, en toch drong zij door tot in het diepste der ziel. (Helaman 5: 29)

Er zijn genoeg verslagen van mensen, vroeger en nu, die letterlijk Gods stem hebben gehoord. Al je mij vraagt of ik Gods stem al heb gehoord dan moet ik zeggen: niet op de letterlijke manier, niet als een ‘echte’ stem. Maar ik heb Gods stem al dikwijls tot mij horen spreken in mijn gedachten. Die indrukken zijn net zo krachtig als moest Hij met een trompet in mijn oren hebben geblazen.

Ja, zie, Ik zal in uw gedachten en uw hart tot u spreken …’ (L&V 8: 2)

Voor sommigen klinkt dit misschien als complete onzin. Maar geestelijke dingen zijn nu eenmaal anders te begrijpen.
Ik wil je even meenemen naar een zaterdagavond bij ons thuis. Ik zit een boek te lezen, de teevee staat aan en voetbalgeluiden vullen de living. Mijn man kijkt gespannen naar de voetbalmatch. Hij is gek op voetbal. Hij speelde jarenlang zelf voetbal en ik kan echt zeggen dat hij zijn hart aan voetbal verloren heeft. Jawel, hij houdt van mij, maar als hij naar een match kijkt word ik toch eventjes buiten zijn zichtveld geplaatst. Niet alleen dat, ook buiten zijn gehoorsveld. want als ik hem tijdens een match iets vraagkrijg ik meestal niet direct een antwoord. Ik moet het soms twee of drie keer herhalen voor hij me aandacht geeft. En dat is gewoon omdat hij me niet hoort, het is immers voetbal!
Ik durf wel eens een blik werpen op het scherm, maar ik ben vlug mijn interesse kwijt.
‘Heb je dat gezien?’ vraagt manlief me soms heel enthousiast.
Ik moet meestal ontkennend antwoorden, ik heb geen voetbalhart.
Ik wil dit graag projecteren naar het horen van de stem van de Heer. Zoals ik al schreef zijn er zoveel stemmen die onze aandacht vragen. Elke stem belooft wel iets: een spannende wedstrijd, kennis, lust,… Het is aan ons om te kiezen op welke stem we willen afstemmen en welke stemmen we willen negeren. Dat is ook zo met Gods stem, willen we die wel horen?

Als we de stem van de Heer willen horen moeten we weten waar we die kunnen vinden. In de Bijbel zegt de profeet Amos:

‘Voorzeker, de Here Here doet geen ding, of Hij openbaart zijn raad aan zijn dienstknechten, de profeten.’ (Amos 3:7)

De Heer heeft zelf ook nog iets toegevoegd aan het ‘horen van zijn stem’: Of mijn eigen stem nu gesproken heeft, of de stem van mijn dienstknechten, dat is hetzelfde (L&V 1:38).

Als we dus de stem van God willen horen, moeten we bereid zijn om naar de stem van zijn profeten te luisteren en andere stemmen te negeren of een andere plaats te geven.

If we listen to the voices of the world,
we will be misled.
But if we listen to the voice of the Lord
through his living prophet
and follow his counsel,
we will never go astray.
(Virginia U. Jensen)

Focussen op een voetbalmatch heeft zeker geen eeuwige gevolgen. De stem van gokken of een andere verslaving volgen, heeft waarschijnlijk wel verstrekkende gevolgen. Stemmen die onze eigenwaarde naar beneden halen, stemmen die ons opblazen, stemmen die ons boos maken, die stemmen kunnen andere, vriendelijke stemmen onhoorbaar maken.
Mijn opa had vroeger zo’n ouderwetse radio die je precies moest afstellen om mooie geluiden te kunnen horen. Ik weet, dat als ik me afstel op de stem van de Heer, dit een heel verschil maakt in mijn leven vandaag en voor de eeuwigheid.

Waarvoor ga jij je stem gebruiken de komende week?

Welke stem ga jij laten horen?

Maak deze week tijd om eens in de natuur te wandelen, de plaats om Gods stem te horen.

A capella muziek is ook mooi om  te genieten van verschillende stemmen.

Benieuwd om de stem van een levende profeet te horen: Russell M. Nelson lds.org

 

 

Honing, bijen en ik.

 

Ik zit hier gezellig aan de ontbijttafel een lekkere boterham met honing op te eten. Ik ben gek op honing en vooral de zachte lentehoning heeft mijn voorkeur. Als ik na een vakantie mijn koffers leegmaak, dan vind ik daar steevast een potje honing in van een plaatselijke imker. De lekkerste honing die ik ooit gegeten heb had ik gekocht in Cyprus. Ik zie de oude imker nog op de vuile grond zitten met enkele potten honing voor zich. De honing was nog witter dan melk en ik vroeg me af of dit wel honing was. Een brede glimlach en veel handgebaren overtuigden me om een pot te kopen. Toen ik later thuis die witte honing proefde, was Cyprus nog nooit zo dichtbij geweest.

Eet honing, mijn zoon, want dat is goed,
honingzeem is zoet voor uw gehemelte;
erken, dat de wijsheid zo is voor uw ziel.
Als gij haar gevonden hebt, dan is er toekomst
en uw verwachting wordt niet afgesneden.
(Spreuken 24: 13-14)

Ik sta versteld van het wonderlijke proces hoe bijen honing maken. Honingbijen verzamelen nectar uit bloemen en die nectar bevat verschillende suikers, mineralen en sporenelementen. De nectar komt in de maag van de bij terecht en vanuit speekselklieren in de kop en het borststuk voegt de bij er de eerste enzymen en goede bacteriën aan toe. Als de bij in de bijenkast toekomt wordt het zoete sapje uit de honingmaag via de monddelen aan andere bijen doorgegeven. Terwijl de druppel van bij naar bij gaat, voegen de bijen steeds opnieuw kleine beetjes speeksel toe waarin verschillende enzymen zitten. Daarna wordt de honing in lege honingraatcellen geduwd en door snel vleugelgeklapper verder ingedikt. Als de honing rijp is verzegelen de bijen de cellen met wasdekseltjes. Dan kan de honing geoogst worden.

Wist je dat voor elke kilo honing vier kilo nectar nodig is? In ons land maakt een bijenvolk zo’n 30 kg honing per jaar. Er is me verteld dat in een bijenkorf tussen de 20 000 en  60 000 bijen leven. Om 1 kg honing te produceren moeten al die bijen miljoenen bloemen bezoeken. Dat is om te duizelen! Ik waardeer mijn lekkere honing nog meer als ik besef dat één bijtje slechts een gemiddelde leeftijd van een paar weken tot vier maanden heeft.

De bijen zoemen rond hun woning
en werken aan een nijver plan,
zij zorgen voor de zoete honing,
wij maken er een potje van.
(Toon Hermans)

Weinig dieren hebben de menselijke verbeelding zo beïnvloed als de bijen. Het was niet alleen de honing en de was die hen een faam bezorgde, maar ook hun samenlevingspatroon was een inspiratie voor filosofen, schrijvers, staatshoofden en politici zoals Aristoteles, Plato, Shakespeare en Tolstoy. Er zijn vele volksverhalen en legendes waarin bijen een rol spelen.

Ik heb een beetje rondgesnuisterd en las interessante, grappige en spirituele weetjes over deze slimme diertjes. Ik ontdekte dat de bij als een heilig insect werd beschouwd en dat het diertje de brug was tussen deze fysische wereld en de onderwereld.
De oude Grieken associeerden lippen met honing gezalfd met welsprekendheid. De bijen waren voor hen het symbool van ijver, welstand en reinheid. Ze waren ‘de Vogels der Muzen’ en werden aanzien als inspiratie voor kunstenaars. Soms zagen ze in de bij ook de bezorger van liefde.
In het Oude Egypte was de bij een teken van koningschap. Bijen waren levensgevers en stonden symbool voor geboorte, dood en wederopstanding. De tranen van de zonnegod die op aarde vielen, veranderden in werkbijen.
De Joodse historicus Josephus vermeldde dat de naam van de dichteres-profetes Deborah ‘bij’ betekent. De wortel ‘dbr’ geeft ‘woord’, wat de missie aangeeft om het Goddelijk Woord, de Waarheid, voort te brengen (Toussaint-Samat). De naam Melissa betekent hetzelfde.
Hindoes, Kelten, Islamieten, Romeinen, Chinezen, … bijna alle volken hielden bijen hoog in aanzien.
In alles wat ik gehoord en gelezen heb, wordt de bij als een symbool beschouwd van onsterfelijkheid, wedergeboorte, vlijt, arbeid, spaarzaamheid, ordening, organisatie, samenwerking, wijsheid, intelligentie, reinheid en zuiverheid. Ze brengt hemelse gaven naar de aarde en fungeert ook als hemelse boodschapper. Amaai, de bij is dus wel een diertje om u tegen te zeggen.

Be like the honey bee:
anything it eats is clean,
anything it drops is sweet,
and the branch it sits upon
does not break.
(Imam Ali)

Ik vind het verontrustend dat wetenschappers aan de alarmbel trekken. Bijen dreigen uit te sterven! Afgelopen winter stierf 14% van de tachtigduizend honingbijenvolken (Naturalis juli 2017). Als de bij zou verdwijnen is het gevolg voor de mensheid immens groot. Meer dan 3/4 van de landbouwproducten is afhankelijk van dit diertje. (Denk aan fruit, groenten, koffie, cacao, noten,…) Het is niet echt duidelijk waarom het slecht gaat met de bijen. Er worden verschillende redenen genoemd: door de intensieve landbouw, waarbij men zich richt op één gewas, vinden bijen te weinig voedsel; ook het toenemend gebruik van pesticiden is een bedreiging, evenals het verdwijnen en de versnippering van natuur en open ruimtes, de Aziatische hoornaar die bijen op zijn menu zet is ook een kleine ramp voor de diertjes, maar het is vooral een parasitaire mijt die voor veel sterfte in de bijenkasten zorgt.

If the bee disappears
from the surface of the earth,
man would have no more
than four years to live.
(Albert Einstein)

Ik vraag me af wat ik persoonlijk kan doen om mee te helpen dit tij te keren. Ik denk dat wat wild bloemenzaad zaaien in de tuin of in een bak alvast wat bijtjes zal lokken. Een bijenhotel voor wilde bijen zie ik ook wel zitten. Dat is een kleine handeling. Misschien te klein?
Ik wil over kleine handelingen en wat dit teweeg kan brengen toch nog iets kwijt.
Eén honingbij produceert niet meer honing dan 1/12 van een koffielepel. Dat lijkt heel weinig in vergelijking met het totaal, maar dit kleine deel is van groot belang voor het leven in de hele korf. Bijen zijn van elkaar afhankelijk.
Er zit een grote symboliek in: grote dingen worden tot stand gebracht en lasten worden lichter omdat vele handen tezamen werken.
Stel je voor wat miljoenen mensen in onze wereld zouden kunnen bereiken als ze doelgericht samen zouden werken zoals bijen in een bijenkorf?

In sommige christelijke bronnen wordt Christus vergeleken met honing. De Heiland zei meer dan 2000 jaar geleden:

‘Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand. Dit is het grote en eerste gebod. Het tweede, daaraan gelijk, is: Gij zult uw naasten liefhebben als uzelf. Aan deze twee geboden hangt de ganse wet en de profeten.’
(Mattheüs 22: 37-40)

Dat zijn heel eenvoudige woorden. Iedereen kan ze begrijpen en ze zijn zo belangrijk om na te leven. Wij dienen God lief te hebben en zowel voor onze naasten als onszelf te zorgen. Stel je voor wat er in de wereld zou veranderen moesten de mensen de handen ineenslaan en hulp geven aan eigen familie, aan vrienden, aan buren, aan medeburgers?
Er zijn gelukkig veel hulp- en kerkorganisaties die over heel de wereld humanitaire hulp geven en dat is prachtig! Maar wat kunnen we in ons eigen dagelijkse leven doen? Beeld je eens in wat het effect zou zijn van miljoenen kleine, dagelijkse daden die gebeuren uit liefde voor Christus en voor elkaar? Onze wereld verkeert in moeilijkheden van allerlei slag en ik geloof dat onze maatschappij vandaag de dag meer dan ooit nood heeft aan christelijke liefde.

We ought tot do good to others
as simply as a horse runs,
or a bee makes honey,
so a man when he has done a good act
does not call out for others
to come and see,
but he goes on to another act,
as a vine bears grapes
season after season,
without thinking of the grapes it has borne.
(Marcus Aurelius)

Eenvoudige dagelijks dienstbetoon lijkt op zich niet zo veel te betekenen, maar het is als die 1/12 honing op een koffielepel die zo belangrijk was voor de hele korf.

There is power in our love for God and for his children,
and when that love is tangibly manifest
in millions of acts of Christian kindness,
it will sweeten and nourish the world
with the life-sustaining nectar of
faith, hope and charity.
(M. Russell Ballard)

Misschien vraag je je af hoe jij in je drukke leven iemand kan helpen. Als je gelovig bent, dan kan je misschien elke dag bidden of je opmerkzaam mag zijn voor de noden van een ander. Leef dan je dag, doe gewoon, maar kijk met geloof en liefde uit naar die persoon die je nodig heeft. Gelovig of niet, focus je op de mensen rondom je, net zoals de kleine bij zich focust op de bloemen om nectar te verzamelen. Als je dit doet zal er een spirituele gevoeligheid groeien en zal je gelegenheden ontdekken om hulp, troost of hoop te geven. Denk niet te gauw aan iets groots, zoals een huis helpen verbouwen, de strijk doen, eten brengen (hoewel dit ook kan), maar een simpele glimlach, een mailtje, of een telefoontje kunnen een vermoeid hart opbeuren. Een schouderklopje of een complimentje kan moed geven. Een knuffel of een gesprekje bij een tasje thee en een koekje kan iemands dag goed maken.
Net zoals elk 12de deel van een theelepel van alle bijen samen nodig is om de hele korf in leven te houden, zo zal elk dienstbetoon van honderden mensen, elke uitgestoken hand van duizenden mensen, elk gebed van tienduizenden mensen, elke glimlach van miljoenen mensen, een geweldig effect ten goede uitstralen. In deze steeds donker wordende wereld zal daardoor het Licht van Christus feller beginnen schijnen.
Samen – welke overtuiging of geloof je ook hebt – samen kunnen we liefde en vreugde brengen in onze familie, in het leven van een eenzame, een arme en een wanhopige. Samen kunnen we via kleine daden grootse dingen tot stand brengen.

De meeste mensen kennen het beertje Winnie de Poeh. Hij is net als ik gek op honing (hij wel een beetje meer denk ik). Ik las de volgende dialoog en vond die super:

‘Wat doe je het allerliefst op de hele wereld, Poeh?’
‘Het allerliefste…’ zei Poeh, en toen moest hij eerst even nadenken.
Want al was ‘honing eten’ iets heel prettigs,
er was toch één ogenblikje,
vlak voor je begon te eten,
dat nog veel prettiger was,
maar hij wist niet hoe dat heette.
(A.A.Milne)

Wat is dat ogenblik voor jou?

Nog een tip:

Zaai of plant verschillende bloemen in je tuin of bloembak.

Lees de spannende novel: ‘De geschiedenis van de bijen.’ van Maja Lunde

Bezoek een imker.

Geniet van een boterham met honing.

 

 

Wat ik leerde van Thomas S. Monson

Thomas S. Monson

Iedereen ontmoet gedurende zijn leven wel een of meerdere coaches die een serieuze stempel op hun leven drukt. Ik heb van heel wat mensen wijze levenslessen geleerd, van leerkrachten, van collega’s, van schrijvers, van vrienden, van familie, van politici (jawel, dat kan ook), van kunstenaars, van godsdienstleiders, van …
Onlangs is een van mijn super coaches gestorven: Thomas S. Monson. Hij was meer dan de helft van mijn leven een leidende figuur in de Kerk van Jezus Christus van de heiligen der laatste dagen. Bijna 10 jaar werd hij door miljoenen mensen over heel de wereld gesteund als profeet, ziener en openbaarder.

Ik heb hem een paar keer echt ontmoet en heb met hem aan tafel gezeten. Thomas S. Monson straalde een gemoedelijke geest uit, maar liet toch een imposante indruk na. Ik heb veel van zijn toespraken gelezen en enkele boeken. Zijn levensmotto was anderen dienen.
Gedurende heel zijn leven heeft president Monson bakken kritiek geslikt. Hoge bomen vangen veel wind en hij wist dat. Ik ben directrice van een basisschool geweest en ben ook met negatieve kritiek geconfronteerd geweest. Criticasters weten meestal niet welke pijn ze veroorzaken met hun gemene uitlatingen. Die mensen kenden mijn hart en mijn bedoelingen niet, maar kende ik de hunne wel? Thomas Monson onderwees me door zijn reactie op onrechtvaardige kritiek. Hij negeerde het, vond het niet de moeite waard om te reageren en ging verder met de dingen die hij het belangrijkste vond: de Heer dienen en zijn medemens. Negativisme hield hem niet tegen om veel goeds te doen.
Ik heb me afgevraagd of hij dan nooit vervelende gevoelens tegen iemand anders zou gehad hebben. Misschien wel, maar ik heb nooit gehoord dat hij iemand de grond in boorde. Hij liet me beseffen dat we alle mensen moeten liefhebben, hen vergeven en verder gaan met ons werk en ons leven.

Als eerbetoon aan zijn leven wil ik even stilstaan bij een paar van zijn uitspraken.

Work will win when
wishy washy wishing won’t.

Een grappig gezegde, maar eentje die toch klinkt als een bazuin. Als ik iets wil bereiken, moet ik niet zeuren: ‘Ik wou dat ik beter kon schrijven’, nee, ik moet schrijven dan wordt dat beter. Ik moet niet blijven hangen met ‘Ik wou dat ik mooier kon schilderen’, neen, als ik de technieken beter wil beheersen en meer gevoel in mijn schilderwerkjes wil leggen, dan moet ik wat meer mijn verfborstels uit de kast halen. En zo moet ik oefenen op mijn harp, oefenen in spreken en luisteren en blijven studeren.
Een uitspraak van president Monson die hier bij aansluit is:

Don’t forget:
One of the saddest things in life
is wasted talent.

Daarom ben ik op mijn vijftigste nog begonnen met harp te leren spelen. Ik geloof dat elk mens minstens één fantastisch talent heeft meegekregen (en dikwijls veel meer dan één). Maar ik weet ook dat het alledaagse leven zoveel druk uitoefent. Ik denk dat de wereld er veel mooier zou uitzien moest iedereen zijn talent(en) koesteren en ontwikkelen zodat anderen er mee van kunnen genieten.
‘Had ik maar’ en ‘Was ik maar’ zijn saai en spijtig gezelschap in de herfst en winter van een mens zijn leven.

The principle of living greatly include
the capacity to face trouble with courage,
disappointment with cheerfulness,
and trial with humility.

Ik heb al meerdere keren echt moed nodig gehad om bepaalde gebeurtenissen in mijn leven te overwinnen. Ik ben ook al ontgoocheld geweest, in dingen en in mensen. Het hielp me niets om in zak en as te blijven te zitten, om te piekeren en te kankeren, maar ‘vooruit met de geit’ tovert na een tijdje wel opnieuw een glimlach. Beproevingen zijn een onderdeel van het menszijn. Ik wil ze liever niet, maar ze zijn zo nodig om je niet meer dan een ander te voelen, om met beide voetjes weer op de grond te staan, om meer mededogen te ontwikkelen. Moed, opgewektheid en nederigheid – in alle fasen van het leven – maken een mens waarlijk groot.

Er wordt gezegd dat de poort van de geschiedenis
op kleine scharnieren draait,
en dat geldt ook voor het leven van de mens.
Onze keuzes bepalen onze bestemming.

Studiekeuzes, beroepskeuze, partnerkeuze, levenshouding, het zijn zeker scharnieren in de mens zijn leven. Het lot bestaat niet, het zijn keuzes die bepalen waar je terecht komt. Hoe ouder ik word, hoe meer ik overtuigd ben van het feit dat je eerst moet weten waar je naar toe wil en dat je dan daarop je keuzes bepaalt. Het pad dat we in dit leven bewandelen, bepaalt onze eeuwige bestemming, daar ben ik zeker van.

Wij zijn niet op deze aarde geplaatst om er alleen voor te staan.
Hij die ons beter kent dan wij onszelf kennen,
Hij die alles overziet en die het eind vanaf het begin kent,
Hij heeft ons verzekerd
dat Hij er zal zijn om ons te helpen
als wij er maar om vragen.

Gebed betekent heel veel in mijn leven. Het is een anker, een bron van kracht en Gods vrede die tot mijn ziel spreekt. Dat vredig gevoel, die kalme, zoete geest, is voor mij een van de grootste zegens in mijn leven. En weet je, bidden is niet alleen voor moeilijke perioden, maar ook voor momenten waarin je je blijdschap deelt, waarin je je dankbaarheid verwoordt. Ik kan me mijn leven zonder gebed niet meer voorstellen. Het is zo’n geruststelling dat mijn Hemelse Vader altijd luistert.

Al onze woorden en daden moeten vriendelijkheid uitstralen –
op ons werk, op school, in de kerk en vooral thuis.

President Monson’s glimlach sierde hem. Zijn vele verhalen hadden een vriendelijke ondertoon. Hij kon met iedereen omgaan, van de hoogst geplaatste regeringsleider tot het kleinste kind.
Mijn eigen vader kon zijn oren bewegen en dat vond ik als kind hilarisch. Ook zijn kleinkinderen waren er gek op en ze hebben hem dikwijls gevraagd om dit te doen. Ook president Monson kon zijn oren bewegen en daardoor heeft hij het hart van veel kinderen gestolen.
Vrouwen behandelde hij met veel respect en liefde. Hij zei in een van zijn toespraken:

Every woman
deserves to be told
she is beautiful.

Is dat niet prachtig! We leven in een maatschappij waar er hoge eisen aan het schoonheidsideaal van de vrouw gesteld wordt. Thomas Monson zag schoonheid in elke vrouw. Hij zag de kracht van elke vrouw. Hij zag het potentieel van elke vrouw. Hij zag de gelijkwaardigheid tussen man en vrouw. De wereld schreeuwt om letterlijke gelijkheid op alle terreinen, terwijl een profeet des Heren Gods wil verkondigt en verdedigt. Mannen en vrouwen zijn verschillend, maar gelijkwaardig.

Er valt nog veel te schrijven over Thomas S. Monson, een van de groten der aarde. Op lds.org kan je al zijn toespraken terugvinden en je zal heel wat tijd nodig hebben om ze allemaal te lezen.

Het is een andere blogtekst dan gewoonlijk. Ik wou eer betuigen aan de man die mijn leven ten goede beïnvloed heeft. Maar ik voel me er goed bij. Met een glimlach sluit ik dit bericht af met een laatste uitspraak van president Monson:

I feel
I have done
some good today.

 

Kerst en vrede.

 

Het is kerstperiode wat door velen de mooiste tijd van het jaar genoemd wordt. Anderen vinden het de meest gestresseerde en lopen van de ene winkel naar de andere, op zoek naar cadeautjes, tafeldecoratie en andere hebbedingen.
Ik hou van kerst, van de sfeer, van het gevoel dat de mensen iets vriendelijker zijn, maar vooral omdat in deze decemberperiode de betekenis van het leven zich telkens weer nestelt tot in mijn diepste zelf.
Elk jaar opnieuw sta ik stil bij de gedachte ‘Wat betekent Kerst voor mij?’. Ik kan ontroerd worden door sommige kerstliedjes en kerstverhalen. ‘A Christmas Carol’ van Charles Dickens kan ik nog honderd keer lezen en zo heb ik nog wel meer favorieten. Meestal is het stil in ons huis, ik hou van de stilte. De radio staat zelden aan en als er muziek klinkt, dan kies ik die liever zelf naargelang in welke ‘mood’ ik verkeer. Maar in december klinkt er alle dagen kerstmuziek bij ons, ofwel vanuit de CD-speler ofwel vanop mijn harp. Kerstmuziek heeft iets magisch. Er bestaat natuurlijk allerlei soorten kerstmuziek, van swingend tot ontroerend.
Onlangs werd ik geraakt door het lied ‘I heard the bells on Christmas Day’. Dit kerstlied is gebaseerd op een gedicht van de Amerikaan Henry Wadsworth Longfellow. Hij schreef dit gedicht op kerstdag 1863. Het was burgeroorlog en zijn zoon was zwaargewond. Henry Longfellow hoorde de kerstbellen en dacht na over de boodschap van ‘vrede op aarde’. Zijn vrouw was nog niet zo lang geleden gestorven, hij was een weduwnaar met zes kinderen, en zijn oudste kind kwam verlamd uit de burgeroorlog. Het gedicht laat ons een kijkje nemen in zijn verwarde, maar gelovige ziel. In deze moeilijke periode van zijn leven waar hij geconfronteerd werd met een wereld van geweld en onrechtvaardigheid, daalden de woorden ‘vrede op aarde’ in zijn pen. Je leest zijn verdriet en zijn vraagstelling over ‘vrede’. Je leest zijn ontmoediging over de confrontatie met haat en het spotten met de hemelse vredeboodschap van zo lang geleden. Maar tenslotte overwint zijn hoop en geloof in een wereld waar recht en vrede zal zegevieren.
Ik denk dat wij nu in een soortgelijke wereld leven, waar geweld en ongerechtigheid de boventoon voeren, waar God dood verklaard wordt en waar men spot met de kerstboodschap.

I heard the bells on Christmas Day
Their old, familiar carols play,
And wild and sweet
The words repeat
Of peace on earth, good-will to men!
And thought how, as the day had come,
The belfries of all Christendom
Had rolled along
The unbroken song
Of peace on earth, good-will to men!
Till ringing, singing on its way,
The world revolved from night to day,
A voice, a chime,
A chant sublime
Of peace on earth, good-will to men!
Then from each black, accursed mouth
The cannon thundered in the South,
And with the sound
The carols drowned
Of peace on earth, good will to men!
It was as if an earthquake rent
The hearth-stones of a continent,
And made forlorn
The households born
Of peace on earth, good-will to men!
And in despair I bowed my head;
‘There is no peace on earth,’ I said;
‘For hate is strong,
And mocks the song
Of peace on earth, good-will to men!’
Then pealed the bells more loud and deep:
‘God is not dead, nor doth He sleep;
The Wrong shall fail,
The Right prevail,
With peace on earth, good-will to men!’
(originele tekst van Henry Longfellow)

De kerstboom en de kerstdecoraties geven ons huis een speciale ‘look’, maar het plaatje is niet volledig zonder het kersttafereel. Ik geef Maria, Jozef en het kind een prominente plaats in onze woonkamer en als ik het oude, versleten beeldje van een herder in mijn handen houd, herinner ik me een kerstverhaal:

Ze werden wakker in een doos op zolder: een engel, een ster met een staart en een herder met een lantaarn. De herder was er erg aan toe: vorig jaar was hij gevallen, zodat de neuzen van zijn schoenen gebroken waren. Dat deed hem veel verdriet:
Je kunt toch niet met kapotte schoenen bij een kerststal staan?’ vond hij.

Hun doos werd opengemaakt.
O! Wat een prachtige ster! Ik zet ze op de hoogste tak.’
‘En die engel, die hangen we in het midden van de boom. Dan kan iedereen hem goed zien.’
‘En de herder … Ja, zijn mantel en zijn muts zijn versleten. En zijn schoenen zijn kapot!’
‘We kunnen ook zeggen dat zijn schoenen versleten zijn, omdat hij van heel ver gekomen is. Kijk, hij heeft licht meegebracht. Ik vind dat we hem de ereplaats moeten geven, omdat hij met het licht zo’n lange tocht heeft gemaakt.’

De herder werd vlakbij de kribbe gezet. Uit zijn lantaarn viel een straaltje licht.
Precies op het kind dat daar lag.
(Uit ‘Een parel voor elke dag’)

Het kerstverhaal is niet zomaar een verhaal, het is geen sprookje. Als ik de ware betekenis van dat kerstverhaal niet begrijp, dan bevind ik me in het overgecommercialiseerde kerstgebeuren. Ik geloof dat het verhaal in Bethlehem gekoppeld is aan de gebeurtenissen in Getsemane en Golgotha. Kerst is een vreugdefeest, maar het belooft geen leven zonder pijn, moeilijkheden en beproeving. Het ene verhaal kan niet zonder het andere en het getuigt wat het leven precies is. Gods Zoon, geboren in een kribbe toont ons een leven om na te volgen.
‘Ik ben het Licht’ en ‘Jullie zijn het licht’, een opdracht van naastenliefde en dienen.
Hij gaf zijn leven zodat alle mensen eeuwig kunnen leven.

‘…That Baby, the Only Begotten Son in the flesh,
born ‘away in a manger, with no crib for his bed’
makes all the difference everywhere,
worlds without number,
a lot farther than your eye can see.’
(Jeffrey R. Holland)

Hoe kunnen we nu vrede bereiken? De volgende woorden van Howard W. Hunter helpen me daarin een weg te zoeken:

Deze kerst,
leg een ruzie bij.
Zoek een vergeten vriend.
Vervang twijfel door vertrouwen.
Schrijf een brief.
Geef een zacht antwoord.
Moedig de jongeren aan.
Toon uw loyaliteit in woord en daad.
Hou je aan je beloftes.
Laat los.
Vergeef een vijand.
Verontschuldig.
Probeer te begrijpen.
Leg eens je voorwaarden voor anderen onder de loep.
Denk eerst aan iemand anders.
Wees vriendelijk.
Wees lief.
Lach een beetje meer.
Uit je dankbaarheid.
Verwelkom een vreemdeling.
Maak een kind blij.
Geniet van de schoonheid en het wonder van de natuur.
Spreek liefde uit
en spreek het opnieuw.

 

VROLIJK KERSTFEEST!

 

Let it snow, let it snow …

Het is jaren geleden dat het nog zo gesneeuwd heeft. In ons vlakke Vlaanderen is 15 cm niet iets wat je dikwijls meemaakt en ik ben er dan ook nog lang niet op uitgekeken.
Ik weet niet wat jij voelt als je de eerste sneeuw van de winter ziet vallen. Misschien ben je chagrijnig of zing je de ziel uit je lijf met het liedje ‘Let it snow’?
Dwarrelende sneeuwvlokken geven mij nog steeds een blij gevoel. En net als het kind van vele jaren geleden, vind ik het nog even magisch.
Met evenveel verwondering kijk ik naar de dansende wollige kristallen die het grijze kale winterlandschap bedekken met een schitterend wit deken. Al mijn zintuigen staan op springen. Het geluid klinkt dof en ver, en het licht valt zachter op mijn ooglens. Ik voel kriebels in mijn buik en moet mijn muts en handschoenen zoeken. Warme winterlaarzen bonken in in de schoenenkast en hoor ik nu mijn dikke winterjas fluisteren: ‘Dat werd tijd.’?

Even later stap ik ingeduffeld als een Poolreiziger het winterse landschap in. Bijna vind ik het zonde dat mijn voetstappen het witte tapijt uit evenwicht brengen.
Het knerpen van de sneeuw onder mijn laarzen geven een voldoening waar de chocolade van Sinterklaas in het niets mee valt.
Ik adem de frisse lucht in en verbeeldt me dat ik de sneeuw zelfs ruik – of is het niet ingebeeld?
Zo alleen in de velden borrelt het kindzijn omhoog en ik steek mijn tong uit om heel even de sneeuw te proeven. Ik voel de impuls om een sneeuwengel te maken, maar zie daar toch van af. Glimlachend vergeet ik dat ik een dame ben die haar meeste levensjaren al gehad heeft.

Snow provokes responses that reach right back to childhood.
(Andy Goldsworthy)

Maar mijn jarenlange ervaringen op allerlei vlak laten me deze winterwandeling toch anders beleven dan die uit mijn kindertijd. Een kind geniet onbezorgd van deze sneeuwpracht, terwijl mijn gedachten na deze speelse kennismaking met het winterwonderland een serieuzere wending krijgt.
Ergens las ik eens het volgende mopje:

Een sneeuwvlok dwarrelt eenzaam naar beneden.
Hé, waar ga jij naar toe?’ roepen haar kameraadjes.
‘Ik ga in België chaos veroorzaken’, gniffelt het ondeugende vlokje.

IK zie in gedachten de kilometerslange files met auto’s die als schildpadden schuifelen over het gladde wegdek. Ik hoop dat de ‘verkeerscowboys’ thuis gebleven zijn en dat mijn geliefden zich veilig kunnen verplaatsen in de winterchaos.
Terwijl het Vlaamse wegennet inderdaad horrortoestanden beleeft, ben ik alleen op de wereld. Hebben jullie ook al dat aparte gevoel gehad als je de eerste bent die een spoor in de sneeuw achterlaat? Dat gevoel dat je ineens weet hoe speciaal je wel bent? Niet alleen omdat jouw afdrukken de eerste zijn, maar gewoon dat besef dat je even uniek bent als een sneeuwvlok? Geen enkele sneeuwvlok is hetzelfde, elke sneeuwvlok is prachtig op zich. Geen enkele mens is hetzelfde, elke mens is prachtig op zich!

Sneeuwvlokken leren me nog veel meer. Een enkele ijskristal is zo fragiel, breekbaar en vergankelijk, maar als ze aan mekaar hangen kunnen ze van alles zijn: sneeuwballen, sneeuwmannen en een heel immens deken. Ik denk dat de mens over die eenheid en samenwerking nog wel wat kan opsteken.

A snowflake
is one of God’s most fragile creations,
but look what they can do
when they stick together!

Als ik achterom kijk zie ik duidelijk de weg die ik afgelegd heb, mijn voetstappen liegen niet. In mijn persoonlijke leven laat ik ook voetstappen achter: stevige, grote, opgewekte stappen, maar ook voorzichtige, kleine pasjes. Elke stap bracht me verder op mijn levensweg. Zo’n winterwandeling laat me mijmeren over mijn richting. Ik besef nog meer hoe belangrijk mijn richting is, want je leven opnieuw ècht leven kan niet. Met zoveel afleiding om ons heen moeten we de juiste prioriteiten stellen en misschien onze voetstappen een andere wending geven.

The future lies before you
like a field of fallen snow.
Be careful how you tread it,
for every step will show.

Ik heb mijn fototoestel bij me, zo’n klein cameraatje zonder veel poespas, waar ik al veel gebeurtenissen heb vastgelegd in mooie herinneringen. Ik weet dat als ik straks mijn foto’s bekijk, mijn wintergevoelens weer levend worden. In wat voor een gezegende tijd leef ik toch. Herinneringen vervagen, maar met enkele klikjes kunnen de mijne langer opgeslagen worden.
Ik maak een paar foto’s van het landelijke wintertafereel en geniet nog meer van de schoonheid en zachtheid van de velden bedekt met een verse laag sneeuw. Alles lijkt mooier, en oneffenheden zijn verdwenen. Zou er ook zo’n soort sneeuw bestaan voor het echte leven met zijn frustraties, lelijkheden en onvolmaakte toestanden?
Kahlil Gibran gaf me het volgende antwoord:

Kindness is like snow –
it beautifies everything it covers.

Vriendelijkheid en goedheid is inderdaad een lieflijk deken. Ik ben zo dankbaar voor alle mensen die ooit al eens zo’n deken rond mij gelegd hebben. Misschien niet voor niets dat we dromen en zingen van een witte kerst, want dat is toch een van de boodschappen in die periode van het jaar:

Vrede op aarde bij mensen des welbehagens. Vrede op aarde bij mensen van goede wil.

Er is inderdaad vrede in gezinnen, buurten en landen waar de mensen vriendelijkheid en goedheid uitstralen en leven. De kerstperiode brengt ons terug naar de essentie van vrede. Het kerstverhaal van een moeder, vader en een kleine Baby gebeurde meer dan 2000 jaar geleden. Hoewel ik besef dat de Heiland niet in december geboren is, vind ik het, net als vele christenen, heerlijk om dit in de winter te vieren.  Cadeautjes en een heleboel lichtjes om het Licht en het grootste geschenk ooit te herdenken. Ik kreeg toevallig de toespraak van president Trump te horen die hij op 1 december aan het Amerikaanse volk bracht. Toen ik president Trump die woorden hoorde zeggen kreeg ik hoop dat het in deze wereld toch nog goed kan komen. Ik citeer een stukje:

‘Christmas is a time for prayer and worship, for gratitude and renewal. For Christians this is a holy season. The celebration of the birth of our Lord and Savior, Jesus Christ. The Christmas story begins 2000 years ago with a mother, a father, their baby son and the most extraordinary gift of all: God’s love for all humanity. Whatever our beliefs, we know that the birth of Jesus Christ and the story of this incredible life forever changed the course of human history. At Christmas time we recognize that the real spirit of Christmas is not what we have, it’s about who we are, each one of us is a child of God….’
(the Declaration Donald Trump 01/12/2017)

Het is ondertussen terug zachtjes gaan sneeuwen. Kleine vlokjes worden groter en ik verander stilaan in een levende sneeuwman. Ik krijg de zachte raad om naar huis te keren. Wijselijk luister ik, want de vlokjes krijgen gezelschap van een snerpende wind.

Advies is als sneeuw.
Hoe zachter het valt,
des te langer blijft het liggen
en des te dieper wordt het in het brein gegrift.
(Samuel Taylor Colridge)

Raad geven wordt inderdaad het best als vallende vlokjes gegeven. Uit ervaring weet ik dat raad ook bemoeiziek of betweterig kan overkomen. Goed bedoelde raad mist zijn doel als het opdringerig aanvoelt.  Oren worden doof en zo kan wijsheid weggegooid worden.
Gelukkig hebben vrienden, familieleden, leerkrachten en soms zelfs volslagen onbekenden me in mijn leven voldoende ‘sneeuwvlokkenraad’ gegeven, zodat ik kon worden wie ik ben.
Dankbaarheid voor al die momenten verwarmt mijn ziel en ik bedenk met een frons dat de winter wel heel koud moet zijn voor hen die geen warme herinneringen hebben.

De winter is de tijd voor comfort,
voor lekker eten en warmte,
voor de aanraking van een vriendelijke hand,
en voor een gesprek bij het vuur:
het is de tijd voor thuis.
(Edith Sitwell)

Met ijskoude tenen, tintelende vingers, een rode neus, en een jeugdige blos draai ik de sleutel om van onze voordeur. Ik ben thuis.
Ik heb een prachtige winterse wandeling gemaakt. Ik heb me verwonderd en blij gevoeld als een kind. De sneeuw leerde me enkele wijsheden.
Met een kop warme chocomelk mijmer ik verder over de schoonheid en het mysterie van de schepping èn over de vreugde die een mens kan ervaren.

MERRY CHRISTMAS !

Mantels en jassen.

Het wordt kouder en dat voel je niet alleen, dat zie je ook. De bomen hebben een mechanisme in werking gezet dat hun bladeren eerst betoverend kleurt, maar dan genadeloos laat vallen. Zomerbloemen zijn, behalve enkele koppige exemplaren,  zo goed als verdwenen en de tuinen kleuren zich met herfstbloemen en allerlei zaaddoosjes. Ook op straat zijn de tinten veranderd. De meeste mensen die je tegenkomt hebben hun zomerse kleurige outfit in de kast gestopt en verhullen zich nu in meerdere donkere laagjes. Waar eerst nog lichte regenjassen het straatbeeld overheersten, zie je nu meer en meer wollen mantels moedig de kille temperaturen trotseren. Het jassen- en mantelseizoen is begonnen.

Terwijl ik de kraag van mijn mantel wat hoger trek om de zure wind buiten te houden, moet ik denken aan een voorval van jaren geleden. In de middelbare school  veegde een leerkracht me de mantel uit omdat ik een zakdoek verkeerd had gestreken ( In de jaren zeventig kreeg je in het ASO buiten talen, wiskunde en wetenschappen ook nog strijk-, kook- en naailessen, écht waar!). Ik begrijp nog altijd niet dat ik zo uitgefoeterd werd – hoe kan je nu een zakdoek verkeerd strijken? Enfin, al bij al kreeg ik weinig onder mijn voeten op school. Wat ik geweldig vond was dat vele leerkrachten me lieten nadenken en wezen op de dwaasheid van zo maar de mantel naar de wind te houden. Een meeloper zijn is misschien gemakkelijker en voelt misschien veiliger aan, maar ik ben blij dat ik geleerd heb een eigen mening te vormen en die te uiten.

Be a voice
not an echo.

Weet je wat ik een mooi gezegde vind? Iets met de mantel der liefde bedekken.’
Het is niet alleen mooi om te horen, maar het is ook geweldig als we het echt doen. We kunnen dan iets door de vingers zien. Of we zien iets dat niet goed is en geven toch geen oordeel. We vergeven foutjes en draaien de bladzijde om.
Natuurlijk is dat niet altijd goed. Soms moeten we dingen rechtzetten, verbeteren of bespreken.

Haat wekt twisten op,
maar liefde bedekt alle overtredingen.
(Spreuken 10:12)

We hebben allemaal een uniek karakter, andere eigenschappen en … rode knoppen. Rode knoppen zijn onze gevoelige kantjes, onze lange tenen. En wee de persoon die zo’n rode knop indrukt!
Een beetje frustratie hoort bij het leven. Niemand is perfect. Het kan niet allemaal rozengeur en maneschijn zijn. Niet alles kan altijd koek en ei zijn. Maar ik denk dat er weinig mensen zijn die erop uit zijn om hun medemens met opzet te kwetsen. Weinig mensen hebben echt slechte bedoelingen. Misschien moeten we overwegen dat ze uit een ander nest dan het onze komen, of dat ze slecht geslapen hebben, of niet goed hebben nagedacht.

Als je je beledigd voelt, probeer dan eens in het vel van de ander te kruipen. Ik blijf geloven dat weinig mensen ècht slecht zijn en dat ze gewoonlijk proberen te doen wat juist is.

The giving or taking of offence can be avoided
if we exercise charity in our relationships with others.
(Denise Turner)

Wanneer je verdrietig om iets bent, of iets irriteert je, dan mag je dit ook niet opkroppen, dan moet je dit wel zeggen. Maar het is belangrijk om niet van elke kleinigheid een oorlog te maken.
Er zijn heel wat problemen doordat agressie met agressie beantwoord wordt. Soms wordt de agressor zelfs geïmiteerd. Zei men vroeger niet dat je eerst je tong tien keer moest ronddraaien voor je een antwoord geeft?

Verspil geen tijd meer met ruzie
over wat een goed mens behoort te zijn.
Wees er één!
(Marcus Aurelius)

Een mantel is veel wijder dan een jas. We kunnen er dus veel mee bedekken: aanvaringen, botsingen, conflicten, disharmonie, disputen, geschillen, meningsverschillen, onvrede, wrijvingen, …
In onze relatie met onze partner, of onze kinderen, kan deze mantel niet breed genoeg zijn. Ruzie maken is echt voor niets goed. Aan de andere kant worden we wel dagelijks geconfronteerd met conflictsituaties en soms vergeten we onze mantel, of is hij niet wijd genoeg, of willen we hem met opzet strakker maken of zelfs niet aan doen.
Mensen kunnen ons diep kwetsen, kunnen we daar zo maar aan voorbij gaan?
Ik geloof dat we de lucht moeten laten opklaren, maar zonder ruzie.
Eerst moeten we bij onszelf eens kijken: is er een rode knop ingedrukt? Zijn mijn tenen te lang? Ben ik moe? Heb ik een slechte dag en moet mijn partner of kind dit nu bekopen?

Als ik me gekwetst voel dan weet ik dat ik dat niet mag opkroppen, want dat is de munitie die ik dan verzamel voor de spreekwoordelijke bom. Ik laat dat gevoel dus binnenkomen en wil het dan kwijt. Ik denk dan na hoeveel ik van mijn partner of mijn kind hou, hoeveel ze voor mij betekenen en ik zeg hen dat. De moeilijkheid is dat ik mijn emoties nog moet onderdrukken en met een open geest moet luisteren naar de emoties van mijn kind of partner. Als we ons op de andere focussen, dan kunnen we ons eigen ego een halt toeroepen. Geen gemakkelijke opdracht, maar wel noodzakelijk om open te kunnen praten.

Pas als de ander
alle ruimte heeft gekregen
om te praten en zich te uiten,
zal deze in staat zijn
naar jou te luisteren.
(Mireille Mettes)

In Mattheüs 5: 40 lezen we: ‘Als iemand uw hemd wil nemen, laat hem dan ook uw mantel.’
In de Engelse King James vertaling leest dit als: ‘And if any man take away thy coat, let him have thy cloke also.’
Ik zie dit vers zo, dat als iemand je jas vraagt, je hem dan ook je mantel geeft.
De Heer bedoelt hiermee echter niet dat we elke agressie moeten bedekken. Hij vraagt zeker niet om een agressor een ander slachtoffer aan te bieden. Joseph D. Parry legde het als volgt uit:

‘ Offering our cloak when our coat is required, is a way of imputing a reasonable motive to another’s action, allowing the action to define itself as a statement of need or fear that we might actually be able to do something about. Moreover, in asking us to give what they would take from us He is asking us to extend them the right to rethink what they wanted and why they wanted it; to acknowledge their right and capacity to change without being compelled to do so, just as we would prefer not to be compelled to do or give something. The Golden Rule, in other words.’

De mantel der christelijke liefde
dragen de meeste mensen
strak dichtgeknoopt.

Er zijn sprookjes over mantels geschreven, er zijn films over mantels gemaakt en in de Schriften staan ook veel verhalen over allerlei mantels waaronder de veelkleurige mantel van Jozef, de profetenmantel van Elia, de koningsmantel, de mantels op de weg naar Jeruzalem, de purperen mantel van Jezus.
Jesaja spreekt over een ‘lofgewaad’ (Jesaja 61:3)
Er zijn momenten waar we letterlijk een mantel kunnen geven, aan daklozen of vluchtelingen, of aan mensen die zich geen degelijke winterjas kunnen kopen. Maar die momenten zullen zich niet zoveel voordoen, een ‘lofgewaad’ geven kunnen we altijd. Er is nooit genoeg vriendelijkheid in de wereld, op ons werk, in onze buurt, bij ons thuis. Overal zijn er mensen die pijn hebben, die ziek zijn, die gepest worden, die niet goed in hun vel zitten, die moeilijkheden hebben. Iedereen kent wel iemand die eenzaam, ontmoedig of verdrietig is.
Elke dag hebben duizenden mensen nood aan een vriendelijke daad. Een eenvoudige glimlach of een complimentje kunnen iemand zijn dag maken.

Compliment people,
magnify their strengths,
not their weaknesses.

We worden overstelpt met mediabeelden over mensen die in nood verkeren. Het is meestal ‘de ver-van-mijn-bed-show’. Maar het is heel belangrijk om gevoelig te blijven voor de noden van een ander.
Misschien moeten we in deze donkere dagen wat beter rondkijken naar mensen die gebukt gaan onder een last.
Misschien moeten we een glansspray bij ons hebben om ontmoedigde mensen wat glitters te laten zien.
Misschien moeten we wat meer complimentjes geven, wat meer glimlachen.
Zijn we alert genoeg om de mensen te herkennen die onze ‘mantel van naastenliefde’ of een ‘lofgewaad’ nodig hebben?
Als mensen ‘bibberen’ , mogen ze dan onder jouw mantel warmte voelen?

Weet je welke mensen een hele wijde mantel hebben en een prachtig lofgewaad om te delen? De vele mantelzorgers in onze maatschappij! Ik zag het bij mijn eigen moeder en bij een schoonzus hoe zij een dierbare dag in dag uit onder hun liefdevolle vleugels namen en hun eigen leven in het teken van die ander zetten. Prachtig!

Het jassen – en mantelseizoen is dus aangebroken. Ik probeer mijn mantel niet te strak te knopen en ik probeer het ‘lofgewaad’ ook niet te vergeten. En jij?