Gedachten over moederschap

 

moeders blog

 

 

 

Moederdag: We kunnen er niet om heen. Hoewel de commerce er een handeltje van maakt, vind ik een boeketje bloemen toch wel lekker ruiken op zo’n dag. Iedereen heeft een moeder, en daarom eerst en vooral:

 

 

 

Bedankt ma,

om mij en mijn twee zussen en broer op de wereld te zetten
en om ons te steunen en te helpen.

Bedankt ma,

om mij te laten zien hoeveel je van pa hield
en hoe dapper je hem tot het eind verzorgd hebt.

Bedankt ma,

voor je voorbeeld
en je liefde.

 

In de kring van mijn leven zijn er vrouwen die geen moeder zijn. Vroeger bekroop me in hun nabijheid dan soms een schuldgevoel om zelf wel moeder te zijn. Maar is moederschap gekoppeld aan kinderen baren? In de Liahona, oktober 2001 las ik een mooi artikel over de vrouw en het moederschap, geschreven door Sheri L. Dew. Ik haal een klein stukje aan:

Het moederschap omvat meer dan kinderen krijgen. Het is de kern van wie we zijn als vrouw. Het is een beschrijving van onze identiteit, onze goddelijke status en aard, en de unieke eigenschappen die onze Vader ons gegeven heeft. God heeft in vrouwen iets goddelijks geplant.
Terwijl wij geneigd zijn om het moederschap alleen in verband te brengen met kinderen krijgen, heeft het woord ‘moeder’ in de taal van de Heer verschillende betekenissen. Eva werd de moeder van alle levenden genoemd nog voordat ze ooit een kind had gebaard.
Alle vrouwen hebben de taak om lief te hebben en de opgroeiende generatie te leiden. Kijk om u heen. Wie heeft u en uw invloed nodig? Als wij echt iets goeds tot stand willen brengen, dan zal dat gebeuren als we zorgen voor degenen die we het leven hebben geschonken, en voor degenen voor wie we willen zorgen.

 

Op 24 september 1979 werd mijn eerste kind geboren. Op diezelfde dag werd ik ook opnieuw geboren: ik was moeder geworden.
Trillend van emotie nam ik voor ’t eerst mijn kleine jongen in mijn armen. Negen maand had ik hem dicht bij mijn hart laten groeien. Nu had ik de verantwoordelijkheid om hem te helpen alleen verder te groeien. Nog drie keer gaf ik leven aan een nieuw mensenkind, een meisje en nog twee jongens. En telkens werd mijn hart groter. Biologisch gezien heeft een hart vier kamers, maar emotioneel heeft mijn hart er door de jaren heen heel wat liefdevolle kamers bijgekregen.

Moeder worden, is een wonder

Moeder zijn, een heel gedonder.

En net als vele moeders, heb ik dikwijls geworsteld met de vraag of ik het wel goed deed. Ik had een pedagogisch diploma op zak en veel van die opgedane theoretische kennis kon ik als moeder in de praktijk toepassen. Dat was dikwijls fijn, maar gaf ook veel frustraties. Mijn kinderen liepen niet op de lijntjes van mijn cursus, ze hadden elk nood aan een specifiek op maat gesneden moederlijke aanpak.

There is no way

to be a perfect mother,

but a million ways

to be a good one.

 

Net als alle moeders voor en achter mij, kreeg ik er meer dan een persoonlijkheid bij. En het switchen van het ene type naar een ander kon vliegensvlug gebeuren.

Ik was een tovenaar en kon sprookjes en raadseltjes uit mijn mouw schudden. Aan witte konijnen heb ik me niet gewaagd, maar met goudvissen, schildpadjes, dwerghamsters en zwerfkatjes toverde ik veel verwondering en glinster in de ogen van mijn vier sloebers.

Ik was een beschermengel, zonder vleugels, maar met supersnelle reacties als het er op aan kwam.

Ik was een kokkin die spruitjes en witloof een zoetere smaak gaf; die cupcakes bakte voor het een rage was en die pannenkoeken als een hemels gerecht voorstelde op verjaardagsfeestjes.

Ik was een adviseur die raad gaf, subtiel en direct, voor dovemansoren en voor gretige luisteraars, in het bos en op het strand, in de winkel en op een feestje, van ’s morgens aan tafel tot ’s avonds in bed.

Ik was een politie agent die het huiselijk verkeer leidde, een detective die waarheid van leugen trachtte te onderscheiden.

Ik was een vertelster, een financiële coach, een verpleegster, een helderziende, een modecoach, een poetsdame, een lerares, een sportcoach, een taxichauffeur, een uitvindster, een psycholoog, een moeder …

The joy of motherhood

comes in moments.

There will be hard times

and frustrating times,

but amid the challenges

there are shining moments

of joy and satisfaction.

(M.Russell Ballard)

 

Ik heb veel geleerd in mijn mama-zijn, over mezelf en over vele andere dingen.
J.Soares zei:

Het geduld van een moeder is als tandpasta.
Hoeveel je er ook van gebruikt,
er is altijd nog een beetje over.

Iedereen moet geduld ontwikkelen in zijn leven: wachten aan de kassa, in de wachtkamer van een dokter, wachten op genezing, wachten op begrip, … Door mijn kinderen heb ik pas geleerd wat geduld is: uren in de rij gestaan voor een oudercontact, voor een gesigneerd boek en voor de ingang van een pretpark. Uren geworsteld over schoolresultaten, vriendenkeuze en beroepskeuze …

Ik ben door mama te zijn, ook beter geworden in het organiseren. Het was van te moeten. Want een raam vol vingerafdrukken, wasmanden met was, wasmanden met strijk en bijna verongelukken over rondslingerend speelgoed, dat alles zorgde meer dan eens voor een kort lontje. Dus het was organiseren geblazen, met vallen en opstaan, met to-do-lijstjes en zonder, met een week- en dagplanner, met een takenlijst voor heel het gezin.

Je bent blij als alles vlotter loopt. Je bent blij als de kinderen eindelijk slapen. Je houdt onvoorwaardelijk van hen, maar op het eind van de dag ben je zo moe, zo moe. Je wil rust. Om kwart over zeven wakker worden, voelt als uitslapen.

Mothers are all slightly insane. (J.D.Salinger)

Een van mijn gekke gedragsveranderingen was dat ik dingen ging verstoppen: koekjes, sleutels, stylo’s ( nu zou ik zeker mijn IPad en IPhone een veilig plaatsje geven), stiften, afstandsbedieningen, enzovoort. Want voor ik het wist, waren deze dingen onvindbaar, of ze lieten sporen achter die duizend irritaties opriepen.

Als je mama bent, dan vind je moeilijk nog een plaatsje voor jou alleen. Zelfs de WC deur vliegt wijd open. Je schrikt je rot en even floept het idee van een deurslot in je vermoeide hersenpan. Maar dit beeld wordt vlug verdrongen door een horrorbeeld van een krijsend kind dat niks begrijpt van je instructies hoe je een deur moet openen.
En dat zalige badkamermoment kan je ook enkele jaren vergeten. Schrap het woord ‘zalig’ en verander ‘moment’ in ‘momentjes’.

Ik ontdekte in mijn prille moederschap dat ik een kannibalentrekje had. Ik zou mijn kinderen zo kunnen opeten hebben! Later ontdekte ik tot mijn verbazing dat ik ook sadistische neigingen had. Er was een periode dat ik mijn kinderen achter het behang wilde plakken, of een paar jaar in de diepvries wou steken.

Being a mother is

learning about

strenghts you didn’t

know you had …and

dealing with fears you

didn’t know existed.

(Linda Wooten)

Na ongeveer 10 jaar te hebben geprobeerd een goede mama te zijn, ging ik een nieuwe taal studeren: de Aliëntaal.  Zoon- en dochterlief hadden de taal en de gebruiken van een Aliën ontwikkeld. Je bent waarschijnlijk niet verbaasd als ik zeg dat deze studie mij bloed, zweet en tranen heeft gekost. Maar zo plotseling als dit buitenaards gedrag gekomen was, zo plotseling was het ook verdwenen. De volgende quote illustreert heel goed de super power die mama’s dienen te ontwikkelen als er puberende kinderen in huis rondwaren:

Opvoeden vraagt

de kracht van Samson,

de wijsheid van Salomo,

het geduld van Job,

het geloof van Abraham,

het inzicht van Daniël

en de moed van David.

De verhalen van deze personen staan in de Bijbel. Ik heb veel van deze mannen geleerd bij het opvoeden van mijn kinderen.
Voor ik moeders in spé afschrik met hoge kosten, onbegrip en vele tranen, wil ik verklaren in dikke letters:

Ik hou er van om moeder te zijn.

Want ondanks de zwangerschapsstriemen, de slapeloze nachten, de schijnbaar eindeloze zorgen, heb ik me ook nooit zo trots, zo blij en zo geliefd gevoeld!
En het mooie publieke geheim aan dat mama-zijn, is dat er een prachtige beloning op volgt:

Kleinkinderen

Mijn hart heeft weer een heleboel kamers bijgemaakt en mijn taak is niet om die mensjes op te voeden, hoewel ik zeker met nog meer begrip en liefde

ze zal knuffelen en opeten
ze raad zal geven
ze verhalen zal vertellen
met hen zal spelen
met hen zal lachen
met hen zal wenen

 

Een geweldige jonge mama schreef:

Hoe kan een mens toch zoveel van een kind houden dat je er graag een groot deel van je vrijheid voor opgeeft? Hoe kan aardse liefde zo sterk zijn dat je je vrijwillig aan verantwoordelijkheid, kwetsbaarheid, onrust en hartzeer blootstelt en toch steeds om meer blijft vragen? Wat voor aardse liefde kan je doen voelen, zodra je een kind hebt, dat je leven nooit en te nimmer meer van jezelf is? Moederliefde moet wel goddelijk zijn (Liahona oktober 2015).

Moederkensdag, we kunnen er niet om heen. De commerce heeft er een handeltje van gemaakt, maar toch vind ik zo’n dag wel fijn.

 

http://youtube.com  it was mom: a mother’s day tribute to Moms

 

 

Vangen vroege vogels de dikste wormen?

merel met worm
merel met worm

Ik kijk door het raam om de waarheid van het weerbericht in te schatten. In dit grillige lenteweer piept de zon toch af en toe eens door de grijze wolken. Je ziet blauwe vlekken verschijnen en even voelt het weer echt als lente aan.
Ook de tuinvogels profiteren van dit droog momentje. Het roodborstje pikt verwoed op de plaats waar nog niet zo lang geleden, onze twee kippen een leven van scharrelplezier hadden. Ligt er misschien nog ergens een minuscuul graankorreltje?
Kool- en pimpelmezen vliegen aan en af. Er worden volop nestjes gebouwd. Een paar dagen geleden vond ik in onze brievenbus tussen de rekeningen en de reclame een hoopje mos. Gelukkig is de aannemer een meer geschikte plaats gaan zoeken voor de nieuwe woning.
Twee merels pikken woest in het gras. Ze moeten wel heel hongerig zijn, of hebben ze al de verantwoordelijkheid om een hele kroost te onderhouden? Even later vliegt één van de twee triomfantelijk weg, een lange glibberige worm tussen zijn bek geklemd.
Ocharme, die worm, die zal nu wel zo dood als een pier zijn.

Ik vind regenwormen niet van moeders mooiste. Maar ze zijn wel nuttig: ze woelen de aarde om, brengen er op die manier zuurstof in en voorzien de bodem van waardevolle humus.
Wist je dat er drie soorten regenwormen zijn: de strooiselwormen, de bodemwoelers en de diepgravers.

Strooiselwormen zijn armetierige pieren, ze krioelen er in de bovenlaag van het bos maar wat op los.

Sommige mensen zijn als strooiselwormen,

zonder veel dieptegang,

eet, drink en wees vrolijk.

De bodemwoelers leven in de bovenste dertig centimeter van de grond en zij spelen een belangrijke rol in het mengen van organisch materiaal in de bodem.

Sommige mensen zijn als bodemwoelers,

ze willen meer te weten komen,

ze proberen van alles uit,

hun leven is rijk gevuld.

De diepgravers kunnen in goed gedraineerde grond wel een paar meter diep kruipen. Wat een olympische prestatie!

Sommige mensen zijn als diepgravers,

ze zijn specialisten,

geweldige uitvinders

en grote denkers.

Zij eten, drinken en zijn vrolijk,

zij zetten dat soms wel even opzij

voor een hoger doel.

Pol le Roy zei eens: “Een massa-meeting doet me altijd denken aan een feest van regenwormen.”

Krioelende mensen, krioelende wormen…
Daar kan je wel eens in de knoop van geraken. Ik las ergens het volgende anonieme gedichtje:

De regenworm

Een reuzelange regenworm
die sprak: ‘Ik ben vandaag uit vorm,
want waar ik kruip of sta of zit,
ik merk dat ik vol knopen zit,
hetgeen mijn kronkelen vermindert
en mijn bewegingsvrijheid hindert.
Ik weet de reden daar wel van:
’t wil maar niet regenen! – en dan
verliest een regenworm de hoop
en raakt al piekerend in de knoop…’

Maar nauwelijks had hij dit verzucht
of het werd donker in de lucht
en ’t regende opeens enorm,
het was een echte regenstorm!
‘Hèhè’, zei toen de regenworm,
‘Ik kom warempel weer in vorm,

hetgeen bewijst dat al zit je nog zo in de knopen,
blijf steeds op de ontknoping hopen!’

Een eenvoudig gedichtje, maar we zitten soms wel eens in de knoop, met onszelf of met anderen. En dan vermindert ons kronkelen, we worden minder creatief. We beperken onze bewegingsvrijheid, we mijden plaatsen of vrienden. We kunnen de zon niet meer vinden en verliezen de hoop.
Al eens een knoop ontward? Daar is veel geduld voor nodig, een goed oog, soms een bril, en soms hulp van een ander. Maar wat een opluchting als de knoop weg is!

 

Winston Churchill zei:

We zijn allemaal wormen,

maar ik denk dat ik

een glimworm ben.

Als we naar de uitgestrektheid van het heelal kijken, dan kunnen we ons wel als een worm voelen. Maar wormen doen hun onmisbare deel in hun biotoop; van mensen wordt  verwacht hun onmisbare deel te doen in hun biotoop, de aarde.
Nu, een glimworm is geen worm, het is een kevertje. Maar de gedachte is wel mooi om, als je dan toch een worm bent, een glimworm te zijn en licht te geven.
Ik ben een boekenworm, maar ik wil wel graag een glimboekenworm zijn. Ik las een verhaal over een regenworm in ‘Een parel voor elke dag.’

Er was een een kleine regenworm.

Zo’n regenworm bestaat uit kleine ringen,
die elkaar voortstuwen, elkaar voeden,
en samen de grond vol gaatjes boren
zodat die goed kan ademen.
De kleine regenworm was trots op zijn werk.

Op een dag kreeg de laatste ring een idee:
‘Ik wil ook wel eens vooraan graven’, zei die.
En hij begon in de andere richting te graven,
tot grote verbazing van de andere ringen.

Maar ook zij wilden wel eens de eerste zijn.
En zo begon iedere ring zelf eerst te graven.

De kleine regenworm kronkelde zich in alle bochten.
Elke ring trok in een andere richting.
Meer nog,
ze gaven geen voedsel meer aan elkaar,
want ze wilden zelf
zoveel mogelijk groeien en sterk worden,
Ook al moesten de anderen hiervoor uitdrogen.
Ze waren helemaal vergeten
dat zij van elkaar afhingen.

Korte tijd later,
lag de worm te sterven.

 

Welk soort worm we ons ook voelen, we hebben elkaar nodig. Het is nodig dat we af en toe   IK  eens opzij zetten en de waarde van  WIJ  eens onderzoeken, niet als een strooiselworm, maar als een diepgraver. Wedden dat onze omgeving daar rijker van wordt?

Ondertussen is de zon weg. Donkere wolken schuiven traag voorbij. Het druppelt, en de druppels worden dikker. IJs valt uit de lucht en kleine bolletjes springen als mini-pingpongballetjes naar alle kanten.
Ik herinner me ineens de titel van een artikel uit de National Geographic, vorig jaar in mei:

In Noorwegen regent het regenwormen!

In het zuiden van Noorwegen vielen in april 2015 duizenden wormen uit de lucht. Dit was geen aprilgrap, dit was horror in het echt! Wetenschappers breken er zich het hoofd over.
Al verlang ik naar mooi lenteweer, ik zie toch liever hagelbolletjes dan vallende pieren.

En krijgt de vroegste vogel nu de dikste worm?

Vroeg opstaan kan zijn voordelen hebben. Maar de pannenkoeken eten, die een vroege vogel voor jou gemaakt heeft, smaken toch ook héél lekker!

 

 

Is wandelen tijdverlies?

IMG_20151228_135754

To walk or not to walk,

that’s the question.

Wandelen kan je op vele manieren doen. Je kan stappen, lopen of te voet gaan. Je kan kiezen om te slenteren, te kuieren of te trekken. Je kan zelfs flaneren.

Flaneren gaat me niet zo goed af, maar ik kijk wel graag naar mensen die flaneren.
Voor mij is ’te voet gaan’ vanzelf verlopen. De kleuterschool lag zo’n kilometer van ons huis, maar weer of geen weer, er was geen keuze buiten te voet gaan. Ik was nog te klein om moederziel alleen te gaan, dus ging moeder of tante mee. De lagere school lag nog enkele kilometers verder (in mijn ogen nog véél verder), maar mijn benen waren mijn enigste transportmiddel. Samen met mijn broer, zus, nichtje, neef en buurkinderen stapte ik elke dag gezwind naar school. ’s Avonds slenterde ik moe terug naar huis. Ik had geen stappenteller nodig, die bestond trouwens nog niet in de jaren ’60. Iedereen bereikte zonder tellen het minimum aantal stappen wat men anno 2016 als gezond bestempelt. Trouwens, fitnessen gebeurde toen ook in open lucht: lopen, fietsen, hinkelen, touwtjespringen, zaklopen, kaatsen, ‘rekkeren’, tikkertje , en nog meer van die ‘zweetbevorderende’ oefeningen. Maar ik ging het over ‘wandelen’ hebben.

Ik wandel graag. Zowel alleen, als met twee, als in een groepje.
Alleen kom ik mezelf tegen.
Met twee zijn gesprekken nog zo prettig.
En in groep leer ik zo veel meer.

Als je wandelt,

kom je niet enkel buiten,

maar ga je ook naar binnen.

(Annelies De Waele)

In onze tijd moet alles ‘sociaal’ zijn. Hoe meer vrienden op je social media, hoe geslaagder je lijkt in het leven. Alleen iets doen, krijgt een zielige of een marginale stempel. Ik hou er van om af en toe eens alleen ‘het blokje rond’ te stappen. Ik geniet dan van het wandelen zelf: verstand op nul, blik op oneindig.En weet je, er worden dan nieuwe ideeën geboren.
Dat gebeurt ook als ik met mijn man wandel. Buiten romantische ontboezemingen, zijn er ook oneindig veel ideeën ontsproten uit deze tête à tête – wandelingetjes langs de Wase velden. Heerlijk is dat! Albert Einstein zei niet voor niets:

De benen zijn de wielen

van creativiteit.

Soms is mijn wandelen ook gepland, heeft het een doel. Op stap met mijn moeder, of een natuurdomein bezoeken, of wandelen op het strand of op de zeedijk. Soms sjok ik ook achter een natuur- of stadsgids. Ik proef dan met al mijn zintuigen van het natuurlijk of stedelijk landschap.
Als je wandelt, dan beweeg je veel trager dan als je fietst. Ja, je geraakt minder ver, maar kleuren en geuren en allerlei gekke en kleine dingen vallen meer op. Maak eens tijd om door je eigen buurt te wandelen. Je gezichtsvermogen verbetert, want je merkt dingen op die je nooit  eerder zag (was die deur altijd al blauw geschilderd?). En als je de kwetterende zwaluwen hoort die boven je hoofd scheren, en je de tsjif-tsjaf in de verte hoort ’tsjif-tsjaffen’, dan weet je dat je nog niet direct naar de oorspecialist moet.

We wandelen niet

om het leven te ontvluchten,

maar opdat het leven

ons niet zou ontvluchten.

Trekken, is wat langer wandelen, met wat water en een snack in je rugzak. Dan gebeurt het wel eens dat je moet stoppen om je schoen los te maken. Je schudt hem eens goed ondersteboven en dan kan je weer fluitend verder stappen (als je adem dat toelaat).

Het zijn niet de bergen en dalen

die het wandelen

moeilijk maken,

maar het steentje

in je schoen.

 

En hiermee ben ik dan aan het filosofische pad gekomen.
We hebben allemaal wel al eens gehoord dat een voettocht van duizend kilometer met de eerste stap begint. Ons leven is een trektocht langs verschillende paden. En we moeten soms een beslissing nemen in de wegen die we willen bewandelen. Voor je een keuze maakt, is het goed om de uitspraak van Voltaire voor ogen te houden:

Wie een verkeerde weg inslaat,

moet een heel eind lopen.

Dit zal menige trekkende kaartlezer beamen.

 

Niettemin is het beter

om alleen te wandelen,

dan de massa te volgen

die de verkeerde richting uitgaat.

(Diane Grand)

 

Iemand volgen kan ook goed zijn. Een gids in de woeste bergen is van onschatbare waarde. Hij leidt je op betrouwbare wegen, hem volgen betekent veiligheid.
Jezus Christus zei: Ik ben de Weg. Volg mij.
Als de mensheid Hem zou volgen, dan zouden ze niet meer moeten zoeken naar het paradijs; dan zou heel de wereld het paradijs zijn, voor iedereen.

Het wandelseizoen is aangebroken. Profiteer van de lange dagen en ga op stap. Wandelen is nooit tijdverlies, behalve als je motto ’tijd is geld’is. Hippocrates wist al dat wandelen het beste medicijn is. En wandelen kan je geestelijk inspireren omdat het traag is.

Schildpadden kunnen

meer over de weg vertellen

dan hazen.

(Kahlil Gibran)

 

Tip!

Een toffe gezinswandeling: Ninglispo (Aywaille), regio Luik – Sougné – Remouchamps.

De Ninglispo is een zijriviertje van de Amblève. Op de parkeerplaats kan men verschillende bewegwijzerde wandelingen kiezen. Jo en ik kozen de avontuurlijke, romantische wandeling nr. 21, gemarkeerd door een blauwe rechthoek. Die is ongeveer 6 km, reken op 2 à 3 uur met kinderen.
Het eerste deel van de wandeling loopt langs en over de Ninglispo. Dat stuk zullen de kinderen het leukst vinden: over rotsen klauteren, over smalle brugjes stappen (sommige zijn echt wel heel smal), klimmen … Toch opletten bij nat en vochtig weer. Er hangen niet voor niets stevige touwen om je wat houvast te bieden. Het tweede deel van de wandeling loopt  door de bossen zacht naar beneden langs een brede weg tot aan de parking.
Het is een prachtige wandeling. Ik deed ze in de winter. In de zomer kunnen de kinderen veel waterplezier beleven in het stromend water en aan de watervalletjes.

Doen dus!

Parking Auberge du Ninglispo
Sedoz 5
4920 Sougné- Remouchamps (Aywaille)

 

Verwondering

verwondering
verwondering

Wat is verwonderen?

Ik denk dat verwonderd zijn  niet hetzelfde is als verbaasd zijn. Verbazing vindt plaats in je hoofd, verwondering in je hart.

Logica is de basis voor verbazing.

Als een feit niet in overeenstemming is met mijn verwachting, kan ik heel verbaasd reageren. Bijvoorbeeld, tijdens een cursus vogelobservatie  die ik volgde, was ik verbaasd dat het al tijd was om naar huis te gaan, toen ik de bel hoorde. Of een tijdje geleden hoorde ik iemand zingen en dacht: ‘Wauw,                                                                                    dat had ik niet van haar verwacht!’ Met mijn hersenen had ik iets anders voor ogen, dus reageerde ik                                                                                            verbaasd.

Verwondering is volgens mij iets helemaal anders.

Stilstaan met je hart
is de bron voor verwondering.

Alle kleine kinderen hebben deze houding van verwondering. Lang geleden bezaten jij en ik deze mooie eigenschap. Maar hoe groter we werden, hoe minder verwonderd we bleven stilstaan. Met de jaren wenden we aan de wereld zoals die is. Verwondering verliezen is eigenlijk triestig.

Toon Hermans zei:

 

Wie gewend is aan de dagen van zijn leven,

proeft ze niet meer,

en als je het leven niet meer proeft,

kwijnt de lust om te leven weg.

 

Ik zou zeggen: blijven proeven van het leven! Als je je eten opschrokt, dan smaak je het niet. Trager eten maakt je bewuster van de smaak.

Trager leven – stilstaan – dan komt de verwondering.

Wat een prachtig iets is het om verwonderd te kunnen zijn! In deze drukke, gestresste maatschappij hebben we dat gevoel van verwondering nodig. We willen wel, maar weten niet goed hoe we dat moeten doen. Verwondering laat ons op een andere manier kijken naar alledaagse zaken. Alles in ICT is opgebouwd uit eentjes en nullen, daar kan ik heel verwonderd bij stil te staan.

Verwondering betekent vaak dat we moeten stilstaan. Maken we er tijd voor?

Als alle dagen hetzelfde lijken,

ben je blind geworden

voor de wonderen in jouw bestaan.

De remedie is eenvoudig,

beter opletten.

(Paul Coelho)

 

Het is lente. De natuur barst uit in kleuren en geuren. Vergeet de logica en kijk eens rond met je hart. Open je ogen voor verwondering. Laat de intensiteit en de variëteit van al dat jonge natuurgeweld tot je doordringen.

Pollenallergie of niet, ga eens wandelen en sta stil bij een boom. Laat de lessen biologie varen en verwonder je over zijn stam, zijn knoppen, zijn tere bloesems en frisgroene blaadjes. Als je niet te veel kraakt, buig dan door je knieën en bewonder in onze Vlaamse bossen de pure witheid van de bosanemoon, of de verstilde paarse zee van de boshyacinten. Verwonder je over de geur die daslook verspreid, en streel je iris met de enorme hoeveelheid tinten groen in dit lentepalet. Wees even dat kleine jongetje of meisje dat verrukt  minutenlang naar een wriemelende mier of pissebed kon kijken, en verwonder je over zo veel leven.

Ik heb mezelf voorgenomen om af en toe mijn zelfvoldane ik om te ruilen voor dat kleine kind dat ik eens was: spontaan, flexibel, en elk moment klaar om me te verwonderen en wonderen te accepteren. Met zijn gedicht ‘De wolken’ laat Martinus Nijhoff me verlangen om in onze tuin op mijn rug te liggen zodat de voorbijschuivende hemel me een verwonderende prikkel kan geven.

De wolken.

Ik droeg nog kleine kleren, en ik lag
Lang-uit met moeder in de warme hei,
De wolken schoven boven ons voorbij
En moeder vroeg wat ‘k in de wolken zag.

En ik riep: Scandinavië, en: eenden,
Daar gaat een dame, schapen met een herder –
De wond’ren werden woord en dreven verder,
Maar ‘k zag dat moeder met een glimlach weende.

Toen kwam de tijd dat ‘k niet naar boven keek,
Ofschoon de hemel vol van wolken hing,
Ik greep niet naar de vlucht van ’t vreemde ding
Dat met zijn schaduw langs mijn leven streek.

– Nu ligt mijn jongen naast mij in de heide
En wijst me wat hij in de wolken ziet,
Nu schrei ik zelf, en zie in het verschiet
De verre wolken waarom moeder schreide –

Kinderen kunnen ons ontroeren en onze ziel raken, zodat we weer verwonderd durven kijken. Ook sommige volwassen kunnen de deur van verwondering uitnodigend open zetten.: een enthousiaste leraar, een bezielde spreker, een zeldzame filosoof, een gedreven natuurgids …

Door de ogen van die ander, kunnen we wat we als vanzelfsprekend zijn gaan beschouwen, opnieuw ervaren in volle verwondering.

Als we durven open staan voor de schoonheid en de geheimen van het leven, dan proeven we die helende kracht van verwondering. Onze ziel maakt een sprong van blijdschap, als we ons weer verwonderen over alles wat kostbaar en inspirerend is. Als we naar de grootsheid van de natuur kijken, kunnen we diep ontroerd raken. Het is niet voor niets dat Socrates dacht dat de filosofie ontstaan was omdat de mens zich overal over verwondert. Want als we nadenkend leven, dan genieten we van de wonderen die verschijnen in ons leven.

Verwondering

maakt je leven

prachtig!

Heb je de sleutel van de deur naar verwondering nog niet gevonden? Misschien vind je hem wel in het gedicht van Pieter G. Buckinx:

Er is iets in de dingen dat ontroert…

Er is iets in de dingen dat ontroert:
het is de schoonheid niet der bloemen,
noch het glanzen van een blad, noch ’t roepen
van de roerdomp in de nacht. Het is
daarin, maar ook daarachter en daarboven
en daaronder, dieper in de grond, die
warm en geurig is als versgebakken brood.

Het zijn de sappen die onzichtbaar blijven,
diep in de wortels en het hart waarin
het leven roert. Het zijn de klanken en geluiden
die een kind kan horen als het zijn oor
te luistren legt dicht aan de grond. Het is
het trillen van de wingerdrank wanneer uw
hand haar aanraakt, en het beven van de
kever op het blad, dat groeit en zwelt.
Het is het dons der distelbloemen en de
pijn der wonden die uw vlees doorsplijt.
Het zijn de tekenen van Gods aanwezigheid.

 

Wat ik zo mooi vind aan dit gedicht, is ‘het is daarin, maar ook daarachter en daarboven en daaronder’. We hebben oren gekregen om dingen te horen, en ogen om dingen te zien, zodat we ons over vele dingen kunnen verwonderen.

Stap naar buiten, de lente tegemoet; sta stil, en kijk met de verwonderde blik van een kind naar al dat leven om je heen.