Brengt opruimen rust? Of onrust?

schoonmaak 1

Is orde nastreven een keurslijf of geeft het juist vrijheid om te vliegen?

Het is lente. De Paasklokken hangen weer in de kerktorens en de Paashaas heeft een veilig holletje opgezocht.
In de winkels kan je chocolade eieren aan de helft van de prijs kopen. Volle prijs betaal je nu voor allerlei huis-, tuin- en keukenmateriaal, want de lente wordt ook nog steeds gekoppeld aan schoonmaken en opruimen.

De voorjaarsschoonmaak of grote schoonmaak (‘grote kuis’ zei mijn moeder) werd in de vorige eeuw aan het einde van de winter uitgevoerd. Geen enkele kamer bleef gespaard van de opruimwoede. Gordijnen werden gewassen en ramen grondig gepoetst. Vloerkleden werden naar buiten gesleurd en met de mattenklopper uitgeklopt. Alle kasten werden van binnen en van buiten goed schoongemaakt. Achter en onder de kasten werden stof- en spinnennesten verwijderd. Ook de inhoud werd nagekeken, gepoetst en geordend. Deze grote schoonmaak duurde verschillende dagen en was echt wel zwaar werk.

Ik heb zo’n ‘grote kuis’ nooit meegemaakt, mijn ouders wel nog. Na de Tweede Wereldoorlog veranderden de leefomstandigheden enorm. Kolenkachels ruimden plaats voor centrale verwarming en stofzuigers wonnen het van borstels en bezems.
De grote schoonmaak is in onbruik geraakt.

Maar toch, als de eerste zonnestralen het huis binnen schijnen en de kleine opwaaiende stofdeeltjes veel zichtbaarder zijn, dan kriebelt het om het een en ander eens extra te poetsen. Daarom dus al die reclame in de brievenbus en op het scherm over allerhande poetsmateriaal. Een mens zou er zowaar schuldgevoelens bij krijgen. Mijn creatieve, muzische kant heeft dikwijls de bovenhand op die kriebelende kuisgevoelens. Ik schaar me dan ook achter deze quote:

Creatieve mensen

hebben geen rommel,

Creatieve mensen

hebben overal ideeën liggen.

Je begrijpt het al, ik ben niet zo’n poetsfanaat. Mijn huis is netjes, maar van de vloer eten raad ik je niet aan. Daar heb ik trouwens een mooie, ronde tafel voor, veel gezelliger dan op de vloer zitten knabbelen en babbelen.

 

Toen ik een tijdje geleden ‘Het leven in een stofzuigerzak’ las in Bodytalk, begreep ik heus wel dat opruimen noodzakelijk is. In een volle stofzuigerzak zit ongeveer een halve kilogram stof. Nu ja, daar dienen stofzuigerzakken toch voor? Maar, als dat stof uit een gewone, nette woning komt (dus geen vieze, smerige woonst), dan zit er een volle eetlepel levende organismen in.

WAT?

Ja, een volle eetlepel levende dingen:

                        500 insecten

66 000 huisstofmijten

4 200 000 algen

2 600 miljoen schimmelsporen

365 000 miljoen bacteriën

Ik kan van één spin al nare dromen krijgen, gelukkig zijn al die ‘beestjes’ niet zichtbaar met het blote oog. Kan je je inbeelden welk een  ‘horror’ dromen mijn nachten zouden komen verpesten?
Ik moet je zeker niet overtuigen van het feit, dat ik na het lezen van dat artikel, me direct  heb gewapend met de stofvod en de stofzuiger?

 

Own less,

live more.

(Joshua Becker)

 

Opruimen betekent ook: weggooien. Ik las eens ergens dat je tijdens grote opruimsessies zeker een derde van je spullen zou moeten weggooien, of weggeven. Alles waarvan je denkt dat je het ‘ooit’ nog wel eens zou kunnen gebruiken, kan weg. Daar heb ik het wel een beetje moeilijk mee.
Vier jaar geleden verhuisden we naar een kleinere woning. Er moest veel weg. Dat was dus een héél grote opruimsessie!
Mijn man kan veel gemakkelijker dingen wegdoen. Eén jaar niet nodig gehad? Weg ermee!

Maar aan mijn spullen kleeft dikwijls ‘emotionele lijm’. Als ik een kast opruim, dan is er van de hele schoonmaaktijd maar zo’n 20% echt opgeruimd. 10% ben ik bezig met zeuren (pff… zo’n vervelend karwei, er zijn toch leukere dingen te doen? Zie je wel, ik moet constant niezen van al dat stof! Eek! Een spin! Ai, mijn nagel scheurt! …) en 70% ben ik nostalgisch  tijd ‘aan het verprutsen’. Een brief van mijn oudste zoon, toen hij twee jaar in Engeland woonde… wat is hij volwassen geworden… Kijk, mijn rapport van het vijfde leerjaar! Wat een toffe vrienden had ik in de lagere school… Hier, de eerste sokjes van mijn jongste kind;  je zou nu niet zeggen dat hij toen maar 2.200 kg woog… Het beeldje van de garnaalvisser – een cadeautje van nog een zoon- een herinnering aan de vele strandvakanties met het gezin… En daar, een miniatuur 3-PK’tje, ons dochter was er gek op …

Je kan je wel inbeelden dat ik bij onze verhuis veel tijd in het verleden heb doorgebracht. Een nieuwe woonst was een nieuwe fase in mijn leven, en daar hoorde afscheid nemen van spullen bij. Ik moest dus letterlijk dingen loslaten. En loslaten is stoppen met vasthouden.

Have less,

do more,

be more.

Opdat al het stof kan wegvliegen en het laatste spinrag verwijderd kan worden, zetten we dus bij de voorjaarsschoonmaak de ramen en de deuren open, ik wil er aan toevoegen: zet ook je geest open.

 

Je hoofd zegt

als alles in orde is,

dan zal ik de rust vinden.

Je hart zegt

vind de rust in jezelf,

dan merk je

dat alles al in orde is.

(gedachte-kracht.nl)

 

Is het rommelig in onze bovenkamer? Zitten er teveel hersenspinsels kriskras door elkaar? Vechten boze en lelijke gedachten om aandacht?
Ruim ook die boel op, want opgeruimd staat netjes.
Praat dingen uit, reik de hand, waai eens lekker uit, geef liefde en aandacht, verwen jezelf.

 

Schoonmaken – opruimen -orde

Thomas Merton koppelde het geluksgevoel ook aan orde:

 

Geluk is geen zaak van intensiteit,

maar van

evenwicht,orde, ritme en harmonie.

 

In hedendaagse schriftuur, de Leer en Verbonden, lezen we:

‘Zie, mijn huis is een huis van orde, zegt de Here God, en niet een huis van wanorde.’

De Heer spoort ons ook aan om eerst ons eigen huis in orde te brengen:

Organiseert u; bereidt de nodige dingen voor; en vestigt een huis, ja, een huis van gebed, een huis van vasten, een huis van geloof, een huis van leren, een huis van heerlijkheid, een huis van orde, een huis van God.’

 

Orde scheppen, thuis en in onszelf, een heel karwei. Soms willen we zoveel doen, willen we zoveel helpen. We lopen onze schoenen voorbij en zijn doodmoe. Een groot profeet gaf de volgende waarschuwing:

‘En ziet toe dat al deze dingen

in wijsheid en ordelijkheid

worden gedaan,

want het is niet nodig,

dat iemand harder loopt

dan dat hij kracht heeft.

(Mosiah 4:17)

 

Als vrouwen en mama’s voelen we ons soms zo overweldigd. Op Facebook en Instagram lachen foto’s ons toe van spelende kinderen in tuinen om u tegen te zeggen, smullend van prachtig gedecoreerde cupcakes, die gemaakt zijn in een keuken, zo geknipt uit een woonmagazine. Als we dan fronsend de vele vingerafdrukjes op de kasten en deuren zien, is het goed om met een glimlach het volgende te lezen:

Goede mama’s

hebben dikwijls

kleverige vloeren

plakkerige keukens

hopen wasgoed

vuile ovens

en gelukkige kinderen.

 

En in de naweeën van de aanslagen in Brussel, kan ik het toch niet laten om ook Boeddha aan het woord te laten:

Haat wordt niet door haat overwonnen,

haat wordt door liefde overwonnen,

zo is van eeuwigheid de orde der dingen.

Niet gemakkelijk, maar de dingen die er echt toe doen, zijn dat nooit.

 

Opruimen, loslaten, orde scheppen… binnen en buiten…
Het is lente, door de eerste zonnestralen zie ik het stof opdwarrelen en het kriebelt. Het kriebelt om kasten binnenstebuiten te keren. Gewapend met goede voornemens, een kartonnen doos, een vod en een schuimend sopje, trek ik de eerste lade open. Albert Einstein lacht me wijselijk toe:

 

Als een rommelig bureau

staat voor

een rommelige geest,

waar staat

een leeg bureau

dan voor?

 

Opruimen, een keurslijf of ga je vliegen? Vergeet de stofzuigerzak en Albert Einstein niet!

 

Nog een leuk filmpje:

Youtube/looking through windows

 

De wereld scheurt!

 

wereld2

Hoor jij de wereld ook kreunen en scheuren?

Het nieuws van de voorbije week gaf me nu niet precies dat vrolijke lentegevoel dat je in maart mag verwachten. Ik had me voor enkele minuutjes aan een zonnige muur genesteld. Ik voelde amper de wind en bladerde door een actualiteitsmagazine. Terwijl de eerste lentezon me omhelsde met een warme gloed, verkilde mijn hart bij het lezen van zo veel dingen, die niet meer lopen zoals het zou moeten.

Deflatie tast geloofwaardigheid van ECB-beleid aan – De uitspraken van politici over vluchtelingen vergiftigen de geesten van de gewone mensen – Crisis in de Amerikaanse politiek – Eén op de tien vrouwen wordt in de loop van haar leven verkracht – In Griekenland heerst collectieve wanhoop – Japan en China hogen koraalriffen op om controle te verwerven over strategische zones – De jungle van Calais ontruimd – Niemand is nog veilig …

Je zou het van minder koud krijgen. We hebben tweeduizend jaar geleefd met het gebod ‘Gij zult zorgen voor uw naaste’ en het lijkt erop dat we in onze seculiere wereld het kind met het badwater hebben weggegooid. ‘Ben ik mijn broeders hoeder?’ is eveneens al een stokoude vraag. Het individualisme baart velen zorgen. Maar als mensen er achter komen dat samenleven met anderen belangrijk is, dan zoeken ze aansluiting.

Ik lees in de Knack van 9 maart 2016:

 

Onze generatie is gevormd door verdwijnende grenzen: de val van de Muur, het Verdrag van Schengen. Nu worden we opnieuw – en zeer brutaal – geconfronteerd met die vraag naar grenzen. Eigenlijk weten we niet wat we daar in de 21ste eeuw mee aan moeten. Het publieke debat is verdeeld in twee kampen: zij die alle grenzen willen uitvlakken en zij die muren van zes meter hoog willen optrekken. Volgens mij zijn beide opties heilloos. (David Van Reybrouck)

 

Mijn mening is dat aan het individualisme ook grenzen zijn. Zijn we niet allemaal mensen samen?

We moeten erkennen dat al Gods kinderen hetzelfde truitje dragen.

Ons team is de mensheid.

Dit sterfelijke leven is ons speelveld.

Ons doel is te leren God lief te hebben en diezelfde liefde uit te breiden naar onze naaste.

(Dieter F. Uchtdorf)

 

Terwijl vooral in de Westhoek van ons land een traumatische oorlog wordt herdacht, worden nieuwe vluchtelingen vernederd (Piet Chielens). Als je de Westhoek bezoekt – en dat is zeker een aanrader- dan wordt je geconfronteerd met de Groote Oorlog. Het gebied is één constante herinnering aan slagveld, vlucht en asiel. In 1914 zochten vluchtelingen op het strand naar vissersboten om het Kanaal over te steken. Vandaag zoeken de vluchtelingen naar vrachtwagens…

Elke oorlog en elk verhaal is anders. Maar ‘Nooit geen oorlog meer’ galmt bitter in ons schone Vlaanderenland.

 

De Wereld.

Een vader was rustig zijn krant aan het lezen.

Zijn zoontje kwam naast hem zitten

en wilde met hem spelen.

De vader probeerde hem van zich af te duwen,

maar de kleine drong aan.

Toen nam zijn vader een wereldkaart,

scheurde die in stukken,

gaf die aan zijn zoontje en zei:

‘Maak deze wereldkaart opnieuw

en kom pas terug,

wanneer alle stukken

op de juiste plaats gekleefd zijn.’

 

Het zoontje begon de stukken te bestuderen.

De vader dacht:

‘Oef, enkele ogenblikken rustig.

Terwijl hij de kaart samenstelt,

kan ik rustig mijn krant verder lezen.

 

Maar na enkele ogenblikken

kwam de kleine jongen al terug bij zijn vader:

‘Klaar, papa,

ik heb de wereldkaart gemaakt.’

Verbaasd vroeg zijn vader:

‘Hoe kon je dat zo vlug klaarspelen?’

‘Dat was niet moeilijk!’ zei de jongen,

‘Op de achterkant van de kaart,

was de foto van een mens.

Om de wereld terug heel te maken,

heb ik eerst de mens heel gemaakt.’

(uit Direct 1988)

 

Ik vond dit een prachtig verhaal. Kort, maar raak! Om de wereld te helen moet eerst de mens geheeld worden. De Duitse filosoof Wilhelm Schmid zei dat ‘pas wanneer je een rijk innerlijk leven hebt, en weet wat je voor je zelf wil, je er kan zijn voor anderen.

De enige weg vooruit is ‘allemaal samen’. Iedereen wil toch een betere toekomst? Een betere wereld? Een schone lucht? We zijn niet alleen op deze wereld. We hebben als mens de plicht tot samenleven, tot zorgen voor elkaar.

Nog even terug op ‘dat kind dat we met het badwater hebben weggegooid’. Geregeld wordt ook het christelijk geloof in vraag gesteld. De bijbel wordt bloedboek genoemd. Er staat inderdaad veel geweld beschreven in deze schriftuur, maar er staat ook in beschreven hoe de mens dit geweld kan verlaten. Ik schaar me achter de uitspraak van Ezra Taft Benson:

De Heer werkt van binnenuit.

De wereld werkt van buiten uit.

De wereld haalt de mensen uit het slop.

Christus haalt het slop uit de mensen,

waarna zij zichzelf uit het slop halen.

De wereld tracht de mens te vormen door zijn omgeving te veranderen.

Christus verandert de mens, die vervolgens zijn omgeving verandert.

De wereld tracht het gedragspatroon van de mens te vormen,

maar Christus kan de aard van de mens veranderen.

Ja, Christus verandert de mens,

en een veranderd mens kan de wereld veranderen.

 

Ik kies er voor om tot de mensheid te behoren en niet tot het mensdom. Ik kan de wereldproblemen niet alleen oplossen. Eén klein steentje, geworpen in het water, heeft een rimpeleffect tot de andere oever. Eén glimlach, één handdruk, één maaltijd, één jas heeft een rimpeleffect tot Syrië, Afrika, of waar dan ook. Liefde moet onze handel en wandel zijn, willen we de verscheurde wereld helen.

Tot slot nog een kanjer:

Nothing

is more powerful

than beauty

in a wicked world.

(Amos Lee)

 

Licht

 

licht 1Heb je ook gemerkt dat de dagen langer worden? De donkerste tijd van het jaar hebben we weer voor een periode opgesloten. Eind maart zijn de dagen meer dan 2 uur lichter dan in januari. Ik ben blij met meer licht.

Tussen de met maartse-buien-gevulde wolken breekt een helder licht door. Na een periode van grijze en grauwe dagen schittert de zon in de lucht. Het zonlicht valt op het gras in onze tuin en tovert magische schaduwen. Nog even en de wekelijkse maaibeurten spelen weer een rol in de tijdsinvulling. In de vijver komen goudvissen een zonnebad nemen aan het nu rimpelloze wateroppervlak. Dat enkele minuten daarvoor nog een ijsvogeltje op inspectie kwam, lappen ze aan hun laars.

Ik geniet van het zonlicht achter het glas. Het licht speelt met de boeken op de salontafel, en de gele tulpen in de vaas zien er ineens geliger en zonniger uit. Ik word warm van binnen en van buiten.

 

De blijheid van het licht

vang je niet alleen op

met je ogen,

zij reflecteert binnen in je

en raakt je ziel weldadig aan.

(Toon Hermans)

 

Dat innerlijke licht is echt belangrijk, want van daaruit zie je het leven. Toon Hermans zei het wijselijk dat ‘zien nog iets anders is dan kijken, en wat wij met het leven doen vaak een groot deel afhankelijk is van hoe wij de dingen zien.’ 

Als je een foto maakt en de belichting is niet goed, dan wordt de foto flets en wazig. Maar in het juiste licht wordt hij kleurrijk en levendig. In ons leven zullen met de juiste ‘belichting’, duistere gedachten verdreven worden. Tijdens onze donkerste momenten moeten we ons focussen op het zien van het licht.

Geloof in het licht,

opdat gij kinderen des lichts moogt zijn.

Dat vind ik zo’n mooie bijbeltekst. Wij zijn kinderen van het licht. Je moet geen grote filosoof of theoloog zijn, om verwonderd stil te staan bij licht, en bij de samenhang tussen geloof en licht.

 

In het geloof zit voldoende licht

voor degenen die willen geloven

en voldoende schaduw

om degenen die niet willen geloven

te verblinden.

(Blaise Pascal)

 

Ik ondervind al een paar weken dat geloof de vogel is, die het licht voelt als de dageraad nog duister is -Tagore . Tientallen vogels dringen                  ’s morgens mijn slaperige brein binnen als ze oefenen voor het lenteconcert. Persoonlijk hoor ik liever de merel dan de lijster. De laatste beschuldig ik er namelijk van om bij zijn fluiten ook de meest doeltreffende regendans uit te voeren. Niettemin geeft het na de stille, grauwe winter een heerlijk gevoel om dat gekwetter en getjilp te horen. Een mooi seizoen ligt om de hoek. Ik vind het telkens opnieuw een wonder als ik het eerste sneeuwklokje zie piepen boven de boomschors, of de gele narcissen zie wuiven in de wind. De natuur is een wonder! En Voltaire zei het zo:

 

Alles is een wonder.

De verbazingwekkende natuurlijke ordening,

de omwenteling van zo’n honderd miljoen werelden

rond een miljoen sterren,

de werking van het licht,

het dierenleven,

alles is een groot en eeuwig wonder.

Het verbaasde me dat Voltaire in deze uitspraak ook de werking van het licht vermeldde. De huidige wetenschappers hebben hun handen vol met het in verwondering bestuderen van ‘het licht’. Ik ben geen wetenschapper, maar als ik lees over elektronen, fotonen, elementaire deeltjes en antideeltjes, dan herlees ik met nieuwe belangstelling volgende schrifttekst uit 1832:

 

En het licht dat schijnt,

dat u licht geeft,

is uit Hem die uw ogen verlicht,

hetgeen hetzelfde licht is dat uw verstand verlevendigt;

welk licht uitgaat van de tegenwoordigheid Gods

om de uitgestrektheid der ruimte te vervullen

– het licht dat in alle dingen is,

dat leven geeft aan alle dingen,

dat de wet is

waardoor alle dingen worden bestuurd

(Leer en verbonden 88)

 

Het licht schijnt altijd, en het enige wat wij moeten doen, is op te passen dat er niets treedt tussen ons en het licht. Een wijze bemerking van Ralph Waldo Trine. Wat kan er zoal tussen ons en het licht staan? Muren, letterlijk en figuurlijk, zelfgebouwd of op gebotst, seculiere hoogheidswaanzin, moeilijkheden en problemen. Maar als we de duisternis niet bemerken, zullen we het licht nooit zoeken.

In deze wereld, die zucht en kreunt onder zo veel duisternis, van Calais tot Macedonië, van Noord-Korea tot Syrië, Van Amerika tot Europa, klinken de woorden van Martin Luther King heel tijdloos:

 

Duisternis kan geen duisternis verdrijven,

enkel het licht is daartoe in staat.

Haat kan geen haat verdrijven,

enkel de liefde is daartoe in staat.

 

Maar realiteit is realiteit, en de zon zal niet altijd schijnen. Toen ik de uitspraak van Marie Jekkers las, moest ik glimlachen:

Probeer, elke keer als je tegen de lamp loopt, een beetje licht mee te nemen.

Tegen de lamp lopen, dan denk ik in de eerste plaats aan een negatieve ervaring. In plaats van dan weg te kwijnen in een duister hoekje van zelfbeklag of mistevredenheid, kan ik die mislukking meenemen naar het lichtere hoekje van kennis en ervaring. Maar tegen de lamp lopen zie ik ook als een ontmoeting met een lichtbron: boeken, films, mensen. Soms zijn er van die dagen dat ik omhelsd wordt door het licht van iets of iemand, van een ontroerende tekst, van pretlichtjes in kinderogen. Met veel vreugde neem ik dan een beetje van hun licht mee op mijn verdere levensreis.

Het schrijven van deze blog vindt zijn bestaansreden in deze woorden van Robert Schumann:

 

Licht laten schijnen

in de diepte van het menselijk hart,

dat is de roeping van de kunstenaar.

 

Geef de warmte en de kleur van het licht een plaats in je leven. Je zal zien dat alles helderder wordt …

www.mormonchannel.org      :    Patterns of Light

 

Ruïnes van steen of van vlees en bloed …

 

IMG_7782

Hoe kom ik er bij om over een ruïne te schrijven?

Op Wikipedia lees ik: Een ruïne of bouwval bestaat uit de resten van een in verval geraakt of vernield gebouw. In het online woordenboek vind ik volgende synoniemen: een bouwval, puinhoop, overblijfsels, ondergang, verderf, verwoesting. Direct na deze zelfstandige naamwoorden volgt het werkwoord ‘ruïneren’ met als betekenis: verwoesten, ongelukkig maken, ten gronde richten.

Als men iets ruïneert, is een ruïne het resultaat.

Onder deze woordenlijst valt mijn oog op deze opmerking:

 

Eigenlijk is het onbegrijpelijk dat de moderne mens kan genieten van een ruïne. Het is immers het restant van een gebouw waarmee iets heel erg is misgelopen …

 

Hoe kan een prachtig gebouw een ruïne worden? Hoe kan een robuust kasteel herleid worden tot een hoop stenen?

De oorlogsmachine produceert op een vlug tempo heel wat ruïnes. Bewijzen daarvan zijn niet alleen in de geschiedenisboeken te vinden,  elke avond biedt ons modern kijkbakje ook zulke beelden aan. Maar oorlog is niet de enige boosdoener die majestueuze gebouwen verwoest. Eens zo’n prachtig kasteel verlaten wordt, neemt de tand des tijds het heft in handen. Beetje bij beetje bijt de tijd een stukje weg, hier een steen, daar een raam en ginds een poort. En het duurt echt geen eeuwigheid voor vleermuizen, ratten en ander ongedierte een nieuw verblijf hebben gevonden.

 

Oude mensen, zieke mensen, eenzame mensen … bouwvallige lichamen en geesten, zij zijn ruïnes van vlees en bloed. De tijd richt ook bij de mens ravage aan. Ziektes en allerlei soorten pijn eisen ook hun tol op dit eens zo majestueuze bouwwerk.

 

Eigenlijk is het onbegrijpelijk dat een mens kan genieten van een ruïne.

 

Maar dat doen we toch, niet? Je moet geen archeoloog zijn en universitaire studies gedaan hebben om zo’n bouwval fantastisch te vinden. Menig jong koppeltje voert er meer dan een romantisch gesprekje. Iedereen die de ruïne een beetje tijd geeft, voelt hoeveel die brokken steen en puin te vertellen hebben. Als je je uurwerk negeert, schiet de teletijdmachine in gang. De oude muren dragen zo veel geschiedenis in hun stenen muren. In gedachten zie je jonkvrouwen door het raam turen en ridders zich warmen aan de haard. Je ziet monniken in de tuin werken en begijntjes zieken verzorgen. Op de met mos begroeide trappen word je omringd door mysterieuze flarden liefde en verdriet, oorlog en pijn, feesten en gezang.

Als men tijd geeft aan een ruïne, dan ontwikkelt zich liefde en begrip voor wat eens was en nu nog is.

Zo veel enthousiasme en liefde voor een hoop stenen knipogen naar de nog grotere waarde om tijd te nemen voor die ruïnes van vlees en bloed. Ook zij hebben ons veel te vertellen. En als we dan onze drukke agenda negeren, dan schiet ook nu de teletijdmachine in gang. We zien liefdesverhalen waarbij geen enkele moderne soap kan concurreren. We worden omringd door mysterieuze flarden van plezier en kermisvertier, van verdriet en onbegrip, van een wereld nog niet zo lang geleden – maar toch zo ver weg.

Als we tijd geven aan een ruïne van vlees en bloed, dan ontwikkelt zich een liefde voor wat eens was en nu nog is.

 

Eigenlijk is het onbegrijpelijk dat een moderne mens kan genieten van een ruïne.

 

In deze ik-maatschappij is het verfrissend om te zien hoe vrijwilligers ruïnes opknappen en er zo voor zorgen dat het verleden doorgegeven wordt aan komende generaties.

Of het nu vrijwillig, of beroepshalve, of familiegebonden is, het opknappen van oude, zieke en eenzame ruïnes zorgt er voor dat komende generaties ook deze geschiedenissen niet zullen vergeten.

 

Van wie anders kan je levenslessen leren

dan van mensen

die al een leven lang

aan het leren zijn?

 

Om te genieten:

Vlakbij Dinant ligt het kleine dorpje Falaën, verscholen in de vallei van de Molignée. Met de railbike kan je tot Maredsous trappen en terug. Lekkere kaas, dat wel, maar de abdij is slechts beperkt toegankelijk. Geef mij dan maar een pittige wandeling naar de ruïnes van Montaigle. Ben je minder goed ter been, dan kan je met de auto bijna tot aan de ruïnes rijden (er is wel niet veel parkeerruimte).

Met veel plezier betaal ik vier euro inkom. De site wordt immers onderhouden door vrijwilligers. Geweldig dat nog zulke mensen bestaan!

Ik bezocht de ruïnes in december. Maar ondanks de kilte en de grijze lucht overviel me direct een romantisch gevoel. Wie zou hier allemaal rondgelopen hebben? Het bleken Romeinen, jonkvrouwen, ridders en soldaten te zijn. Het was dus eerst een Romeinse garnizoensplaats, dan een middeleeuwse vesting, daarna een grafelijke residentie en ten slotte een romantisch pelgrimsoord voor schilders en dichters begin 19de eeuw.  Je kan vrij rondlopen in de ruïne, wat heerlijk is, maar kleine kinderen geef je best een hand.

De burchtruïne is uiteraard een uitgelezen plek voor diverse legendes en spookverhalen. Ik moest niet te veel moeite doen om de kasteelvrouwe uit de  belegerde burcht te zien komen, een takkenbos op haar rug. Wat de aanvallers niet wisten, was dat de kasteelheer tussen de takken verstopt zat. en zo de vrijheid tegemoet ging.

Een modernere versie van Romeo en Julia is de oorzaak dat men op donkere nachten een schim tussen de resten van de burcht kan zien dwalen. Soms kan je haar wanhopige kreten horen, maar ik verkies het rationele beeld van een krijsende roofvogel.

 

Ben je de tijd te veel uit het oog verloren? Ben je te moe om direct naar huis te rijden? Ik verbleef in de bed en breakfast  ‘La Bergerie’  in Falaën. Er zijn drie slaapkamers die landelijk zijn ingericht en zeer ruim zijn. Vlaams-sprekende eigenaars die je ’s morgens vragen of je goed geslapen hebt en hoe je je eitje wil, is mooi meegenomen. Bij mooi weer kan je in de grote tuin genieten van een prachtig zicht op een van de mooiste dorpen van Wallonië (www.labergerie-falaen.be)

Geniet van de ruïnes!

 

 

Liefde is …

valentijnIk heb vandaag naar de handen van mijn man gekeken. Jaren geleden heb ik mijn handen in de zijne gelegd. Onze handen zijn veel ouder geworden. Ze zijn ruwer nu en hebben vlekjes gekregen. Rimpeltjes en aders vallen meer op. Maar wat hebben ze al die jaren niet gedaan!

Ze hebben gewerkt en geknutseld. Ze hebben gewichten gedragen: dozen, meubels en vier kinderen. Ze hebben gebeden. Ze hebben geapplaudisseerd en gefloten. Ze hebben gelachen en gespeeld. Ze hebben geknuffeld en gestreeld. Ze zijn ook wel eens boos geweest. Ze hebben pijn gevoeld en zijn soms dagen stil geweest. Maar bovenal hebben ze liefde gegeven.

 

Februari wordt wel eens de liefdesmaand genoemd en 14 februari is het Valentijnsdag, de dag van de liefde. Volgens de meeste bronnen leefde er in de derde eeuw na Christus een priester die Valentinus heette. Hij zorgde voor zieken, bejaarden en armen. Valentinus genas de blinde pleegdochter van de stadhouder van Rome. Die liet als dankbaarheid alle christelijke gevangenen vrij. Keizer Claudius II liet om die reden op 14 februari Valentinus onthoofden. Sommige bronnen zeggen echter dat hij onthoofd is omdat hij in het geheim jonge koppeltjes liet trouwen. De keizer had deze huwelijken verboden, omdat hij van mening was dat getrouwde mannen slechtere soldaten waren.

Maar er is ook een andere legende, die zou men wel eens de eerste blind date kunnen noemen. Voor de Romeinen was Lupercalia een belangrijk feest. Op 15 februari werden de namen van ongehuwde jonge vrouwen in een kom gegooid. De ongehuwde mannen mochten dan om beurt een naam trekken. Tijdens het feest werden dan de twee gekoppelde namen elkaars partner.

Deze twee legendes smolt men aan elkaar en 14 februari werd de feestdag van de liefde. In Engeland werd het de gewoonte om op die dag zijn geliefde te verrassen met een geschenk of een brief. De Engelse emigranten hebben Valentijnsdag geïntroduceerd in Amerika. De commerce heeft de traditie opgepikt en in veel Europese landen is men gevolgd. Vandaar al die rode en roze hartjes in onze winkels.

 

Hoe komt het toch dat zo iets universeels als liefde zo moeilijk te omschrijven is en zo moeilijk om te vinden is? Ik denk dat de wereld liefde te veel koppelt aan sterren, maneschijn, kaarslicht en lichamelijke aantrekkingskracht.

En ja, ik heb met mijn man al dikwijls naar de sterren gekeken, en nog niet zo lang geleden naar de maansverduistering. Een etentje met kaarslicht voelt veel romantischer dan een snelle hap in een of andere pizzahut. Maar liefde is zo veel meer dan dit en mekaar mooi vinden (hoewel ik het nog steeds fijn vind als mijn man me zegt hoe mooi ik ben).

Phil Bosmans heeft het prachtig geschreven:

 

Liefde is licht, zonder elkaar te verblinden.

Liefde is elkaar zeer nabij zijn, zonder elkaar te bezitten.

Liefde is warmte geven, zonder elkaar te verbranden.

Liefde is vuur zijn, zonder elkaar te verteren.

Liefde is ‘houden van’, zonder elkaar vast te houden. De mooiste lianen kunnen de sterkste boom wurgen door hem jarenlang stevig te omhelzen.

 

Liefde is een levend ding. Levende dingen hebben voedsel nodig, of ze kwijnen weg. Levende dingen kan men kwetsen en pijn doen. Levende dingen groeien of sterven. En dat is ook zo met liefde.

Liefde moet je uiten. Je moet met elkaar open communiceren. Over koetjes en kalfjes, over kinderen en het werk, over ditjes en datjes,, over wasjes en plasjes en over de banale dingen van je dag. Maar ook over diepere dingen en de zin van het leven. Net zoals lichamelijk één worden een feest is, is geestelijk één worden ook een feest. Samen bidden kan net zo mooi zijn als samen hand in hand over het strand wandelen.

 

Mijn huwelijk is niet volmaakt, volmaakte huwelijken bestaan niet. Er bestaan ook geen volmaakte mensen. Gordon B. Hinckley zei eens dat een succesvol huwelijk afhangt van hoe goed twee mensen kunnen vergeven, van de hoge graad van tolerantie die bereikt is.

Ik denk ook dat ’true love’, ware en volwassen liefde, er pas is nadat we elkaars gebreken ontdekt hebben en dan toch toegewijd aan elkaar blijven.

 

Liefde en trouw moeten gevoed worden. ze rijpen heel langzaam, in zon en in regen, in storm en in wind. Maar eens gerijpt maken ze van het samen-leven een fantastisch feest.

 

Ik heb vandaag naar onze handen gekeken. Ze zien er niet zo jong meer uit, ik ken ze dan ook al meer dan 40 jaar. Maar ze hebben ons gedragen en vleugels gegeven. In onze handen zie ik niet alleen lichamelijke aantrekkingskracht, maar ook geloof, vertrouwen, begrip en partnerschap. Ik zie toewijding, ouderschap, idealen, offers en onzelfzuchtigheid, geloof en liefde. Deze liefde vergaat niet. Zij leeft verder door ziekte en verdriet, door weelde en te korten, door overwinningen en ontgoochelingen, door tijd en eeuwigheid.

Sweet 50+

jo en ik 1974

De ‘Happy-Birthday-dag’ ligt weer in het verschiet. Het is een verjaardag, ja, maar is hij ook gelukkig? Soms schrik ik van het aantal kaarsjes die op de taart mogen staan. Ik denk niet dat ik ze in één ademtocht allemaal kan uitblazen. Gelukkig eten we al jaren taart zonder kaarsjes. Oef!

Een volgende ’tram’ loert al popelend om de hoek, maar nu mag ik me nog bij de 50-plussers rekenen. Vorige week las ik ergens:

‘Hoe ouder, hoe wijzer.

Maar er zitten nog meer leuke kanten

aan het ouder worden.’

Is dat zo?

Zo tussen mijn 16de en 18de levensjaar had ik het fantastische gevoel dat de hele wereld aan mijn voeten lag. Ik was gezond, had een leuke thuis en enkele goede vriendinnen. Ik vond het geweldig om chiroleidster te zijn. Ik ontdekte zo niet alleen een paar van mijn talenten, maar ontmoette tijdens een van de chirokampen een knappe jongen. Vlinders vlogen heen en weer en mijn jeugdliefde is nu al meer dan 30 jaar mijn grootste fan, mijn rots, mijn man.

Ik ging graag naar school. Ik hield (en hou nog steeds) heel veel van nieuwe dingen ontdekken en studeren was voor mij geen al te grote opgave. Op school behoorde ik tot de top van mijn klas en ik had een heleboel vrienden.

De wereld was mooi. Na mijn studies begon ik les te geven en putte veel voldoening uit het doorgeven van waarden, kennis en vaardigheden. Ik verdiepte me in de zin van het leven en groeide spiritueel. Ik trouwde, kreeg kinderen en aan huisje-boompje-beestje werd hard gewerkt. Maar stilaan slopen barstjes in mijn ideale levenswereld.

Volgens de Amerikaanse hoogleraar psychologie, Arthur Stone, zakt het geluksgevoel vanaf je 18de langzaam naar beneden en vanaf je 50ste levensjaar neemt dat geluksgevoel weer toe. Gemiddeld worden er in je leven tussen je 30ste en je 50ste de meeste eisen aan je gesteld.

Ik denk dat ik nooit echt het gevoel had dat mijn ‘geluksgevoel’ naar beneden kelderde. Maar als je jong bent, maak je je meer zorgen over futiliteiten. Je wil kost wat kost bij een of andere groep horen (van nerds tot veggies tot klasse-lady’s). De media pulkt uit van beeldschone jonge mensen en ouder worden, daar denk je in de verste verte niet aan. Als dan het eerste rimpeltje of vetrolletje verschijnt, is er lichte paniek:

‘Help! Ik ben er niet immuun voor! Ik word oud!’

Het klinkt misschien tegenstrijdig, maar je wordt pas gelukkig oud, als je je niet vastklampt aan de onsterfelijkheid. Iedereen heeft hier een einddatum en daar moet je niet depressief van worden, integendeel, het is een zekerheid die je hebt.Alles gaat voorbij en dat maakt je leven juist zo belangrijk en waardevol.

 

‘Uiteindelijk gaat het niet om de jaren die tellen in je leven,

maar het leven in jouw jaren.’ (Abraham Lincoln)

 

Als we 10 jaar zijn, willen we 12 jaar zijn. Als we 12 jaar zijn, kunnen we niet wachten tot we ‘sweet 16’ zijn. En daarna willen we zo vlug mogelijk volwassen zijn en op eigen benen staan. Als we dan tussen de pampers en slapeloze nachten leven, kijken we uit naar de tijd dat we mooie gesprekken kunnen voeren met deze hulpeloze wezentjes. De puberteit van deze schatjes zorgt er dan weer voor dat we ons afvragen of die gesprekken er überhaupt kunnen komen. We kijken raakhalzend uit naar dit en naar dat en we kijken uit naar ons pensioen om al onze dromen waar te maken.

Greg Olson beschreef hoe we allen vooruit willen en soms het proces voorbijgaan. We verlangen soms om te kunnen weglopen of een paar stappen over te slaan, zodat we vlug, zonder kleerscheuren, naar de volgende fase kunnen gaan.

 

Maar het is belangrijk om te beseffen dat in elke fase van onze reis er wel iets te leren valt.

Er is groei in elke stap

 

Dus, mijn lichaam piept en kraakt welliswaar wat meer dan toen ik 16 was, maar mijn hersens zijn nog super lenig. Leurs Wolpert, de Britse emeritus hoogleraar biologie van de College Universiteit in Londen, meent dat veel mensen alleen maar beter worden met ouder worden. ze kunnen volgens hem beter focussen en nemen gemakkelijker beslissingen door de eerdere ervaringen die ze hadden. In Amerika zijn nog talloze tachtigers actief bezig. Ik ken ook een heleboel kranige tachtigers. Ik vind het bijvoorbeeld geweldig om conferentietoespraken te lezen van mannen en vrouwen, waarvan de gemiddelde leeftijd boven de 80 ligt. (zie lds.org general conference).

Als ik daaraan denk, dan heb ik nog een heel leven voor me. Ik heb bewezen dat men nooit te oud is om te leren door op mijn vijftigste harp te leren spelen. Ik vind het een geweldige gezegde dat 65 de nieuwe 45 is. De fleur van het leven heeft zich verplaatst! Het leven met de meeste vrijheid, de meeste mogelijkheden, wanneer we het meeste weten en het meest kunnen doen, dat leven is nu voor de 50-plusser!

En natuurlijk zijn er obstakels onderweg en sommigen zullen heel verrassend zijn. Maar ik ben nu beter uitgerust om om te gaan met moeilijkheden dan toen ik veel jonger was. De herfst van het leven zou het rijkste seizoen moeten zijn, we halen dan de oogst binnen. Het leven voor mijn 50ste was een -start-to-run, een voorbereiding op het hoogtepunt van mijn leven dat nog komt.

 

Als ik dus mijn verjaardagstaart zal aansnijden, zal ik zeker het volgende meenemen:

‘ Neem je tijd,

dompel je onder in al je ervaringen,

zuig ze op,

en geniet er van terwijl je nog kan.

 

 

Als ik de kerstboom afbreek.

kerst2

 

Driekoningen is voorbij: de traditie vraagt om dan de kerstboom af te breken. Het werkwoord afbreken alleen al geeft me kriebels. Afbreken impliceert iets wegdoen, maar houdt ook de belofte in van iets nieuws op te bouwen.

Het kerstgerief opruimen maakt me altijd wat weemoedig. Het is een tweestrijd tussen de mooie herinneringen in een doos stoppen en verwachtingsvol uitkijken naar nieuwe gebeurtenissen.

Ik laat één van de ‘Forgotten Carols’ van Michael McClean door de muziekboxen klinken:

I cry the day I take the tree down 

Eén voor één verwijder ik de bollen en versiersels uit de boom. Het half uur dat ik gepland had, duurt veel langer. Sommige stukken voeren me immers weken of zelfs jaren terug in de tijd.

Met een glimlach leg ik alle ‘kerstmannen’ op het deken in de doos. Mijn man heeft het niet zo voor deze jolige oude man in zijn rood pakje. Maar een goede vriendin stuurde jaren na elkaar een voetbalminnend kerstmannetje op en deze versie wordt gedoogd in de kerstboom.

Verschillende andere versiersels roepen herinneringen op aan ver-weg-vrienden. Ik heb ze een maand lang dichterbij gevoeld. Vriendschap is mooi, maar belangrijk is om mooie vriendschappen te blijven onderhouden. Voila, hier duikt spontaan een nieuwjaarsdoel op.

Lieve moeder’ lees ik op een kleine sneeuwbol en mijn hart maakt een sprongetje van dankbaarheid. Dit kind van mij mocht weer een kerst bij ons zijn. Het zelfgemaakte, geborduurde kersthangertje van mijn moeder vertelt me dan weer dat mijn vader er ook deze kerst niet bij was.

Door de muziekbox klinkt het lied iets luider (of is het inbeelding?):

I cry the day that I take the tree down

I want the season to last all year round

When I’m surrounded by these memories

It’s almost like you’re here with me.

Terwijl ik mijn neus snuit neem ik me voor om dit jaar wat meer dankbaarheid te tonen voor de dingen die ik nu normaal vind.

De doos raakt voller. In mijn hand hou ik een grote doorzichtige bol vast. Binnenin plakt een sneeuwmannetje van Fimo. Meer dan twintig jaar geleden heb ik die, en enkele andere -spoorloos verdwenen-bollen met mijn kinderen gemaakt. Begin december denk ik nog steeds heel naïef dat de kersttijd een lange periode is. Begin januari wordt ik met de neus op de feiten gedrukt: de tijd is me altijd te vlug af. Is het daarom dat in sommige straten de kerstverlichting een heel jaar blijft hangen? Er spookt een stemmetje in mijn hoofd: besteed je tijd steeds nuttig.

Alle dagen kerst, altijd een kersthuis, altijd kerstmuziek … Ook al eens zo’n enge film gezien?

Nee, dozen vol kerstspullen belanden weer op zolder. Als ik terug beneden ben, lijkt mijn huis veel lichter en ik zie door het raam de eerste voorjaarsbloemen al piepen boven het gazon – ze willen dit jaar wel echt vroeg flaneren in mijn tuin.

De laatste zin van het lied echoot nog even na:

I cry the day that I take the tree down

And I want the season to last all year round. 

Mijn hart maakt een vreugdesprongetje. De kerstbollen liggen hoog en droog te slapen, maar de geest van kerst kan een heel jaar verder leven. Moet een heel jaar verder leven. Familie, liefde, genegenheid, vriendschap, dankbaarheid, zorgen voor, spiritualiteit, geloof … dat is de ware geest van kerst.

Het stemmetje fluistert: Goede voornemens maken en doelen stellen is heus niet zo moeilijk.

Maak er een fantastisch nieuw jaar van!

En voor wie even melancholisch is als ik – of een beetje meer of minder:

I cry the Day I Take the Tree Down Slideshow-Youtube

#kerst#nieuwjaar#forgottencarols#doelen

 

Wereldnieuws en een fruitmand.

wereldnieuws 2015 en een fruitmand
wereldnieuws 2015 en een fruitmand

Het wereldnieuws van 2015 beslaat verschillende pagina’s. Er zijn ook tal van fruitmanden in de omloop. Ik wil je even meenemen naar wat mij is bijgebleven van het afgelopen jaar. Door deze gebeurtenissen heen wandelt een fruitmand op kousenvoeten in mijn privé-leven.

De bestorming van de redactie Charlie Hebdo in januari in Parijs vormde de start van wat een gewelddadig jaar zou blijken. De vrijheid van meningsuiting is een absoluut recht. Toen ik les gaf in het zesde leerjaar, probeerde ik dat de kinderen mee te geven en ik hoop zo dat dit zaadje wortel geschoten heeft.

In de fruitmand ligt allerlei fruit, het een al wat smakelijker dan het ander.

In februari ging de Prijs der Nederlandse Letteren naar Remco Campert. De volgende uitspraak van hem vind ik geweldig: ‘ Poëzie schrijven is veel te plezierig. Ik kan dat niet als hard labeur beschouwen. En als het even niet lukt, ga ik wel luieren.’ Voor mij is dat ook zo met schrijven. Ik beleef er veel plezier aan en als de muze even wegblijft, dan verdwalen mijn gedachten ook in andere dingen. Maar het voorbije jaar liep ik de ene na de andere teleurstelling op in mijn beroepsleven, en steeds meer negatieve energie liet mijn muze meer dan eens verdwijnen.

Het fruit botst en klotst in de mand.

Piloot Andreaz Liebits liet in maart zijn vliegtuig crashen tegen de Alpen; alle honderdvijftig inzittenden kwamen om. Nog meer doden bij terroristische aanslagen en bij mij ligt mijn pedagogisch idealisme op sterven.

Rot fruit in de fruitmand, wat doe je ermee?

Terwijl Stromae in april de wereld verovert met zijn levendige muziek, brengt de paasvakantie wat ademruimte en rust in mijn leven.

Schone schijn in de fruitmand, kan het rottingsproces gestopt worden?

Goed nieuws: de Wereldgezondheidsorganisatie verklaart in mei Liberia ebolavrij. Slecht nieuws: er zijn elders in Afrika nog ebolahaarden en de bevolking werkt niet goed mee.

Enkele rotte appelen vormen een besmettingsgevaar voor de hele schoolmand.

Besparingsmaatregelen alom in juni, dat brengt spanning en ongerustheid teweeg. Televisiezender Eén laat omroepsters van het scherm verdwijnen. Het is een politieke beslissing die vreemd aandoet als je de teevee aanzet. Ik voel de besparingsangst ook in mijn leidinggevende functie. Hier zullen geen omroepsters verdwijnen, maar mensen met een degelijke pedagogische waarde.

In de fruitmand woekert de schimmel.

Juli wordt gekenmerkt door grote onrust in Griekenland, Iran, Oekraïne, Syrië, Mexico, … lontjes die klaarliggen om tot ontsteking gebracht te worden. Ik vraag me af wanneer het gezonde verstand weer zal zegevieren.

De hand die de mand al enkele jaren liefdevol vasthoudt, ziet verdrietig toe hoe het fruit een beschimmelde vakantie neemt.

Augustus: In Syrië blaast IS de tempel van Bel op, Palmyra is weggewist. In eigen land viert Will Tura zijn 75ste verjaardag. ‘Hoop doet leven’, één van zijn grootste hits schalt door verschillende mediakanalen.

Kan hoop terug gezond leven in de fruitmand brengen?

In september wordt de foto van een driejarig jongetje wereldwijd massaal gedeeld en verspreid. De verdronken Aylan Kurdi doet de ogen opensperren van miljoenen mensen. Wat gebeurt er toch in de wereld?

De hand heeft de fruitmand losgelaten …

Zeventig jaar, zo lang bestaan de Verenigde Naties in oktober. Ze zijn na de Tweede Wereldoorlog opgericht om een nieuwe wereldoorlog te voorkomen. Ook de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens staat op hun palmares. Mooie dingen verwezenlijkt, maar in de vluchtelingenkampen heeft dit alles een holle klank.

Hoe zou het met het fruit zijn?

Op de voorpagina in november: aanslagen in Parijs, terreurdreiging in eigen land, … en de nieuwe K3 zingt dat het leven verder gaat. Misschien moet de brave burger inderdaad wat meer een brief schrijven en niet te lief vragen om al die onzin te laten stoppen. Zo kunnen onze kleinkinderen de lucht nog kleuren met tienduizend luchtballonnen.

Ook in de fruitmand botst en klotst het fruit opnieuw.

December, de laatste maand van het jaar: IS en de klimaattop laten de temperatuur weer enkele graden stijgen, of is het zakken? Godsdienstvrijheid, een fundamenteel mensenrecht, wordt argwanend bekeken. Religie tot de oorzaak van alle kwaad benoemen, is kort uit de bocht gegrepen. De wereld feest en shopt, militairen slenteren in de straten, er wordt gefouilleerd als in menige politiereeks en dames zien met argusogen toe hoe in een van hun onmisbare bezittingen – hun handtas – gerommeld wordt door vreemde handen.

Je kan de smaak van het fruit niet beoordelen naar één rotte appel in de mand, dat zou onzin zijn.

 

STA OPEN VOOR HET GOEDE IN 2016: HAPPY NEW YEAR!

#overzicht2015,#rotteappel

Kerstfeest

Geen plaats in de herberg.

Kerstmis werd heel goed gevierd. Het huis was van onder tot boven versierd en de tafel was zo gedekt dat de smaakpapillen direct in actie traden. Op de smart-teevee speelde een programma met veel muziek en een wervelende show. Er werd gegeten, gedronken en gelachen.

Voor het dessert werd de Bijbel erbij gehaald, kwestie van de reden voor het feesten te weten. De vader las voor hoe Jozef en Maria geen plaats vonden in de herberg en hoe Jezus dan maar in een stal geboren werd.

Iedereen aan tafel was verontwaardigd over het egoïsme van de herbergiers. Nonkel Gerard balde zelfs zijn vuist en zei dat hij wel plaats zou gemaakt hebben. Moeder schonk hem een glimlach en stak de Bijbel terug in het boekenrek.

Vader tikte met zijn glas: “Ik wil een toast uitbrengen.”

“Sjttt…”, onderbrak kleine Sjaak. ” Luister, er is een speciale boodschap.”

Alle hoofden draaiden zich naar de smart-teevee. Een ernstig kijkende journaliste had het vrolijke programma opzij geduwd: ” In Duinkerke wordt Kerstmis in de modder gevierd. Gisteren is hier een baby geboren…”

” Moeten ze dit nu op kerstavond uitzenden?” mopperde vader en hij zapte naar een andere zender met een hoog jinglebells gehalte.

Hij hief zijn glas: ” Vrede op aarde aan alle mensen.”

Moet het gezegd dat het drankje een bittere nasmaak had?

Hallo wereld!

Een nieuwe blog tussen de honderden die er al zijn.

Ik ben Linda. De spiegel zegt me dat ik een vijftigplusser ben (wat een woord!), maar mijn ‘ik’ protesteert tegen die seniorenstempel. Ja, ik ben een oma, maar ook een mama, een echtgenote, een vrouw en ergens ook nog een klein meisje.

Ik schrijf over dingen die me blij maken en dingen die me raken. Dat betekent dat je hier kan lezen over mijn successen en mijn scheve momenten, over mijn bezigheden en mijn creatieve uitlaatkleppen, over boeken die ik gelezen heb en reizen die ik maakte, over dingen die me inspireren en nog veel meer.

Veel leesplezier!