De wisselvalligheid van het leven.

Het weer in ons landje is heel wisselvallig, typisch Belgisch: onstandvastig, veranderlijk, afwisselend zon en wolken, buiig.
Niet alleen in het weerbeeld, ook binnen een typisch gezin kan het er wispelturig aan toe gaan. Vrolijke kinderen kunnen ineens humeurig en nukkig reageren. Een heel zekere tiener kan plots onzeker gedrag vertonen. De stemming van volwassenen kan omslaan door allerlei factoren – van het krijgen van een belastingbrief tot het winnen van de favoriete voetbalploeg. Zelfs huisdieren zijn niet immuun voor grilligheid. Een brave hond kan wild worden en een lieve poes kan ineens in je gordijnen hangen.

Remember that life
is full ups and downs.
Without the downs
The ups would mean nothing.
(Kushandwizdom)

We kunnen allemaal beamen dat het leven wisselvallig is. Het kan bij momenten echt fantastisch zijn, maar ineens keert het tij – en dat kan zelfs heel snel. Niemand ontsnapt eraan en het kan elk ogenblik gebeuren, we hebben het niet in de hand. Niemand weet wanneer iets ergs zal gebeuren, hoe het zal gebeuren en of het wel zal gebeuren. Het heeft niets te maken met je goedheid of slechtheid, het leven zit vol wisselvalligheden. Iedereen krijgt te maken met ups en downs. Vreugde kan omslaan in verdriet, dromen vallen in stukken, grote plannen moeten aangepast of weggeborgen worden door onverwachte omstandigheden.

Nog deze vakantie genoot ik het ene moment van een leuke citytrip en het andere moment werd ik verscheurd door een nachtelijk telefoontje. Tja, dit is het leven: heel wispelturig en we moeten ermee leren omgaan. Al deze veranderingen maken ons nederig, zetten ons met een plof met beide voeten weer op de grond en stellen ons geduld en ons geloof op de proef. We worden binnenstebuiten gekeerd en kunnen er zelfs ziek van worden.

You have power over your mind
-not outside events.
Realize this, and
you will find strenght.
(Marcus Aurelius)

Menselijk gezien zouden we alle lichamelijke, emotionele en geestelijke pijn uit ons leven willen bannen. We zouden ons hele leven in een rustige comfortzone willen uitbouwen, omringd door een fantastische begripvolle familie en een bende leuke, goede vrienden. Maar mochten we echt de deuren van verdriet en zorg kunnen sluiten – wat trouwens heel verleidelijk klinkt, dan zouden we wel eens onze beste vrienden en weldoeners nooit leren kennen. Bovendien zouden we heel wat ervaringen mislopen. En de onvoorspelbaarheid van het leven zorgt er wel degelijk voor dat we geestelijke spierkracht ontwikkelen, zoals geduld, volharding en zelfbeheersing.

Along the road (Robert Browning Hamilton)

I walked a mile with Pleasure.
She shattered all the way,
But left me none the wiser
For all she had to say.

I walked a mile with Sorrow,
And ne’er a word said she;
But oh, the things I learned from her
When Sorrow walked with me!

Het leven zelf sluit soms ook deuren voor ons. Ik denk dan aan een vriend die ver gaat wonen, een studierichting die niet goed verloopt, een huwelijk dat kapot gaat, een geliefde die sterft, een job die we kwijtraken, een ziekte die een beperking oplegt, enz.
Die gesloten deuren brengen pijn en hartzeer mee. Maar zoals een gezegde zegt: ‘Waar een deur sluit, gaat een andere open.’
Die andere deur nodigt ons uit om andere ervaringen op te doen en om andere terreinen van ons ‘zijn’ te ontdekken. Als ik terugkijk naar enkele van mijn ’toegesmeten’ deuren, dan moet ik toegeven dat mijn immuniteitsziektes me veel geduld en meer empathie hebben onderwezen. Ik heb meer oog gekregen voor innerlijke kwaliteiten dan uiterlijke tierlantijntjes.
De stopzetting van mijn carrière heeft een deur vol creativiteit open gezet en ik geniet er met volle teugen van.
Door het afscheid van een goede vriendin geniet ik nu meer bewust van de vriendschappen die overblijven.
De onverwachte wendingen in mijn leven hebben mijn geloof ook een boost gegeven. Het volgende vers heeft me troost en moed gegeven in moeilijke periodes:

‘ Want er moest wel een tegenstelling in alle dingen zijn. Indien die er niet was,… dan kon er geen rechtvaardigheid worden teweeggebracht, noch goddeloosheid, heiligheid noch ellende, goed noch kwaad. Daarom moesten alle dingen wel een samengesteld geheel zijn; want, indien het één geheel was, zou het wel als dood moeten blijven, hebbende leven noch dood, verderfelijkheid noch onverderfelijkheid, geluk noch ellende, gevoel noch gevoelloosheid.’ (2 Nephi 2: 11)

Door naar andere moedige mannen en vrouwen op te kijken die grote tegenstellingen ervaarden en hun leven op een hoger niveau brachten, heb ik moed gekregen en ook een beter begrip in het ‘waarom’ van die tegenstellingen. Ik denk dan aan helden uit de Schriften zoals Mozes, Jozef, Moroni, Esther en Maria, om er een paar te noemen. Maar ook aan vroegere en hedendaagse helden zoals Helen Keller, Maarten Luther King, Christoffel Colombus, Pater Damiaan, Tim Ballard, Stephanie Nielson (zie filmpje onderaan), en nog vele anderen.

De levenskunst bij het hebben van een chronische ziekte
is al je energie erop richten
om goed te leven in een slechte situatie.
(inspire.nl)

Spencer W. Kimball zei: ‘One time or another, we all face adversity’s chilling wind. One man flees from it, and like an unresisting kite, falls to the ground. Another yields, not retreating an inch, and the wind that would destroy him lifts him as readily to the heights. We are not measured by the trials we meet, only by those we overcome. It all depends on attitudes.’

We willen een leven zonder problemen, maar dat is niet de bedoeling. We gaan door deze sterfelijke ervaring om te leren zoals onze Hemelse Vader te worden, en moeilijkheden zijn de smeltovens die ons daarop voorbereiden.
Niemand is uitgesloten van de ups en downs in de rollercoaster van het leven. Vreugde en verdriet, overvloedige tafels en financiële stress wisselen elkaar af. Als ons leven onverwachts een draai neemt die we helemaal niet willen, dan hebben we zorgen en stress. Eén van onze opdrachten is om deze moeilijke periodes positief en optimistisch te doorstaan. Misschien moeten we beter begrijpen wat het verschil is tussen geluk en vreugde. Tim Hansel uitspraak over dat verschil tussen happiness en joy heeft mij wat meer inzicht gegeven:

‘There is nothing wrong with happiness, it’s wonderful. The only problem is that it is based on circumstances, and circumstances have a tendency to shift. Most people who live with chronic pain (or chronic problems) have a hard time being happy. That is to be expected. Although there are moments of laughter, nothing seems to stay.
Joy on the other hand is something which defies circumstances, and occurs in spite of difficult situations. Whereas happiness is a feeling, joy is an attitude.’

Ik ga graag wandelen in de bergen. Nog niet zo lang geleden wandelden mijn man en ik tussen de imposante Dolomieten. Het was een zonnige dag en we genoten van de alpenweiden en de prachtige zichten. Ineens begon het te waaien en uit het niets verschenen donkere wolken. Enkele minuten later plensden de regendruppels om ons heen. Gelukkig hadden we regenjassen in onze rugzak en werden we niet al te nat.
In feite is het leven een beetje zoals deze wandeling. We gaan optimistisch op stap, maar we moeten voorbereid zijn en ‘regenjassen’ in onze rugzakken hebben.
Op een andere dag was de bergwandeling wat zwaarder dan we gedacht hadden. Af en toe doemden er super steile paden op voor onze neus. Op ons eigen tempo, stap voor stap, met af en toe (veel keer af en toe) een rustpauze, en met het eindpunt voor ogen, genoten we van het uitzicht en van elkaars gezelschap.
Omgaan met de wisselvalligheid van het leven vereist een juiste houding: het is goed om een zonnige dag met een glimlach te verwelkomen en een bbq in je gedachten, als je er maar rekening mee houdt dat de zon van korte duur is. En als je op die manier ook omgaat met de donkere nacht, dan begin je de goede levenshouding te snappen. We moeten ook niet verder willen lopen dan we kracht hebben, en genieten van de mensen om ons heen Even op adem komen is ok.

Op verschillende momenten in mijn leven heb ik moeten toegeven dat God meer weet dan ik, dat Hij ziet wat ik niet kan zien. Dat was een lesje in koppigheid en ‘het beter weten’.
‘Want Mijn gedachten zijn niet uw gedachten,
en uw wegen zijn niet Mijn wegen,
spreekt de Heere.
Want zoals de hemel hoger is dan de aarde,
zo zijn Mijn wegen hoger dan uw wegen
en Mijn gedachten dan uw gedachten.
(Jesaja 55: 8-9)

Ik kan de moeilijkheden en de stormen van mijn leven niet voorspellen, zelfs niet degene die vlakbij liggen, maar als gelovig persoon weet ik zonder twijfel dat het beste nog moet komen.

Geef anderen de schuld niet,
ook God niet.
Knees on the floor, yes.
Fist in the air, no.

Wat ik met de jaren ook beseft heb, is dat tijdens mijn grote ‘levensmoeilijkheden’ er altijd mensen waren die een deel van mijn last wilden helpen dragen. Dat geeft me zo’n rustgevend gevoel. Weet je, we moeten niet altijd alles alleen willen oplossen. We leven echt niet op een onbewoond eiland. We moeten misschien onze trots opzij zetten en wat nederiger hulp aanvaarden. Het is gemakkelijker om een positieve levenshouding te hebben als we zowel liefde geven als ontvangen.

Als mama heb ik dikwijls mijn kinderen moed toegesproken als ze ontmoedigd waren:
‘Kop op, alles komt uiteindelijk goed, geloof me maar.’
Alle ouders weten dat, we hebben immers al zoveel woelige waters doorzwommen.
Hemelse Vader en Christus weten dit ook:
‘Heb goede moed: Ik heb de wereld overwonnen.’ (Johannes 16: 33)

Ik heb een zoon waarvan ik niet meer kan tellen hoeveel ziekenhuisopnames hij al gehad heeft. Hij heeft er veel littekens aan over gehouden. Ik heb er ook een paar.
Soms schamen we ons voor onze littekens maar littekens kunnen echt wel iets betekenen. Iedereen wordt door het leven getekend, maar bij de één zijn die littekens duidelijker zichtbaar dan bij de ander. Die littekens doen er wel toe. Ze laten zien dat je geleefd hebt, dat je je niet voor het leven hebt verstopt.’ (Diana Golden)

Life is good despite the challenges,
life gets better and better
because of meeting life’s challenges head-on.
(Janet Lee)

Weer of geen weer, ik ga ervoor! Jij ook?

Bekijk hieronder het inspirerende verhaal van Stephanie Nielson:

 

Mens, wie ben jij?

San Marco plein

Ik zit op een marmeren bankje, zet mijn zonnebril wat steviger op mijn neus, duw de zonnehoed wat vaster, en kijk verwonderd, verdwaasd en ietwat verblind door de felle middagzon naar al dat leven om me heen. Honderden mensen slenteren over het San Marco plein, zich vergapend aan het Dogepaleis, de kathedraal en andere monumenten. Ellenlange rijen toeristen wachten op hun beurt om al dit moois ook van binnen te bewonderen. Enkele kinderen trekken zich los uit de wachtende slang en verschrikken lachend een bende duiven die klapwiekend voor meer dan één fotogenieke afdruk zorgen.
Ik hoor een mengelmoes van Duits, Italiaans, Engels, en zo waar enkele Nederlandse woorden. En tussen die ietwat bekende klanken zweven vreemde, rauwe, sissende en zangerige noten tussen korte en lange broeken, tussen zwierige en piepkleine rokjes.
Dikke, dunne, lange, korte, grote en kleine mensen flaneren langs mijn netvlies. Zwarte, bruine, witte en ‘besproete’ armen en benen zwaaien en draaien, ter plaatse, of omhoog en omlaag. Onder krullend, stijl, kort, lang, donker en blond haar priemen lachende gezichten.
Ik neem de hand van mijn liefste en fluister- bijna dronken van blijdschap- in zijn oor: ‘Zie jij het ook? Er is hier maar één ras met een verscheidenheid aan huidskleuren en andere lichamelijke eigenschappen. Prachtig, toch?’

Alle mensen zijn hetzelfde.
Het zijn slechts hun gebruiken die verschillen.
(Confucius)

Het probleem is, dat ik niet altijd geloof dat we zoveel op elkaar gelijken: blanken en zwarten, christenen en moslims, boeddhisten en atheïsten, mannen en vrouwen. Als we in elkaar meer gelijkheid zouden vinden, dan zouden we misschien toch Utopia kunnen bouwen, dan zouden we iedereen als familie zien.
Hoe ouder ik word, hoe meer de verschillen wegvallen. Iedereen heeft hier op onze planeet hetzelfde begin – onze geboorte- en iedereen heeft hier ook een einde – onze dood. Waarom bestookt men ons dan langs alle kanten met de gedachte dat we heel veel van elkaar verschillen? Is dat zo?

In iedere mens is iets van alle mensen.
(Georg Christoph Lichtenberg)

Als je bij goed zomerweer op een terrasje zit kan je gezellig ‘mensen kijken’. Af en toe hoor en zie je wel eens dingen waardoor er binnen in jezelf een ketting van gedachten losbarst – al dan niet veroordelend. De ene keer kleven we het etiket arm, dwaas, verwaand en onbelangrijk. Maar even later plakken we er verstandig, sterk, begeesterend en aantrekkelijk op. De manier waarop we naar een mens kijken bepaalt onze mening. Heel dikwijls is ons zicht beperkt, gekleurd en onjuist.
Met de jaren heb ik al veel mensen ontmoet, sommigen zijn geschenken, anderen zijn lessen, allen zijn uniek.

Ik las eens in het tijdschrift happinez:

Stel dat we aura’s konden zien,
een kroon van licht, die elk gezicht omlijst,
dat je aan de buitenkant kon zien,
al die schoonheid, al die kleuren:
de ziel van de ander,
dan zou je nooit meer vergeten
hoezeer ieder mens van betekenis is.

Is de mens zoals een vlinder die een tijdje rondvliegt, voor nakomelingen zorgt, overlijdt en dan verdwijnt? Wat is de mens? Een verheven diersoort? Het toevallige resultaat van een of andere evolutie? Of is er meer aan de hand?
Zita nieuws (28/07) blokletterde volgende titel:

DE MENS KOMT UIT STERRENSTELSELS HIER VER VANDAAN

In de bijbel lezen we dat God de mens schiep naar zijn eigen beeld, dat we kinderen van God zijn, erfgenamen door Christus.
Ons menszijn begrijpen, onze relatie tot de eeuwigheid, tot de wereld waarin wij leven en tot de werelden die voor ons liggen, dit begrijpen is de belangrijkste tocht die we kunnen ondernemen. We bereiken deze kennis door te luisteren naar wat sommigen de innerlijk kern noemen, of de goddelijke kern, of inspiratie, of openbaring.
Is het niet prachtig om te beseffen dat de mens al bestond voordat hij hier op aarde kwam? Dat de mens een zoon of dochter van God is en dat in hem een goddelijke vonk huist? Zou het niet fantastisch zijn moesten we erkennen dat de mens in embryonale staat alle eigenschappen en machten van God in zich heeft?

Durf te beginnen aan
de langste reis in een mensenleven:
van je hoofd naar je hart.
(David Hodges)

‘En Hij maakte uit één bloed heel het menselijk geslacht.’ (Handelingen 7: 26)

… Hij verwerpt niemand die tot Hem komt, zwarte en blanke, slaaf en vrije, man en vrouw; en Hij is de heidenen indachtig; en allen zijn voor God gelijk, zowel de Joden als de andere volken.’ (2 Nephi 26: 33)

Wat een verschil zou het zijn moest iedereen elk ander behandelen als een kind van God, moest iedereen bezorgd zijn om het welzijn van alle mannen en vrouwen, wat hun geloof, ras of nationaliteit ook is. We zien jammer genoeg, dat diepe verschillen van ras, afkomst, politiek, religie, economische status en cultuur, over de hele wereld mensen scheiden.

If we are to build and maintain strong and righteous individuals and caring communities in the future, we must break down the barriers which separate us from others and build bridges needed to create peace and harmony. This can occur only if we respect, understand, accept, and appreciate others for the admirable qualities they possess.
Racism is an offense against God and a tool in the devil’s hand.
(Alexander B. Morrison)

Niemand is een eiland. Wij zijn allemaal verbonden met elkaar. Wat verbindt ons zoal? Dat is zoveel: kunst, cultuur, poëzie, lieratuur, geschiedenis, .. Maar ik denk ook kinderen, want zij zijn de toekomst van elke natie. Ouders moeten bezorgd zijn om de kinderen – alle kinderen – niet alleen hun eigen kroost.
Armen en behoeftigen zijn er ook overal. We moeten voor hen zorgen. We moeten boven de stereotype vooroordelen stijgen. We moeten leren naar anderen kijken met liefdevolle ogen, hen niet bezien als vreemdelingen, maar als medeburgers, als kinderen van God.

God’s second commandment,
love they neighbor,
clearly leaves no room for racism.
(Neal A. Maxwell)

Ik sta recht. De drukte op het San Marco plein is nog toegenomen.
Ik glimlach.
Wat is het heerlijk om een mens te zijn, om te leven.
Wat is het fijn om een gewoon mens te zijn, om naar het spel van de lucht en de wolken te kijken, om te genieten van de natuur en van een lekkere maaltijd.
Wat doet het deugd om naar kinderen te kijken en te lachen.
Wat een voorrecht is het om te kunnen spelen, werken, dromen en fantaseren.
Wat is het fantastisch om een mens te zijn die kan denken, liefhebben en tevreden is.

Wat heerlijk om een mens onder de mensen te zijn.

Kies voor bezigheden op z’n ‘arends’.

‘Met al jouw bezigheden verveel jij je je wel nooit, zeker?’
Dat is een vraag die ik al dikwijls op mijn pad ben tegengekomen. Heb ik veel ‘bezigheden’? Natuurlijk, daar bestaat geen twijfel over. Als ik alleen maar denk aan de dingen die ik gisteren allemaal deed: uitslapen, mailtjes beantwoorden, verjaardagswensen versturen, een boek lezen, online nieuws lezen, Facebook checken, winkelen, blog schrijven, vrienden bezoeken, een belletje doen, vakantieplannen maken, harpen, bidden, mediteren bij onze vijver en daar van alles zien, schriften bestuderen, kleinkinderen van school halen, een romantisch cabrio-ritje maken met mijn man, en nog een boel alledaagse dingen die iedereen op zijn daglijst staan heeft. Wauw! Dat zijn inderdaad heel veel bezigheden! Dus, ik verveel me nooit? Mis! Ik heb zo van die dagen dat ik mijn draai niet vind. Er is zoveel dat ik kan doen, maar ik verveel me. Nu heb ik ergens gelezen dat dit geen kwaad kan, dat verveling creativiteit in de hand werkt. Oef!

Deze week was een van mijn bezigheden lekker lui, in de schaduw van onze kastanjeboom, het leven in onze tuin gade te slaan. Ik merkte dat mieren niets voor niets aan het woord ‘vlijtig’ gekoppeld zijn. Door al dat gewriemel voelde ik me bijna schuldig in mijn tuinzetel. Een kleine watersalamander slalomde traagjes tussen honderden dikkopjes die kronkelend in de vijver een of andere zwemles kregen. En omdat ik zo stil was mocht ik getuige zijn van een spetterend badritueel van een winterkoninkje, een merel en enkele meesjes. De eerste blauwgetinte waterjuffers dansten vlak voor mijn neus een frivool ballet en de goudvissen hapten ondeugend naar de ‘schaatsende rijders’. Enkele citroenvlinders en een verloren blauwtje zochten onvermoeid naar de lekkerste bloemen. Boven mijn hoofd zweefde een ‘miauwende’ buizerd tussen de wolken die af en toe verstoppertje speelden met de zon.
Ik voelde me heerlijk ontspannen. Onze tuin heeft weinig ‘inkijkgaten’ en dus voel ik me niet gegeneerd om deze ‘luie-zetel-bezigheid’ af en toe eens te kunnen doen. Niemand die een misprijzend kuchje laat of die op mijn vingers tikt om de strijk te doen.

Rest is not idleness,
and to lie sometimes on the grass under trees on a summer’s day,
listening to the murmur of the water,
or watching the clouds float across the sky,
is by no means a waste of time.
(John Lubbock)

We leven in een fantastische tijd! Moderne technieken hebben ervoor gezorgd dat we veel tijd uitsparen. Een machine doet de was en de vaat, het strijkijzer tovert in een mum van tijd alle kreuken weg, en ik moet maar even aan een knop draaien om te kokkerellen. Ik hoef geen uren te lopen om water te hebben en in de winkels ligt het eten al goed ‘voorgekauwd’ op mij te wachten. Ik vraag me ietwat schuldbewust af of mijn voorouders überhaupt wel ‘vrije tijd’ hadden. En wat doe ik met die uitgespaarde tijd? A propos, die technische snufjes leggen ook beslag op mijn tijd. Wat laat ik toe? Ben ik nog baas over mijn vrije tijd?

Consider how we use our time in the choices we make in viewing television, playing video games, surfing the internet, or reading books or magazines. Of course it is good to view wholesome entertainment or to obtain interesting information. But not everything of that sort is worth the portion of our life we give to obtain it. Some things are better, and others are best. Leisure time should be filled with the best activities rather than those that are merely good.
(Dallin H. Oaks)

Plato gaf al de wijze raad om onze vrije tijd goed te gebruiken. En Sogyal Rinpoche zei: ‘Over het algemeen verdoen we ons leven met eindeloze bezigheden die ons afleiden van wie we werkelijk zijn.’
We werken allemaal, sommigen krijgen er geld voor en anderen als het meevalt een gemeende dankjewel. Sommigen werken buitenshuis, anderen thuis. Sommigen zoeken naar werk, anderen zijn ziek of gepensioneerd. Maar allemaal houden we ons bezig met het een en ander.

What we do during our working hours
determines what we have;
what we do in our leisure hours
determines what we are.
(George Eastman)

In onze ‘bezigheden’ openbaren we wie we echt zijn. Ons karakter is niet volledig duidelijk op onze werkplaats alleen. Waar gaan we naar toe als ons werk gedaan is? Welke vrienden zoeken we op? Wat doen we? Dit alles samen, dat zijn wij in onze puurste vorm.
Ik las eens een verhaal over de arend en het zwijn van George H. Brimhall.

Kijk eens naar de arend. Deze vogel werkt net zo hard en efficiënt als elke andere vogel. Hij zorgt voor zichzelf en zijn jongen. Maar als het dagelijks werk gedaan is en de arend heeft tijd om te doen wat hij wil, kijk dan wat hij doet in zijn vrije tijd. Hij vliegt naar de hoogste sferen in de lucht, spreidt zijn vleugels en zweeft in de bovenste lucht, want hij houdt van de pure, zuivere atmosfeer en hogere hoogtes.
Kijk nu naar het zwijn. Dat dier graaft en wroet en zorgt voor zijn jongen net als de adelaar. Maar als het werk gedaan is en er is vrije tijd, wat doet het zwijn dan? Het zoekt de modderigste plek uit en rolt en draait zich in die vuiligheid, want daar houdt hij van.
De mens kan in zijn vrije tijd een adelaar of een zwijn zijn.’

Music, literature, art, dance, drama, athletics –
all can provide entertainment to enrich one’s life and further consecrate it.
At the same time, it hardly needs to be said that much of what passes for entertainment today
is coarse, degrading, violent, mind-numbing, and time wasting.
Ironically, it sometimes takes hard work to find wholesome leisure.
(D. Todd Christofferson)

Eens komt de dag dat ons ‘professionele’ werk stopt. Er vloeit ineens een zee van vrije tijd binnen. Ik denk dat we de invulling daarvan al bepalen in die periode van ons leven waar ‘vrije tijd’ heel wat schaarser is. In het boek ‘Mijn dinsdagen met Morrie’ van Mitch Albom heb ik iets wijs gelezen over het invullen van onze vrije tijd. Het is een mooi stukje waar de vroegere student van de professor geschokt is over hoe zijn vroegere leermeester de kwaliteit van zijn bezigheden behoedt en behoudt, zelfs op  het einde van zijn leven. Als hij langs een krantenkiosk gaat, krijgt hij volgende gedachten:

‘De mensen kochten die blaadjes gretig, ze verslonden het geroddel, en tijdens mijn vorige reisjes naar Engeland had ik dat ook gedaan. Maar om de een of andere reden dacht ik nu aan Morrie als ik iets onnozels of stompzinnigs las. Ik zag hem steeds voor me, daar in dat huis met de Japanse esdoorn en de houten vloeren, tellend hoeveel adem hij nog had, zoveel mogelijk genietend van ieder minuutje met zijn dierbaren, terwijl ik zovele uren besteedde aan dingen die mij persoonlijk niets zeiden: filmsterren, supermodellen, de meest recente uitlating van prinses Di of Madonna of John F. Kennedy Jr.
Ik was op een merkwaardige manier jaloers op de kwaliteit van Morries tijd, hoewel ik tevens het feit betreurde dat de voorraad ervan slonk.
Waarom hielden wij ons bezig met al die malligheid? Thuis was het O.J. Simpson-proces in volle gang en daar waren mensen die hun hele lunchpauze opofferden om ernaar te kijken en dan de rest op de band zetten zodat ze ’s avonds thuis verder konden kijken. Ze kenden O.J. Simpson niet. Ze kenden niemand die bij de zaak betrokken was. En toch gaven ze dagen en weken van hun leven op, verslaafd aan de tragedie van een ander.’

Spare minutes are the Gold-dust of time;
the portions of life most fruitful in good and evil;
the gaps through which temptations enter.

Mijn ‘bezigheden’ kunnen spontaan en gepland zijn. Ja, echt ook gepland, want ik wil zeker niet zijn als Jan,
Jan die bijna iedere dag naar de sportzaal ging,
maandag ging hij bijna,
dinsdag ging hij ook bijna,
en woensdag ook bijna,
en donderdag ook …
Vervang ‘sportzaal’ gerust door ‘muziek spelen, een boek lezen, ouders bezoeken, wandelen, Schriften studeren, met je kinderen spelen, of …
Ik heb ook veel nagedacht over de vraag die Russell M. Ballard stelde: ‘Is our diet of entertainment and recreation balanced with the food offered by Him who said: ‘Come unto me and ye shall partake of the fruit of the tree of life’?’

Those who decide to use leisure
as a means of mental development,
who love good music, good books,
good pictures, good plays,
good company, good conversation
– what are they?
They are the happiest people in the world.
(William Lyon Phelps)

Mijn ‘bezigheden’ zijn activiteiten die opbouwen (mezelf en anderen), die inspireren (mezelf en anderen), die me dichter bij mijn Hemelse Vader brengen. Het is de tijd die ik spendeer aan mijn lichaam en mijn geest, aan creativiteit en rust, aan familie, vrienden, vrijwilligerswerk, studie en aanbidding. Mijn bezigheden brengen harmonie in mijn soms chaotische  leven.
Hoe ouder ik word, hoe meer ik begin te beseffen hoeveel je in een uur niet kan doen, maar ook hoeveel je in een uur niet kan doen.
Net als jullie kleur ik dagelijks mijn ziel met mijn ‘bezigheden’. Ik probeer die kleuren goed te kiezen. Jij ook?

En neem van mij aan, een tijdje in een tuinzetel, op een terrasje of welk zalig nietsdoen ook, – dit is ook een mooie kleur!

What is this life if,
full of care,
we have no time
to stand and stare?
(William Henry Davies)

P.S Vergeet de adelaar niet!

Vogels, nesten en nestwarmte.

Tussen de aprilse grillen door vliegen kleine en grotere vogels druk heen en weer door onze tuin. Mos wordt driftig uit het gras geplukt en takjes en twijgen verdwijnen in de lucht. Een schichtige huismus fladdert weg met een verweerd stukje touw in haar bek.De vogels zijn hun nesten aan het bouwen en verfraaien. Ik vind het geweldig dat ik mag genieten van dit lentespektakel.

To find the universal elements enough;
to find the air and the water exhilarating;
to be refreshed by a morning walk
or an evening sauntner …
To be thrilled by the stars at night;
to be elated over a bird’s nest
or a wildflower in spring –
these are some of the rewards
of the simple life.
(John Burroughs)

Een nest is een veilige plek om eieren te leggen en jongen groot te brengen. Het verschaft warmte en bescherming. Vogelnesten kunnen de vorm en grootte van een vingerhoed hebben of bestaan uit een gigantische hoop bladeren en aarde. Het kunnen meterslange donkere tunnels zijn of enorme platforms van twijgen.
Elk jaar vind ik wel ergens een snoezig nestje in onze hagen of bomen. Dat eksters onze dennenboom aan het inpalmen zijn, vind ik bedenkelijk. Ik heb het niet zo met grote nesten. Zo hadden we vroeger een rokerig probleem en moest er een gigantisch kauwennest uit onze schoorsteen gehaald worden.
Nesten zijn uniek aan elke vogelsoort. Vogels zijn op dat vlak misschien wel wijzer dan mensen. Een merel bouwt een nest voor merels, een zwaluw voor zwaluwen en een ooievaar voor ooievaars. Ze zijn niet jaloers op elkaars nest en proberen het ook niet na te bouwen. Stel je voor, een ooievaar die een nest bouwt zoals een boerenzwaluw.
Niettemin zijn nesten ware kunstwerkjes en heel vindingrijk. Soms is er een isolerende laag gras of dons, soms bekleed met veren of modder. De paradijsmonarch bouwt zijn nest van gras, maar plakt de boel aan elkaar met spinnenwebben. Huismussen gebruiken soms touw, papier en zelfs plastic. Karekieten bouwen riethalmen aan elkaar en Australische eksters gebruiken wol die ze uit de rug van een schaap trekken.
Nesten bouwen is hard werken. Sommige vogels maken meer dan duizend vluchten om voldoende nestmateriaal te verzamelen.

Vogels kunnen ons
heel wat leren over
ons eigen nest.

Als ik een vogel zie broeden dan komt het woord ‘nestwarmte’ in mijn gedachten. Nestwarmte is een behaaglijk gevoel van warmte en geborgenheid. Het heeft weinig te maken met de structuur of grootte van je mensennest, maar alles met liefde en aandacht.
Nestwarmte is niet iets uit lang geleden romantische tijden;
Nestwarmte is een thuis hebben waar je jezelf mag zijn;
Nestwarmte is een toevluchtsoord voor donkere dagen;
Nestwarmte is een bescherming tegen de boze wereld;
Nestwarmte is waar je de geluiden herkent:
het kraken van de trap,
het piepen van een deur,
het tikken van opa’s klok,
zachte muziek,
vrolijke dansmuziek en stoelen die plaats maken.
Nestwarmte is de geur van boeken;
Nestwarmte is een verhaaltje voor het slapen gaan;
Nestwarmte is knielen en vouwen van armen;
Nestwarmte is helpen, lachen, knuffelen, huilen en troosten;
Nestwarmte is daar waar liefde heerst.

Zoals alle levende wezens hebben kinderen nestwarmte nodig
om hun persoonlijkheid harmonisch te kunnen ontwikkelen.

Net zoals een vogel hard moet werken aan zijn nest, zo verschijnt nestwarmte ook niet uit het niets. Men moet veel tijd en energie steken om van een huis een thuis te maken, om nestwarmte de kans te geven zich binnen de muren te kunnen nestelen.
Natuurlijk doen miljoenen ouders hun best om ervoor te zorgen dat hun kinderen zich gewenst en bemind voelen. Toch blijven er problemen die ons hulpvermogen te boven gaan: in sommige delen van de wereld is er door een gebrekkige economie en politiek ontoereikende gezondheidszorg, weinig of geen onderwijs, onvoldoende voedsel, kinderarbeid en slechte levensomstandigheden. Gelukkig is het lot van vele kinderen verbeterd door talloze organisaties en privé-initiatieven, maar we moeten alert blijven ook in ons eigen land. Het gezin is het fundament van de maatschappij, dat mogen we nooit vergeten of niet geloven.
In 2013 kregen hier meer dan 27 000 kinderen en jongeren te maken met de bijzondere jeugdzorg. Dat is verschrikkelijk!
‘Een paar honderdduizend Vlaamse kinderen nemen niet alleen een aanzienlijk deel van het huishouden op zich, ze zorgen ook voor hun vader of moeder. 20 000 à 40 000 van hen zijn jonge mantelzorgers, die een ouder met een handicap of chronische ziekte bijstaan. Bij de anderen gaat het om ernstige psychische problemen of een verslaving.’ (Knack nr. 13 2017)
Zorgen voor je kinderen is meer dan een dak boven het hoofd, eten en bescherming bieden. Het is even belangrijk ze te leren wat hoop is, ze nestwarmte te geven en een gevoel van stabiliteit en zekerheid te bieden.(Ronny Mousse)’

Zorg ervoor dat het gezin de plaats is
waar kinderen het anker kunnen vinden
dat ze in deze moeilijke tijd nodig hebben.
(Harold B. Lee)

Probeer je even voor te stellen welk een warme maatschappij we zouden hebben moest er in alle gezinnen respect en liefde zijn tussen ouders en kinderen; moest er thuis vriendelijk en rustig gesproken worden, moesten kinderen kunnen opgroeien met een gevoel van waardering en dankbaarheid.
Vogels alarmeren elkaar wanneer er gevaar dreigt. Is het niet nodig dat wij ‘onze broeders hoeder’ blijven? Oog hebben voor de problemen dichtbij onze deur en een helpende hand toesteken, nestwarmte doorgeven …
Gordon B. Hinckley zei:
‘Ieder kind, en daar zijn weinig uitzonderingen op, is het voortbrengsel van een gezin, goed, slecht of onverschillig. Als kinderen opgroeien, wordt hun leven in grote mate een weerspiegeling en voortzetting van alles wat ze thuis leren. Als men daar ongevoelig met elkaar omgaat, elkaar uitscheldt, woede-uitbarstingen heeft en niet trouw aan elkaar blijft, zullen de vruchten duidelijk te zien zijn, en waarschijnlijk wordt dat in de volgende generatie herhaald. Als er daarentegen verdraagzaamheid heerst, vergevingsgezindheid, wederzijds respect, inschikkelijkheid, vriendelijkheid, medeleven en barmhartigheid, zullen ook die vruchten duidelijk te zien zijn, en die zullen een eeuwige oogst opleveren. Ze zullen positief, aangenaam en fijn zijn. Als ouders barmhartigheid tonen en leren, zal dat in het leven en het gedrag van de volgende generatie herhaald worden.’

May we make of our homes
sanctuaries to which our family members
will ever want to return.
(Thomas S. Monson)

Het doorbreken van een cirkel zonder nestwarmte is moeilijk, maar kan! Waar een wil is, is een weg!

Ik passeer nog dikwijls het huis waar mijn kinderen opgegroeid zijn. Als ik de klok in mijn geheugen dan even terugdraai, dan vullen warme gevoelens van liefde, genegenheid en dankbaarheid mijn hart. Ja, soms zakte de temperatuur wel eens een paar graden, maar daar was nestwarmte:
de koekoeksklok die elk half uur riep;
de geur van wafels, tomatensoep, versgebakken brood en fondue;
de stemmen van ouders en kinderen,
van familie en vrienden;
het samen aan tafel;
het bidden en smeken;
het knuffelen en lachen;
het chillen en spelen;
de schoenen in het schoenrek;
de jassen aan de kapstok;
de foto’s aan de muur;
de tientallen boeken;
de reusachtige kerstboom;
de magnoliaboom in bloei;
de vissen in de vijver;
de poes die rond je benen draaide.

Het huis waar we nu wonen is kleiner en ziet er anders uit, maar wordt dagelijks aangevuld met warmte. De koekoeksklok roept nog steeds en in de keuken hangen geregeld geuren van heerlijke maaltijden, de stemmen van mijn man en mezelf vullen meestal de ruimte, maar ook die van de kinderen, de kleinkinderen, familie en vrienden vinden hier hun weg. Twee plaatsen aan tafel is de norm, maar meer dan af en toe worden stoelen bijgezet. Bidden en smeken gebeurt nog steeds. Er staan nu wel minder schoenen op het rek en de jassen hangen al helemaal niet meer op een rijtje in de gang. Foto’s van kinderen, kleinkinderen en dierbaren staan op de kast. De kerstboom is kleiner en in plaats van een magnolia staat er een pracht van een kastanjeboom in de tuin. Vissen zwemmen ook hier in een vijver en hebben het gezelschap van salamanders en oekedoelekens. En het is de poes van de buren die nu rond mijn benen komt draaien. Nestwarmte? Ja, hoor!
Ik las ergens dat nestwarmte is wat blijft als je weggaat, wat wacht tot je komt. En pas als de kuikens gevlogen zijn en het nest uiteenvalt, dan pas wist je ‘dit was thuis’.

May your walls know joy
may each room hold laughter
and may every window open
to great possibility.

In een wereld waar nestwarmte misschien ouderwets, nostalgisch of naïef overkomt, doe ik een warme oproep om zelf in je hart die warmte te laten beginnen.
Vertel de mensen van wie je houdt dat je van ze houdt. Wanneer was het de laatste keer dat je je partner in je armen nam en zei: ‘Ik zie je graag’? Wanneer was het de laatste keer dat je je kinderen een warme knuffel gaf? Wanneer was het de laatste keer dat je je ouders verteld hebt dat je van hen houdt?
Zeggen ‘ik hou van jou’ is slechts het begin. We moeten het menen en tonen. Liefde moet zowel uitgedrukt als getoond worden.
Begin er vandaag aan, stel niet uit tot morgen. Er komt een dag waarop voor iedereen onder ons er geen ‘morgen’ meer zal zijn.

Nestwarmte creëren en doorgeven is echt niet zo moeilijk. Doe zoals Phil Bosmans schreef:

Mensen en dingen de adem inblazen
van je eigen warm mensenhart
om ze zo tot leven te brengen.

Nestwarmte …

 

 

Kansen bij de vleet?

Onlangs kreeg ik de vraag of ik bereid was om leerkrachten te motiveren kinderen op een betere manier te onderwijzen. Ik moest niet twijfelen om een positief antwoord te geven aan deze prachtige kans om anderen te kunnen helpen en om zelf meer te leren en te groeien.

De wereld is vol met poorten,
vol met kansen,
aaneenschakelingen van spanning
die erop wachten
benut te worden.
(Ralph Waldo Emerson)

Elk leven zit vol met kansen om te groeien en om zichzelf te ontplooien. Alle dagen zijn gevuld met mogelijkheden om positieve dingen te doen en om anderen te helpen.
Maar soms zien we al die kansen niet. We hebben het idee dat een èchte kans iets super speciaal moet zijn, iets waar de wereld versteld van zal staan en iets wat de krantenkoppen zal halen. Zo merken we de ‘kleine’ mogelijkheden niet op, hoewel die soms een groot impact op ons leven of op het leven van een ander kunnen hebben.

Don’t wait for extraordinary opportunities.
Seize common occasions and make them great.
Weak men wait for opportunities;
strong men make them.
(Orison Swett Harden)

Soms zien we wel de mogelijkheden voor ons, maar dringt twijfel onze ziel binnen. Iemand zei eens dat een kans krijgen is zoals een zonsopgang zien. Als je te lang wacht zie je die niet.
Hazel Lee schreef: ‘I held a moment in my hand, brilliant as a star, fragile as a flower, a tiny sliver of one hour. I dripped it carelessly. Ah! I didn’t know, I held opportunity.’
Ik heb al een paar keer in mijn leven zo’n kans in mijn handen gehad en die laten glippen. Ik vond het toen te mooi om waar te zijn, te moeilijk en te breekbaar om te lukken, en mezelf niet sterk genoeg om te proberen.
Soms kijk je dan met spijt terug: had ik maar … en dat kan van alles zijn: van een sollicitatiegesprek dat niet goed verlopen is tot een bezoekje aan een goede vriendin.
Ons leven vormen we inderdaad door de mogelijkheden te grijpen, maar ook door degenen die we misten. Ik heb daar lessen uit geleerd voor als er een nieuw kans op mijn deur klopt.

Every morning brings new potential,
but if you dwell
on the misfortunes of the day before,
you tend to overlook tremendous opportunities.
(Harvey Mckay)

Soms deinzen we ook terug als een mogelijkheid om te groeien ons overvalt. We verlammen als we aan de moeilijkheden denken die eraan gelinkt zijn. Sommige kansen die we krijgen vereisen heel wat moed. Onze comfortzone verlaten en risico’s nemen is niet gemakkelijk, maar noodzakelijk om te groeien – ook op geestelijk vlak.
Wat ons ook kan tegenhouden is de gedachte aan al het werk dat we zullen moeten verzetten. Als een kans aanklopt moeten we wel uit onze comfortabele zetel komen en de deur opendoen.

Most people miss Opportunity because
it is dressed in overalls
and looks like work.
(Thomas A. Edison)

Als we ouder worden mogen we zeker niet geloven dat het leven ons geen mogelijkheden meer biedt. Kansen zien en waarmaken heeft niets met leeftijd te maken. Je bent nooit te jong of te oud om iets te bereiken. Lees deze weliswaar onvolledige lijst maar door:

  • Helen Keler werd doof en blind toen ze 19 maanden oud was, maar dat hield haar niet tegen. Ze was de eerste dove en blinde persoon die een bachelor graad in de kunst verkreeg.
  • Mozart componeerde al toen hij 5 jaar was.
  • Anne Frank was 12 toen ze haar wereldberoemde dagboek schreef.
  • Pele was 17 toen hij de wereldbeker voetbal in Brazilië won in 1958.
  • John Lennon was 20 en Paul Mc Cartney was 18 toen de Beatles hun eerste concert hadden in 1961.
  • Albert Einstein was 26 toen hij de relativiteitstheorie schreef.
  • Michelangelo schiep twee van zijn grootste beeldhouwwerken – David en Pieta – toen hij 28 was.
  • J.K. Rowling was 30 toen ze het eerste boek van Harry Potter schreef.
  • Martin Luther King jr. was 34 toen hij de toespraak gaf ‘Ik heb een droom.’
  • Neil Armstrong was 38 toen hij als eerste een voet op de maan zette.
  • Christoffel Colombus was 41 toen hij Amerika ontdekte.
  • Leonardo Da Vinci was 51 toen hij de Mona Lisa schilderde.
  • JRR Tolkien was 62 toen de Lord of the Ring boeken uitgegeven werden.

Nog niet overtuigd? Sta dan eens stil bij het levensverhaal van Ann Mary Moses ofte Grandma Moses:

Anna Mary Robertson werd in 1860 in New York geboren. Vanaf ze twaalf werd, ging ze werken op verschillende boerderijen. Ze kreeg tien kinderen waarvan er vijf in leven bleven. Ze naaide, borduurde, kookte, maakte boter en aardappelchips om mee te helpen in hun onderhoud te voorzien. Op haar achtenzeventigste waren haar vingers te stijf geworden om een naald vast te houden. Maar om niet afgestompt te raken ging ze naar haar schuur en begon te schilderen. Ze maakt zeer gedetailleerde landschapsschilderingen in schitterende kleuren op houten panelen. De eerste twee jaar werden ze weggegeven voor een appel en een ei. Maar op haar negenenzeventigste werd ze door de kunstenaarswereld ‘ontdekt’ .  Ze maakte nog meer dan tweeduizend! schilderijen en haar illustraties bij het boek ’t Was the night before Christmas’ voltooide ze toen ze honderd was!
En zo zijn er nog tal van levensverhalen, we moeten ons dus niet wegsteken achter onze leeftijd!

The opportunity of a lifetime
has to be taken in the lifetime
of the opportunity.
(Jeffrey R. Holland)

Bij de kansen en de mogelijkheden van het leven moeten we niet alleen denken aan een succesvol beroepsleven, maar ook aan de kans om schoonheid en goedheid te zien en te scheppen en om geestelijk te groeien.
Elke dag is een nieuwe dag. Het is een dag die je nog nooit beleefd hebt en die je ook nooit opnieuw zal beleven. We moeten stoppen met denken dat alle dagen hetzelfde liedje zijn. Dat is niet waar! Hoeveel dagen hebben we zo al laten voorbij gaan door die onwaarheid te geloven? Het leven is geen sleur, als we onze ogen en oren maar open houden. We moeten het wonder van elke nieuwe dag grijpen en erkennen dat die uniek is, met mogelijkheden die ons leven in die richting kunnen duwen waar we naar toe willen.

‘That we shall move quickly or that we shall perform spectacularly is not of first importance – but that we shall move surely and safely from moment to moment, from hour to hour, and from day to day, is the procedure for all who would reach their highest possibilities, for after the portals of this life open and close behind us, we shall still have ourselves to live with, and our performance to account for. (Richard L. Evans)

Het leven is een verhaal van komen en gaan, van opstaan en vallen, van dromen en werken. We zullen altijd iets moeten achterlaten of sluiten om een nieuwe kans te grijpen. Waarschijnlijk hebben jullie dit net als ik al vele keren in je leven ondervonden. Ik vind het nog altijd niet gemakkelijk om te begrijpen dat ik soms iets – of veel- moet omruilen voor een nieuwe uitdaging, dat als je één deur opent er andere sluiten.
Ik weet nog hoe gelukkig ik was als leerkracht in het zesde leerjaar, hoeveel vriendschap en waardering ik voelde, hoeveel voldoening ik haalde dat ik iets kon betekenen voor jonge mensen. En toen klopte een geweldige kans aan, eerst stilletjes, maar toen luider en luider. Ik kreeg de mogelijkheid om directeur te worden van de school waar ik les gaf. Honderden scenario’s – goede en slechte- speelden door mijn hoofd. Ik wist dat ik, als ik die kans zou laten schieten, ik die ook nooit meer zou krijgen. Maar wat als …?
Roberty D. Hales zei eens het volgende:

Als we belangrijke beslissingen nemen,
dan verwacht onze Hemelse Vader dat
wij onze keuzevrijheid gebruiken,
de situatie in onze gedachten
op basis van evangeliebeginselen uitvorsen
en een besluit in gebed aan Hem voorleggen.

Ik heb mijn weg gebeden door die aangeboden mogelijkheid.
Ik ben vijf jaar directeur geweest en sommige mensen vragen me wel eens of ik nooit spijt gehad heb van die beslissing. Ja, ik moest een deur sluiten, maar ik heb door zoveel ramen kunnen kijken en andere deuren  gingen open door voor die kans te gaan. Ik ben er beroepsmatig door gegroeid, ik heb de wereld anders ervaren, ik heb gewroet en geworsteld, ik ben er een sterker mens door geworden. Dus nee, ondanks tegenwerking heb ik er geen spijt van. Ik denk dat ik veel aan mijn leven toegevoegd heb door die kans èn vele andere aan te nemen en er voor te gaan.
Elke dag telt 1440 minuten. Dat betekent dat we dagelijks 1440 mogelijkheden hebben om
een positieve impact te creëren,
een medemens te helpen en te steunen,
die mooie natuur te bewonderen,
goedheid te zien,
geestelijk te groeien.

Successful people are always looking
for opportunities to help others.
Unsuccessful people are always asking:
‘What’s in it for me?’

Dus, grijp die kans, geniet van nieuwe mogelijkheden en geloof in jezelf!

 

 

Omgaan met het onontkoombare …

Mijn leven lijkt dikwijls heel gemakkelijk. Als het rustig zijn gangetje gaat heb ik het idee dat ik alles onder controle heb. Terwijl ik daarover nog aan het neuriën ben, klinkt er een donderslag bij heldere hemel. Dan is ineens alle zorgeloosheid weg en lijkt het leven enorm complex. In plaats van rust en vrede, gelach en plezier, is er ineens een ongrijpbaar en onvoorstelbaar kluwen van lijden en pijn.
Lijden en vreugde kruisen elkaar dikwijls en zijn met elkaar verbonden.
Met dezelfde ogen lach en huil ik.
Met dezelfde handen streel en klauw ik.
Met dezelfde voeten ren en strompel ik.
Hetzelfde hart springt op en breekt.
Zulke momenten maken we allemaal mee en heb ik het mis dat we dan een schouder en kracht zoeken bij degenen waar we van houden?
Als mijn tranen dan opgedroogd zijn, zie ik wel weer. Ik heb weer een les of twee geleerd, ik heb mijn eigen nietigheid weer eens gevoeld. Dit bracht me nederigheid en dat opende de deur van dank om wat er nog is, om wat geheeld is en om wat aanvaard is. Het wonder is dat ik dan met meer empathie mijn hand kan uitsteken …

Er is veel moed voor nodig
om kwetsbaarheid toe te laten
in je bestaan,
dan om de andere kant
op te kijken
en te doen alsof
je erboven kan staan.
(Kris Gelaude)

Ik veronderstel dat we allemaal zo ver mogelijk uit de buurt van lijden en pijn blijven. We willen een prettig en comfortabel leven, niet toch? We eten zo gezond mogelijk, we bewegen genoeg, we beveiligen onze bezittingen en proberen zo met ons hebben, houden en zijn lijden te voorkomen.
Maar soms kan dat niet. Soms krijgen we het deksel op de neus. Een ongeneeslijke ziekte dringt je lichaam binnen, de verjaardagstaart is mislukt, je auto wordt gestolen, je beste vriend sterft, …

When suffering knocks at your door
and you say there is no seat for him,
he tells you not to worry
because he has brought his own stool.
(Chinua Achebe)

In de middeleeuwen stierven miljoenen mensen aan de pest. Nog niet zo lang geleden was kindersterfte ook in onze streek iets wat de meeste gezinnen trof. Lijden en dood was een normaal aspect van het leven. Door de ontwikkeling van de wetenschap kunnen nu een heleboel dingen opgelost en bestreden worden. Mensen leven langer en gezonder. Lijden en dood wordt niet meer als normaal beschouwd. Daarom is het nu zo moeilijk om met het onontkoombare om te gaan. Misschien moeten we de dingen die we echt niet kunnen veranderen anders leren bekijken? Misschien moeten we beseffen dat lijden soms gewoon geleden moet worden?

Helden zijn vooral zij
die ondanks kwetsuren,
onmacht of pijn
om veel blijven lachen.
En die daar iedere dag
weer voor kiezen.
(Kris Gelaude)

In mijn rondhuppelen hier op aarde – en dat is wel al een tijdje- zijn er periodes geweest dat ik zelf door de duisternis van pijn en lijden heb gewandeld: ziektes, eenzaamheid, misbegrepen zijn, het missen of sterven van vrienden en dierbaren. Ook het lijden van anderen liet me in die duistere, pijnlijke vallei dwalen, en misschien was die pijn nog het moeilijkst te dragen. Maar door dit alles weet ik pas hoe klein, eenzaam en kwetsbaar een mens kan zijn. Door mijn donkere ervaringen weet ik dat het leven soms verschrikkelijk hard en onrechtvaardig kan zijn. Ik ben daardoor meer geneigd om mijn man, mijn kind, mijn buur, de onbekende naast me in de trein, te begrijpen. Door wat ik zelf heb meegemaakt kan ik mijn menselijk oordeel gemakkelijker binnen slikken en mijn hand uitreiken, hoewel dit nog verre van volmaakt is.

Suffering should not make us bitter people,
it should make us better comforters.
(Billy Graham)

Het doel van het lijden is al eeuwen een discussie. Friedrich Nietzche schreef dat leven lijden is, en een betekenis aan dat lijden te geven zorgt voor overleven. In de Schriften staan ook veel teksten over lijden. Dit is er een van:
‘Indien gij geroepen zijt beproeving te doorstaan; indien gij in gevaar verkeert onder valse broeders; indien gij in gevaar verkeert onder rovers; indien gij in gevaar verkeert te land of ter zee; en indien gij in de put wordt geworpen, of in de handen van moordenaars valt, en het doodvonnis over u wordt geveld; indien gij in het diep wordt geworpen; indien de ziedende baren tegen u samenspannen; indien hevige winden uw vijand worden; indien de hemelen zwart worden en alle elementen zich verenigen om de weg te versperren; en bovenal, indien zelfs de kaken der hel wijd tegen u worden opengesperd, weet dan, dat al deze dingen u ondervinding zullen geven en voor uw bestwil zullen zijn.’ (L&V 122:5,7)
Ik interpreteer dit voor mezelf onder andere, dat als ik ziek word, als er leugens over mij verspreid worden, als er ingebroken wordt, als ik een verkeersongeluk krijg, als de hagel- en windstormen ons huis ernstig beschadigen, als ik bespot word omdat ik geloof, dat dit alles mijn karakter zal verfijnen.

Orson Whitney schreef over lijden ook diepzinnige dingen: ‘No pain that we suffer, no trial that we experience is wasted. It minister to our education, to the development of such qualities as patience, faith, fortitude, and humility. All that we suffer builds up our characters, purifies our hearts, expands our souls, and makes us more tender and charitable, more worthy to be called the children of God.’  Wauw! Echt waar? Heeft lijden zulk een macht in zich?

We weten best dat lijden een van onze grootste leerkrachten is hier op aarde. We begrijpen heus wel dat we door lijden een ervaring opdoen die we op geen enkele andere manier kunnen verkrijgen. We beseffen ook dat lijden nu eenmaal een onderdeel van het leven is en dat het ons persoonlijk zal vormen.
Maar toch,
als we door zo’n diep dal gaan, als we worstelen om begrip en smeken om genade, wat doen we dan?
We voelen ons op zo’n moment zelden op ons gemak met al die positieve, opbouwende wegwijzers en goede raad. We willen een schouder om op te huilen, een hand die steun geeft, een plaatsje om te rusten.

Als ik omringd word door moeilijkheden en pijn, dan zoek ik inderdaad hulp en begrip bij mijn man en andere geliefden. Maar ik vertrouw ook op vroegere hulp van de Heer. Dat vooral is mijn leidend licht als ik door donkere periodes moet varen. Als ik de harde dingen van het leven door de lens van mijn geloof in Christus bekijk, dan zie ik dat er ook een goddelijk doel in mijn lijden kan zijn.
In Jesaja lezen we:

Weet u het niet? Hebt u het niet gehoord?
God geeft de vermoeide kracht en Hij vermeerdert de sterkte van wie geen krachten heeft.
Wie Hem verwachten, zullen hun kracht vernieuwen,
zij zullen hun vleugels uitslaan als arenden.
Want de Here God is het die hun rechterhand vastgrijpt en tegen hen zegt:
‘Wees niet bevreesd, Ik help u.’
(Jesaja 40: 28,29,31; 41:13)

De Meestergeneesheer heeft inderdaad de macht om ons hart te veranderen. Hij kan ons troosten en versterken als we door de onrechtvaardige daden van anderen lijden. Hij kan ons troosten en steunen als we met de pijnlijke feiten van het aardse leven zoals rampen, psychische stoornissen, ziektes, chronische pijnen en de dood te maken krijgen. (Carole M. Stephens)

Helen Keller zei: ‘Although the world is full of suffering, it is also full of the overcoming of it.’
Zij sprak uit ondervinding, maar het is echt waar. Mensen krijgen soms vleugels om boven hun moeilijkheden uit te stijgen.
De ongeneeslijke ziekte blijft waarschijnlijk ongeneeslijk en je weet niet hoe het verder zal gaan. Misschien voel je je boos om zoveel ‘oneerlijkheid’. Maar je verdiept het contact met je partner en je kinderen en keert terug naar de gewone dagelijkse dingen. Je kan weer genieten van een kopje warme chocomelk en van een prachtige zonsondergang.
De mislukte taart geeft je het gevoel een prutser te zijn en misschien ben je boos op jezelf. Maar je kan er een ‘kruimelfeestje’ van maken en genieten van het gewone samenzijn.
De gestolen auto is ‘maar een auto’, je mist hem wel en bent woedend op de dieven, maar je kan zelf kiezen wat je met die boosheid doet.
Eigenlijk is dat een keuze voor ons hele leven:
Dingen accepteren die je niet kan veranderen en dan de wijsheid hebben om zinvol verder te leven.
Een mens is sterker dan hij denkt. Wie je ook bent, wat je ook meemaakt, er zit een licht in jou dat verwant is aan het Grote Licht. Je moet dus niet bang zijn voor het duistere lijden, want er zal altijd een lichtstraal zijn die je de weg toont en je de kracht geeft om op te staan.

God had one son on earth without sin,
but never one without suffering.
(Sint Augustinus)

De Christelijke wereld viert deze maand Pasen, het feest van de glorierijke opstanding van de Heer. We mogen in dit paasgebeuren echter niet vergeten dat voor deze grootste overwinning aller tijden, de overwinning op de dood, er het grootste lijden aller tijden aan vooraf ging. Jezus Christus zei zelf over dit lijden: ‘welk lijden Mij, ja, God, de grootste van allen, van pijn deed sidderen en uit iedere porie bloeden, en naar lichaam en geest deed lijden – en Ik wilde dat Ik de bittere beker niet behoefde te drinken, en kon terugdeinzen- niettemin, ere zij de Vader, en Ik dronk en volbracht mijn voorbereidingen voor de mensenkinderen.'(L&V 19: 18-19)
Christus leed zo intens om verzoening te doen tussen God en de mensheid, om alle zonden op zich te nemen, maar ook om ons ten volle te kunnen begrijpen en te helpen:
‘En Hij zal uitgaan en pijnen en benauwingen en allerlei verzoekingen doorstaan; … en Hij zal hun zwakheden op zich nemen, opdat zijn binnenste met barmhartigheid zal worden vervuld, naar het vlees, opdat Hij naar het vlees zal weten hoe zijn volk te hulp te komen naargelang hun zwakheden.’ (Alma 7: 11-12)

Ik denk dat een van de grote doelen van persoonlijk lijden is dat we dan pas engelen kunnen zijn voor onze medemens. De woorden waarmee we een ander willen opbouwen of troosten zullen beter afgewogen worden, omdat we zelf hebben meegemaakt hoe breekbaar ze kunnen zijn.
Het Vlaamse spreekwoord ‘Elk huisje heeft zijn kruisje’ geeft aan dat overal lijden aanwezig is. Vergis je niet, ‘het leed kan keurig aangekleed over straat gaan’ (liedje van Herman van Veen).

Als het dus wat moeilijk gaat in je leven, of heel moeilijk zelf, probeer dan om op de beste manier om te gaan met het onontkoombare.
Lacht het leven je toe en stap je zingend uit je bed? Volgens mij ben je dan die dag de geschikste engel voor een ander, je moet er heus geen zichtbare vleugels voor hebben!

Onderstaand filmpje laat enkele van die engelen zien:

De vrouw: kroon op de schepping?

Elk jaar in maart wordt dat geheimzinnige wezen, de vrouw, iets meer in de schijnwerpers geplaatst. Er zijn vrouwenmarsen, vrouwenprotesten, een vrouwendag, en in kranten, tijdschriften en radioprogramma’s krijgen straffe madammen even het hoogste woord.
Veel artikels gaan over feminisme, vrouwenrechten en de discriminatie van de vrouw. Ik heb er een aantal zien passeren en wil toch een paar gedachten en gevoelens met jullie delen.

Sue Lloyd Roberts schreef: ‘God is duidelijk geen feminist.’

Door de eeuwen heen hebben verschillende godsdiensten de vrouw naar beneden gehaald. Mannen vonden in schriftuur excuses om de vrouw te kleineren, te misbruiken, te verachten en te onderdrukken. Het scheppingsverhaal vertelt echter iets helemaal anders.

Woman is God’s supreme creation.
(Gordon B. Hinckley)

Pas nadat de aarde gevormd was, nadat de dag van de nacht gescheiden was, nadat de wateren verzameld waren, na de schepping van de planten en de dieren, en nadat de man op de aarde geplaatst was, toen pas werd de vrouw geschapen. Toen verklaarde God dat zijn werk af was en dat het goed was.

Eve became God’s final creation,
the grand summation
of all of the marvelous work that had gone before.
(Gordon B. Hinckley)

Dat de vrouw het hoogtepunt van de schepping was, werd gauw vergeten door het verkeerd begrijpen en interpreteren van de gebeurtenissen die zich in de Hof van Eden afspeelden. De schuld van alle ellende werd (wordt) in de schoot van de vrouw geworpen. In zo goed als de hele wereldgeschiedenis krijgt de vrouw een tweederangsrol. Ze werd gekleineerd en gedegenereerd tot slavin. Ze is misbruikt geworden en tot dom schepsel bestempeld. En toch zijn een paar van de grootste figuren in de schriften vrouwen, vrouwen met integriteit, grote mogelijkheden, groot geloof en grote verwezenlijkingen: Esther, Naomi, Ruth, Deborah, Sariah, Maria de moeder van Jezus, de zussen Martha en Maria, Maria van Magdala, … Jezus plaatste vrouwen op een belangrijke plaats, waarom hebben velen die zijn naam belijden dan daarin gefaald?

Een paar dagen geleden had er in het Europees Parlement een debat plaats over de loonkloof tussen mannen en vrouwen in Europa. Ik kon mijn oren niet geloven toen ik de Poolse Europarlementariër, Janusz Korwin-Mikke droogweg hoorde zeggen dat het niet meer dan logisch is dat vrouwen minder verdienen dan mannen, omdat ze zwakker, kleiner en minder slim zijn. Wat?

De vrouw ligt nog steeds onder vuur. Ze is te dik, te dun, te oud, te lelijk. Eén op de tien wordt in ons land ooit verkracht. Vier op de honderd verkrachters worden gestraft, dit wil zeggen 96 dus niet! Er worden hier nog teveel seksueel getinte moppen verteld en ongewenst in billen geknepen. En ja, ik weet wel dat de vrouwen hier in het Westen het goed hebben. In andere werelddelen is het pas echt erg.

Freedom
cannot be achieved
unless the
women
have been
emancipated
from all forms of
oppression.
(Nelson Mandela)

Ik vind het erg dat in vele landen vrouwen geen stem hebben en dus nooit kunnen laten horen hoe mooi, sterk en opbouwend hun geluid wel is. De stem van de vrouw is zo krachtig dat de maatschappij, wanneer haar het zwijgen opgelegd wordt, uit haar evenwicht geraakt en alles vervormd wordt (Newsha Kavakolian).
Ik vind het verschrikkelijk dat in sommige landen vrouwen verplicht worden een boerka te dragen en dus nooit de vrijheid zullen voelen van de wind die in hun haren speelt.
Ik vind het vreselijk dat in India meisjes vanaf zes jaar al getrouwd kunnen zijn, op tienerleeftijd al een paar keer moeder kunnen worden, en op twintigjarige leeftijd al een kapot lichaam kunnen hebben.
Ik vind het afschuwelijk dat in vele landen vrouwen vernederd en misbruikt worden.
Welke ziekelijke gedachte schuilt daar toch achter? Ik denk dat in al die landen nog steeds de gedachte heerst dat vrouwen minderwaardig zijn. Het kan toch niet zijn dat meisjes genitaal verminken, deze wrede vorm van vrouwenbesnijdenis,dat dit ècht cultureel erfgoed is?
In het Russisch parlement werd begin dit jaar een nieuwe wet goedgekeurd dat huiselijk geweld niet meer beschouwd zal worden als crimineel feit. Je vrouw slaan, is dat politiek?

In een ideale wereld speelt huidskleur, afkomst, gender en uiterlijk geen rol. Mannen, vrouwen, kinderen, elk mens, heeft daar gelijke aanspraak op veiligheid, vrijheid en rechtvaardigheid. Iedereen is daar gelijkwaardig. Iedere stem wordt gehoord. Zal feminisme dat teweegbrengen?

De feministische beweging streeft ernaar dat vrouwen dezelfde rechten en mogelijkheden als mannen krijgen. De eerste feministische golf streed eind 19de eeuw voor het vrouwenkiesrecht. Vanaf 1960 was er een tweede feministische golf, die vooral de klemtoon legde op de seksuele en financiële vrijheid van de vrouw. Vanaf 1990 kwam er een derde feministische golf, het powerfeminisme of girlpower.
Het feminisme heeft veel goeds voor de vrouw tot stand gebracht: kiesrecht, universitaire studies, carrièremogelijkheden, hulpverlening, enz.

Toch wil ik mezelf geen feministe noemen.Ik hoor je al denken ‘Waarom niet?’
Ik vind dat er veel strekkingen in het feminisme zijn en ik wil geen deel uitmaken van de groep vrouwen die zich superieur ten opzichte van mannen voelen, van degenen die beweren dat alle mannen vrouwen haten; van degenen die zeggen dat alle mannen onderdrukkers zijn en dat alle vrouwen onderdrukt worden. Ik wil niet behoren tot de groep die beweert dat mannen en vrouwen gelijk zijn, die het moederschap degenereren (zijn ze vergeten dat ze zelf niet zouden bestaan zonder de vrouw die hen het leven gaf?), die vrouwelijke eigenschappen onder de wetenschappelijke tafel vegen en liefst van al willen afschaffen.

Ik schaar me achter de uitspraak van Margaret D. Nadauld:

The world has enough women who are tough;
we need women who are tender.
There are enough women who are coarse;
we need women who are kind.
There are enough women who are rude;
we need women who are refined.
We have enough women of fame and fortune;
we need more women of faith.

Vrouwen zijn anders dan mannen. Ze zijn niet minder, maar ook niet meer. De vrouw is gelijkwaardig aan de man. Eeuwen geleden was dit al duidelijk voor de apostel Paulus:

Evenwel is de man niets zonder de vrouw,
en de vrouw niets zonder de man.
(1 Kor. 11:11)

Vrouwelijkheid is iets prachtigs. Het bevindt zich in ons liefhebben en beminnen, in onze spiritualiteit en ons geloof, in onze uitstraling en charme, in onze gevoeligheid en vriendelijkheid, in onze creativiteit en waardigheid. Vrouwelijkheid is onze stille, sterke kracht. Het ziet er bij elk meisje of vrouw verschillend uit, maar we bezitten het allemaal.

Femininity
is the divine adornment of
humanity.
(James E. Faust)

Ik ben dankbaar om een vrouw te zijn. Ik ben dankbaar om een vrouw te zijn in het vrije Westen. Ik besef heel goed dat in de meeste landen ter wereld vrouwen veel beperkter zijn in hun doen en laten dan dat ik hier kan zijn.
Ik wil ijveren voor gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen.
Ik wil ook ijveren voor het man-zijn en vrouw-zijn.
Ik besef dat ik maar een klein radertje ben in de politieke, sociale en culturele molen van het leven hier op aarde. Maar ik kan veel bereiken in de wereld dicht bij mij, in mijn gezin en mijn omgeving. Ik herken me in het korte verhaal van Pierre Rabhi:

De kolibrie ziet dat het bos in brand staat en haalt met zijn bek water uit de rivier om de brand te blussen. Een andere vogel lacht hem uit, maar de kolibrie antwoordt: “Ik doe mijn deel.”

Als iedereen zijn deel doet, dan bereiken we de ideale wereld waar mannen en vrouwen niet gelijk zijn, maar gelijkwaardig.

Tot slot een luchtig ‘vrouwendingetje’ dat ik herken in mezelf, in mijn dochter en in mijn vriendinnen:

Even heel snel een vriendin bellen
met maar één vraag
en twee uur later pas ophangen.
(Chrisje)

 

De echo van een compliment kan eindeloos zijn.

Buiten vrouwendag, frietjesdag, seniorendag, dag van de jeugdbeweging, … is er ook een complimentendag. Eigenlijk wel bizar dat sommige dingen extra in de verf moeten gezet worden. Hebben we het dan zo moeilijk om een waardering uit te spreken?
Iedereen vindt waardering belangrijk. Elk mens wil wel ergens bij horen, al eens gezien worden, begrepen en erkend worden. We willen allemaal weten of het wel zinvol is met wat we bezig zijn. Een complimentje voorziet in al die behoeften.

Waardering is de zonneschijn
die het leven verwarmt
en prestaties doet groeien.

Abraham Lincoln zei al dat iedereen ervan houdt een compliment te ontvangen. Als ik naar mezelf kijk doet het wel deugd als een lezer me zegt hoe mooi ik iets geschreven heb. Je had de twinkeling in mijn ogen moeten zien, toen een kleinkind bewonderend zuchtte hoe mooi mijn harpspel was. En toen vorige week een totaal onbekende me glimlachend zei wat een mooie rok ik droeg, stapte ik de rest van de dag veel zelfzekerder rond.
Ik ben echt niet alleen die graag hoort dat zijn kwaliteiten, zijn persoonlijke vaardigheden en zijn resultaten worden gewaardeerd.

Waardering is belangrijk voor je zelfbeeld.

Het is heel leuk een complimentje te krijgen over je nieuwe kapsel of de coole schoenen die je aanhebt, maar de complimenten die onze ziel beroeren zijn nog geweldiger. In onze maatschappij krijg je niet gauw waardering voor wat je in stilte doet, voor je goedheid, voor je hulpvaardige houding. Men applaudisseert voor het behalen van een universiteitstitel, voor je wetenschappelijke waarde, voor behaalde ereprijzen en voor je ambitie.
Er zijn mensen die nooit een schouderklopje krijgen voor de duizend kleine dingen die ze doen. We merken zoveel dingen niet meer op die thuis gebeuren, in het ziekenhuis, of op ons werk. Misschien onze ogen en onze mond open doen?

Het geeft een goed gevoel wanneer
iemand waardeert wat je doet
wat een ander als
vanzelfsprekend ziet.
(Helens world)

Oprechte complimenten kunnen zo’n deugd doen. ‘Oprecht’ is hier wel een belangrijk onderdeel, want mensen voelen heel goed aan of je het meent of  het vleierij met holle woorden is.
Oprechte, eerlijke, gemeende woorden kunnen iemands dag maken. En als we beseffen dat een woord van waardering soms wel een heel leven kan veranderen, waar wachten we dan nog op om op onverwachte momenten onze appreciatie in woorden om te zetten?

Een oprecht compliment heeft de mogelijkheid in zich
een omwenteling in een leven te veroorzaken.

Heel veel mensen gaan gebukt onder moeilijkheden, onder afwijzing, of worden genegeerd. Waardering is een belangrijk element om gelukkig te zijn. Misschien kunnen jouw woorden wel een negatieve spiraal doorbreken?
Ook voor kinderen is waardering onontbeerlijk voor de ontwikkeling van hun zelfbeeld. Het moedigt hen aan om vol vertrouwen nieuwe dingen te proberen en over fouten heen te stappen. Ouders en leerkrachten hebben een enorme verantwoordelijkheid om de kinderen op te bouwen, om ervoor te zorgen dat hun onzekerheden geen reuzeproporties aannemen. Ze moeten de kinderen vertellen hoe fantastisch zij wel zijn en van onschatbare waarde.
Ik heb jaren voor een klas vol deugnieten gestaan en heel wat knipoogjes, glimlachen, schouderklopjes, dikke duimen en high five’s gegeven. Ik vond het geweldig dat op onze school niet alleen pluimen werden uitgereikt voor wetenschappelijke, wiskunde- en taalresultaten, maar ook voor vriendelijkheid, werkhouding, sportprestaties en kunstprojecten.
Dr. Steve Maroboli schreef: ‘I will be generous with my love today. I will sprinkle compliments and uplifting words everywhere I go. I will do this knowing that my words are like seeds and when they fall on fertile soil, a reflection of those seeds will grow into something greater.’

Natuurlijk mogen complimenten niet in ons hoofd blijven steken, net zoals we kritiek ons hart niet mogen laten breken Maar iedereen doet meer zijn best als wat hij doet gewaardeerd wordt. We zeggen wel eens dat een pluim ons vleugels geeft. Bernie Siegel zei het nog mooier, vind ik:

Compliments are the helium
that fills everyone’s balloon,
they elevate the person receiving them
so he or she can fly over life’s troubles
and land safely on the other side.

Gordon B. Hinkley merkte op:
‘Ik stel voor dat als we door het leven gaan, we ons meer op het positieve richten. Ik vraag om een beetje beter naar het goede te zoeken en beledigende of sarcastische stemmen het zwijgen op te leggen. Ik vraag om meer oprecht waarden en inspanningen te complimenteren. Ik vraag niet dat alle kritiek stilvalt. Want groei spruit voort uit correctie. Wat ik wil suggereren is dat we ons van het negativisme dat zo overheerst in onze maatschappij zouden afkeren en dat we zouden uitkijken naar het wonderlijke goede onder degenen met wie we omgaan. Dat we meer waarderingen uiten in plaats van op fouten te wijzen, dat ons optimisme het pessimisme vervangt.’

Oprechte complimenten geven geeft ook een positieve impuls aan ons eigen leven. We zullen zelf genieten van de glimlach die we toveren, van de blos die tevoorschijn kwam, van de schittering in iemands ogen.

Receiving sincere compliments affects us for good.
So does giving them.
I believe that when compliments
come from the heart,
they bring with them
the Spirit of the Lord.
(Chad Morris)

De ‘complimentendag’ voor dit jaar is gepasseerd, maar waarom wachten tot volgend jaar? Uit je waardering voor degenen die van je houden, voor degenen die met jou samenwerken  en voor de onverwachte passant in je leven.

Wel, waar wacht je nog op? Niet te lang aarzelen, een complimentje kan best kort zijn, maar de echo van jouw woorden kan eindeloos zijn.

 

Het leven is vol wonderen!

Wat is dat, een wonder?
Bestaan er in deze moderne wereld nog wel wonderen?
Geloof jij in wonderen?
Alles wat we niet kunnen verklaren is een wonder en we gebruiken dat wonderlijke woord in verschillende contexten.
Toen ik klein was zong ik het liedje van de twee beren die broodjes smeerden:

‘k Zag twee beren broodjes smeren,
O, dat was een wonder!
’t Was een wonder, boven wonder
dat die beren smeren konden!
Hihihi, hahaha, ‘k stond erbij en ik keek ernaar.

En nee, ik heb geen trauma overgehouden aan het feit dat ik nooit beren een boterham zien smeren heb. Maar ik heb er ook mijn geloof in wonderen niet door verloren.
In mijn leven heb ik al dikwijls horen zeggen èn heb ik het ook dikwijls zelf gezegd: ‘Het is een wonder dat …’
Sommige mensen vinden een zonsopgang of zonsondergang een wonder, omdat het wel iets magisch heeft en dikwijls nog heel mooi is ook. Andere mensen merken die zonsondergang zelfs niet eens op of vinden dat maar alledaags; het gebeurt toch elke dag?
Zo is voor velen een telefoon een wonder omdat je met iemand kan praten die aan de andere kant van de wereld woont. Maar er zijn er genoeg die daar niet meer bij stil staan en zelfs de nieuwste smartphone maar gewoontjes vinden.
Ik vind een smartphone wel een wonder, en een computer ook, en een televisie, en nog veel meer dingen. Ik kan persoonlijk niet begrijpen hoe beeld en tekst van duizenden kilometers ver met één muisklik op mijn scherm verschijnen, een echt wonder vind ik dat. Maar veel mensen begrijpen deze wonderen wel en kunnen ze perfect uitleggen en verklaren met allerlei wiskundige en fysische wetten.

Miracles happen everyday,
change your perception of what a miracle is
and you’ll see them all around you.
John Bon Jovi

Al mijn dagen zijn gevuld met wonderen:

de liefde van mijn man,
de kleinkinderen rond de tafel,
de knuffel van een kind,
het ijsvogeltje aan de vijver,
het mailtje van een vriendin,
het telefoontje van mijn moeder,
een boekenrek vol boeken,
lezers van deze blog,
tomatensoep met balletjes,
vrede en rust.
Zoveel wonderen in alledaagse dingen.

We live on a blue planet
that circles around a ball of fire
next to a moon that moves the sea,
and you don’t believe in miracles?

Als sommige mensen je het woord ‘wonder’ horen uitspreken, dan denken ze dat je niet met beide voeten op de grond staat, dat je zweeft. Maar ik geloof echt in wonderen en ik denk wel dat ik nog steeds stevig met alle twee mijn voeten op de grond sta (behalve als ik een sprongetje van vreugde maak).
Ik heb al dikwijls meegemaakt dat hopeloze toestanden ‘als door een wonder’ een oplossing krijgen: een succesvolle gecompliceerde operatie, het stillen van immense pijn, een verloren kind terugvinden, een passende woonst …
Sommigen zullen zeggen dat dit geluk was, of toeval. Voor anderen kan iets wat gebeurd is geen wonder zijn, omdat het gebeurt – E. J. Ouweneel.

Het verbaast me niet dat ‘wonderen’ in onze maatschappij bestempeld worden als religieuze zweefdoenerij. Onze wereld heeft een lange geschiedenis van dingen verwerpen die men niet begrijpt, die men met zijn zintuigen niet kan verklaren. Maar omdat we iets niet met onze fysieke ogen kunnen zien, wil dat niet zeggen dat het niet bestaat. Volgens Dieter F. Uchtdorf is er inderdaad ‘meer in hemel en op aarde dan waarover gedroomd wordt in onze schoolboeken, wetenschappelijke tijdschriften en wereldse filosofieën. Het heelal is vol prachtige en verbazingwekkende wonderen – zaken die alleen geestelijke ogen kunnen begrijpen.’

I think miracles exist in part as gifts
and in part as clues
that there is something beyond
the flat world we see.
(Peggy Noonan)

‘Dringt het wel tot je door?’ Die vraag hebben we waarschijnlijk dikwijls in onze jeugdjaren gehoord van onze ouders en van leerkrachten. Maar misschien moeten we die vraag ook nu nog geregeld aan onszelf durven stellen: ‘Dringt het wel tot je door?’
We zien en horen veel dingen, maar staan er dikwijls niet bij stil. Ik heb waarschijnlijk al dikwijls ‘wonderen’ vlak onder mijn neus gekregen, maar net zoals in mijn kinderliedje ‘stond ik erbij en keek ik ernaar.’ Paulo Coelhoe zei:

Als alle dagen hetzelfde lijken,
ben je blind geworden
voor de wonderen in jouw bestaan.
De remedie is eenvoudig;
beter opletten.

Als we dus wonderen willen zien, moeten we misschien wat beter om ons heen kijken. Ik hou van de uitspraak van Lemony Snicket:

Miracles are like pimples,
because once you start looking fot them
you find more than you ever dreamed you’d see.

Het meest wonderlijke wonder op onze planeet is misschien wel het leven zelf in al zijn vormen: de natuur, de dieren, de mens.
Ja, het leven is vol wonderen en één daarvan ben jij!

Al de wonderen van de wereld
zijn slechts een schaduw
van het wonder
dat jij bent als mens.
(Patrick Hundus)

De mens is een wonder dat wonderen kan teweeg brengen. Door kleine menselijke uitingen zoals een vriendelijk woord, een glimlach, een schouderklop, een helpende hand gebeuren tal van wonderen. Als je wat in je binnenste zit, al je geloof, al je liefde, al je creativiteit, al je optimisme, al je talenten, als je dat naar buiten brengt, dan steek je wonderen in gang.

Weet je wat nog zo’n wonder is: Gods kracht. zien en voelen. Ik zie zijn wonder in het lieveheersbeestje, in het madeliefje, in het grassprietje, in de statige eik, in de zee en in de bergen. Ik zie zijn wonder in de genezing, in de vergeving, in de vriendschap, in de liefde. Ik laat het spijtig genoeg niet altijd tot mij doordringen. Maar op de momenten dat ik dat wel doe, dan voel ik het wonder van zijn bestaan. En door dat gevoel heb ik al veel verdriet, tegenslag en angsten overwonnen. Het is een wonder dat Wonder te mogen ervaren! En als een verlangd wonder niet gebeurt, dan kan ik er daardoor ook mee omgaan en kan ik ook begrijpen dat sommige wonderen wel even kunnen duren.

Some people think that a miracle is only a miracle if it happens instantaneously, but miracles can grow slowly and patience and faith can compel things to happen that otherwise never would have come to pass. (Boyd K. Packer)

Ik las ergens dat wonderen misschien niet gebeuren om iets te bewijzen, maar om ons te laten weten dat de fysische wereld niet zo stevig en echt en betrouwbaar is als we denken. Dat is toch een zin om over na te denken. zou het niet kunnen dat geestelijke krachten, goddelijke krachten, geestelijke wonderen, Gods wonderen,dat we die maar met geestelijke ogen kunnen zien?
Elke dag is een wonder. Ik wil mijn dagen niet voorbij lopen; ik wil als doel stellen om geen enkel wonder te missen.

The only way to live is
to accept each minute as
an unrepeatable miracle,
which is exactly what it is:
a miracle and unrepeatable.
(Margaret Storm Jameson)

Thank God for the miracles, right?

 

 

Vertrouwen: krachtig en kwetsbaar

 

Soms is het alsof het leven even stilstaat. Al het gekende wordt onzeker, hoop wankelt en angst probeert vertrouwen te verdringen. Het is geen leuke ervaring als onzekerheid terrein wint, want dan groeit de onrust in je ziel. En je weet wel dat je dan eigenlijk zou moeten vertrouwen, maar kan je het wel?

De kracht van vertrouwen
maakt onrust tot rust.
(dr. Eliza Laurillard)

Een van de fundamenten van een samenleving is vertrouwen. Dat geldt ook voor familiebanden, vriendschappen en andere relaties. Vertrouwen is een elementair deel in alle aspecten van ons leven. Het omvat eerlijkheid, respect, loyaliteit, integriteit, verantwoordelijkheid en loslaten.
Vertrouwen cirkelt in drie dimensies:
– je geeft vertrouwen
– je krijgt vertrouwen
– je hebt vertrouwen

Het is fijn als je mensen kan vertrouwen.
Het is fijn als men jou vertrouwt.
Vertrouwen is een krachtig iets, maar ook heel kwetsbaar. Als woorden en daden elkaar tegenspreken, dan verdwijnt het vertrouwen. Iemand volledig vertrouwen is soms moeilijk, omdat het risico bestaat dat je gekwetst wordt. Maar zonder vertrouwen kunnen mensen niet naar elkaar toegroeien en een liefdevolle relatie ontwikkelen.

Vriendschap en vertrouwen gaan hand in hand!

Als men opgroeit in een gezin waar je leert om andere mensen te vertrouwen en waar het veilig is om te zeggen wat je denkt en wat je voelt, dan vertrouw je in het volwassen leven meestal gemakkelijker mensen en geef je ook makkelijker het vertrouwen.
Ik mag me gelukkig prijzen dat ik in zo’n gezin groot geworden ben.

Wie geen vertrouwen in anderen stelt,
zal ook nimmer het vertrouwen van anderen winnen.
(Lao-Tse)

Maar er zijn momenten in ons leven dat vertrouwen in iets, in anderen of in onszelf niet meer genoeg is. Duisternis bekruipt je gedachten en angst strekt haar tentakels uit. Ken je die momenten? Ik wel. Ik heb dit al een paar keer meegemaakt: toen ik heel ernstig ziek was en niet wist of ik door het oog van de naald zou kunnen kruipen; toen mijn man jaren geleden een hersenvliesontsteking kreeg en ik niet wist of alles wel goed zou komen; toen mijn dochter door een pijnlijke echtscheiding ging en ik mijn hart voelde huilen; toen een kleinkind in het ziekenhuis belandde en ik besefte dat zorgen zich voorbij het ouderschap strekten; toen roddel en leugens mijn waarde aantastten en mijn eigen ik in een schaduw ronddwaalde; toen een zoon een levensbedreigende ziekte kreeg die tot vandaag scheurende gevolgen heeft.
Toen heb ik heel diep van binnen naar mijn vertrouwen moeten zoeken en ben ik op mijn knieën gegaan om de beloftes van de Man van Nazareth op de proef te stellen. Voor mijn lieve lezers die misschien zelfs niet weten over wie ik het heb: het is niet mijn bedoeling om te preken. Ik wil alleen maar zeggen dat, als er geen menselijke hulp meer is, er nog andere hulp is. En zoals Toon Hermans het zei: ‘Als je die hulp leert kennen, dan zie je hoe beperkt wij mensen zijn in de hulp die we elkaar kunnen bieden.’

Uit alles wat ik gezien heb,
heb ik geleerd
de Schepper te vertrouwen
voor alles wat ik niet gezien heb.
(Ralph Waldo Emerson)

Ik heb al heel mijn leven vertrouwd op God. Het klinkt misschien naïef, maar dat is het echt niet. Als je iemand vertrouwt, dan ben je overtuigt dat de ander de juiste keuzes maakt. Het is dan misschien niet zoals jij het zag, maar het klopt uiteindelijk wel.

Geloof is vertrouwen,
vertrouwen dat God ziet wat wij niet kunnen zien
en dat Hij weet wat wij niet weten.
(Dieter F. Uchtdorf)

In de Bijbel staat: ‘Vertrouw op de Here met uw ganse hart en steun op uw eigen inzicht niet’.
W. Mark Bassett zei dat zo:

Om in de Heer te geloven en op Hem te vertrouwen, moeten we erkennen dat zijn wijsheid de onze overstijgt. We moeten ook erkennen dat zijn plan ons de meest geestelijke ontwikkeling en lering biedt.

Is dat altijd gemakkelijk? Zeker niet! Maar ik weet dat ik altijd de keuze zal hebben om naar mijn angsten te luisteren – dat alles zal mislukken, dat het verkeerd zal uitdraaien, dat het niet zal lukken –
of te luisteren naar mijn vertrouwen:
Mijn vertrouwen in een nieuwe dag met goed nieuws,
vertrouwen in bemoedigende woorden die energie injecteren,
vertrouwen in de weg die voor mij ligt en hoopvolle kansen biedt,
vertrouwen in al het goede dat al gebeurd is, want dat heeft al wonderen verricht,
vertrouwen in God, dat alles wat Hij doet – iedere zegen die Hij mij schenkt en iedere zegen die Hij mij tijdelijk onthoudt – voor mijn eeuwig geluk is.

Door vertrouwen kan je de eerste stap zetten, moedig volhouden, dapper slikken, loslaten en aanvaarden.
Vertrouwen … vanzelfsprekend? Zeker niet. Dit mooi tekstje van Kris Gelaude beschrijft perfect mijn gevoelens:

Zullen wij
iedere avond
nog even opkijken
naar de sterren
om genoeg vertrouwen
te vinden
dat ons leert
aan de angst
te ontgroeien.

Ik heb dikwijls omhoog gekeken om mijn vertrouwen te sterken in die Goddelijke wijsheid en liefde.
Ik besef dat ik nog dikwijls omhoog zal kijken.