De macht van woorden.

Ik word soms ontzettend stil van woorden. Er zijn woorden die me blij maken, andere bezorgen me een vervelend gevoel.
Toen ik nog voor de klas stond liet ik de kinderen nadenken bij een van mijn lievelings-kinderboeken: ‘Het land van de grote woordfabriek.’ van Agnès de Lestrade. In dat land moet je de woorden kopen en daar heb je veel geld voor nodig. Het was leuk en leerrijk om met de leerlingen stil te staan bij de gedachte ‘Wàt als woorden alleen te koop zouden zijn?’
Welke woorden zou jij eerst kopen?
Welke woorden vind jij belangrijk?

In ‘De boekenapotheek aan de Seine’ schrijft Nina George ook een stukje over het kopen van woorden:

‘Stel je voor dat je mooie woorden eerst zou moeten kopen voordat je ze zou mogen gebruiken. Dan zouden sommige watervallen snel blut zijn. En de rijken zouden het voor het zeggen hebben, omdat ze alle belangrijke woorden konden opkopen. En ‘ik hou van je’ zou het duurst zijn. Als het voor een leugen wordt gebruikt, dubbele prijs. De armen zouden tot woordroof worden gedwongen. Of ze zouden het houden van met daden moeten laten zien, in plaats van het te zeggen.
Dat zou iedereen moeten doen. Liefhebben is een werkwoord, dus … doe je het. Minder praten, meer doen. Toch?’

Laat uw woorden slechts de voorhof zijn van uw daden.
(Johann Wolfgang von Goethe)

Ik vroeg me af hoeveel woorden een mens wel kent. Het schijnt dat Vlamingen en Nederlanders gemiddeld 14 000 woorden gebruiken. Het kennen van woorden varieert bij de mens van 45 000 tot 250 000 woorden. Niemand kent echt ALLE woorden die er zijn. Als je het laatste woord wil hebben, moet je meer woorden leren. Woorden leer je bij door veel te lezen.
Volgens taalstatistieken is de taal met het kleinste aantal woorden het Takki Takki met 340 woorden. Men spreekt het in Suriname. Ik denk dat men daar zijn woorden wel zal wikken en wegen. Het kan ook zijn dat men ginds maar een half woord nodig heeft om begrepen te worden.

Zeg niet weinig dingen in vele woorden,
maar vele dingen in weinig woorden.
(Pythagoras)

Woorden schieten te kort om te beschrijven welke woorden er allemaal zijn. Harde en bittere woorden verminken veel relaties, terwijl zachte en vergevende woorden boosheid en frustraties kunnen helen. Iedereen heeft al eens nood aan een bemoedigend woord. Er bestaan veel lieve woorden, maar ook schijnheilige. De belachelijkste woorden zijn ‘nooit’ en ‘altijd’. De kortste ‘ja’ en ‘nee’, hoewel als je die woorden wil gebruiken, je toch eerst eens goed moet overleggen. Soms gebruiken we verkeerde woorden en hebben we achteraf spijt dat we ze niet ingeslikt hebben.
Ik hou van gevleugelde woorden, van warme woorden, van woorden die mijn adem doen stokken,van  woorden die mijn ziel raken, van woorden die me laten glimlachen, van woorden die me ‘heppie’ maken.

Ik voel me ozo heppie,
zo heppie deze dag
en als je vraagt: wat heppie
als ik eens vragen mag,
dan zeg ik: hoe wat heppie,
wat heppik aan die vraag,
heppie nooit dat heppieje
dat ik hep vandaag?
(Joke van Leeuwen)

Het evangelie van Johannes begint met:
In den beginne was het Woord’
Dat is een zin die me enorm aanspreekt. Ik hou van het Woord en van woorden in het algemeen. Woorden hebben iets magisch en daarom schrijf ik zo graag. Ik vind het een heerlijke uitdaging om met de woorden die iedereen kent toch iets te schrijven waardoor de zinnen anders klinken, anders voelen, anders raken.
Ik geniet ook van het lezen wat anderen met woorden ‘getoverd’ hebben. Soms raken woordcombinaties een gevoelige snaar of geven me een euforisch gevoel of een ‘ahaa’ beleving. Dan neem ik mijn kleurpotlood (dat een vast onderdeel is bij mijn boekencollectie) en kleur of onderlijn datgene wat me stil liet juichen.
Ik hoop dat jij ook wel eens zo onder de indruk was van iets, dat je zei: ‘Daar heb ik nu geen woorden voor.’ Als je dit ervaart, dan spreekt je ziel. Je verstaat wat men zegt, maar je kan het niet naar buiten brengen.

Even terug naar Johannes in de Bijbel:
‘In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het woord was God.
Dit was in het begin bij God.
Alle dingen zijn door het Woord gemaakt, en zonder dit Woord is geen ding gemaakt dat gemaakt is. In het Woord was het leven en het leven was het licht van de mensen.’
Het Woord heeft alle macht, zonder het Woord is er niets. Johannes bedoelde er Jezus Christus mee (zie Johannes 1: 14). Maar ook woorden met een kleine letter hebben veel macht.

Woorden hebben verrassend veel macht,
zowel om op te bouwen
als neer te halen.
(Jean B. Bingham)

Woorden kenmerken onze cultuur en zijn het belangrijkste deel van onze communicatie. In deze media-gekke wereld wordt als nooit tevoren geschermd met woorden, en regelrechte leugens worden meer dan eens zonder verpinken als een feit vermeld. Nog deze morgen had een verre vriendin de volgende zin gepost:

Be very careful of people whose words don’t match their actions.

Als ik mijn eigen leven onder de loep neem, dan hebben woorden me zowel vernederd en afgebroken als opgebouwd en geholpen. Ik wil er hier geen woorden aan vuil maken hoe roddel en vulgariteit me ooit pijn hebben gedaan. Maar ik onthou ook de goede woorden die mensen voor mij gedaan hebben, mensen voor wie een woord een woord is, en wiens vriendelijke woorden als een lieflijke echo op mijn levenspad blijven klinken.

If wisdom’s way you widely seek,
five things observe with care:
of whom you speak,
to whom you speak,
and how,
and when,
and where.
(Anon)

De woorden die we gebruiken kunnen zowel een wapen als een medicijn zijn.
Woorden zeggen meer over onszelf dan we misschien beseffen. Wat we in ons hart voelen, daar denken we over na. Waar we over nadenken, daar praten we over. Onze woorden weerspiegelen de persoon die we zijn. Ze geven onze achtergrond en de manier waarop we leven bloot. We moeten dus opletten met het soort woorden dat we gebruiken.
In vakliteratuur worden mensen soms in voorwerpen veranderd. Men spreekt dan over ‘gevallen’ alsof het niet meer over mensen gaat. Woorden die we lezen, horen, of zelf gebruiken kunnen denkbeelden oproepen van problemen, nummers, gedrag, ziektebeelden … in plaats van gevoelens, ervaringen, wensen, de mens zelf.
De geschiedenis leert ons dat de nazi’s de Joden niet als mensen zagen, maar woorden gebruikten zoals ‘figuren’, ‘ongedierte’, ‘koopwaar’, ‘vodden’, … met het gevolg dat morele wetten gemakkelijk zonder schuldgevoel konden overtreden worden en er zulke vreselijke dingen gebeurd zijn.

De taal dient gestemd te worden, net als een viool;
en net zoals te veel of te weinig vibratie in de stem van de zanger
of het trillen van de snaar
de toon vals maakt,
zo zal ook een teveel  of een te weinig aan woorden
de boodschap bederven.
(Oscar Wilde)

In Enos 1:3 staat: ‘…en de woorden die ik mijn vader dikwijls had horen spreken … drongen tot diep in mijn hart door.’ Woorden die ouders tot hun kinderen spreken kunnen inderdaad diep doordringen. Die woorden kunnen verstrekkende positieve en negatieve gevolgen hebben en voor een groot stuk het zelfbeeld van het kind bepalen. Denk maar aan woorden zoals: ‘Je bent altijd stout’, ‘Jij doet nooit iets goed’, ‘Je bent een nietsnut, een nul’, – of: ‘Dat was goed!’, ‘Niemand is volmaakt’, Iedereen moet leren’, ‘Fantastisch!’ ‘Ik hou van jou.’

How we speak to our children
and the words we use
can encourage and uplift them
and strengthen their faith.
(Rosemary M. Wixom)

De Bijbel wordt het woord van God genoemd en ik geloof dat ook, in zover die juist vertaald is. Ik geloof ook dat er nog andere woorden van God zijn, waaronder het Boek van Mormon.
Net zoals ik stil en ontroerd kan worden van gewone menselijke woorden, zo heeft Gods woord in de Schriften me meer dan een keer verwarmd, geholpen en vreugde gegeven.
Ook al geloof jij niet in Schriftuur, je kan er toch mooie woorden in lezen die je als mens kunnen helpen.
Een paar teksten die ik zo mooi vind:

Nu zullen wij het woord vergelijken met een zaadje. Welnu, indien gij plaats inruimt, zodat er een zaadje in uw hart kan worden gezaaid, … en indien gij het woord wél verzorgt, … zal hij wortel schieten … En wegens uw ijver, en uw geloof en uw geduld bij het verzorgen van het woord, opdat het wortel in u zal schieten, zie, zult gij er weldra de vrucht van plukken. (Alma 32: 28-42)

‘…Vergast u aan de woorden van Christus; want zie, de woorden van Christus zullen u alle dingen zeggen die gij behoort te doen.’ (2 Nephi 32: 3)

‘Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad.’ ‘Psalm 119: 105)

‘Als u in Mijn woord blijft, bent u waarlijk mijn discipelen, en u zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u vrijmaken.’ (Johannes 8: 31-32)

‘Daarom, ieder die deze woorden van Mij hoort en ze doet, die zal ik vergelijken met een verstandig man, die zijn huis op de rots gebouwd heeft.’ (Mattheüs 7: 24)

As we ‘lay hold upon the word of God’,
it lays hold upon us,
guiding our thoughts, words and deeds,
drawing us ever closer to
the Great Source of those inspiring words.
(Marvin J. Ashton)

Jay Hess was een piloot die in de jaren zestig werd neergeschoten boven Noord-Vietnam. Zijn familie hoorde twee jaar niets van hem. Uiteindelijk mocht hij een brief naar huis schrijven met maximum 25 woorden! Jay Hess schreef: ‘ Deze dingen zijn belangrijk: tempelhuwelijk, zending, school. Hou vol, stel doelen, schrijf geschiedenis, neem twee maal per jaar een foto.’

Welke woorden zou jij naar je kinderen schrijven als je maar 25 woorden mag gebruiken?

Our words, like our deeds,
should be filled with
faith,
hope,
and charity.

Woorden zijn de max!

 

Luisteren om te groeien.

Zoals sommigen misschien weten is een stukje van wie ik ben natuurgids. Ik hou van de natuur in mijn Vlaamse vlakke land en heb in het verleden een aantal cursussen gevolgd om planten, paddenstoelen en vogels te herkennen. De leukste en leerrijkste ervaringen had ik in de buitenlucht met een ervaren gids aan mijn zij.
Ik vind het fijn om mijn kinderen, kleinkinderen en vrienden te wijzen op bepaalde planten en vogelgeluiden. Een natuurwandeling wordt nog leuker als je het gezang herkent van een tsjif-tsjaf, een merel, een vink, een koolmees enz.
Ik heb er plezier in als iemand mij vraagt welke vogel hij hoort. Meestal weet ik het antwoord, soms ook niet. Dat komt waarschijnlijk omdat ik niet altijd goed geluisterd heb naar wat men mij verteld heeft.

John Burroughs, een natuurkenner, liep eens door een drukbezocht park. Boven de geluiden van de stad hoorde hij het fluiten van een vogel. Hij stopte om ernaar te luisteren. De mensen om hem heen hadden de vogelzang niet gehoord. John keek naar de mensen in het park. Niemand merkte het vogelgeluid op. Onze natuurkenner maakte zich er druk over dat iedereen zo iets moois miste. Hij nam een geldstuk uit zijn zak en wierp het in de lucht. Het kwam met een rinkelend geluid op het plaveisel neer; het klonk niet luider dan het geluid van de vogel. Verschillende mensen keerden zich om. Dàt hadden ze gehoord.
Het is moeilijk om tussen al de geluiden van het stadsverkeer het geluid van een vogel te onderscheiden, maar je kan het horen! Je kan het duidelijk horen als je oefent om ernaar te luisteren.

Als we ècht willen luisteren, dan moeten we ons erin oefenen en dan moeten we ook storende geluiden kunnen negeren. Om een merel te horen fluiten moet je het gebabbel van vrienden even uitsluiten. Om te genieten van een concert moet je je afsluiten van het geroezemoes om je heen. Om inspiratie of een goddelijke stem te horen moet je misschien wel de stilte opzoeken. Om naar een medemens te luisteren zullen we ons volledig moeten concentreren.

Luisteren doen we niet alleen met onze oren,
ook met onze ogen en ons hart.

In ‘De boekenapotheek aan de Seine’ van Nina George, ontdekte ik het woord doorhoorzicht.’ Doorhoorzicht is een talent waar je je oren, ogen en intuïtie gebruikt. Je leest aan de lichaamshouding, beweging en gebaren af welke gevoelens er benadrukt worden. Je ziet en hoort door datgene heen waarachter de meeste mensen zich verschuilen. En daarachter zie je alles waar ze zich zorgen over maken, wat ze dromen en wat ze missen.’
Hebben we niet allemaal het talent van ‘doorhoorzicht’ nodig?

Listening with our ears and our hearts may not be easy,
but it is always essential –
especcially for family members who need a hug.
(Ted Hindmarsh)

Je hebt misschien ook al de ervaring gehad dat je opmerkt dat er niet veel mensen zijn die tijdens een gesprek ècht luisteren naar jou. Over ’t algemeen zijn ze gefocust op wat zij zelf het laatste zeiden of wat ze straks zullen zeggen.
Aandachtig luisteren is een van de mooiste dingen die we aan iemand anders kunnen geven. Luisteren is de basis van een goed gesprek. Echt luisteren is niet zo eenvoudig. Als je goed wil luisteren, moet je jezelf opzij zetten. In feite is luisteren een uiting van liefde. Het kost moeite, want we moeten dikwijls ons ‘zegje’ opofferen om de andere de ruimte te geven zichzelf te uiten.
Als je luistert, dan toon je respect voor de andere persoon zijn ideeën, meningen en ervaringen. Je focust je op zijn noden en interesse en stopt de jouwe in de diepvries. Dat is niet gemakkelijk, maar als jij me iets vertelt dan probeer ik volledig aanwezig te zijn en niet af te dwalen met mijn gedachten. Net zoals je natuurgeluiden kan leren, zo kan je ook aandachtig leren luisteren.
Mitch Albom heeft er een mooi stukje over geschreven:

‘Aandachtig leren luisteren? Hoe belangrijk kon dat zijn? Nu weet ik dat het belangrijker is dan bijna alles wat men ons op de universiteit heeft geleerd.
Talloze mensen, met veel kleine problemen, zijn zo in zichzelf verdiept dat hun ogen glazig worden als je langer dan dertig seconden aan het woord bent. Dan denken ze al aan iets anders, een vriend die ze moeten bellen, een fax die gestuurd moet worden, een geliefde over wie ze aan het dagdromen zijn. Pas als je klaar bent met praten, hebben ze er opeens weer hun aandacht bij en dan zeggen ze: ‘Hm -hmm’, of ‘Ja, inderdaad’, en dan doen ze alsof ze aldoor hebben geluisterd.
Het probleem is gedeeltelijk dat iedereen zo’n haast heeft. De mensen hebben de zin van hun leven nog niet gevonden, dus rennen ze voortdurend rond op zoek ernaar. Ze denken: de volgende auto, het volgende huis, de volgende baan. Maar dan ontdekken ze dat die dingen ook leeg zijn, en zo blijven ze rondrennen.
We zijn echt heel goed in praten over koetjes en kalfjes: Wat doe je voor werk? Waar woon je? Maar ècht naar anderen luisteren – zonder te proberen ze iets te verkopen, ze te versieren, ze ergens voor te werven, of om prestige te winnen – hoe vaak kom je dat nog tegen?’

As we learn the social skill of listening to others
and the spiritual skill of hearing the direction of the Spirit,
we will progress in our earthly labors,
and, more important
we will be happy in our labors.

De mens praat ontzettend veel. Soms wel eens tegen zichzelf, maar meestal toch tegen minstens één persoon. Net zoals jullie heb ik al ontelbare gesprekken gevoerd. Beroepshalve tegen honderden kinderen en tientallen leerkrachten, maar ook tegen gezinsleden, vrienden, dokters en volslagen onbekenden. Waarschijnlijk heb jij je, net als als ik, al ontzettend geïrriteerd aan mensen die niet luisteren, of die de schijn van luisteren ophouden. Voel jij ook geen wrevel als men je onderbreekt, of je zin aanvult nog voor je zelf uitgesproken bent? Mensen die me niet aankijken en wiens blik afdwaalt naar andere dingen geven me algauw het gevoel van niet in mij geïnteresseerd te zijn. Weet je waar ik me ook in kan ergeren? In personen die me het vervelende gevoel geven dat ik hun kostbare tijd verspil; ze gluren naar hun uurwerk of wriemelen met hun smartphone. En wat denk je van degenen die hun eigen verhaal er tussen wringen, dikwijls nog in de overtreffende trap: ‘Moet je horen wat ik …’
Nu, ik bevind me soms ook aan de andere kant, dan ben ik degene van wie verwacht wordt aandachtig te luisteren.
Uit onderzoek is gebleken dat mensen elkaar na gemiddeld 17 seconden (!) al onderbreken. Daar gaat het èchte luisteren dan. Hoewel dat onderbreken niet altijd slecht bedoeld is – we geven zo graag advies of goede raad.

Most people do not listen with the intent to understand,
they listen with the intent to reply.
(Steven R. Covey)

We moeten inderdaad wat meer leren luisteren om te begrijpen, niet alleen om te antwoorden. We moeten leren luisteren zonder in te vullen, zonder te oordelen. Luisteren naar degenen van een andere religie of politieke voorkeur kan tolerantie en begrip vermeerderen. Iets wat we in onze tijd zeker nodig hebben!

Wisdom will come
as we listen to learn.
(Russell M. Nelson)

Wist je dat we ook moeten leren luisteren naar wat niet gezegd wordt? Dat is luisteren met de oren van je hart. Dat is luisteren naar wat je niet hoort, maar wel ziet: een liefdevolle blik, een verdrietige traan, een bezorgde rimpel, een trotse glimlach.
Maar er is wel een maar aan verbonden. We moeten opletten dat we niet te vlug denken te weten wat er zonder woorden gezegd wordt. Zo scheppen we spoken en verkeerde interpretaties.

Bijzondere leraren kunnen horen
wat een kind niet kan vertellen.

Elk mens zou moeten leren luisteren met liefde en zo proberen begrijpen wat de andere voelt in wat hij zegt.
Misschien moeten we wat meer tijd geven om te luisteren, zodat we de tonen en de nuances waarop iets gezegd wordt beter tot ons kunnen laten doordringen.
Niet goed naar de andere luisteren is dikwijls de oorzaak van een sputterende, verstoorde relatie.
Misschien moeten we meer proberen luisteren met ons hele ‘zijn’, met onze oren, met ons hart en met ons verstand.

Marion vertelde zijn dokter dat zijn vrouw Ida hoorproblemen had. De dokter vroeg hoe erg het probleem was, maar dat wist Marion niet echt. De arts vroeg om het uit te zoeken. Marion moest uit een andere kamer tot zijn vrouw spreken en dan dichter komen tot ze hem zou horen. Marion deed wat de dokter hem gevraagd had. Hij riep iets vanuit zijn slaapkamer naar Ida die in de keuken was – geen antwoord. Hij kwam dichter en weer kwam er geen antwoord. Dus ging hij voor de keukendeur staan en vroeg: ‘Ida, kan je me horen?’ Ze antwoordde: ‘Wat is er met jou, Marion? Ik antwoord nu al drie keer op dezelfde vraag!’ (Burton Howard)

Zelfs zonder hoorproblemen lijken sommige koppels niet naar elkaar te luisteren. Wijze partners luisteren om van elkaar te leren.
Met ons hele ‘zijn’ luisteren naar onze partner kan mooie momenten opleveren en crisissen de kop indrukken. Kijk in zijn/haar ogen en zie de schoonheid. Koester de expressie van de ogen, de mond, de handen. Luister met begrip en liefde.
Met ons hele ‘zijn’ luisteren naar onze kinderen kan bewondering, trots en liefdevol begrip geven. Luister naar wat je kind vertelt en moedig het aan met je ogen en je houding. Kinderen stellen veel vragen. Soms stellen ze zoveel vragen dat we het vervelend kunnen vinden. Maar besef dat ze je geen vragen zullen blijven stellen, en op een dag, als ze -veel te vlug- volwassen zijn, dan zal je wensen dat ze je wat meer vragen zouden stellen. Luister en geniet van je kind.

Spend a great deal of time listening,not just telling.This listening should be done with an open mind and heart.
When children feel they can talk freely about their feelings, problems and successes,
wonderful relationships develop between parents and children.
(Ben B. Banks)

Met ons hele ‘zijn’ luisteren naar onze ouders is het grootste geschenk dat we hen kunnen geven. Luister naar hun raad en hun herinneringen. Nu ze er nog zijn, luister naar het wonder van de ouderdom.

Luisteren met ons hele ‘zijn’ naar vrienden is de naam vriendschap waardig. Luister naar de zorgen en bekommernissen, naar de frustraties, de gedachten en de blijdschap. Luister en voel mee. Je kan op de sociale media veel likes en volgers hebben, maar een echte vriend krijg je en behoud je door goed te luisteren.

Onze ziel zal verruimen als we leren luisteren naar onze partner, naar onze kinderen, naar onze ouders en naar anderen. Mijn ziel is daar zeker wijzer door geworden.
Toch is er nog een ander soort luisteren wat ons enorme groei kan brengen. Net wat mensen proberen dat soort luisteren onder de knie te krijgen. Je merkt het aan bepaalde rimpelingen in onze overgeconsumeerde, egoïstische, bodycult-gerichte maatschappij: mensen zoeken de stilte op, camino-tochten zijn hip, meditatiecoaches springen als paddenstoelen tevoorschijn op het internet, filosofen krijgen weer een plaatsje in tijdschriften, enzovoort.

Ik ontdekte dat ik minder en minder te zeggen had,
tot ik uiteindelijk stil werd en begon te luisteren.
En in die stilte hoorde ik de stem van God.
(Sören Kierkegaard)

We moeten misschien eens gaan zoeken in onze eigen culturele roots: in de Bijbel en andere Schriften.
Jezus Christus gebruikt dikwijls de woorden horen en luisteren:

‘Wie oren heeft om te horen, laat hij horen.’ (Matt. 11:15)

‘Luister, o gij volk van mijn kerk, … Luister gij volk van verre; en gij die op de eilanden der zee zijt, luistert allen.’ (L&V 1: 1)

‘…gezegend zijn zij die naar mijn voorschriften luisteren en mijn raad het oor lenen, want zij zullen wijsheid leren…’ (2 Nephi 28:30)

‘Wie wijs is zal horen en inzicht vermeerderen.’ (Spreuken 1: 5)

‘Neig uw oor en kom tot Mij, luister, en uw ziel zal leven.’ (Jesaja 55: 3)

Wijsheid komt als we luisteren om iets te leren. Sommigen noemen het meditatie, een hogere bron, intuïtie. Ik noem het God.
In ons leven komen we allemaal moeilijkheden en uitdagingen tegen. We worstelen allemaal wel eens met vragen, teleurstellingen en ontmoediging. We hebben allemaal een of andere zwakheid en geregeld voelen we onze ‘kleinheid’ in het grote universum. Dan is het goed dat familie en vrienden naar ons luisteren. Maar ook God luistert en biedt kracht en hulp aan:

‘Ik zal u van mijn Geest meedelen, die uw verstand zal verlichten, die uw ziel met vreugde zal vervullen.’ (L&V 11: 13)

De fluisteringen van de Heilige Geest horen en herkennen is een levenslange opdracht. Net zoals goed luisteren naar onze medemens niet eenvoudig is en oefening en opoffering vraagt, is ook God horen een hele uitdaging. Meditatie, camino-tochten en stilte zijn prachtige hulpmiddelen, maar misschien moet je er ook de Schriften eens bijhalen en eens bidden. Sommigen kennen de bijbelverhalen nog van vroeger op school, anderen hebben er nog nooit van gehoord. Ik heb ondervonden dat als ik me in oude en hedendaagse schriftuur verdiep, ik Gods stem kan ‘horen’. Net zoals ik zijn stem ‘hoor’ als ik na mijn gebed ‘luister’.

Our Heavenly Father is only a prayer away,
and the Holy Ghost is within whispering distance.
Elaine S. Dalton

Ik heb misschien teveel geschreven over luisteren, maar ik ben er me van bewust dat elk mens zich daarin zou moeten verdiepen. Ons land heeft niet voor niets de hoogste zelfmoordcijfers, laten we dus leren luisteren met ons hele ‘zijn’.
Misschien ben je stil geworden bij mijn laatste opmerkingen over het spirituele luisteren. Maar stilte is goed, stilte spreekt.

Op mijn levensreis moet ik nog beter leren goed te luisteren. Ik wil dat doen, want luisteren is groeien.

 

 

Vrede, wat is dat?

 

Een Russisch schrijver keek glimlachend naar het spel van zijn kleinkinderen.
‘Wat spelen jullie?’ vroeg hij.
Wij spelen oorlog,’ riepen de kinderen.
Maar,’ zei de schrijver, ‘weten jullie dan niet dat oorlog veel pijn en verdriet met zich meebrengt? Speel liever vrede.’
‘Dat is goed, opa, ‘ zeiden de kinderen. ‘We zullen voortaan vrede spelen.’
Maar even later kwamen ze terug naar hun grootvader met de vraag:
Opa, hoe speel je vrede?”
Opa ging zitten op de bank en schudde zijn hoofd.
Ook hij wist het antwoord niet.
(uit ‘Een parel voor elke dag’)

Vredesweek, dag van de vrede … :
één van de vele projecten die op verschillende scholen georganiseerd worden, mèt of zonder gezucht van degenen die in dat werkteam zitten. Tussen alle te geven lessen en bergen papierwerk is het misschien te begrijpen dat er leerkrachten zijn die het vredesproject liever een jaartje willen overslaan. Maar als ik dan het nieuws hoor, of berichten lees van verre vrienden, dan schreeuwt mijn hart: NEE! Sla deze activiteit niet over!
Volgens mij heeft de wereld vandaag meer dan ooit nood aan een vredesboodschap. We leven in een tijd van oorlogen en geruchten van oorlogen. Aan die verschrikking kunnen we persoonlijk niets doen. Maar we moeten onverschilligheid en afstompen tegengaan.
Ik heb vele jaren met twaalf-jarige kinderen Ieper en de omliggende oorlogskerkhoven bezocht. Te midden van honderden witte kruisjes was deze luidruchtige ADHD-generatie stil en ontroerd.
We kunnen inderdaad zelf geen oorlog stoppen, maar we kunnen onszelf en de jongeren een geweten blijven schoppen!

We leven in een maatschappij waar veel haat, conflicten en ontevredenheid leeft. Onze kinderen groeien op met Facebook, Twitter, Instagram, Snapchat, …   nieuwe media die het leven weergeven, met zijn ups en downs, van gewone mensen zoals jij en ik. Maar teveel om goed te zijn, vergiftigen op die moderne berichtgeving haat- en nijdreacties de meningsuiting van een ander. Klimaatopwarming? Je moet eens een paar reacties lezen van voor- en tegenstanders – soms te lelijk om te herhalen. Hetzelfde bij genderuitingen en geloofsverklaringen. Het lijkt erop dat alleen de eigen mening mag zegevieren. Vrijheid van mening is een mensenrecht, maar o wee als die mening indruist tegen wat hip is of een hype, zelfs het suikergehalte in voeding zorgt voor verhitte gemoederen. In vroegere tijden zouden veel handschoenen toegeworpen zijn, nu snijden woorden diepe wonden.

Als we geen vrede hebben,
dan komt dat
omdat we vergeten zijn
dat we elkaar toebehoren.
(Moeder Teresa)

Dan is er ook nog de innerlijke strijd die in iedereen wel eens woedt. Dat laat me denken aan het verhaal van het schilderij van de vrede, waar een koning een grote beloning uitloofde voor de kunstenaar die het best de vrede kon weergeven op een schilderij. De koning moest uiteindelijk kiezen tussen twee schilderijen. Op het ene schilderij had de schilder een rustig meertje geschilderd, hoge bergen weerspiegelden in het water en in de lucht dreef een klein wolkje. Op het andere schilderij was een storm geschilderd. De regen pletste in een kolkende rivier en bliksemschichten verlichtten de hemel. In een struik, onder een overhangende rots, was een vogel te midden van al dit natuurgeweld aan het broeden. De koning koos dit schilderij, de schilder had uitgebeeld wat hij bedoelde: vrede is een kalm hart, te midden van de storm van het leven.
Dit verhaal leert me dat we in een prachtige, rustige omgeving kunnen wonen, maar toch geen vrede voelen omdat we innerlijk aan het strijden zijn. Aan de andere kant kunnen we ons te midden van verwoesting en vernietiging bevinden en toch een onbegrijpelijke vrede voelen. Vanwaar komt die vrede?

Vrede op aarde begint bij jezelf. Vrede verspreidt zich heel dichtbij: thuis, in je buurt, op je werk.
Of we nu geloven of niet, in onze zoektocht naar een veilige en vredevolle wereld kunnen we moeilijk het evangelie van Jezus Christus negeren. In de Bijbel komt het woord ‘vrede’ veel voor. De blijde boodschap is een evangelie van vrede. God legt veel nadruk op vrede. De engelen zongen bij de geboorte van Jezus: ‘Vrede op aarde aan alle mensen van goede wil.’
Howard W. Hunter zei: ‘De wereld waarin we leven, dicht bij huis of ver weg, heeft het evangelie van Jezus Christus nodig. Het evangelie verschaft de enige manier waarop de wereld ooit vrede zal vinden. We hebben een vreedzamere wereld nodig die ontstaat uit vreedzamere gezinnen, buurten en gemeenschappen. Om een dergelijke vrede te verwerven en te ontwikkelen ‘moeten we anderen liefhebben, zowel onze vijanden als onze vrienden.’ Wij moeten anderen in vriendschap de hand reiken. We moeten vriendelijker, zachtaardiger, vergevingsgezinder en minder snel kwaad worden. Gods handelswijze is voornamelijk gebaseerd op overreding, geduld en lankmoedigheid, niet op dwang of harde confrontatie. Zijn benadering is zachte aandrang en vriendelijke uitnodiging.’

Jezus, die ook Vredevorst genoemd wordt, zei zelf: ‘Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u; niet zoals de wereld die geeft, geef Ik die u.'(Joh. 14: 27)
Zijn boodschap is de grootste levensfilosofie ooit aan de mens gegeven. Je moet niet gelovig zijn om zijn raadgevingen in de praktijk te brengen. In de bergrede, één van de belangrijkste toespraken van Christus, staat: ‘Zalig zijn de vredestichters, want zij zullen Gods kinderen genoemd worden.’ (Matt. 5: 9)
Hebben we vandaag niet meer dan ooit vredestichters nodig?
We kunnen thuis en overal zelf een vredestichter zijn, door twist, afgunst en jaloersheid te vermijden. Probeer eens een maand thuis of op je werk vriendelijk en medelevend te zijn. Creëer een sfeer van liefde en harmonie, biedt spontaan hulp aan. Wanneer je geïrriteerd bent, beheers je, tel tot tien, zwijg. Stop met kritiek te geven of te roddelen. Vergeef en vergeet (anders worden ‘oude koeien’ vlug terug uit de sloot gehaald). Om een vredestichter te zijn (te worden) heb je dus véél geduld nodig, geduld met jezelf en met een ander.

De vrede waar de wereld naar verlangt is een staakt-het-vuren, maar men wil niet beseffen dat een blauwdruk van blijvende vrede in het evangelie van Jezus Christus ligt. Als men de moeite zou nemen om Zijn woorden te lezen, dan zou men versteld staan van de eenvoud van de dingen die Hij voorstelt om vrede te hebben.
Ik maak me ook wel zorgen om de gebeurtenissen in Noord-Korea. Mijn maag krimpt soms samen van de ophitsende taal van wereld- en plaatselijke leiders. Ik ben bezorgd om het verdwijnen van waarden en normen. Ik heb verdriet door zoveel ellende op deze wereldbol. Maar net zoals dat vogeltje op het schilderij vind ik vrede en gemoedsrust in de eenvoudige waarheidsbeginselen die Jezus onderwees. Ik heb zijn vredevolle boodschap bestudeerd. Ik speculeer niet dat God bestaat, maar ik geloof het ècht. Het herstelde evangelie van Jezus Christus heeft op mij een actieve invloed. Ik ben een mens en zeker niet volmaakt, maar mijn dagelijks toepassingen -in woord, gedachte en daad-  van waar ik in geloof geven me vrede en rust.

In het boek ‘Achterland’ van Caroline Brothers zegt Hamid:

Ik denk dat als we meer wisten over het heelal,
als we zouden weten hoe het in de ruimte is,
dat we dan hoog boven de grond zouden zijn,
ver weg van onze moeilijkheden,
en het hele leven hier beneden konden overzien.
Al het vechten zou klein zijn
en onbelangrijk en zinloos,
en misschien zouden mensen daardoor
meer van vrede houden.

De aarde is een stipje in het oneindige universum, de mens een stipje op dat stipje. Zal de mens eens begrijpen dat hij een verbondenheid moet zoeken met die nadere stipjes? Dat hij verbonden is met die stipjes? Zal hij eens echt beseffen dat ‘Wanneer de macht van de liefde, de liefde voor de macht overwint, dan pas de wereld vrede zal kennen (Jimi Hendrix)?

Er is nog nooit een goede oorlog
of een slechte vrede geweest.
(Benjamin Franklin)

Ik ben van nature optimist en ik weiger dus aan te nemen dat de mens verdrinkt in een duistere kolkende zee van racisme, geweld, slechtheid en oorlog. Ik geloof dat naastenliefde, eenheid en broederschap tussen alle volkeren eens een stralende dag zal inluiden. Een stemmetje in mij zegt: ‘Dat is het, maar je moet bij jezelf beginnen.’

September is de oogstmaand. Men oogst wat men gezaaid heeft. Als we vrede willen oogsten moeten we reinheid zaaien, moeten we eerlijk omgaan met elkaar en moeten we onzelfzuchtig helpen.

Ik ga me op het einde van elke dag afvragen:

Did I offer peace today?

Bracht ik vrede vandaag?

Doe je mee?

 

Tijd om te leren.

Je hebt ze waarschijnlijk ook zien fietsen of stappen: kleine en grotere mensjes met een van felgekleurde tot saai-grijze variërende tas op de rug, gezwind of ietsje trager, op weg naar een nieuw schooljaar om te leren. Want daarom gaan ze toch naar school, om te leren, niet?

Hoe leuk is het niet om een mini-mensje na de eerste klaservaring, met fonkelende ogen en een brede glimlach te horen verklaren: ‘Ik kan al lezen!’ Ik denk met vertedering terug aan zulke momenten met mijn eigen kinderen en met sommige van mijn kleinkinderen. Het geluk straalde eraf!
Het is een feit dat het gevoel dat je groeit als mens, bijdraagt aan je levensgeluk. Vitaminen zijn goed voor ons lichaam. Nieuwe dingen leren zijn vitaminen voor je geest.

Develop a passion for learning.
if you do,
you will never cease to grown.
(Anthony J. D’Angelo)

De manier waarop je als jongere en jongvolwassene leert, legt het fundament voor een leven lang leren.
Mogen groot worden in een (t)huis waar een liefde voor leren in de kamers rondzweeft, is een zegen.
Als kind droomde ik ervan om later in mijn eigen huis een kamer in te richten als bibliotheek. Je weet wel, zo’n kamer uit de films, met honderden boeken in rekken tegen de muur – zo hoog dat er ladders voorstaan. Nu, in mijn eigen huis is er geen plaats voor zo’n bibliotheek, maar in bijna elke kamer staat tenminste één boekenrek met allerlei soorten boeken.
De meeste gezinnen wonen niet in een kast van een huis en er is misschien zelfs plaatsgebrek. Maar met een beetje goed wil en wat fantasie, kan je in elk huis een ‘bibliotheekhoekje’ inrichten. Een hoekje waar het stil is – geen teevee, geen Wifi, waar ieder die het wil kan zitten lezen, snuisteren, nadenken en notities maken.
Mijn jarenlange ervaring in het onderwijs heeft me geleerd hoe belangrijk voorlezen, lezen en leren thuis wel is, voor ieder gezinslid.
Vroeger had elk gezin minstens twee gemeenschappelijke maaltijden. Daar werd niet alleen gegeten, maar ook gelachen, gekibbeld en verteld. Ik heb al heel wat bijgeleerd aan de eettafel, van goede manieren tot geduld en empathie. De gezinsmaaltijden waren in mijn ogen meestal een lawaaierige en gezellige boel, maar ik was toch blij dat ik me altijd kon terugtrekken in mijn bureautje.

Learning something new is a fabulous way to be refreshed.
When work can grind you down,
something about learning a new activity
thrills the soul.
It reminds you
that the world is bigger than
your desk and your to-do list.
(John Ortberg)

Er is al veel gezegd en geschreven over de noodzaak om een leven lang te leren. In onze tijd, waar technologie, globalisering en biodiversiteit ons met voortdurende aanpassingen en nieuwigheden overspoelen, is een leven lang leren geen hobby meer, het is een noodzaak. Leren is een proces dat nooit mag stoppen. Het maakt niet uit hoe oud we zijn, of hoe oud we ons voelen, we kunnen steeds nieuwe dingen in ons opnemen en ze toepassen.
Niemand weet genoeg, het leerproces heeft geen einde. Hoewel met ouder worden we zouden kunnen denken dat we alles al ervaren en geleerd hebben, ligt er nog zoveel om te leren te grijpen.
Ik ben van mening dat we moeten blijven lezen, observeren en nadenken over wat we leren. Er is zoveel ‘fake’ nieuws, zoveel valse, misleidende en onvolledige berichten. Onder geleerde namen en termen worden ons allerlei smoesjes voorgeschoteld. We moeten zelfredzaam in ons denken blijven!
Stel je eens voor wat er met jou zou gebeurd zijn als je gestopt was met leren toen de schoolpoort achter je dichtklapte. Zou je kansen gemist hebben? Zou je een andere persoon geworden zijn?
Als ik mezelf onder die loep neem, en deze vraag voor mezelf even laat sudderen, dan keer ik terug naar eind jaren zeventig van vorige eeuw. Ik voel dat sommigen nu gniffelen, maar nee, toen liepen er geen dinosaurussen op aarde. Maar als ik genoegen had genomen met de kennis die ik toen verworven had als afgestudeerde leerkracht,
dan zou ik niet op de computer kunnen werken,
dan zou ik geen berichten met de gsm kunnen versturen,
dan zou ik niet kunnen skypen met verre vrienden,
dan zou ik van de ontwikkelingen op technologisch vlak weinig of niets weten,
dan zou ik van wereldse, godsdienstige en politieke kwesties niet op de hoogte zijn,
dan was mijn visie op onderwijs en educatie in de oude doos blijven steken,
dan was ik geen natuurgids geworden,
dan kon ik geen harp spelen,
dan was ik mijn geloof kwijtgeraakt,
dan had ik weinig of geen persoonlijke en geestelijke groei doorgemaakt.

Aan leren komt geen eind.
Het is niet omdat je een boek of twee gelezen hebt,
of geslaagd bent in je examen,
dat je kan stoppen met leren.
Je hele leven,
van je geboorte tot je dood,
en zelfs nog verder,
is een leerproces.

We leven in een tijd waar eeuwenlange kennis binnen een duimklik in ons bereik komt. We kunnen in een korte periode leren waar anderen jarenlange onderzoeken over gedaan hebben. Er zijn nog nooit zoveel mensen in wereldse kennis onderlegd geweest. Men zou daarom kunnen verwachten dat de wereld bijna volmaakt moet zijn. Maar het tegengestelde is waar: ziektes in de maatschappij – letterlijk en figuurlijk, conflicten en problemen die miljoenen mensen op de vlucht doen slaan en anderen een bang hart geven.
Elke dag word ik me er meer van bewust dat het leven meer is dan wetenschap, wiskunde, geschiedenis en literatuur. Zoals Gordon B. Hinckley zei: ‘Er is een ander soort vorming nodig. Zonder die vorming leidt wereldse kennis alleen tot verwoesting. Ik heb het over de vorming van het hart, van het geweten, van het karakter, van de geest.’

Bij alles wat je verwerft:
verwerf inzicht!
(Spreuken 4:7)

De mens moet buiten kennis ook inzicht verwerven.
Inzicht in zichzelf: wie ben ik?
Inzicht in het doel van het leven: waarom leef ik?
Inzicht in geestelijke materie: bestaat er een God?
Die kennis zal onze seculiere opleiding prachtig aanvullen en ons leven en karakter op een unieke manier verrijken.

Het vormen van uw geest is even belangrijk
of zelfs belangrijker
dan het vormen van uw verstand.
(Gordon B. Hinckley)

Ik hou nog steeds van seculier leren. Mijn dag is niet goed als ik niet iets gelezen heb. Mijn man kijkt soms met opgetrokken wenkbrauwen naar de vier boeken die ik tegelijk aan het lezen ben en naar verschillende opengeslagen tijdschriften en notities die her en der rondzwerven in ons huis. Ik hoor hem dan iets mompelen in de trant van ‘ vrouwen’ en ‘met meer dan een ding bezig zijn’.
Ik vind het geweldig om te leren wat specialisten schrijven over de natuur, de sterfelijkheid, de psyche van de mens, enz. Deze seculiere ideeën bedreigen mijn geloof in een levende God niet, omdat ik door de jaren heen ook spirituele kennis verzameld heb. Door mijn geestelijke kennis kan ik dingen filteren en innerlijke vrede behouden. Mijn school- en werkervaringen hebben me de noodzaak geleerd om steeds meer geestelijke kennis op te nemen. Ik ga helemaal niet akkoord met wat Bertrand Russell zei: ‘ Religion is something left over from the infancy of our intelligence, it will fade away as we adopt reason and science as our guide lines.’
En je hoort ook wel eens zeggen dat onwetende mensen op godsdienst leunen omdat ze bang zijn van de dood. Mijn vader zou zeggen dat zulke uitspraken te flauw zijn om dood te doen. Ik vind me wel in de uitspraak van William Blake:

De adelaar verloor nooit zoveel tijd
als toen hij erin toestemde van de kraai te leren.

Voor vele gelovigen is een leven lang leren een van Gods hoogste prioriteiten voor de mens. Verschillende godsdiensten beklemtonen het belang van toenemende kennis en intelligentie. Een Joodse rabbijn zei: ‘Intelligentie is Gods grootste gave aan de mensheid.’ (Lord Jonathan Sacks). In schriftuur van de heiligen der laatste dagen staat: ‘De heerlijkheid Gods is intelligentie.’ (L&V 93:36)
De Koran leert dat het grote ontzag voor God alleen gerealiseerd wordt door degenen die kennis hebben (Qu’ran, 35: 28, Oxford World’s Classics edition)
Geloof is geen oogklep, geen kruk, geen blindheid!
Geloof moedigt nieuwsgierigheid en vragen aan. De werkwoorden vraag, zoek en klop komen meer dan 500 keer voor in de Bijbel. Christus onderwees zijn volgelingen: Bid, en u zal gegeven worden,zoek en u zult vinden; klop, en er zal voor u opengedaan worden.(Mattheus 7: 7)
Dit is geen passieve of blinde manier om te leren, maar een uitnodiging om door iets te doen, het zelf te weten te komen.

The realness of a personal God; the continued active life of the Christ; the divinity of the restoration, these can be known as surely as that the sun shines, by every responsible person, and to fail to attain this knowledge is to admit that one has not paid the price. Like academic degrees it is obtained by intense strivings.
(Spencer W. Kimball)

Een van de grootse gevaren voor de mensheid is dat de mens denkt alles te weten. De apostel Paulus schreef in 1 Korinthe 8:2 ‘En als iemand denkt iets te weten, dan heeft hij nog niets leren kennen zoals men het behoort te kennen.’
Er moet nog zoveel waarheid ontdekt worden!

Learning happens in the minds and souls,
not in the databases of multiple-choice tests.
(Ken Robinson)

Leren is zowel een praktische als een geestelijke kwestie (Gordon B. Hinckley).
Ik hou van leren en benut vele kansen om kennis op te doen. Ik vind het heel belangrijk om mezelf te blijven ontwikkelen. Soms wil ik direct kunnen vliegen, maar ik moet eerst leren kruipen, rechtstaan, stappen, lopen, klimmen en dansen. Seculier en geestelijk leren gebeurt stap voor stap. Men is nooit te oud om de eerste stappen te zetten, men is nooit te oud om te leren. Als je stopt met leren dan ben je oud, of je nu twintig of tachtig jaar bent. Wie blijft leren, blijft jong. Henry Ford zei het al: ‘The greatest thing in life is to keep your mind young.’

Michelangelo was 87 jaar toen hij zei: ‘I’m still learning.’

Ik leer nog alle dagen bij. Jij ook?

 

 

 

Kunst heeft iets magisch.

Deze zomer, in het pittoreske Venetië, botsten mijn man en ik onverwacht op een internationale tentoonstelling. Artiesten van over de hele wereld stelden in een eeuwenoude, karaktervolle woning hun schilderwerken, beelden en andere kunstwerken ten toon.
Ik las ooit dat de gemiddelde museumbezoeker tien seconden naar een kunstwerk kijkt. Misschien kwam het door het contrast tussen de zenderende hitte buiten en de koele ruimtes binnen, maar we bleven meer dan een uur allerlei kunstwerken, over vier verdiepingen verspreid, bewonderen. En ja, sommige van die creaties kregen van mij zelfs nog geen 10 seconden-look, maar andere ging ik zelfs nog een tweede keer geconcentreerd, langdurig bekijken.

Laten we niets benoemen wanneer het om kunst gaat.
Laat ons observeren,
laat ons stil zijn.
(Dirk De Wachter)

Ik ben geen kunsthistoricus en weet echt niet zoveel van eeuwen kunstgeschiedenis. Het woord ‘kunst’ roept bij mij een veelvoud aan creatieve menselijke uitingen op: schilderen, tekenen, fotografie, grafiek, beeldhouwen, theater, muziek, dans, zang, film, architectuur, literatuur en poëzie. Ik hou vooral van schilderijen en etsen, van beeldhouwwerk en van gedichten en andere schrijfkunsten.
Kunst kan je mooi of lelijk vinden, waardevol of waardeloos. Over smaak kan men niet twisten en ik denk dat men over kunst perfect van mening kan verschillen. Het opent zelfs deuren tot interessante gesprekken en discussies. Waarom vind ik iets mooi en jij niet?

Als jong meisje al voelde ik een aantrekkingskracht van musea en tentoonstellingen. Ik raakte gefascineerd door de werken van Escher, de mollige vrouwen van Rubens, de rariteit van Magritte, de veelzijdigheid van Ensor, enzovoort. Die bezoeken hebben me geleerd om traag te kijken en de kunst te ervaren. Om kunst te proeven en te voelen moet je tijd nemen, veel meer dan tien seconden. Ik leerde kijken en voelen, waarderen en in vraag stellen. Het voelt nog steeds prettig aan om een ontdekking te doen in de details van een kunstwerk.
Onlangs stond ik zo goed als oog in oog met het wereldberoemde schilderij ‘Het Lam Gods’ van de gebroeders Van Eyck. Het was jaren geleden dat ik dit diep religieuze kunstwerk had gezien en ik was opnieuw verbaasd dat het zo groot was. Een audio-toestelletje in de vorm van een mobieltje belichtte details die ik vroeger niet had opgemerkt.
Oefening baart kunst, en dat is ook zo met het ervaren van kunst. De 10-seconden-look is écht te kort.

Art is something that makes you breathe
with a different kind of happiness.

Waarom bestaat kunst al vanaf de mensheid een voet op aarde zette? Misschien zit iets creëren diepgeworteld in de menselijke ziel?
Misschien bewijst de mens er zijn goddelijke afstamming mee?
Want ook ‘in den beginne’ werd er door een Almachtige Schepper een ongeëvenaard kunstwerk gecreëerd (Genesis 1:1).
Misschien wil de mens door het besef van zijn vergankelijkheid iets achterlaten, waardoor hij niet vergeten raakt?
Scheppen zit in ons bloed. Als je door een kleuterklas wandelt merk je al vlug dat er in dat groepje mini-mensjes heuse kunstenaars zitten. Ik krijg af en toe een fantastisch kunstwerk van een van de kleinkinderen en hoop dan dat ze die gave om ongeremd hun fantasie uit te beelden nog lang mogen bezitten. Kleine kinderen zijn grote kunstenaars. Pablo Picasso beaamde dit en voegde er aan toe dat het moeilijk wordt een kunstenaar te blijven als je groot wordt.
Eens volwassen verliezen we veel spontaniteit en brokkelt onze fantasie af. Droge cijfers en feiten redeneren de verbeelding weg. Niettemin blijven ‘grote mensen’ ontvankelijk voor kunst in al zijn verschillende vormen. Sommige zielen openen zich opnieuw tot grote scheppingskracht, anderen zoeken ontroering, zin en schoonheid in het maaksel van de kunstenaar.

Kunst heeft twee kanten en de ene kan niet zonder de andere. Aan de ene kant zit de schepper die zijn gevoelens en verbeelding uitdrukt en aan de andere kant staat de waarnemer, die door de kunst te bekijken gevoelens en verbeelding krijgt.
Het gebeurt dat een kunstwerk voor de bezoeker dingen onthult en gevoelens wakker maakt die de maker niet bewust  heeft voorzien. Daar ligt de magie van de kunst.

Eén van de sterkste motieven die de mens naar kunst en wetenschap leidde,
is de ontsnapping aan het alledaagse.
( Albert Einstein)

Ik hou van dichters en gedichten en waag me soms zelf aan dichten. De soms melancholische dichtertaal kan een mens diep raken. Woorden zullen nooit meer zo maar woorden zijn als een gedicht je hart beroert. Een gedicht kan schilderen, zingen en dansen op een manier waar je zelfs geen woorden voor vindt.
Buiten een zeldzaam gedicht waag ik me ook aan andere schrijfsels. Ik heb een speciale band met de 26 letters van ons alfabet. Soms krijg ik kriebels om die letters te manipuleren en heb ik heden, verleden en toekomst in mijn hand. Ik laat geliefden uit een ander oord weer spreken, goochel met krachten en machten, laat onwerkelijkheid werkelijkheid worden. Natuurlijk klopt niet alles wat ik schrijf – kan er nu een draak uit een computerspel springen (mijn eerste kinderboek), om zo maar iets te zeggen – maar dat is weer de magie van kunst.
Wat we in een roman lezen of in een film zien komt niet steeds overeen met de werkelijkheid, maar laat ons wel stilstaan bij ons eigen leven.

Kunst kan alles, tegelijk en door elkaar. De tegenstellingen van het leven zoals goed en kwaad, lust en liefde, geluk en pijn, worden in kunstobjecten getoverd om ons mee te nemen in de wonderlijke wereld van verbeelding, om ons uit onze cocoon te halen, om iets te vinden en te herkennen.
Kunst kan als een oeverloze rivier gevaarlijk stromen, of breekbaar stil zijn – voor de waterval van begrip ons meesleurt in zijn val.
Kunst kan ons tot tranen toe beroeren, ons uitermate verwonderen, ons boos maken, of ons hart verkillen.

In het werk van de schilder, de muzikant, de architect en de regisseur spiegelen we ons eigen bestaan. Dit is soms heel confronterend en misschien is dat de reden waarom we in een musea vluchtig de ene zaal na de andere zaal afwerken.
Ik heb wel mijn bedenkingen over kunst die platvloers en commercieel wordt, en die louter financieel succes nastreeft. Is het dan nog kunst? Toon Hermans schreef al:

In onze tijd worden veel meer kunstenaars ‘gemaakt’ dan geboren. Er is zoveel bluf en zoveel propaganda die niets meer met de waarheid te maken heeft, en op artistiek gebied worden ons regelmatig knollen voor citroenen verkocht, en schitteren de sterren aan het firmament van de schone kunsten, die wezenlijk geen greintje licht verspreiden, maar een kitscherig soort glans danken aan allerlei vormen van misleidende publiciteit.

Kunst creëren mag niet alleen gericht zijn op presteren, maar moet vooral het hart bevredigen. Natuurlijk is iedereen gevoelig voor een compliment en het winnen van een of andere prijs, maar het scheppen op zich vertrekt uit het hart naar het hart.

In onze gefrustreerde wij-zij-ik- wereld ligt misschien een stukje genezing in het bezoeken van concerten, theaters, tentoonstellingen en musea. We bevinden ons daar tussen mensen die we niet kennen, die innerlijk en uiterlijk heel verschillend zijn, maar die gelijkstemmend kunst komen ervaren. We zien of horen werken van mensen die we niet kennen, die anders denken en redeneren en die ver of dichtbij wonen, maar die ons door hun verbeelding kunnen ontroeren en begeesteren.

Art is our one true global language.
It knows no nation,
it favors no race,
and it acknowledges no class.
It speeks to our need to
reveal, heal and transform.
It transcends our ordinary lives
and let us imagine what is possible.
(Richard Kamler)

De meeste mensen hebben wel al gehoord van Michelangelo, de Italiaanse beeldhouwer. Hij was ook een schilder, dichter en architect. Eén van zijn marmeren kunstwerken bevindt zich in ons land. In de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Brugge kan je ‘de Madonna en het Kind’ bewonderen. Het is het eerste beeldhouwwerk van Michelangelo dat Italië verliet. Ik kan me moeilijk voorstellen hoe zulk een kunstwerk met slechts een hamer en een beitel zo gedetailleerd uit een blok marmer tot stand gekomen is.  Daarbij krijg ik dan het beeld van een andere beeldhouwer voor mijn netvlies: mijn Hemelse Vader. Hij gebruikt figuurlijk een hamer en een beitel om mij door mijn dagelijkse ervaringen te vormen tot een meesterlijk kunstwerk.

Michelangelo was 13 jaar toen hij bij een leermeester in de leer ging. Hij volgde zijn instructies en meer dan 70 jaar lang schiep hij kunstwerken die door de hele wereld nog steeds bewonderd worden. Zoals Michelangelo moet ik proberen begrijpen en geloven dat het mogelijk is om dag na dag, beetje bij beetje, te veranderen in een kunstwerk.
Onze keuzes geven vorm aan onze ziel. God zal ons met zijn ‘hamer en beitel’ laten uitstijgen over onze zwakheden en onvolkomenheden. Als we ons eeuwig perspectief begrijpen dan kan ons leven een waarlijk meesterwerk worden.

The best artist is God.

Michelangelo’s bekend gezegde: ‘In elke blok steen zit een beeld verborgen’ , zouden we wat dieper moeten laten zinken in onze uitlatingen en gedachten over onze medemens. We lezen en horen de dag van vandaag teveel scheldwoorden en pesterijen. Haatmails zijn in en hoe grover hoe meer likes. De wereld is ons dorp geworden en we zouden er goed aan doen om allemaal dat ‘beeld’ te zien in de ander. Dirk de Wachter formuleerde het zo:

‘Als de nood hoog is, is de redding nabij. Onze tijd kenmerkt zich door een hoge nood aan betekenis, aan zin, aan zijnsgrond. Kunst is hier van groot belang.’

Als kunst kan meehelpen aan de verzuring van de maatschappij wil ik mijn steentje bijdragen. Ik zal blijven harpen, blijven schilderen, blijven schrijven. Niet voor de prestatie op zich, maar met de bedoeling een mensenhart te raken. Ik zal ook wat meer tijd nemen om naar kunst te kijken of te luisteren. Mijn hart wil ook geraakt worden. Kunst is zo belangrijk, want, weet je:

The earth without art

is just eh

 

Geef toe, een leven met alleen maar ‘eh’ is geen leven. Dus, weg met de 10-seconden-look. We zien wat we willen zien. En neen, het is niet omdat je selfies neemt met een kunstwerk op de achtergrond (en het ‘arties’ noemt) en dus enkele seconden langer in ’the picture’ staat, dat kunst je dan zal verrijken. Eh?

Tip: Hou de ‘nacht van het museum’ in het oog van onze verschillende steden,
en hou ook het programma van de ‘Slow Art Day’ (zaterdag 14 april 2018)  in de gaten, dan kan je onder begeleiding van een kunstkenner heel wat te weten komen.
Bezoek een kunststad, of de kunst in je eigen dorp.
Volg een cursus beeldhouwen, of …
Beluister een CD van Mozart, …
Lees het boek ‘Vlaanderen in de kunst’ (Dimitri De Maesschalck)

 

 

De schoonheid van meditatie.

Ik hou van rustige plaatsen waar ik tot mezelf kan komen: een leeg strand, de eenzame hoogten in de bergen, de weidse polders en vlakten, holle wandelwegen en ellenlange bosdreven. En als ik het verkeersgedruis kan neutraliseren, zijn er in onze tuin ook enkele hoekjes die me rust bieden.
De stad jaagt me meestal op, maar af en toe is er een gebouw dat me tot stilte uitnodigt. Ik heb het niet alleen over een kerk of een kapel, maar ook in bepaalde musea, bibliotheken en verrassende boekenwinkels gaat mijn hart langzamer kloppen en is de tijd even zijn plaats kwijt.
Onlangs genoot ik  van zo’n tot reflectie -uitnodigend plekje in Lingfield, Engeland. Rond een Mormoonse tempel ligt een vrij-toegankelijk park van ongeveer 12ha. De unieke sfeer die dat domein uitstraalt, liet me mijmeren over mijn leven.
‘Een mooie plaats om te mediteren’, knipoogde een vriendin die ‘mijn bankje’ passeerde.

Meditation is a wonderful way
to shut down the outer noise
so that you may pay attention
to the universal inner message.
(Debasish Kridha)

Mediteren … meditatie … mindfulness …zen …
Ik heb het niet zo voor die zweverige rituelen – met of zonder oergeluiden – die promoten je geest leeg te maken. Ik wil mijn geest niet leegmaken, ik wil hem juist ten volle benutten en ontwikkelen. Is mediteren te oosters voor mij, een westerling?
Ik ben er wel van overtuigd dat een mens geregeld tot rust moet komen. We hebben zo’n druk leven en er gebeurt zoveel rondom ons, dat we het best wel moeilijk vinden om even stil te staan, om de wereld te laten draaien met alle satellieten eromheen en om de pauzeknop in te drukken. We moeten af en toe over ons leven nadenken. We moeten af en toe evalueren of we wel op die weg staan die we willen bewandelen. We moeten af en toe reflecteren wat we het belangrijkste vinden in ons leven en ons dan afvragen of we al die poespas rond ons correct gebruiken om dat belangrijkste te bereiken.
Wel, zo stilstaan, nadenken, reflecteren, dat is mediteren, toch?
Meditatie heeft veel gezondheidsvoordelen. Ik ben ervan overtuigd dat mediteren goed is voor je lichaam en je geest, het brengt je tot rust en je kan de stress loslaten. Door te mediteren kom je dichter bij je ware ik. Het kan een spirituele belevenis zijn, waar je geest hogere waarheden onderschept.

In de stilte van het denken
hoor je de antwoorden.
(inspire.nl)

David O. McKay zei: ‘We besteden te weinig aandacht aan de waarde van meditatie. Meditatie is de taal van de ziel. Zij is omschreven als ‘een vorm van innerlijke toewijding, of geestelijke oefening, bestaande uit een diepe, voortdurende overpeinzing van een bepaald godsdienstig thema.’ Meditatie is een vorm van gebed. Meditatie is een van de vertrouwelijkste, heilige deuren waardoor we in de tegenwoordigheid van de Heer komen.’
Ik hou van David O. Mc Kay’s omschrijving van meditatie als ‘diepe overpeinzing’. Dat is wel wat anders dan je ‘geest leegmaken’.
Als christene ben ik gaan nadenken of Jezus Christus ons op het vlak van mediteren ook een voorbeeld heeft gegeven. En ja, voor Hij zijn bediening begon, verbleef Hij 40 dagen op een eenzame plaats om te vasten en te bidden (Mattheus 4). Daar zal Hij gemediteerd hebben over zijn verantwoordelijkheid in die grote zending die voor hem lag. In Lukas 6 las ik dat voor Hij de diepzinnige bergrede hield, Hij zich op een berg had afgezonderd om met God te communiceren. Hij deed hetzelfde na een drukke sabbat, toen Hij bij Petrus logeerde en Hij vroeg in de morgen opstond. Toen ze naar Jezus zochten, bleek Hij zich te hebben afgezonderd (Marcus 1:35-36). Na 5000 mensen te eten hebben gegeven, vroeg Hij de apostelen om de mensen naar huis te sturen. Jezus ging dan de bergen in om alleen te zijn (Mattheus 14: 23).
Ik heb het ook wel eens nodig om alleen te zijn, om na te denken over mijn verantwoordelijkheden en om inspiratie te krijgen.

Als u leert mediteren, kunt u dichter bij de Heer komen dan u zich kunt voorstellen.
Laat uw geest door de Geest onderricht worden.
(Harold B. Lee)

Meditatie kan ons voorbereiden op een diep, persoonlijk gesprek met de Heer. Voor we onze mond opendoen, zouden we de fysische wereld moeten proberen loslaten om ons beter te kunnen concentreren op het innerlijke, op ideeën en op gevoelens.
Ik weet uit ervaring dat dit niet zo gemakkelijk is. Mijn gedachten dwalen nogal vlug af, de deurbel onderbreekt mijn rust, de telefoon rinkelt, onze koekoeksklok roept heel duidelijk het uur, de vuilniskar rammelt voor het huis, kinderen maken lawaai, de wasmand loopt over, mijn maag kondigt aan dat het tijd is om achter de kookpot te staan, kortom, ik ben bezorgd en afgeleid door heel veel dingen.
Het is niet voor niets dat ook Jezus eenzame plaatsen opzocht. Dat kunnen we ook. Het liefst zou ik me met een vingerknip willen verplaatsen naar een zonnige alpenweide om mijn gesprek met God voor te bereiden. Maar ik kan dat trucje nog niet. Ik moet tevreden zijn met de stilteplekjes rondom en in ons huis, -waaronder een badkamer die op slot kan. Ik kan de telefoon van de haak nemen en mijn mobieltje uitzetten en een tijdstip kiezen waarop ik het minst gestoord kan worden.
Ik besef dat ik ervoor moet zorgen om het niet te druk te hebben, zodat meditatie niet onderaan het lijstje komt te staan. Ik wil er tijd voor nemen, want ik weet dat het belangrijkste wat ik ooit zal weten, niet via mijn ogen en oren komt, maar door een innerlijke bevestiging.

If you want to find God,
hang out in the space
between your thoughts.
(Alan Cohen)

Chauncey C. Riddle schreef: ‘Meditation can not be taught, because it is something personal and private; it is the venturing of the soul into the unknown. But it can be learned by anyone who has the courage to think for himself. A likely initiation to meditation is to ponder the Scriptures, the words of the living and the dead prophets of God. Banish all commentaries for a moment, forget hearsay teachings. What does the Lord actually say.’

Mediteren is inderdaad heel persoonlijk. Op het internet zijn er genoeg tips te vinden door allerlei psychologen, therapeuten en goeroe’s, maar het blijft een persoonlijke aanpak. We moeten zelf eerst beseffen dat we een tweeledig wezen zijn: lichaam en geest. We moeten zelf de deur tot onze geest openzetten. We moeten zelf de rust en de stilte opzoeken.
Meditatie vervangt bidden of schriftstudie niet, maar het vermindert wel stress en biedt je een gelegenheid om aan Christus en de zegeningen van het leven te denken.

Meditatie is je verstand tot rust brengen. Zo kan je beter voelen wat de Heer je wil zeggen, zo kan de Heilige Geest beter met jou communiceren.
Mediteren over alles waar je dankbaar voor bent, vernietigt bittere gedachten en ontevredenheid, en geeft liefde in de plaats.
Meditatie opent de deur voor liefde, gebed, God, licht, dankbaarheid, en al het goede om je heen.

Meditatie is de bries die naar binnen waait
als je het raam open laat.
(inspire.nl)

In deze tijd van opkomende rassenhaat en onverdraagzaamheid, van secularisatie en spotten met geloof, van mensonterende toestanden en raketten die stand by staan, worden we overrompeld met kleine en grote zorgen, met gevoelens van onmacht, boosheid en afkeer. We weten niet meer, of zijn vergeten, wie we echt zijn.
Ik wil wat meer ‘mijn stilteplekjes’ opzoeken, de pauzeknop induwen, het raam van mijn ziel openen en luisteren naar het goddelijke in mij.

Be still
and know
that I am God.
(Psalm 46: 10)

 

 

De wisselvalligheid van het leven.

Het weer in ons landje is heel wisselvallig, typisch Belgisch: onstandvastig, veranderlijk, afwisselend zon en wolken, buiig.
Niet alleen in het weerbeeld, ook binnen een typisch gezin kan het er wispelturig aan toe gaan. Vrolijke kinderen kunnen ineens humeurig en nukkig reageren. Een heel zekere tiener kan plots onzeker gedrag vertonen. De stemming van volwassenen kan omslaan door allerlei factoren – van het krijgen van een belastingbrief tot het winnen van de favoriete voetbalploeg. Zelfs huisdieren zijn niet immuun voor grilligheid. Een brave hond kan wild worden en een lieve poes kan ineens in je gordijnen hangen.

Remember that life
is full ups and downs.
Without the downs
The ups would mean nothing.
(Kushandwizdom)

We kunnen allemaal beamen dat het leven wisselvallig is. Het kan bij momenten echt fantastisch zijn, maar ineens keert het tij – en dat kan zelfs heel snel. Niemand ontsnapt eraan en het kan elk ogenblik gebeuren, we hebben het niet in de hand. Niemand weet wanneer iets ergs zal gebeuren, hoe het zal gebeuren en of het wel zal gebeuren. Het heeft niets te maken met je goedheid of slechtheid, het leven zit vol wisselvalligheden. Iedereen krijgt te maken met ups en downs. Vreugde kan omslaan in verdriet, dromen vallen in stukken, grote plannen moeten aangepast of weggeborgen worden door onverwachte omstandigheden.

Nog deze vakantie genoot ik het ene moment van een leuke citytrip en het andere moment werd ik verscheurd door een nachtelijk telefoontje. Tja, dit is het leven: heel wispelturig en we moeten ermee leren omgaan. Al deze veranderingen maken ons nederig, zetten ons met een plof met beide voeten weer op de grond en stellen ons geduld en ons geloof op de proef. We worden binnenstebuiten gekeerd en kunnen er zelfs ziek van worden.

You have power over your mind
-not outside events.
Realize this, and
you will find strenght.
(Marcus Aurelius)

Menselijk gezien zouden we alle lichamelijke, emotionele en geestelijke pijn uit ons leven willen bannen. We zouden ons hele leven in een rustige comfortzone willen uitbouwen, omringd door een fantastische begripvolle familie en een bende leuke, goede vrienden. Maar mochten we echt de deuren van verdriet en zorg kunnen sluiten – wat trouwens heel verleidelijk klinkt, dan zouden we wel eens onze beste vrienden en weldoeners nooit leren kennen. Bovendien zouden we heel wat ervaringen mislopen. En de onvoorspelbaarheid van het leven zorgt er wel degelijk voor dat we geestelijke spierkracht ontwikkelen, zoals geduld, volharding en zelfbeheersing.

Along the road (Robert Browning Hamilton)

I walked a mile with Pleasure.
She shattered all the way,
But left me none the wiser
For all she had to say.

I walked a mile with Sorrow,
And ne’er a word said she;
But oh, the things I learned from her
When Sorrow walked with me!

Het leven zelf sluit soms ook deuren voor ons. Ik denk dan aan een vriend die ver gaat wonen, een studierichting die niet goed verloopt, een huwelijk dat kapot gaat, een geliefde die sterft, een job die we kwijtraken, een ziekte die een beperking oplegt, enz.
Die gesloten deuren brengen pijn en hartzeer mee. Maar zoals een gezegde zegt: ‘Waar een deur sluit, gaat een andere open.’
Die andere deur nodigt ons uit om andere ervaringen op te doen en om andere terreinen van ons ‘zijn’ te ontdekken. Als ik terugkijk naar enkele van mijn ’toegesmeten’ deuren, dan moet ik toegeven dat mijn immuniteitsziektes me veel geduld en meer empathie hebben onderwezen. Ik heb meer oog gekregen voor innerlijke kwaliteiten dan uiterlijke tierlantijntjes.
De stopzetting van mijn carrière heeft een deur vol creativiteit open gezet en ik geniet er met volle teugen van.
Door het afscheid van een goede vriendin geniet ik nu meer bewust van de vriendschappen die overblijven.
De onverwachte wendingen in mijn leven hebben mijn geloof ook een boost gegeven. Het volgende vers heeft me troost en moed gegeven in moeilijke periodes:

‘ Want er moest wel een tegenstelling in alle dingen zijn. Indien die er niet was,… dan kon er geen rechtvaardigheid worden teweeggebracht, noch goddeloosheid, heiligheid noch ellende, goed noch kwaad. Daarom moesten alle dingen wel een samengesteld geheel zijn; want, indien het één geheel was, zou het wel als dood moeten blijven, hebbende leven noch dood, verderfelijkheid noch onverderfelijkheid, geluk noch ellende, gevoel noch gevoelloosheid.’ (2 Nephi 2: 11)

Door naar andere moedige mannen en vrouwen op te kijken die grote tegenstellingen ervaarden en hun leven op een hoger niveau brachten, heb ik moed gekregen en ook een beter begrip in het ‘waarom’ van die tegenstellingen. Ik denk dan aan helden uit de Schriften zoals Mozes, Jozef, Moroni, Esther en Maria, om er een paar te noemen. Maar ook aan vroegere en hedendaagse helden zoals Helen Keller, Maarten Luther King, Christoffel Colombus, Pater Damiaan, Tim Ballard, Stephanie Nielson (zie filmpje onderaan), en nog vele anderen.

De levenskunst bij het hebben van een chronische ziekte
is al je energie erop richten
om goed te leven in een slechte situatie.
(inspire.nl)

Spencer W. Kimball zei: ‘One time or another, we all face adversity’s chilling wind. One man flees from it, and like an unresisting kite, falls to the ground. Another yields, not retreating an inch, and the wind that would destroy him lifts him as readily to the heights. We are not measured by the trials we meet, only by those we overcome. It all depends on attitudes.’

We willen een leven zonder problemen, maar dat is niet de bedoeling. We gaan door deze sterfelijke ervaring om te leren zoals onze Hemelse Vader te worden, en moeilijkheden zijn de smeltovens die ons daarop voorbereiden.
Niemand is uitgesloten van de ups en downs in de rollercoaster van het leven. Vreugde en verdriet, overvloedige tafels en financiële stress wisselen elkaar af. Als ons leven onverwachts een draai neemt die we helemaal niet willen, dan hebben we zorgen en stress. Eén van onze opdrachten is om deze moeilijke periodes positief en optimistisch te doorstaan. Misschien moeten we beter begrijpen wat het verschil is tussen geluk en vreugde. Tim Hansel uitspraak over dat verschil tussen happiness en joy heeft mij wat meer inzicht gegeven:

‘There is nothing wrong with happiness, it’s wonderful. The only problem is that it is based on circumstances, and circumstances have a tendency to shift. Most people who live with chronic pain (or chronic problems) have a hard time being happy. That is to be expected. Although there are moments of laughter, nothing seems to stay.
Joy on the other hand is something which defies circumstances, and occurs in spite of difficult situations. Whereas happiness is a feeling, joy is an attitude.’

Ik ga graag wandelen in de bergen. Nog niet zo lang geleden wandelden mijn man en ik tussen de imposante Dolomieten. Het was een zonnige dag en we genoten van de alpenweiden en de prachtige zichten. Ineens begon het te waaien en uit het niets verschenen donkere wolken. Enkele minuten later plensden de regendruppels om ons heen. Gelukkig hadden we regenjassen in onze rugzak en werden we niet al te nat.
In feite is het leven een beetje zoals deze wandeling. We gaan optimistisch op stap, maar we moeten voorbereid zijn en ‘regenjassen’ in onze rugzakken hebben.
Op een andere dag was de bergwandeling wat zwaarder dan we gedacht hadden. Af en toe doemden er super steile paden op voor onze neus. Op ons eigen tempo, stap voor stap, met af en toe (veel keer af en toe) een rustpauze, en met het eindpunt voor ogen, genoten we van het uitzicht en van elkaars gezelschap.
Omgaan met de wisselvalligheid van het leven vereist een juiste houding: het is goed om een zonnige dag met een glimlach te verwelkomen en een bbq in je gedachten, als je er maar rekening mee houdt dat de zon van korte duur is. En als je op die manier ook omgaat met de donkere nacht, dan begin je de goede levenshouding te snappen. We moeten ook niet verder willen lopen dan we kracht hebben, en genieten van de mensen om ons heen Even op adem komen is ok.

Op verschillende momenten in mijn leven heb ik moeten toegeven dat God meer weet dan ik, dat Hij ziet wat ik niet kan zien. Dat was een lesje in koppigheid en ‘het beter weten’.
‘Want Mijn gedachten zijn niet uw gedachten,
en uw wegen zijn niet Mijn wegen,
spreekt de Heere.
Want zoals de hemel hoger is dan de aarde,
zo zijn Mijn wegen hoger dan uw wegen
en Mijn gedachten dan uw gedachten.
(Jesaja 55: 8-9)

Ik kan de moeilijkheden en de stormen van mijn leven niet voorspellen, zelfs niet degene die vlakbij liggen, maar als gelovig persoon weet ik zonder twijfel dat het beste nog moet komen.

Geef anderen de schuld niet,
ook God niet.
Knees on the floor, yes.
Fist in the air, no.

Wat ik met de jaren ook beseft heb, is dat tijdens mijn grote ‘levensmoeilijkheden’ er altijd mensen waren die een deel van mijn last wilden helpen dragen. Dat geeft me zo’n rustgevend gevoel. Weet je, we moeten niet altijd alles alleen willen oplossen. We leven echt niet op een onbewoond eiland. We moeten misschien onze trots opzij zetten en wat nederiger hulp aanvaarden. Het is gemakkelijker om een positieve levenshouding te hebben als we zowel liefde geven als ontvangen.

Als mama heb ik dikwijls mijn kinderen moed toegesproken als ze ontmoedigd waren:
‘Kop op, alles komt uiteindelijk goed, geloof me maar.’
Alle ouders weten dat, we hebben immers al zoveel woelige waters doorzwommen.
Hemelse Vader en Christus weten dit ook:
‘Heb goede moed: Ik heb de wereld overwonnen.’ (Johannes 16: 33)

Ik heb een zoon waarvan ik niet meer kan tellen hoeveel ziekenhuisopnames hij al gehad heeft. Hij heeft er veel littekens aan over gehouden. Ik heb er ook een paar.
Soms schamen we ons voor onze littekens maar littekens kunnen echt wel iets betekenen. Iedereen wordt door het leven getekend, maar bij de één zijn die littekens duidelijker zichtbaar dan bij de ander. Die littekens doen er wel toe. Ze laten zien dat je geleefd hebt, dat je je niet voor het leven hebt verstopt.’ (Diana Golden)

Life is good despite the challenges,
life gets better and better
because of meeting life’s challenges head-on.
(Janet Lee)

Weer of geen weer, ik ga ervoor! Jij ook?

Bekijk hieronder het inspirerende verhaal van Stephanie Nielson:

 

Mens, wie ben jij?

San Marco plein

Ik zit op een marmeren bankje, zet mijn zonnebril wat steviger op mijn neus, duw de zonnehoed wat vaster, en kijk verwonderd, verdwaasd en ietwat verblind door de felle middagzon naar al dat leven om me heen. Honderden mensen slenteren over het San Marco plein, zich vergapend aan het Dogepaleis, de kathedraal en andere monumenten. Ellenlange rijen toeristen wachten op hun beurt om al dit moois ook van binnen te bewonderen. Enkele kinderen trekken zich los uit de wachtende slang en verschrikken lachend een bende duiven die klapwiekend voor meer dan één fotogenieke afdruk zorgen.
Ik hoor een mengelmoes van Duits, Italiaans, Engels, en zo waar enkele Nederlandse woorden. En tussen die ietwat bekende klanken zweven vreemde, rauwe, sissende en zangerige noten tussen korte en lange broeken, tussen zwierige en piepkleine rokjes.
Dikke, dunne, lange, korte, grote en kleine mensen flaneren langs mijn netvlies. Zwarte, bruine, witte en ‘besproete’ armen en benen zwaaien en draaien, ter plaatse, of omhoog en omlaag. Onder krullend, stijl, kort, lang, donker en blond haar priemen lachende gezichten.
Ik neem de hand van mijn liefste en fluister- bijna dronken van blijdschap- in zijn oor: ‘Zie jij het ook? Er is hier maar één ras met een verscheidenheid aan huidskleuren en andere lichamelijke eigenschappen. Prachtig, toch?’

Alle mensen zijn hetzelfde.
Het zijn slechts hun gebruiken die verschillen.
(Confucius)

Het probleem is, dat ik niet altijd geloof dat we zoveel op elkaar gelijken: blanken en zwarten, christenen en moslims, boeddhisten en atheïsten, mannen en vrouwen. Als we in elkaar meer gelijkheid zouden vinden, dan zouden we misschien toch Utopia kunnen bouwen, dan zouden we iedereen als familie zien.
Hoe ouder ik word, hoe meer de verschillen wegvallen. Iedereen heeft hier op onze planeet hetzelfde begin – onze geboorte- en iedereen heeft hier ook een einde – onze dood. Waarom bestookt men ons dan langs alle kanten met de gedachte dat we heel veel van elkaar verschillen? Is dat zo?

In iedere mens is iets van alle mensen.
(Georg Christoph Lichtenberg)

Als je bij goed zomerweer op een terrasje zit kan je gezellig ‘mensen kijken’. Af en toe hoor en zie je wel eens dingen waardoor er binnen in jezelf een ketting van gedachten losbarst – al dan niet veroordelend. De ene keer kleven we het etiket arm, dwaas, verwaand en onbelangrijk. Maar even later plakken we er verstandig, sterk, begeesterend en aantrekkelijk op. De manier waarop we naar een mens kijken bepaalt onze mening. Heel dikwijls is ons zicht beperkt, gekleurd en onjuist.
Met de jaren heb ik al veel mensen ontmoet, sommigen zijn geschenken, anderen zijn lessen, allen zijn uniek.

Ik las eens in het tijdschrift happinez:

Stel dat we aura’s konden zien,
een kroon van licht, die elk gezicht omlijst,
dat je aan de buitenkant kon zien,
al die schoonheid, al die kleuren:
de ziel van de ander,
dan zou je nooit meer vergeten
hoezeer ieder mens van betekenis is.

Is de mens zoals een vlinder die een tijdje rondvliegt, voor nakomelingen zorgt, overlijdt en dan verdwijnt? Wat is de mens? Een verheven diersoort? Het toevallige resultaat van een of andere evolutie? Of is er meer aan de hand?
Zita nieuws (28/07) blokletterde volgende titel:

DE MENS KOMT UIT STERRENSTELSELS HIER VER VANDAAN

In de bijbel lezen we dat God de mens schiep naar zijn eigen beeld, dat we kinderen van God zijn, erfgenamen door Christus.
Ons menszijn begrijpen, onze relatie tot de eeuwigheid, tot de wereld waarin wij leven en tot de werelden die voor ons liggen, dit begrijpen is de belangrijkste tocht die we kunnen ondernemen. We bereiken deze kennis door te luisteren naar wat sommigen de innerlijk kern noemen, of de goddelijke kern, of inspiratie, of openbaring.
Is het niet prachtig om te beseffen dat de mens al bestond voordat hij hier op aarde kwam? Dat de mens een zoon of dochter van God is en dat in hem een goddelijke vonk huist? Zou het niet fantastisch zijn moesten we erkennen dat de mens in embryonale staat alle eigenschappen en machten van God in zich heeft?

Durf te beginnen aan
de langste reis in een mensenleven:
van je hoofd naar je hart.
(David Hodges)

‘En Hij maakte uit één bloed heel het menselijk geslacht.’ (Handelingen 7: 26)

… Hij verwerpt niemand die tot Hem komt, zwarte en blanke, slaaf en vrije, man en vrouw; en Hij is de heidenen indachtig; en allen zijn voor God gelijk, zowel de Joden als de andere volken.’ (2 Nephi 26: 33)

Wat een verschil zou het zijn moest iedereen elk ander behandelen als een kind van God, moest iedereen bezorgd zijn om het welzijn van alle mannen en vrouwen, wat hun geloof, ras of nationaliteit ook is. We zien jammer genoeg, dat diepe verschillen van ras, afkomst, politiek, religie, economische status en cultuur, over de hele wereld mensen scheiden.

If we are to build and maintain strong and righteous individuals and caring communities in the future, we must break down the barriers which separate us from others and build bridges needed to create peace and harmony. This can occur only if we respect, understand, accept, and appreciate others for the admirable qualities they possess.
Racism is an offense against God and a tool in the devil’s hand.
(Alexander B. Morrison)

Niemand is een eiland. Wij zijn allemaal verbonden met elkaar. Wat verbindt ons zoal? Dat is zoveel: kunst, cultuur, poëzie, lieratuur, geschiedenis, .. Maar ik denk ook kinderen, want zij zijn de toekomst van elke natie. Ouders moeten bezorgd zijn om de kinderen – alle kinderen – niet alleen hun eigen kroost.
Armen en behoeftigen zijn er ook overal. We moeten voor hen zorgen. We moeten boven de stereotype vooroordelen stijgen. We moeten leren naar anderen kijken met liefdevolle ogen, hen niet bezien als vreemdelingen, maar als medeburgers, als kinderen van God.

God’s second commandment,
love they neighbor,
clearly leaves no room for racism.
(Neal A. Maxwell)

Ik sta recht. De drukte op het San Marco plein is nog toegenomen.
Ik glimlach.
Wat is het heerlijk om een mens te zijn, om te leven.
Wat is het fijn om een gewoon mens te zijn, om naar het spel van de lucht en de wolken te kijken, om te genieten van de natuur en van een lekkere maaltijd.
Wat doet het deugd om naar kinderen te kijken en te lachen.
Wat een voorrecht is het om te kunnen spelen, werken, dromen en fantaseren.
Wat is het fantastisch om een mens te zijn die kan denken, liefhebben en tevreden is.

Wat heerlijk om een mens onder de mensen te zijn.

Wat heet ‘gelukkig zijn’?

gelukkig zijn in de Dolomieten

Mensen die me goed kennen weten dat ik me gelukkig voel als ik kan lezen. Voel je even mee?
Ik … onder een blauwe hemel met hier en daar een witte kerosinestreep,
Ik … in de schaduw van een bladerdak met honderden kastanjeblaadjes,
Ik … alleen in een kleine groene oase van rust,
Ik … met klaterend water en een zanglijster op de achtergrond,
Ik … met een leesbril op mijn neus,
boek in een hand,
papier en pen binnen handbereik,
Zalig gewoon!

 

Op een van die gelukkige ontspanningsmomenten las ik ’t volgende:

‘Alles wat ze (school) ons bijbrengen, mon ami, is een afleidingsmanoeuvre. Binomiale formules, citroenzuurcyclus, Franse grammatica, perspectief tekenen, eisprong, driesprong, continentenverschuiving, haplotypering – allemaal bedoeld om te zorgen dat geen van ons op het idee komt om te vragen: ‘En hoe is het als je sterft? Hoe vind je een huis? Hoe vind je de juiste vrouw? Wat is de zin van het leven? … Weet je, mon ami, ze verzwijgen het belangrijkste voor ons.’
‘En dat is?,’ vraag ik.
‘Hoe we gelukkig worden.’
‘Nee, dat is het niet. Ze verzwijgen voor ons hoe we merken dat we gelukkig zijn.’
(Nina George in ‘Duizend kleuren blauw.’)

Merken jullie het wanneer je gelukkig bent?

Er wordt veel over geluk en gelukkig zijn gezongen en geschreven. Kunnen we geluk zoeken, of moeten we het zelf maken? Wat maakt een mens gelukkig? Is plezier geluk? Brengt geld geluk? Kan je gelukkig zijn als je ziek bent? Zijn anderen zoveel gelukkiger als jij? Kunnen we uberhaupt in deze wereld nog wel echt gelukkig zijn?
Geluk laat zich niet zomaar vangen, zelfs niet met de voorzichtige inspanning zoals een kind een vlinder probeert te vangen in een vlindernetje. Ook niet met eindeloos geduldig wachten zoals een visser bij zijn lijn. Geluk vliegt of zwemt niet zomaar rond in ons zelfgemaakt of ingebeeld paradijs. Ons leven zit vol pijn en tegenslag. Geluk vind je niet, geluk moet je zelf maken. Is dat niet een geweldig feit? Geen enkele super rijke, super geleerde, super popster, super sportman, super economist, super politieker, super filosoof, geen enkel mens kan geluk kopen, of afbakenen, of egoïstisch voor zichzelf opeisen. Geen enkel mens, alleen jij, bepaalt of je gelukkig wil zijn.

Happiness and joy come
from what a person is,
not from what he or she possesses
or appears to be.
(Dallin H. Oaks)

Ik heb eens gelezen (ja, wat dacht je) dat wetenschappers ontdekt hebben dat iedereen een zogenaamd vast gelukspunt heeft, een persoonlijk geluksniveau. Bij de ene mens ligt dat wat hoger dan bij de andere. Maar de mens is in staat om zijn vaste gelukspunt te verhogen. Je bent zelf de sleutel tot je geluk. Alles wat je doet, zegt, denkt en voelt heeft een invloed op je gelukkig zijn.
Marci Shimoff (co-auteur van Chicken Soup for the Woman’s Soul) heeft een boek geschreven over geluk: ‘Happy for no reason’. Daarin schrijft ze dat we bepaalde gewoontes in ons leven dienen te ontwikkelen om gelukkig te zijn. Ze gebruikte de metafoor van een huis om die gewoontes in zeven belangrijke aspecten van het leven toe te passen:
De fundering: het nemen van verantwoordelijkheid over je eigen geluk,
vier hoekstenen: je gedachten, hart, lijf en ziel.
Het dak wat voor een geïnspireerd leven staat.
En de tuin met mensen die ons omringen.

Ik moest bij haar indeling denken aan een uitspraak van Joseph Smith:

Happiness is the object and design of our existence,
and will be the end thereof,
if we pursue the path that leads to it;
and that path is virtue,
uprightness, faithfulness, holiness,
and keeping all the commandments of God.

We zullen gelukkig zijn als we de weg volgen die ernaar toe leidt.
In de Schriften staat dat ‘ goddeloosheid nooit geluk bracht (Alma 41: 10). Wat voor moois de reclame ons ook wil laten geloven, er is geen geluk te vinden in alcohol of drugs, alleen verslaving. Er is geen geluk in geweld, alleen pijn en verdriet. Er is geen geluk in seksuele ontrouw, pornografie en andere misbruiken van die goddelijke gave, alleen afstomping en degradatie van de ziel. Wat de glitter van Hollywood ook voorschotelt, je hebt zelf de verantwoordelijkheid voor je eigen leven en hoe je dat ervaart.

Het geheim van geluk is vrijheid
en het geheim van vrijheid is lef.
(Thucydides)

De mens heeft de vrijheid om keuzes te maken, maar je draagt ook de verantwoordelijkheid voor die keuze. Het leven bestaat uit keuzes, je geluk is afhankelijk van de keuzes die je maakt. Heb de moed om goede keuzes te maken. Iedereen heeft al eens spijt van gedane keuzes. Soms moet je het verleden kunnen vergeten, loslaten, om dan opnieuw keuzes te nemen die je gelukkig maken.

Eén van de hoekstenen waarover Marci het had, zijn onze gedachten, onze waardigheid. Op het pad naar geluk zijn we eerlijk met onszelf. ‘Om gelukkig te zijn, moet je een beetje uit de spotlights blijven, anders verbrand je je aan de zon en komen je vleugels los, zoals bij Icarus. En dan val je van hoog. Het is alsof de media ons in een sjabloon willen drukken van succes, en voor sommige mensen is dat oké: die zijn getalenteerd, maar sommigen zijn dat niet en die voelen zich ongelukkig. Wees dankbaar voor wat je hebt’ (Dirk De Wachter)
We zullen gelukkiger zijn als we een eerlijk beeld van onszelf geven en als we naar ons geweten luisteren. Iemand zei eens: ‘Ik ben het gelukkigst als ik geen knagend geweten heb.’

Het gaat niet om de plek, noch de omstandigheden,
alleen de eigen gedachten, de eigen geest,
kan ervoor zorgen dat iemand
gelukkig of ongelukkig is.
(Roger L’Estrange)

Je gedachten kunnen je maken of breken. Geef gedachten die je beperken geen kans om een negatieve invloed uit te oefenen. Zoek iets waar je goed in bent, wat je graag doet. Als je je creatief inzet, dan voel je je gelukkiger. Want dan moet je wel bij je eigenste ik naar binnen gaan en dan vergeet je de wereld om je heen.

Nog hoekstenen waren ons hart en onze ziel, symbolen van onze gevoelens en liefde. We zijn gelukkig als we kunnen liefhebben. Blijvende relaties en vriendschappen maken echt gelukkig.
Als ik aan bepaalde mensen denk, dan verschijnt er bijna automatisch een gelukzalige glimlach rond mijn mond.

Als ik zo eens om me heen kijk en het dichte en verre nieuws volg, dan besef ik dat geluk ook is om zelf goed en slecht te kunnen herkennen. Daardoor zullen er goede keuzes gemaakt worden.
Mensen die een doel en een missie hebben in hun leven en er trouw aan blijven, zijn gelukkige mensen. Observeer maar eens vrijwilligers in rusthuizen, in scholen, in musea enz. Je zal een ander perspectief op geluk krijgen.
Je hebt het misschien al dikwijls gehoord, maar jezelf ontwikkelen is belangrijk om gelukkig te zijn. Je persoonlijkheid, je karakter opbouwen, maakt gelukkig. Je kan alleen gelukkig zijn, wanneer je de persoon wordt die je echt bent. Leef niet het leven van een ander. Je zal gelukkig zijn als je blijft werken aan je persoonlijke groei, op wat voor gebied ook.
Confucius zei:

Er is vaak verandering nodig
om altijd gelukkig of wijs te zijn.

Ik schreef in het begin van dit bericht dat het pad naar geluk ook heiligheid en het onderhouden van Gods geboden is. Voor je nu stopt met verder lezen of je wenkbrauwen optrekt, zal ik het even anders formuleren:

Wanneer je wilt dat anderen gelukkig zijn,
toon dan mededogen.
Wanneer je zelf gelukkig wil zijn,
toon dan mededogen.
(Dalai Lama)

Kijken naar mensen om ons heen en hen trachten te helpen is een geluksbrenger. Geluk vindt zijn wortels niet in een egoïstisch leven, je oogst wat je zaait. Ralph Waldo Emerson zei het op deze manier: ‘Het geluk is een parfum: wij kunnen het niet over een ander uitstorten zonder dat er een paar druppels op onszelf vallen.’Druppels van geluk zijn je zegeningen tellen en dankbaar zijn om wat je hebt. Materiële dingen brengen geen echt geluk. Iemand schreef eens: ‘Waar ambitie eindigt, begint het geluk.’ Ambitieus zijn en streven naar rijkdom is niet slecht, zolang het geen obsessie wordt. Phil Bosmans zei het perfect:

Bij het zoeken naar de diepste reden van menselijk geluk
heb ik nooit geld gevonden,
het bezit, de luxe, het niets doen, het profiteren, het feesten.
Bij gelukkige mensen vond ik aan de basis altijd
een diepe geborgenheid en een spontane vreugde
om kleine dingen
en een grote eenvoud.

Misschien heb ik het gelukkig zijn teveel in hokjes gepropt. Leo Tolstoy zei echter: ‘Gelukkige families zijn allemaal hetzelfde, terwijl iedere ongelukkige familie op haar eigen manier ongelukkig is.’
Misschien kruipt na dit alles te lezen er een gevoel bij jou omhoog van Yes! Ik kan best gelukkig zijn!
Of is het eerder Nee! Dat kan niemand!
Voor deze laatsten nog een stukje uit ‘The King and I’:
De koning van Siam lag op sterven en Anna’s dochter vroeg:

‘Was he as good … as he could have been?’
Anna answered: ‘I don’t think any man has ever been as good … as he could have been – but this one tried.’

Het lijf en de tuin Van Marci blijven nog onbesproken. Wat kan ik zeggen over het lijf? We weten allemaal voor ons lichaam zorgen, gezond eten en voldoende bewegen, ons gelukkig stemt.
En de tuin van Marci: onze tuin, ons huis, zijn dat plaatsen waar we gelukkig zijn? Je huis moet niet in de modeboekjes kunnen staan, maar je een geluksgevoel geven vanaf je de deur opent (ook al wacht er een berg was, of strijk). Versier je huis en je tuin met familie en goede vrienden. Een gelukkig gezin en echte vrienden zijn zijn onmisbaar op ons pad naar geluk.

Een mens beseft pas veel later hoe gelukkig hij wel was, … toen de kinderen klein waren, … toen hij een prachtig lichaam had, … toen hij nog goede ogen en oren had, … toen hij nog kon werken, … toen …
Stel dat gevoel niet uit! Ga naar buiten, geniet van de zon of van de schaduw, lach met je kinderen of je huisdier, laat een boek je leven veranderen, denk na over het pad dat jij mag bewandelen, en toast samen met Toon Hermans op jouw geluk:

De zon schijnt.
Je loopt in een schitterend landschap van mooie bomen,
en vers jong groen gras.
De hemel is blauw.
Je voelt je sterk en gezond
Blijf dan eens staan in dat landschap en geef je
eens rekenschap van dat geluk.
Je hoeft het niet af te kloppen.
Integendeel.
Geluk kan je vieren.

 

Fonteinen en afvoerbuizen.

fonteintje in tuin

In de warmte van de afgelopen dagen heb ik enkele dingen opgemerkt. Als de temperatuur boven een bepaald streepje een feestje bouwt, zoeken mensen water op: de zee, het zwembad, fonteinen, douches,… Levende wezens houden van sprankelend water. Het geeft verkoeling en biedt een zekere rust. Aan een waterpartij zit je zelden alleen, maar meestal is het goed gezelschap.
Volwassenen voelen zich even weer kind als ze met hun voeten in het water staan en het zijn niet alleen kleine kinderen die het leuk vinden over golven te springen of watergevechten uit te lokken.
Fonteinen vinden niet voor niets een plaatsje in vele parken en tuinen. Ze vormen een aantrekkingskracht voor picknick- dekens, zitbanken en heerlijke babbels, meestal vergezeld met frisse hapjes en drankjes.

Als de temperatuur te zwoel wordt, worden sommige lontjes korter. wolken sluieren de zon, onweerswolken pakken samen en bliksemschichten knallen door de lucht. Er zijn mensen die rapper uit hun slof schieten, of die beginnen zagen en klagen tot men hoofdpijn heeft (en die wordt dan op het weer gestoken).

Terwijl ik zit te genieten aan het kleine fonteintje in onze vijver, komt me een beeld voor ogen uit het boek van  Greg Trimble : ‘Dads who stay and fight’. Hij verdeelt de mensen in twee categorieën: er zijn fonteinen en er zijn afvoerbuizen.
Fonteinen sprankelen, ze geven leven, blijdschap en gelach aan ieder die hen omringt.
Afvoerbuizen hangen in donkere hoekjes, uit het zicht, altijd nemend, nooit gevend. Ze braken smerigheid en lelijkheid. Ze worden vuil en mensen struikelen er wel eens over.
Niemand neemt een foto van een afvoerbuis als herinnering voor later. Maar fonteinen, die worden ingekaderd, komen in foto-albums en blijven mooie herinneringen.

Soms zijn we afvoerbuizen en voelen we ons niet goed in ons vel. Maar wanneer we veranderen in een fontein, dan zijn we gelukkig.
De wereld zit vol afvoerbuizen. Een afvoerbuis zijn kost minder moeite dan een fontein zijn. Afvoerbuizen spenderen heel veel tijd om te zoeken waar het puntje op de i ontbreekt en waar de t geen streepje heeft. Bij zichzelf dat puntje of dat streepje zetten, is niet echt belangrijk. Maar ze houden ervan om anderen te wijzen op hun i’s en t’s. Ze zoeken voortdurend fouten bij een ander, geven bakken kritiek en trekken mensen naar beneden. In een moment van woede of met een verkeerde uitspraak vernietigen ze datgene waar jaren aan gebouwd is. Het zijn mensen die op de uitkijk staan om, wanneer er iets misgaat, zich erin vast te bijten. Elke moeilijke situatie in hun leven beschouwen ze als een persoonlijke aanval en ze denken dat iedereen hen wil kwetsen. ‘Ik zal hen terug pakken’ is hun houding en ze trekken een lijn en wachten tot iemand die oversteekt (of bijna) zodat ze kunnen uitvliegen.

Mensen onthouden de dingen die je zegt en vergeten het moeilijk. Wonden aan de ziel kunnen lang etteren.
In de bijbel in Jacobus 3 staat een prachtig stukje geschreven over ‘woorden zeggen’. Jacobus vergelijkt de tong, een heel klein lichaamsdeel, met het roer van een schip en met een klein vuur dat een hele hoop hout kan aansteken.
Het is voor iedereen een opdracht om aan dat kleine lichaamsdeel te werken.

Want wij struikelen allen in veel opzichten.
Als iemand in woorden niet struikelt,
is hij een volmaakt man,
die bij machte is
om ook het hele lichaam in toom te houden.
(Jacobus 3: 2)

We zullen allemaal inspanningen moeten leveren om opbouwende en bemoedigende woorden te spreken, om anderen niet naar beneden te halen, te roddelen, te mopperen of te klagen. Klagen maakt zelden dingen beter, maar bijna altijd maakt het de dingen slechter.

No misfortune is so bad
that whining about it
won’t make it worse.
Jeffrey R. Holland

Afvoerbuizen klagen en zagen. We hebben misschien allemaal wel eens een ‘Calimero’ houding, je weet wel, dat kuikentje dat alles zo oneerlijk vindt. En jazeker, iedereen heeft problemen en we voelen ons allemaal wel eens oneerlijk behandeld. Maar soms zitten we zo verstrengeld in die gedachte van ongelijkheid en oneerlijkheid, dat we meer tijd spenderen aan het klagen er over, dan er iets aan te doen.

Wees niet zo zwaarmoedig.
Ik weet dat je misschien
in de problemen zit.
Maar blaas ze niet op tot
grote, zwarte regenwolken,
die je hele hemel verduisteren.
Je hoeft geen superoptimist te zijn,
maar voor een zwartkijker
gaat de zon ’s morgens onder.
(Phil Bosmans)

Klagen heeft ook wel zijn nut. Het is belangrijk om problemen aan te kaarten en je hart te luchten. Maar als dat klagen een gewoonte en een levenshouding wordt, dan is het mis. Problemen moeten we niet ontkennen, maar we moeten er niet te pas en te onpas over zeuren en ze in elk paar oren dat we tegenkomen luid bazuinend trompetten. Een mens zou er doof van worden, of op de vlucht slaan.
William Shakespeare merkte lang geleden al op:

Klaag niet om wat gij niet verhelpen kunt,
poog te verhelpen wat u klagen doet.

In hedendaagse taal zou hij zeggen: ‘ Als je zelf geen moeite wil doen om iets te veranderen, dan moet je er ook niet over zeuren.’
Isaiah Hankel zei het zo: ‘Get your head on right. If you’re having a bad day, stop whining about it and start taking action. First – adjust your attitude. Decide to be happy, not sad. Decide to be powerful, not weak. Decide to be part of the solution, not part of the problem. The shortest distance between a crap day and a great day is a decision to adjust your attitude. One decision. Works every time.’

O ja, wat betreft de super zomerse temperatuur, we moeten echt niet klagen over het weer: dat het te warm is, of te nat, of te koud. We moeten beseffen dat als het weer niet af en toe omsloeg, er negen op de tien mensen nooit een praatje zouden kunnen beginnen (K.M.).

Alle gekheid op een stokje, klagen kan wel eens, heel af en toe, maar om fonteinen te worden, mogen we geen zeurkous zijn.

Iedereen wil rond een fontein zijn.

Iedereen houdt van fonteinen.

Dus word een fontein!

 

Zomerse tip: boek ‘Dads who stay and fight’  – Greg Trimble

uitstap: de Tuinen van Annevoie: een van de mooiste watertuinen van Europa met tientallen watervallen, fonteinen, bassins en vijvers. (halverwege tussen Namen en Dinant).