Wat ik leerde van Thomas S. Monson

Thomas S. Monson

Iedereen ontmoet gedurende zijn leven wel een of meerdere coaches die een serieuze stempel op hun leven drukt. Ik heb van heel wat mensen wijze levenslessen geleerd, van leerkrachten, van collega’s, van schrijvers, van vrienden, van familie, van politici (jawel, dat kan ook), van kunstenaars, van godsdienstleiders, van …
Onlangs is een van mijn super coaches gestorven: Thomas S. Monson. Hij was meer dan de helft van mijn leven een leidende figuur in de Kerk van Jezus Christus van de heiligen der laatste dagen. Bijna 10 jaar werd hij door miljoenen mensen over heel de wereld gesteund als profeet, ziener en openbaarder.

Ik heb hem een paar keer echt ontmoet en heb met hem aan tafel gezeten. Thomas S. Monson straalde een gemoedelijke geest uit, maar liet toch een imposante indruk na. Ik heb veel van zijn toespraken gelezen en enkele boeken. Zijn levensmotto was anderen dienen.
Gedurende heel zijn leven heeft president Monson bakken kritiek geslikt. Hoge bomen vangen veel wind en hij wist dat. Ik ben directrice van een basisschool geweest en ben ook met negatieve kritiek geconfronteerd geweest. Criticasters weten meestal niet welke pijn ze veroorzaken met hun gemene uitlatingen. Die mensen kenden mijn hart en mijn bedoelingen niet, maar kende ik de hunne wel? Thomas Monson onderwees me door zijn reactie op onrechtvaardige kritiek. Hij negeerde het, vond het niet de moeite waard om te reageren en ging verder met de dingen die hij het belangrijkste vond: de Heer dienen en zijn medemens. Negativisme hield hem niet tegen om veel goeds te doen.
Ik heb me afgevraagd of hij dan nooit vervelende gevoelens tegen iemand anders zou gehad hebben. Misschien wel, maar ik heb nooit gehoord dat hij iemand de grond in boorde. Hij liet me beseffen dat we alle mensen moeten liefhebben, hen vergeven en verder gaan met ons werk en ons leven.

Als eerbetoon aan zijn leven wil ik even stilstaan bij een paar van zijn uitspraken.

Work will win when
wishy washy wishing won’t.

Een grappig gezegde, maar eentje die toch klinkt als een bazuin. Als ik iets wil bereiken, moet ik niet zeuren: ‘Ik wou dat ik beter kon schrijven’, nee, ik moet schrijven dan wordt dat beter. Ik moet niet blijven hangen met ‘Ik wou dat ik mooier kon schilderen’, neen, als ik de technieken beter wil beheersen en meer gevoel in mijn schilderwerkjes wil leggen, dan moet ik wat meer mijn verfborstels uit de kast halen. En zo moet ik oefenen op mijn harp, oefenen in spreken en luisteren en blijven studeren.
Een uitspraak van president Monson die hier bij aansluit is:

Don’t forget:
One of the saddest things in life
is wasted talent.

Daarom ben ik op mijn vijftigste nog begonnen met harp te leren spelen. Ik geloof dat elk mens minstens één fantastisch talent heeft meegekregen (en dikwijls veel meer dan één). Maar ik weet ook dat het alledaagse leven zoveel druk uitoefent. Ik denk dat de wereld er veel mooier zou uitzien moest iedereen zijn talent(en) koesteren en ontwikkelen zodat anderen er mee van kunnen genieten.
‘Had ik maar’ en ‘Was ik maar’ zijn saai en spijtig gezelschap in de herfst en winter van een mens zijn leven.

The principle of living greatly include
the capacity to face trouble with courage,
disappointment with cheerfulness,
and trial with humility.

Ik heb al meerdere keren echt moed nodig gehad om bepaalde gebeurtenissen in mijn leven te overwinnen. Ik ben ook al ontgoocheld geweest, in dingen en in mensen. Het hielp me niets om in zak en as te blijven te zitten, om te piekeren en te kankeren, maar ‘vooruit met de geit’ tovert na een tijdje wel opnieuw een glimlach. Beproevingen zijn een onderdeel van het menszijn. Ik wil ze liever niet, maar ze zijn zo nodig om je niet meer dan een ander te voelen, om met beide voetjes weer op de grond te staan, om meer mededogen te ontwikkelen. Moed, opgewektheid en nederigheid – in alle fasen van het leven – maken een mens waarlijk groot.

Er wordt gezegd dat de poort van de geschiedenis
op kleine scharnieren draait,
en dat geldt ook voor het leven van de mens.
Onze keuzes bepalen onze bestemming.

Studiekeuzes, beroepskeuze, partnerkeuze, levenshouding, het zijn zeker scharnieren in de mens zijn leven. Het lot bestaat niet, het zijn keuzes die bepalen waar je terecht komt. Hoe ouder ik word, hoe meer ik overtuigd ben van het feit dat je eerst moet weten waar je naar toe wil en dat je dan daarop je keuzes bepaalt. Het pad dat we in dit leven bewandelen, bepaalt onze eeuwige bestemming, daar ben ik zeker van.

Wij zijn niet op deze aarde geplaatst om er alleen voor te staan.
Hij die ons beter kent dan wij onszelf kennen,
Hij die alles overziet en die het eind vanaf het begin kent,
Hij heeft ons verzekerd
dat Hij er zal zijn om ons te helpen
als wij er maar om vragen.

Gebed betekent heel veel in mijn leven. Het is een anker, een bron van kracht en Gods vrede die tot mijn ziel spreekt. Dat vredig gevoel, die kalme, zoete geest, is voor mij een van de grootste zegens in mijn leven. En weet je, bidden is niet alleen voor moeilijke perioden, maar ook voor momenten waarin je je blijdschap deelt, waarin je je dankbaarheid verwoordt. Ik kan me mijn leven zonder gebed niet meer voorstellen. Het is zo’n geruststelling dat mijn Hemelse Vader altijd luistert.

Al onze woorden en daden moeten vriendelijkheid uitstralen –
op ons werk, op school, in de kerk en vooral thuis.

President Monson’s glimlach sierde hem. Zijn vele verhalen hadden een vriendelijke ondertoon. Hij kon met iedereen omgaan, van de hoogst geplaatste regeringsleider tot het kleinste kind.
Mijn eigen vader kon zijn oren bewegen en dat vond ik als kind hilarisch. Ook zijn kleinkinderen waren er gek op en ze hebben hem dikwijls gevraagd om dit te doen. Ook president Monson kon zijn oren bewegen en daardoor heeft hij het hart van veel kinderen gestolen.
Vrouwen behandelde hij met veel respect en liefde. Hij zei in een van zijn toespraken:

Every woman
deserves to be told
she is beautiful.

Is dat niet prachtig! We leven in een maatschappij waar er hoge eisen aan het schoonheidsideaal van de vrouw gesteld wordt. Thomas Monson zag schoonheid in elke vrouw. Hij zag de kracht van elke vrouw. Hij zag het potentieel van elke vrouw. Hij zag de gelijkwaardigheid tussen man en vrouw. De wereld schreeuwt om letterlijke gelijkheid op alle terreinen, terwijl een profeet des Heren Gods wil verkondigt en verdedigt. Mannen en vrouwen zijn verschillend, maar gelijkwaardig.

Er valt nog veel te schrijven over Thomas S. Monson, een van de groten der aarde. Op lds.org kan je al zijn toespraken terugvinden en je zal heel wat tijd nodig hebben om ze allemaal te lezen.

Het is een andere blogtekst dan gewoonlijk. Ik wou eer betuigen aan de man die mijn leven ten goede beïnvloed heeft. Maar ik voel me er goed bij. Met een glimlach sluit ik dit bericht af met een laatste uitspraak van president Monson:

I feel
I have done
some good today.

 

Kerst en vrede.

 

Het is kerstperiode wat door velen de mooiste tijd van het jaar genoemd wordt. Anderen vinden het de meest gestresseerde en lopen van de ene winkel naar de andere, op zoek naar cadeautjes, tafeldecoratie en andere hebbedingen.
Ik hou van kerst, van de sfeer, van het gevoel dat de mensen iets vriendelijker zijn, maar vooral omdat in deze decemberperiode de betekenis van het leven zich telkens weer nestelt tot in mijn diepste zelf.
Elk jaar opnieuw sta ik stil bij de gedachte ‘Wat betekent Kerst voor mij?’. Ik kan ontroerd worden door sommige kerstliedjes en kerstverhalen. ‘A Christmas Carol’ van Charles Dickens kan ik nog honderd keer lezen en zo heb ik nog wel meer favorieten. Meestal is het stil in ons huis, ik hou van de stilte. De radio staat zelden aan en als er muziek klinkt, dan kies ik die liever zelf naargelang in welke ‘mood’ ik verkeer. Maar in december klinkt er alle dagen kerstmuziek bij ons, ofwel vanuit de CD-speler ofwel vanop mijn harp. Kerstmuziek heeft iets magisch. Er bestaat natuurlijk allerlei soorten kerstmuziek, van swingend tot ontroerend.
Onlangs werd ik geraakt door het lied ‘I heard the bells on Christmas Day’. Dit kerstlied is gebaseerd op een gedicht van de Amerikaan Henry Wadsworth Longfellow. Hij schreef dit gedicht op kerstdag 1863. Het was burgeroorlog en zijn zoon was zwaargewond. Henry Longfellow hoorde de kerstbellen en dacht na over de boodschap van ‘vrede op aarde’. Zijn vrouw was nog niet zo lang geleden gestorven, hij was een weduwnaar met zes kinderen, en zijn oudste kind kwam verlamd uit de burgeroorlog. Het gedicht laat ons een kijkje nemen in zijn verwarde, maar gelovige ziel. In deze moeilijke periode van zijn leven waar hij geconfronteerd werd met een wereld van geweld en onrechtvaardigheid, daalden de woorden ‘vrede op aarde’ in zijn pen. Je leest zijn verdriet en zijn vraagstelling over ‘vrede’. Je leest zijn ontmoediging over de confrontatie met haat en het spotten met de hemelse vredeboodschap van zo lang geleden. Maar tenslotte overwint zijn hoop en geloof in een wereld waar recht en vrede zal zegevieren.
Ik denk dat wij nu in een soortgelijke wereld leven, waar geweld en ongerechtigheid de boventoon voeren, waar God dood verklaard wordt en waar men spot met de kerstboodschap.

I heard the bells on Christmas Day
Their old, familiar carols play,
And wild and sweet
The words repeat
Of peace on earth, good-will to men!
And thought how, as the day had come,
The belfries of all Christendom
Had rolled along
The unbroken song
Of peace on earth, good-will to men!
Till ringing, singing on its way,
The world revolved from night to day,
A voice, a chime,
A chant sublime
Of peace on earth, good-will to men!
Then from each black, accursed mouth
The cannon thundered in the South,
And with the sound
The carols drowned
Of peace on earth, good will to men!
It was as if an earthquake rent
The hearth-stones of a continent,
And made forlorn
The households born
Of peace on earth, good-will to men!
And in despair I bowed my head;
‘There is no peace on earth,’ I said;
‘For hate is strong,
And mocks the song
Of peace on earth, good-will to men!’
Then pealed the bells more loud and deep:
‘God is not dead, nor doth He sleep;
The Wrong shall fail,
The Right prevail,
With peace on earth, good-will to men!’
(originele tekst van Henry Longfellow)

De kerstboom en de kerstdecoraties geven ons huis een speciale ‘look’, maar het plaatje is niet volledig zonder het kersttafereel. Ik geef Maria, Jozef en het kind een prominente plaats in onze woonkamer en als ik het oude, versleten beeldje van een herder in mijn handen houd, herinner ik me een kerstverhaal:

Ze werden wakker in een doos op zolder: een engel, een ster met een staart en een herder met een lantaarn. De herder was er erg aan toe: vorig jaar was hij gevallen, zodat de neuzen van zijn schoenen gebroken waren. Dat deed hem veel verdriet:
Je kunt toch niet met kapotte schoenen bij een kerststal staan?’ vond hij.

Hun doos werd opengemaakt.
O! Wat een prachtige ster! Ik zet ze op de hoogste tak.’
‘En die engel, die hangen we in het midden van de boom. Dan kan iedereen hem goed zien.’
‘En de herder … Ja, zijn mantel en zijn muts zijn versleten. En zijn schoenen zijn kapot!’
‘We kunnen ook zeggen dat zijn schoenen versleten zijn, omdat hij van heel ver gekomen is. Kijk, hij heeft licht meegebracht. Ik vind dat we hem de ereplaats moeten geven, omdat hij met het licht zo’n lange tocht heeft gemaakt.’

De herder werd vlakbij de kribbe gezet. Uit zijn lantaarn viel een straaltje licht.
Precies op het kind dat daar lag.
(Uit ‘Een parel voor elke dag’)

Het kerstverhaal is niet zomaar een verhaal, het is geen sprookje. Als ik de ware betekenis van dat kerstverhaal niet begrijp, dan bevind ik me in het overgecommercialiseerde kerstgebeuren. Ik geloof dat het verhaal in Bethlehem gekoppeld is aan de gebeurtenissen in Getsemane en Golgotha. Kerst is een vreugdefeest, maar het belooft geen leven zonder pijn, moeilijkheden en beproeving. Het ene verhaal kan niet zonder het andere en het getuigt wat het leven precies is. Gods Zoon, geboren in een kribbe toont ons een leven om na te volgen.
‘Ik ben het Licht’ en ‘Jullie zijn het licht’, een opdracht van naastenliefde en dienen.
Hij gaf zijn leven zodat alle mensen eeuwig kunnen leven.

‘…That Baby, the Only Begotten Son in the flesh,
born ‘away in a manger, with no crib for his bed’
makes all the difference everywhere,
worlds without number,
a lot farther than your eye can see.’
(Jeffrey R. Holland)

Hoe kunnen we nu vrede bereiken? De volgende woorden van Howard W. Hunter helpen me daarin een weg te zoeken:

Deze kerst,
leg een ruzie bij.
Zoek een vergeten vriend.
Vervang twijfel door vertrouwen.
Schrijf een brief.
Geef een zacht antwoord.
Moedig de jongeren aan.
Toon uw loyaliteit in woord en daad.
Hou je aan je beloftes.
Laat los.
Vergeef een vijand.
Verontschuldig.
Probeer te begrijpen.
Leg eens je voorwaarden voor anderen onder de loep.
Denk eerst aan iemand anders.
Wees vriendelijk.
Wees lief.
Lach een beetje meer.
Uit je dankbaarheid.
Verwelkom een vreemdeling.
Maak een kind blij.
Geniet van de schoonheid en het wonder van de natuur.
Spreek liefde uit
en spreek het opnieuw.

 

VROLIJK KERSTFEEST!

 

Let it snow, let it snow …

Het is jaren geleden dat het nog zo gesneeuwd heeft. In ons vlakke Vlaanderen is 15 cm niet iets wat je dikwijls meemaakt en ik ben er dan ook nog lang niet op uitgekeken.
Ik weet niet wat jij voelt als je de eerste sneeuw van de winter ziet vallen. Misschien ben je chagrijnig of zing je de ziel uit je lijf met het liedje ‘Let it snow’?
Dwarrelende sneeuwvlokken geven mij nog steeds een blij gevoel. En net als het kind van vele jaren geleden, vind ik het nog even magisch.
Met evenveel verwondering kijk ik naar de dansende wollige kristallen die het grijze kale winterlandschap bedekken met een schitterend wit deken. Al mijn zintuigen staan op springen. Het geluid klinkt dof en ver, en het licht valt zachter op mijn ooglens. Ik voel kriebels in mijn buik en moet mijn muts en handschoenen zoeken. Warme winterlaarzen bonken in in de schoenenkast en hoor ik nu mijn dikke winterjas fluisteren: ‘Dat werd tijd.’?

Even later stap ik ingeduffeld als een Poolreiziger het winterse landschap in. Bijna vind ik het zonde dat mijn voetstappen het witte tapijt uit evenwicht brengen.
Het knerpen van de sneeuw onder mijn laarzen geven een voldoening waar de chocolade van Sinterklaas in het niets mee valt.
Ik adem de frisse lucht in en verbeeldt me dat ik de sneeuw zelfs ruik – of is het niet ingebeeld?
Zo alleen in de velden borrelt het kindzijn omhoog en ik steek mijn tong uit om heel even de sneeuw te proeven. Ik voel de impuls om een sneeuwengel te maken, maar zie daar toch van af. Glimlachend vergeet ik dat ik een dame ben die haar meeste levensjaren al gehad heeft.

Snow provokes responses that reach right back to childhood.
(Andy Goldsworthy)

Maar mijn jarenlange ervaringen op allerlei vlak laten me deze winterwandeling toch anders beleven dan die uit mijn kindertijd. Een kind geniet onbezorgd van deze sneeuwpracht, terwijl mijn gedachten na deze speelse kennismaking met het winterwonderland een serieuzere wending krijgt.
Ergens las ik eens het volgende mopje:

Een sneeuwvlok dwarrelt eenzaam naar beneden.
Hé, waar ga jij naar toe?’ roepen haar kameraadjes.
‘Ik ga in België chaos veroorzaken’, gniffelt het ondeugende vlokje.

IK zie in gedachten de kilometerslange files met auto’s die als schildpadden schuifelen over het gladde wegdek. Ik hoop dat de ‘verkeerscowboys’ thuis gebleven zijn en dat mijn geliefden zich veilig kunnen verplaatsen in de winterchaos.
Terwijl het Vlaamse wegennet inderdaad horrortoestanden beleeft, ben ik alleen op de wereld. Hebben jullie ook al dat aparte gevoel gehad als je de eerste bent die een spoor in de sneeuw achterlaat? Dat gevoel dat je ineens weet hoe speciaal je wel bent? Niet alleen omdat jouw afdrukken de eerste zijn, maar gewoon dat besef dat je even uniek bent als een sneeuwvlok? Geen enkele sneeuwvlok is hetzelfde, elke sneeuwvlok is prachtig op zich. Geen enkele mens is hetzelfde, elke mens is prachtig op zich!

Sneeuwvlokken leren me nog veel meer. Een enkele ijskristal is zo fragiel, breekbaar en vergankelijk, maar als ze aan mekaar hangen kunnen ze van alles zijn: sneeuwballen, sneeuwmannen en een heel immens deken. Ik denk dat de mens over die eenheid en samenwerking nog wel wat kan opsteken.

A snowflake
is one of God’s most fragile creations,
but look what they can do
when they stick together!

Als ik achterom kijk zie ik duidelijk de weg die ik afgelegd heb, mijn voetstappen liegen niet. In mijn persoonlijke leven laat ik ook voetstappen achter: stevige, grote, opgewekte stappen, maar ook voorzichtige, kleine pasjes. Elke stap bracht me verder op mijn levensweg. Zo’n winterwandeling laat me mijmeren over mijn richting. Ik besef nog meer hoe belangrijk mijn richting is, want je leven opnieuw ècht leven kan niet. Met zoveel afleiding om ons heen moeten we de juiste prioriteiten stellen en misschien onze voetstappen een andere wending geven.

The future lies before you
like a field of fallen snow.
Be careful how you tread it,
for every step will show.

Ik heb mijn fototoestel bij me, zo’n klein cameraatje zonder veel poespas, waar ik al veel gebeurtenissen heb vastgelegd in mooie herinneringen. Ik weet dat als ik straks mijn foto’s bekijk, mijn wintergevoelens weer levend worden. In wat voor een gezegende tijd leef ik toch. Herinneringen vervagen, maar met enkele klikjes kunnen de mijne langer opgeslagen worden.
Ik maak een paar foto’s van het landelijke wintertafereel en geniet nog meer van de schoonheid en zachtheid van de velden bedekt met een verse laag sneeuw. Alles lijkt mooier, en oneffenheden zijn verdwenen. Zou er ook zo’n soort sneeuw bestaan voor het echte leven met zijn frustraties, lelijkheden en onvolmaakte toestanden?
Kahlil Gibran gaf me het volgende antwoord:

Kindness is like snow –
it beautifies everything it covers.

Vriendelijkheid en goedheid is inderdaad een lieflijk deken. Ik ben zo dankbaar voor alle mensen die ooit al eens zo’n deken rond mij gelegd hebben. Misschien niet voor niets dat we dromen en zingen van een witte kerst, want dat is toch een van de boodschappen in die periode van het jaar:

Vrede op aarde bij mensen des welbehagens. Vrede op aarde bij mensen van goede wil.

Er is inderdaad vrede in gezinnen, buurten en landen waar de mensen vriendelijkheid en goedheid uitstralen en leven. De kerstperiode brengt ons terug naar de essentie van vrede. Het kerstverhaal van een moeder, vader en een kleine Baby gebeurde meer dan 2000 jaar geleden. Hoewel ik besef dat de Heiland niet in december geboren is, vind ik het, net als vele christenen, heerlijk om dit in de winter te vieren.  Cadeautjes en een heleboel lichtjes om het Licht en het grootste geschenk ooit te herdenken. Ik kreeg toevallig de toespraak van president Trump te horen die hij op 1 december aan het Amerikaanse volk bracht. Toen ik president Trump die woorden hoorde zeggen kreeg ik hoop dat het in deze wereld toch nog goed kan komen. Ik citeer een stukje:

‘Christmas is a time for prayer and worship, for gratitude and renewal. For Christians this is a holy season. The celebration of the birth of our Lord and Savior, Jesus Christ. The Christmas story begins 2000 years ago with a mother, a father, their baby son and the most extraordinary gift of all: God’s love for all humanity. Whatever our beliefs, we know that the birth of Jesus Christ and the story of this incredible life forever changed the course of human history. At Christmas time we recognize that the real spirit of Christmas is not what we have, it’s about who we are, each one of us is a child of God….’
(the Declaration Donald Trump 01/12/2017)

Het is ondertussen terug zachtjes gaan sneeuwen. Kleine vlokjes worden groter en ik verander stilaan in een levende sneeuwman. Ik krijg de zachte raad om naar huis te keren. Wijselijk luister ik, want de vlokjes krijgen gezelschap van een snerpende wind.

Advies is als sneeuw.
Hoe zachter het valt,
des te langer blijft het liggen
en des te dieper wordt het in het brein gegrift.
(Samuel Taylor Colridge)

Raad geven wordt inderdaad het best als vallende vlokjes gegeven. Uit ervaring weet ik dat raad ook bemoeiziek of betweterig kan overkomen. Goed bedoelde raad mist zijn doel als het opdringerig aanvoelt.  Oren worden doof en zo kan wijsheid weggegooid worden.
Gelukkig hebben vrienden, familieleden, leerkrachten en soms zelfs volslagen onbekenden me in mijn leven voldoende ‘sneeuwvlokkenraad’ gegeven, zodat ik kon worden wie ik ben.
Dankbaarheid voor al die momenten verwarmt mijn ziel en ik bedenk met een frons dat de winter wel heel koud moet zijn voor hen die geen warme herinneringen hebben.

De winter is de tijd voor comfort,
voor lekker eten en warmte,
voor de aanraking van een vriendelijke hand,
en voor een gesprek bij het vuur:
het is de tijd voor thuis.
(Edith Sitwell)

Met ijskoude tenen, tintelende vingers, een rode neus, en een jeugdige blos draai ik de sleutel om van onze voordeur. Ik ben thuis.
Ik heb een prachtige winterse wandeling gemaakt. Ik heb me verwonderd en blij gevoeld als een kind. De sneeuw leerde me enkele wijsheden.
Met een kop warme chocomelk mijmer ik verder over de schoonheid en het mysterie van de schepping èn over de vreugde die een mens kan ervaren.

MERRY CHRISTMAS !

Godsdienstvrijheid op de schop?

De lezing van een moslimprediker in Genk en de terreuraanslag in een moskee in Egypte doen vele gedachten weer overhellen naar het ‘absurde’ van godsdienst. Als we al dat leed zien dat door sommigen veroorzaakt wordt in de naam van godsdienst, dan sluipt het idee wel eens binnen of het inderdaad niet beter zou zijn om de godsdienstvrijheid af te schaffen of toch te beperken. Ik las uitspraken zoals ‘We moeten niet overdrijven met onze vrijheden, eentje die voor mij de schop op mag is godsdienstvrijheid’, ‘religie heeft een voorkeursvrijheid’, en ‘de tijd dat je respect moet hebben voor iemands mening is voorbij’ (Maarten Boudry in Knack, Thijs in de Redactie).
Ik ben geschrokken van het haast haat-dragend gevoel dat deze woorden oproepen. Ik vind de islamitische terreur ook verschrikkelijk, maar moeten we dan de mensenrechten meteen veranderen? Is het recht op godsdienstvrijheid een overbodig recht?
Het is niet omdat sommige gestoorde mensen onder het masker van godsdienst vreselijke dingen doen, dat dit een reden is om de godsdienstvrijheid te beperken. Een slechte, leugenachtige toespraak is toch ook geen reden om de vrijheid van spreken te beperken?

You can’t pick and choose which types of freedom you want to defend.
You must defend all of it or be against all of it.
(Scott Howard Phillips)

België is een godsdienstvrijland. De wet staat boven religie, maar religie is een recht dat iedereen heeft. In België zijn zes godsdiensten officieel erkend, maar er zijn meer actieve godsdiensten. De vrijzinnigheid, of het humanisme, is een erkende levensbeschouwing in ons land. Een levensbeschouwing voor zowel de gelovige als de atheïst is de manier waarop je naar het leven kijkt:
Wat is het leven?
Wat is er belangrijk in het leven?
Voor de godsdienst komt er nog een vraag bij: Wat na de dood?
Het unieke en wonderlijke aspect aan de mens is dat op die belangrijke levensvragen zoveel verschillende antwoorden te vinden zijn.
Nu kan je de vraag stellen, als er zoveel verschillende meningen zijn, hoe kunnen we dan ooit de onenigheid, het onbegrip en de misverstanden oplossen? Hoe kan de mens ooit vredevol samenleven in die mix van religieuze en anti-religieuze opvattingen?

Ik denk dat we ondanks die vele verschillen met elkaar moeten leren leven.
Rik Torfs (hoogleraar en kerkjurist) is een groot voorstander van de mensenrechten. Hij stelde dat de mensenrechten één geheel vormen en als je één ding zou wegnemen de hele structuur in elkaar zou vallen. Atheïsten worden heus niet gediscrimineerd door godsdienstvrijheid. Als je de seculiere stolp gaat zetten boven alles wat grondrechten zijn, mis je de mogelijkheid om een bredere maatschappelijke consensus te krijgen en een situatie te creëren waarbij iedereen zich thuis voelt. De terreur brengt inderdaad een anti-godsdienstgevoel mee, maar we zouden eens stil moeten staan bij onze eigen cultuur. We kennen onze eigen tradities niet meer, wie zijn we zelf? Het is belangrijk om onze eigen cultuur te begrijpen en de verhalen in de Bijbel naar waarde te schatten ( www.canvas.be>tag>maarten-boudry, de afspraak)

Als je het Nieuwe Testament leest in de Bijbel weet je dat Jezus ook hierin het voorbeeld geeft. Ik lees nergens dat Hij mensen dwong om zijn leer te aanvaarden. Ik lees wel dat Hij op een eenvoudige manier zijn leringen verkondigde en de mensen de uitnodiging gaf om Hem te volgen. Christus liet de anderen toe om hun eigen keuzes te maken.

Remember how the Savior handled tough questions …
He remained calm,
He showed respect,
and He taught truth,
but He never forced anyone
to live the way He taught.
(Ronald A. Rasband)

Zou het niet geweldig zijn moesten we allemaal proberen de levensbeschouwing of het geloof van een ander te begrijpen en hen toe te laten hun leven volgens hun geloof te leven?
Natuurlijk onder voorwaarde dat deze levenswijze de gezondheid of vrijheid van iemand anders niet schaadt. Dit staat trouwens in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens:

‘Een ieder heeft recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst; dit recht omvat tevens de vrijheid om van godsdienst of overtuiging te veranderen, alsmede de vrijheid hetzij alleen, hetzij met anderen, zowel in het openbaar als in zijn particuliere leven zijn godsdienst of overtuiging te belijden door het onderwijzen ervan, door de praktische toepassing, door eredienst en de inachtneming van de geboden en voorschriften.’

De aanhangers van een godsdienst hebben de complementaire plicht zich aan de wetten te houden en de cultuur te respecteren van het land dat deze vrijheden waarborgt.
Als iedereen deze beginselen zou accepteren en toepassen, dan waren de discussies over de godsdienstvrijheid niet nodig.

Godsdienstvrijheid is niet alleen voor religieuze mensen, ook voor humanisten. Het beschermt zowel gelovigen als atheïsten door hen de ruimte te geven om zelf hun gedachten te bepalen, hun geweten te volgen en een leven te leven volgens wat ze geloven. Dat is toch de essentie van democratie?

The constitutional freedom of religion
is the most inalienable and sacred
of all human rights.
(Thomas Jefferson)

Ik las ergens dat 84% van de wereldbevolking een of andere godsdienst aanhangt en dat toch 77% van de wereldbevolking leeft in landen met sterk beperkte godsdienstvrijheid.
De meerderheid van de wereld kent dus geen godsdienstvrijheid, secularisme en extremisme vieren hoogdagen.
Zoals ik al aangaf klinken er tegenwoordig luide stemmen om de godsdienstvrijheid in twijfel te trekken. Er zijn er ook die proberen godsdienst en gelovigen belachelijk te maken. Of zoals Criss Jami het zei:

Everyone claims to be okay with freedom of religion,
but the moment you mention God
there is a strange tension that fills the air.

Ik heb dat ook al meegemaakt. Ik word door bepaalde mensen niet meer voor ‘vol’ aanzien als ik opmerk te geloven in het bestaan van God. Er zijn er ook die me zeggen dat godsdienst de belangen en de doelen van de overheid en de samenleving zouden schaden. Maar ik weet dat godsdienst een meerwaarde betekent voor elke samenleving!
Melanie Phillips, een atheïste, schreef in haar boek ‘The World Turned Upside Down: The Global Battle over God, Truth and Power’:

‘Je hoeft niet godsdienstig te zijn om in te zien dat de fundamentele waarden van de westerse beschaving op godsdienst gegrondvest zijn. Er is alle reden tot bezorgdheid dat de naleving van godsdienstige beginselen wordt uitgehold en die waarden daarmee ondermijnd worden.’

Vraag je je af wat die fundamentele waarden zijn?
Wel, misschien wel de belangrijkste is dat ieder mens waardevol is.
Denk ook aan de afschaffing van de slavenhandel en de burgerrechtenbeweging, die werden voornamelijk gedragen door mensen met een duidelijke godsdienstige visie.
En wat denk je over de oorsprong van scholen, ziekenhuizen, weeshuizen en andere liefdadigheidsinstellingen?
Rabbi Jonathan Sacks zei:

‘Godsdienst blijft de cruciale factor bij uitstek bij de opbouw van gemeenschappen overal ter wereld. Godsdienst is de beste remedie tegen het individualisme van het consumptietijdperk. De geschiedenis leert ons dat de samenleving niet zonder kan.’

Ik vind het jammer dat sommigen godsdienst als de kanker van de maatschappij beschouwen. We worden inderdaad geconfronteerd met terreur en de meeste slachtoffers van IS zijn moslims. De geschiedenis van de katholieke kerk kent ook zijn gruwelen – de kruistochten en de inquisitie van de 16de eeuw. Maar we zien in de geschiedenis niet alleen onder de naam van godsdienst onderdrukking, ook atheïstische regimes hebben onder de naam van hun levensbeschouwing allerhande wreedheden uitgevoerd. Tegenwoordig staat Noord Korea al jarenlang op nr. 1 van de top 50 landen waar christenen het hevigst vervolgd worden.

Dr. Jan Figel van de Europese Unie zei:

De vervolging in de wereld neemt alleen nog maar toe. De verdrukking wordt steeds bloediger. We mogen niet passief blijven toekijken. Het respect voor de menselijke waardigheid is enorm belangrijk. We moeten een beter leven voor iedereen bevorderen… We zouden moeten erkennen dat menselijkheid en geloof samen kunnen gaan. Godsdienstvrijheid is een onmisbaar onderdeel van de menselijke waardigheid. We vormen op aarde één grote familie. Waardigheid is er voor iedereen. We zijn allemaal verschillend en toch gelijkwaardig. Dat moeten we blijven benadrukken. Het gaat niet zozeer om verschillende godsdiensten, maar wel om het gebruiken van de inspiratie die we uit onze overtuiging en filosofie halen. Op die manier realiseren we meer menselijkheid in de wereld. Op dat vlak kunnen gelovigen en humanisten elkaar vinden.’

Ik ben een christen. Ik behoor tot een niet erkende godsdienst in mijn land. Enkele van de geloofsartikelen van de kerk waar ik lid van ben (de Kerk van Jezus Christus van de heiligen der laatste dagen) luiden:

Wij eisen het goed recht de almachtige God te aanbidden volgens de stem van ons eigen geweten, en kennen alle mensen hetzelfde goed recht toe: laat hen aanbidden hoe, waar of wat zij willen. Wij geloven onderdanig te moeten zijn aan koningen, presidenten, heersers en magistraten, door het gehoorzamen, eerbiedigen en hooghouden van de wet. Wij geloven eerlijk te moeten zijn, trouw, kuis, welwillend, deugdzaam en goed te moeten doen aan alle mensen.’

Mijn kerk heeft meer dan 14 miljoen leden verspreid over de hele wereld. Gezien de hele wereldbevolking zijn we klein in aantal, maar we hebben als geloofsgemeenschap al zoveel goeds tot stand kunnen brengen. Even een paar voorbeelden om aan te tonen dat godsdienst wel degelijk een positief verschil op de maatschappij kan uitmaken:

In 2015 doneerden vrijwilligers uit mijn kerk 25 miljoen uur aan arbeid voor welzijnszorg en humanitaire projecten. LDS Charities werkt nauw samen met andere organisaties zoals het Rode Kruis. De Tsunami in Zuidoost-Azië herinneren we ons misschien nog wel. Onze kerk bleef 5 jaar lang actief en bouwde er 900 permanente woningen, 24 watersystemen, 15 basisscholen, 3 zorgcentra en 3 buurtcentra die ook als moskee fungeerden. Bij elke wereldramp is onze kerk als een der eerste ter plaatse en biedt hulp aan alle mensen welk hun levensbeschouwing of geloof ook is.

Godsdienst geen meerwaarde? Ik denk het wel.

Godsdienstvrijheid is de hoeksteen
van vrede
in een wereld
met velerlei levensbeschouwingen.
(D. Todd Christofferson)

Tip: Lees het artikel ‘Geloof kan ook mooi zijn’ op de blog www.geenszins.info

Meer weten over mijn kerk: www.mormon.org

www.kerkvanjezuschristus.org

www.lds.org

 

Mantels en jassen.

Het wordt kouder en dat voel je niet alleen, dat zie je ook. De bomen hebben een mechanisme in werking gezet dat hun bladeren eerst betoverend kleurt, maar dan genadeloos laat vallen. Zomerbloemen zijn, behalve enkele koppige exemplaren,  zo goed als verdwenen en de tuinen kleuren zich met herfstbloemen en allerlei zaaddoosjes. Ook op straat zijn de tinten veranderd. De meeste mensen die je tegenkomt hebben hun zomerse kleurige outfit in de kast gestopt en verhullen zich nu in meerdere donkere laagjes. Waar eerst nog lichte regenjassen het straatbeeld overheersten, zie je nu meer en meer wollen mantels moedig de kille temperaturen trotseren. Het jassen- en mantelseizoen is begonnen.

Terwijl ik de kraag van mijn mantel wat hoger trek om de zure wind buiten te houden, moet ik denken aan een voorval van jaren geleden. In de middelbare school  veegde een leerkracht me de mantel uit omdat ik een zakdoek verkeerd had gestreken ( In de jaren zeventig kreeg je in het ASO buiten talen, wiskunde en wetenschappen ook nog strijk-, kook- en naailessen, écht waar!). Ik begrijp nog altijd niet dat ik zo uitgefoeterd werd – hoe kan je nu een zakdoek verkeerd strijken? Enfin, al bij al kreeg ik weinig onder mijn voeten op school. Wat ik geweldig vond was dat vele leerkrachten me lieten nadenken en wezen op de dwaasheid van zo maar de mantel naar de wind te houden. Een meeloper zijn is misschien gemakkelijker en voelt misschien veiliger aan, maar ik ben blij dat ik geleerd heb een eigen mening te vormen en die te uiten.

Be a voice
not an echo.

Weet je wat ik een mooi gezegde vind? Iets met de mantel der liefde bedekken.’
Het is niet alleen mooi om te horen, maar het is ook geweldig als we het echt doen. We kunnen dan iets door de vingers zien. Of we zien iets dat niet goed is en geven toch geen oordeel. We vergeven foutjes en draaien de bladzijde om.
Natuurlijk is dat niet altijd goed. Soms moeten we dingen rechtzetten, verbeteren of bespreken.

Haat wekt twisten op,
maar liefde bedekt alle overtredingen.
(Spreuken 10:12)

We hebben allemaal een uniek karakter, andere eigenschappen en … rode knoppen. Rode knoppen zijn onze gevoelige kantjes, onze lange tenen. En wee de persoon die zo’n rode knop indrukt!
Een beetje frustratie hoort bij het leven. Niemand is perfect. Het kan niet allemaal rozengeur en maneschijn zijn. Niet alles kan altijd koek en ei zijn. Maar ik denk dat er weinig mensen zijn die erop uit zijn om hun medemens met opzet te kwetsen. Weinig mensen hebben echt slechte bedoelingen. Misschien moeten we overwegen dat ze uit een ander nest dan het onze komen, of dat ze slecht geslapen hebben, of niet goed hebben nagedacht.

Als je je beledigd voelt, probeer dan eens in het vel van de ander te kruipen. Ik blijf geloven dat weinig mensen ècht slecht zijn en dat ze gewoonlijk proberen te doen wat juist is.

The giving or taking of offence can be avoided
if we exercise charity in our relationships with others.
(Denise Turner)

Wanneer je verdrietig om iets bent, of iets irriteert je, dan mag je dit ook niet opkroppen, dan moet je dit wel zeggen. Maar het is belangrijk om niet van elke kleinigheid een oorlog te maken.
Er zijn heel wat problemen doordat agressie met agressie beantwoord wordt. Soms wordt de agressor zelfs geïmiteerd. Zei men vroeger niet dat je eerst je tong tien keer moest ronddraaien voor je een antwoord geeft?

Verspil geen tijd meer met ruzie
over wat een goed mens behoort te zijn.
Wees er één!
(Marcus Aurelius)

Een mantel is veel wijder dan een jas. We kunnen er dus veel mee bedekken: aanvaringen, botsingen, conflicten, disharmonie, disputen, geschillen, meningsverschillen, onvrede, wrijvingen, …
In onze relatie met onze partner, of onze kinderen, kan deze mantel niet breed genoeg zijn. Ruzie maken is echt voor niets goed. Aan de andere kant worden we wel dagelijks geconfronteerd met conflictsituaties en soms vergeten we onze mantel, of is hij niet wijd genoeg, of willen we hem met opzet strakker maken of zelfs niet aan doen.
Mensen kunnen ons diep kwetsen, kunnen we daar zo maar aan voorbij gaan?
Ik geloof dat we de lucht moeten laten opklaren, maar zonder ruzie.
Eerst moeten we bij onszelf eens kijken: is er een rode knop ingedrukt? Zijn mijn tenen te lang? Ben ik moe? Heb ik een slechte dag en moet mijn partner of kind dit nu bekopen?

Als ik me gekwetst voel dan weet ik dat ik dat niet mag opkroppen, want dat is de munitie die ik dan verzamel voor de spreekwoordelijke bom. Ik laat dat gevoel dus binnenkomen en wil het dan kwijt. Ik denk dan na hoeveel ik van mijn partner of mijn kind hou, hoeveel ze voor mij betekenen en ik zeg hen dat. De moeilijkheid is dat ik mijn emoties nog moet onderdrukken en met een open geest moet luisteren naar de emoties van mijn kind of partner. Als we ons op de andere focussen, dan kunnen we ons eigen ego een halt toeroepen. Geen gemakkelijke opdracht, maar wel noodzakelijk om open te kunnen praten.

Pas als de ander
alle ruimte heeft gekregen
om te praten en zich te uiten,
zal deze in staat zijn
naar jou te luisteren.
(Mireille Mettes)

In Mattheüs 5: 40 lezen we: ‘Als iemand uw hemd wil nemen, laat hem dan ook uw mantel.’
In de Engelse King James vertaling leest dit als: ‘And if any man take away thy coat, let him have thy cloke also.’
Ik zie dit vers zo, dat als iemand je jas vraagt, je hem dan ook je mantel geeft.
De Heer bedoelt hiermee echter niet dat we elke agressie moeten bedekken. Hij vraagt zeker niet om een agressor een ander slachtoffer aan te bieden. Joseph D. Parry legde het als volgt uit:

‘ Offering our cloak when our coat is required, is a way of imputing a reasonable motive to another’s action, allowing the action to define itself as a statement of need or fear that we might actually be able to do something about. Moreover, in asking us to give what they would take from us He is asking us to extend them the right to rethink what they wanted and why they wanted it; to acknowledge their right and capacity to change without being compelled to do so, just as we would prefer not to be compelled to do or give something. The Golden Rule, in other words.’

De mantel der christelijke liefde
dragen de meeste mensen
strak dichtgeknoopt.

Er zijn sprookjes over mantels geschreven, er zijn films over mantels gemaakt en in de Schriften staan ook veel verhalen over allerlei mantels waaronder de veelkleurige mantel van Jozef, de profetenmantel van Elia, de koningsmantel, de mantels op de weg naar Jeruzalem, de purperen mantel van Jezus.
Jesaja spreekt over een ‘lofgewaad’ (Jesaja 61:3)
Er zijn momenten waar we letterlijk een mantel kunnen geven, aan daklozen of vluchtelingen, of aan mensen die zich geen degelijke winterjas kunnen kopen. Maar die momenten zullen zich niet zoveel voordoen, een ‘lofgewaad’ geven kunnen we altijd. Er is nooit genoeg vriendelijkheid in de wereld, op ons werk, in onze buurt, bij ons thuis. Overal zijn er mensen die pijn hebben, die ziek zijn, die gepest worden, die niet goed in hun vel zitten, die moeilijkheden hebben. Iedereen kent wel iemand die eenzaam, ontmoedig of verdrietig is.
Elke dag hebben duizenden mensen nood aan een vriendelijke daad. Een eenvoudige glimlach of een complimentje kunnen iemand zijn dag maken.

Compliment people,
magnify their strengths,
not their weaknesses.

We worden overstelpt met mediabeelden over mensen die in nood verkeren. Het is meestal ‘de ver-van-mijn-bed-show’. Maar het is heel belangrijk om gevoelig te blijven voor de noden van een ander.
Misschien moeten we in deze donkere dagen wat beter rondkijken naar mensen die gebukt gaan onder een last.
Misschien moeten we een glansspray bij ons hebben om ontmoedigde mensen wat glitters te laten zien.
Misschien moeten we wat meer complimentjes geven, wat meer glimlachen.
Zijn we alert genoeg om de mensen te herkennen die onze ‘mantel van naastenliefde’ of een ‘lofgewaad’ nodig hebben?
Als mensen ‘bibberen’ , mogen ze dan onder jouw mantel warmte voelen?

Weet je welke mensen een hele wijde mantel hebben en een prachtig lofgewaad om te delen? De vele mantelzorgers in onze maatschappij! Ik zag het bij mijn eigen moeder en bij een schoonzus hoe zij een dierbare dag in dag uit onder hun liefdevolle vleugels namen en hun eigen leven in het teken van die ander zetten. Prachtig!

Het jassen – en mantelseizoen is dus aangebroken. Ik probeer mijn mantel niet te strak te knopen en ik probeer het ‘lofgewaad’ ook niet te vergeten. En jij?

Afscheid nemen.

Zelfs in tuinen van verdriet
blijft de klaproos van herinnering
in de warmste tinten bloeien.
(Kris Gelaude)

‘Afscheid nemen bestaat niet.’, dit zong Marco Borsato en het werd een hit in Nederland en in Vlaanderen. Ik heb dit liedje nog gebruikt tijdens het afscheidsfeest van de zesdeklassers. De kinderen zongen met tranen in hun ogen dat het geen afscheid was. Nu, de toekomst wees uit dat het die avond voor de meesten wel degelijk een afscheid was. Ons dorp heeft namelijk geen middelbare school en de wegen van mijn leerlingen liepen daarom al vroeg in hun leven ver en minder ver uit elkaar.

Afscheid nemen bestaat wél!
Het leven is een voortdurend afscheid nemen. Het begint al vanaf we geboren worden: huilend nemen we afscheid van de warme baarmoeder. We worden alleen in een bedje gelegd en als we een beetje groter geworden zijn, zet men ons of bij de kinderopvang of bij een onthaalmoeder. Aan de poorten van de kleuterschool merk je dat afscheid nemen ook voor veel mama’s niet evident is.

Afscheid is overal. De lucht is er zwaar mee beladen: verhuizen, een dood huisdier, een nieuwe job, een ziekte, een ongeval, een scheiding, de dood.
Of we nu groot of klein zijn, afscheid betekent een verandering in het leven en zowel kinderen als volwassenen moeten deze verandering kunnen plaatsen.
Een afscheid heeft vele lagen en betekenissen, is gewild of ongewild. Daarom borrelen er ook zo veel verschillende gevoelens op: dansende, huilende, twijfelende en verbitterde gevoelens. Soms zitten deze gevoelens zo diep verborgen dat ze pas na enkele dagen, weken, of zelfs jaren de oppervlakte van ons uiten bereiken.

Ik weet uit ervaring dat de pijn van een groot verlies nooit echt weggaat, maar je kan er wel mee leren omgaan. Ik denk dat leren omgaan met afscheid voor ieder mens een van de lessen van het leven is.

Where is the good
in goodbye?
(Meredith Wilson)

Hoe ouder je bent, hoe meer afscheid je al hebt genomen.
Toen ik in de kleuterschool zat stierf mijn beste vriendinnetje. Ik weet er niet meer zo veel van, alleen dat ik mensen hoorde zeggen dat ze nu een engeltje was. Heb ik toen veel geweend? Ik weet het niet. Ik herinner me nog vaag een knauwend gevoel telkens ik het grasveld zag waar we samen gespeeld hadden. Ik zal mijn maatje zeker gemist hebben, maar was nog veel te klein om er diep op in te gaan. Ik wist dat ze ergens verder leefde en had er vrede mee. Er kwamen andere vriendjes in mijn leven. En er kwamen ook huisdieren. Kleine poesjes en kanarievogels waarvan ik om allergische redenen ook vlug afscheid van moest nemen. Ik herinner me een boos gevoel en ik weet ook nog dat er een heel gedoe was rond ‘Paaskuikentjes’. Vroeger kreeg je rond Pasen een kuikentje van de kippenboer. Misschien waren dat geen gezonde kuikens, of waren ze te vlug van de moederhen weggehaald, in ieder geval waren deze kuikens geen lang leven beschoren. Toen mijn lief, donzig, geel bolletje stierf, was ik niet te troosten. Mijn moeder besliste toen om nooit geen huisdieren meer toe te laten. En dat is waarheid geworden.

Waarschijnlijk hebben jullie ook meegemaakt dat je gemengde gevoelens had bij een afscheid. Zo was ik blij en enthousiast toen ik directrice van een school werd, maar voelde ik ook een spanning voor die nieuwe job en een melancholisch gemis van het zelf lesgeven.
Afscheid kan ook opnieuw verdriet oproepen van eerdere rouwperiodes. Toen ik onlangs op de begrafenis van een jonge moeder was, voelde ik weer het diepe verdriet over de dood van een goede vriendin die jaren geleden haar jonge kinderen ook moest achterlaten.

Afscheid nemen,
welk afscheid ook,
kost tijd.

Nina George schreef:
‘Weet je dat er een tussenwereld bestaat tussen het einde en het nieuwe begin? Dat is de verwonde tijd. Het is een moeras waarin zich dromen, zorgen en vergeten doelen verzamelen. Je stappen worden zwaarder in die tijd. Onderschat die overgang niet, tussen afscheid en begin. Neem de tijd. Soms zijn zulke drempels te breed om ze in één stap te nemen. De drempel die je moet nemen tussen een afscheid en een nieuw begin. (De boekenapotheek aan de Seine)

Er is niet één manier om met afscheid om te gaan. Maar je moet wel iets doen. De ene persoon schrijft de ziel uit zijn lijf, de andere loopt ontelbare rondjes in het bos. Er zijn mensen die willen praten, anderen zoeken de eenzaamheid en de stilte op. Elk mens zal bij elk soort afscheid de afleiding of de uitlaatklep moeten vinden die bij hem past. Het leven gaat immers door. Het leven verwacht dat we verder leven. De pijn, de onmacht, of het verdriet zullen nooit volledig verdwijnen, maar zijn wel beter te dragen als je een verwerking zoekt.

Voor mensen in diep verdriet
schiep God
de eerbied van de stilte,
de troost van een omarming,
en de nabijheid van een vriend.
(Kris Gelaude)

Ik heb een heel goede vriendin. Men noemt dat een boezemvriendin, een soulmate, een zielsverwant. We hebben vele jaren gebabbeld, gelachen en gehuild. We hebben samen musea bezocht en pannenkoeken en mossels gegeten. We hebben pareltjes van boeken besproken en geestelijke ervaringen gedeeld. En toen kwam de dag dat ze ging verhuizen, niet zomaar een paar dorpen verder, maar naar een verre plaats over de grote plas. Ik herinner me nog de krop in mijn keel bij het afscheid. Hoe meer ik nog wou zeggen, hoe minder geluid er uit mijn mond kwam.
Met de jaren heb ik al veel vrienden uitgezwaaid, naar een andere streek of naar de andere kant van de sluier. Er zijn van die dagen dat de lege plekken in mijn hart rauw en bitter smaken. Maar ik weet dat ik die leegtes dan moet beschilderen met de vrolijke kleuren van dankbaarheid.
Weet je, ik moet koesteren wat er was. Al die mensen en dingen hebben me gevormd tot wie ik ben en ze hebben mijn leven verrijkt. En dàt raak ik nooit meer kwijt!

Afscheid nemen
is met zachte vingers,
wat voorbij is,
dichtdoen en verpakken
in de goede gedachten der herinnering.

Zoals ik al zei, het leven gaat verder. We kunnen echter het volgende hoofdstuk van ons leven niet ten volle starten als we in het vorige hoofdstuk blijven hangen. Meredith Wilson vroeg zich af ‘where is the good in the goodbye’. Op een dag zullen we het goede zien, want elk einde is een nieuw begin.

Toon Hermans zei:

Omdat er liefde is,
bestaat er geen voorbij.
In alle eeuwigheid
ben jij …

Ik verkies een ‘hello’ boven een ‘goodbye’. Maar de pijn van het afscheid van een geliefde zal verdwijnen bij het weerzien.

We only part to meet again.

 

 

 

De macht van woorden.

Ik word soms ontzettend stil van woorden. Er zijn woorden die me blij maken, andere bezorgen me een vervelend gevoel.
Toen ik nog voor de klas stond liet ik de kinderen nadenken bij een van mijn lievelings-kinderboeken: ‘Het land van de grote woordfabriek.’ van Agnès de Lestrade. In dat land moet je de woorden kopen en daar heb je veel geld voor nodig. Het was leuk en leerrijk om met de leerlingen stil te staan bij de gedachte ‘Wàt als woorden alleen te koop zouden zijn?’
Welke woorden zou jij eerst kopen?
Welke woorden vind jij belangrijk?

In ‘De boekenapotheek aan de Seine’ schrijft Nina George ook een stukje over het kopen van woorden:

‘Stel je voor dat je mooie woorden eerst zou moeten kopen voordat je ze zou mogen gebruiken. Dan zouden sommige watervallen snel blut zijn. En de rijken zouden het voor het zeggen hebben, omdat ze alle belangrijke woorden konden opkopen. En ‘ik hou van je’ zou het duurst zijn. Als het voor een leugen wordt gebruikt, dubbele prijs. De armen zouden tot woordroof worden gedwongen. Of ze zouden het houden van met daden moeten laten zien, in plaats van het te zeggen.
Dat zou iedereen moeten doen. Liefhebben is een werkwoord, dus … doe je het. Minder praten, meer doen. Toch?’

Laat uw woorden slechts de voorhof zijn van uw daden.
(Johann Wolfgang von Goethe)

Ik vroeg me af hoeveel woorden een mens wel kent. Het schijnt dat Vlamingen en Nederlanders gemiddeld 14 000 woorden gebruiken. Het kennen van woorden varieert bij de mens van 45 000 tot 250 000 woorden. Niemand kent echt ALLE woorden die er zijn. Als je het laatste woord wil hebben, moet je meer woorden leren. Woorden leer je bij door veel te lezen.
Volgens taalstatistieken is de taal met het kleinste aantal woorden het Takki Takki met 340 woorden. Men spreekt het in Suriname. Ik denk dat men daar zijn woorden wel zal wikken en wegen. Het kan ook zijn dat men ginds maar een half woord nodig heeft om begrepen te worden.

Zeg niet weinig dingen in vele woorden,
maar vele dingen in weinig woorden.
(Pythagoras)

Woorden schieten te kort om te beschrijven welke woorden er allemaal zijn. Harde en bittere woorden verminken veel relaties, terwijl zachte en vergevende woorden boosheid en frustraties kunnen helen. Iedereen heeft al eens nood aan een bemoedigend woord. Er bestaan veel lieve woorden, maar ook schijnheilige. De belachelijkste woorden zijn ‘nooit’ en ‘altijd’. De kortste ‘ja’ en ‘nee’, hoewel als je die woorden wil gebruiken, je toch eerst eens goed moet overleggen. Soms gebruiken we verkeerde woorden en hebben we achteraf spijt dat we ze niet ingeslikt hebben.
Ik hou van gevleugelde woorden, van warme woorden, van woorden die mijn adem doen stokken,van  woorden die mijn ziel raken, van woorden die me laten glimlachen, van woorden die me ‘heppie’ maken.

Ik voel me ozo heppie,
zo heppie deze dag
en als je vraagt: wat heppie
als ik eens vragen mag,
dan zeg ik: hoe wat heppie,
wat heppik aan die vraag,
heppie nooit dat heppieje
dat ik hep vandaag?
(Joke van Leeuwen)

Het evangelie van Johannes begint met:
In den beginne was het Woord’
Dat is een zin die me enorm aanspreekt. Ik hou van het Woord en van woorden in het algemeen. Woorden hebben iets magisch en daarom schrijf ik zo graag. Ik vind het een heerlijke uitdaging om met de woorden die iedereen kent toch iets te schrijven waardoor de zinnen anders klinken, anders voelen, anders raken.
Ik geniet ook van het lezen wat anderen met woorden ‘getoverd’ hebben. Soms raken woordcombinaties een gevoelige snaar of geven me een euforisch gevoel of een ‘ahaa’ beleving. Dan neem ik mijn kleurpotlood (dat een vast onderdeel is bij mijn boekencollectie) en kleur of onderlijn datgene wat me stil liet juichen.
Ik hoop dat jij ook wel eens zo onder de indruk was van iets, dat je zei: ‘Daar heb ik nu geen woorden voor.’ Als je dit ervaart, dan spreekt je ziel. Je verstaat wat men zegt, maar je kan het niet naar buiten brengen.

Even terug naar Johannes in de Bijbel:
‘In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het woord was God.
Dit was in het begin bij God.
Alle dingen zijn door het Woord gemaakt, en zonder dit Woord is geen ding gemaakt dat gemaakt is. In het Woord was het leven en het leven was het licht van de mensen.’
Het Woord heeft alle macht, zonder het Woord is er niets. Johannes bedoelde er Jezus Christus mee (zie Johannes 1: 14). Maar ook woorden met een kleine letter hebben veel macht.

Woorden hebben verrassend veel macht,
zowel om op te bouwen
als neer te halen.
(Jean B. Bingham)

Woorden kenmerken onze cultuur en zijn het belangrijkste deel van onze communicatie. In deze media-gekke wereld wordt als nooit tevoren geschermd met woorden, en regelrechte leugens worden meer dan eens zonder verpinken als een feit vermeld. Nog deze morgen had een verre vriendin de volgende zin gepost:

Be very careful of people whose words don’t match their actions.

Als ik mijn eigen leven onder de loep neem, dan hebben woorden me zowel vernederd en afgebroken als opgebouwd en geholpen. Ik wil er hier geen woorden aan vuil maken hoe roddel en vulgariteit me ooit pijn hebben gedaan. Maar ik onthou ook de goede woorden die mensen voor mij gedaan hebben, mensen voor wie een woord een woord is, en wiens vriendelijke woorden als een lieflijke echo op mijn levenspad blijven klinken.

If wisdom’s way you widely seek,
five things observe with care:
of whom you speak,
to whom you speak,
and how,
and when,
and where.
(Anon)

De woorden die we gebruiken kunnen zowel een wapen als een medicijn zijn.
Woorden zeggen meer over onszelf dan we misschien beseffen. Wat we in ons hart voelen, daar denken we over na. Waar we over nadenken, daar praten we over. Onze woorden weerspiegelen de persoon die we zijn. Ze geven onze achtergrond en de manier waarop we leven bloot. We moeten dus opletten met het soort woorden dat we gebruiken.
In vakliteratuur worden mensen soms in voorwerpen veranderd. Men spreekt dan over ‘gevallen’ alsof het niet meer over mensen gaat. Woorden die we lezen, horen, of zelf gebruiken kunnen denkbeelden oproepen van problemen, nummers, gedrag, ziektebeelden … in plaats van gevoelens, ervaringen, wensen, de mens zelf.
De geschiedenis leert ons dat de nazi’s de Joden niet als mensen zagen, maar woorden gebruikten zoals ‘figuren’, ‘ongedierte’, ‘koopwaar’, ‘vodden’, … met het gevolg dat morele wetten gemakkelijk zonder schuldgevoel konden overtreden worden en er zulke vreselijke dingen gebeurd zijn.

De taal dient gestemd te worden, net als een viool;
en net zoals te veel of te weinig vibratie in de stem van de zanger
of het trillen van de snaar
de toon vals maakt,
zo zal ook een teveel  of een te weinig aan woorden
de boodschap bederven.
(Oscar Wilde)

In Enos 1:3 staat: ‘…en de woorden die ik mijn vader dikwijls had horen spreken … drongen tot diep in mijn hart door.’ Woorden die ouders tot hun kinderen spreken kunnen inderdaad diep doordringen. Die woorden kunnen verstrekkende positieve en negatieve gevolgen hebben en voor een groot stuk het zelfbeeld van het kind bepalen. Denk maar aan woorden zoals: ‘Je bent altijd stout’, ‘Jij doet nooit iets goed’, ‘Je bent een nietsnut, een nul’, – of: ‘Dat was goed!’, ‘Niemand is volmaakt’, Iedereen moet leren’, ‘Fantastisch!’ ‘Ik hou van jou.’

How we speak to our children
and the words we use
can encourage and uplift them
and strengthen their faith.
(Rosemary M. Wixom)

De Bijbel wordt het woord van God genoemd en ik geloof dat ook, in zover die juist vertaald is. Ik geloof ook dat er nog andere woorden van God zijn, waaronder het Boek van Mormon.
Net zoals ik stil en ontroerd kan worden van gewone menselijke woorden, zo heeft Gods woord in de Schriften me meer dan een keer verwarmd, geholpen en vreugde gegeven.
Ook al geloof jij niet in Schriftuur, je kan er toch mooie woorden in lezen die je als mens kunnen helpen.
Een paar teksten die ik zo mooi vind:

Nu zullen wij het woord vergelijken met een zaadje. Welnu, indien gij plaats inruimt, zodat er een zaadje in uw hart kan worden gezaaid, … en indien gij het woord wél verzorgt, … zal hij wortel schieten … En wegens uw ijver, en uw geloof en uw geduld bij het verzorgen van het woord, opdat het wortel in u zal schieten, zie, zult gij er weldra de vrucht van plukken. (Alma 32: 28-42)

‘…Vergast u aan de woorden van Christus; want zie, de woorden van Christus zullen u alle dingen zeggen die gij behoort te doen.’ (2 Nephi 32: 3)

‘Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad.’ ‘Psalm 119: 105)

‘Als u in Mijn woord blijft, bent u waarlijk mijn discipelen, en u zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u vrijmaken.’ (Johannes 8: 31-32)

‘Daarom, ieder die deze woorden van Mij hoort en ze doet, die zal ik vergelijken met een verstandig man, die zijn huis op de rots gebouwd heeft.’ (Mattheüs 7: 24)

As we ‘lay hold upon the word of God’,
it lays hold upon us,
guiding our thoughts, words and deeds,
drawing us ever closer to
the Great Source of those inspiring words.
(Marvin J. Ashton)

Jay Hess was een piloot die in de jaren zestig werd neergeschoten boven Noord-Vietnam. Zijn familie hoorde twee jaar niets van hem. Uiteindelijk mocht hij een brief naar huis schrijven met maximum 25 woorden! Jay Hess schreef: ‘ Deze dingen zijn belangrijk: tempelhuwelijk, zending, school. Hou vol, stel doelen, schrijf geschiedenis, neem twee maal per jaar een foto.’

Welke woorden zou jij naar je kinderen schrijven als je maar 25 woorden mag gebruiken?

Our words, like our deeds,
should be filled with
faith,
hope,
and charity.

Woorden zijn de max!

 

Luisteren om te groeien.

Zoals sommigen misschien weten is een stukje van wie ik ben natuurgids. Ik hou van de natuur in mijn Vlaamse vlakke land en heb in het verleden een aantal cursussen gevolgd om planten, paddenstoelen en vogels te herkennen. De leukste en leerrijkste ervaringen had ik in de buitenlucht met een ervaren gids aan mijn zij.
Ik vind het fijn om mijn kinderen, kleinkinderen en vrienden te wijzen op bepaalde planten en vogelgeluiden. Een natuurwandeling wordt nog leuker als je het gezang herkent van een tsjif-tsjaf, een merel, een vink, een koolmees enz.
Ik heb er plezier in als iemand mij vraagt welke vogel hij hoort. Meestal weet ik het antwoord, soms ook niet. Dat komt waarschijnlijk omdat ik niet altijd goed geluisterd heb naar wat men mij verteld heeft.

John Burroughs, een natuurkenner, liep eens door een drukbezocht park. Boven de geluiden van de stad hoorde hij het fluiten van een vogel. Hij stopte om ernaar te luisteren. De mensen om hem heen hadden de vogelzang niet gehoord. John keek naar de mensen in het park. Niemand merkte het vogelgeluid op. Onze natuurkenner maakte zich er druk over dat iedereen zo iets moois miste. Hij nam een geldstuk uit zijn zak en wierp het in de lucht. Het kwam met een rinkelend geluid op het plaveisel neer; het klonk niet luider dan het geluid van de vogel. Verschillende mensen keerden zich om. Dàt hadden ze gehoord.
Het is moeilijk om tussen al de geluiden van het stadsverkeer het geluid van een vogel te onderscheiden, maar je kan het horen! Je kan het duidelijk horen als je oefent om ernaar te luisteren.

Als we ècht willen luisteren, dan moeten we ons erin oefenen en dan moeten we ook storende geluiden kunnen negeren. Om een merel te horen fluiten moet je het gebabbel van vrienden even uitsluiten. Om te genieten van een concert moet je je afsluiten van het geroezemoes om je heen. Om inspiratie of een goddelijke stem te horen moet je misschien wel de stilte opzoeken. Om naar een medemens te luisteren zullen we ons volledig moeten concentreren.

Luisteren doen we niet alleen met onze oren,
ook met onze ogen en ons hart.

In ‘De boekenapotheek aan de Seine’ van Nina George, ontdekte ik het woord doorhoorzicht.’ Doorhoorzicht is een talent waar je je oren, ogen en intuïtie gebruikt. Je leest aan de lichaamshouding, beweging en gebaren af welke gevoelens er benadrukt worden. Je ziet en hoort door datgene heen waarachter de meeste mensen zich verschuilen. En daarachter zie je alles waar ze zich zorgen over maken, wat ze dromen en wat ze missen.’
Hebben we niet allemaal het talent van ‘doorhoorzicht’ nodig?

Listening with our ears and our hearts may not be easy,
but it is always essential –
especcially for family members who need a hug.
(Ted Hindmarsh)

Je hebt misschien ook al de ervaring gehad dat je opmerkt dat er niet veel mensen zijn die tijdens een gesprek ècht luisteren naar jou. Over ’t algemeen zijn ze gefocust op wat zij zelf het laatste zeiden of wat ze straks zullen zeggen.
Aandachtig luisteren is een van de mooiste dingen die we aan iemand anders kunnen geven. Luisteren is de basis van een goed gesprek. Echt luisteren is niet zo eenvoudig. Als je goed wil luisteren, moet je jezelf opzij zetten. In feite is luisteren een uiting van liefde. Het kost moeite, want we moeten dikwijls ons ‘zegje’ opofferen om de andere de ruimte te geven zichzelf te uiten.
Als je luistert, dan toon je respect voor de andere persoon zijn ideeën, meningen en ervaringen. Je focust je op zijn noden en interesse en stopt de jouwe in de diepvries. Dat is niet gemakkelijk, maar als jij me iets vertelt dan probeer ik volledig aanwezig te zijn en niet af te dwalen met mijn gedachten. Net zoals je natuurgeluiden kan leren, zo kan je ook aandachtig leren luisteren.
Mitch Albom heeft er een mooi stukje over geschreven:

‘Aandachtig leren luisteren? Hoe belangrijk kon dat zijn? Nu weet ik dat het belangrijker is dan bijna alles wat men ons op de universiteit heeft geleerd.
Talloze mensen, met veel kleine problemen, zijn zo in zichzelf verdiept dat hun ogen glazig worden als je langer dan dertig seconden aan het woord bent. Dan denken ze al aan iets anders, een vriend die ze moeten bellen, een fax die gestuurd moet worden, een geliefde over wie ze aan het dagdromen zijn. Pas als je klaar bent met praten, hebben ze er opeens weer hun aandacht bij en dan zeggen ze: ‘Hm -hmm’, of ‘Ja, inderdaad’, en dan doen ze alsof ze aldoor hebben geluisterd.
Het probleem is gedeeltelijk dat iedereen zo’n haast heeft. De mensen hebben de zin van hun leven nog niet gevonden, dus rennen ze voortdurend rond op zoek ernaar. Ze denken: de volgende auto, het volgende huis, de volgende baan. Maar dan ontdekken ze dat die dingen ook leeg zijn, en zo blijven ze rondrennen.
We zijn echt heel goed in praten over koetjes en kalfjes: Wat doe je voor werk? Waar woon je? Maar ècht naar anderen luisteren – zonder te proberen ze iets te verkopen, ze te versieren, ze ergens voor te werven, of om prestige te winnen – hoe vaak kom je dat nog tegen?’

As we learn the social skill of listening to others
and the spiritual skill of hearing the direction of the Spirit,
we will progress in our earthly labors,
and, more important
we will be happy in our labors.

De mens praat ontzettend veel. Soms wel eens tegen zichzelf, maar meestal toch tegen minstens één persoon. Net zoals jullie heb ik al ontelbare gesprekken gevoerd. Beroepshalve tegen honderden kinderen en tientallen leerkrachten, maar ook tegen gezinsleden, vrienden, dokters en volslagen onbekenden. Waarschijnlijk heb jij je, net als als ik, al ontzettend geïrriteerd aan mensen die niet luisteren, of die de schijn van luisteren ophouden. Voel jij ook geen wrevel als men je onderbreekt, of je zin aanvult nog voor je zelf uitgesproken bent? Mensen die me niet aankijken en wiens blik afdwaalt naar andere dingen geven me algauw het gevoel van niet in mij geïnteresseerd te zijn. Weet je waar ik me ook in kan ergeren? In personen die me het vervelende gevoel geven dat ik hun kostbare tijd verspil; ze gluren naar hun uurwerk of wriemelen met hun smartphone. En wat denk je van degenen die hun eigen verhaal er tussen wringen, dikwijls nog in de overtreffende trap: ‘Moet je horen wat ik …’
Nu, ik bevind me soms ook aan de andere kant, dan ben ik degene van wie verwacht wordt aandachtig te luisteren.
Uit onderzoek is gebleken dat mensen elkaar na gemiddeld 17 seconden (!) al onderbreken. Daar gaat het èchte luisteren dan. Hoewel dat onderbreken niet altijd slecht bedoeld is – we geven zo graag advies of goede raad.

Most people do not listen with the intent to understand,
they listen with the intent to reply.
(Steven R. Covey)

We moeten inderdaad wat meer leren luisteren om te begrijpen, niet alleen om te antwoorden. We moeten leren luisteren zonder in te vullen, zonder te oordelen. Luisteren naar degenen van een andere religie of politieke voorkeur kan tolerantie en begrip vermeerderen. Iets wat we in onze tijd zeker nodig hebben!

Wisdom will come
as we listen to learn.
(Russell M. Nelson)

Wist je dat we ook moeten leren luisteren naar wat niet gezegd wordt? Dat is luisteren met de oren van je hart. Dat is luisteren naar wat je niet hoort, maar wel ziet: een liefdevolle blik, een verdrietige traan, een bezorgde rimpel, een trotse glimlach.
Maar er is wel een maar aan verbonden. We moeten opletten dat we niet te vlug denken te weten wat er zonder woorden gezegd wordt. Zo scheppen we spoken en verkeerde interpretaties.

Bijzondere leraren kunnen horen
wat een kind niet kan vertellen.

Elk mens zou moeten leren luisteren met liefde en zo proberen begrijpen wat de andere voelt in wat hij zegt.
Misschien moeten we wat meer tijd geven om te luisteren, zodat we de tonen en de nuances waarop iets gezegd wordt beter tot ons kunnen laten doordringen.
Niet goed naar de andere luisteren is dikwijls de oorzaak van een sputterende, verstoorde relatie.
Misschien moeten we meer proberen luisteren met ons hele ‘zijn’, met onze oren, met ons hart en met ons verstand.

Marion vertelde zijn dokter dat zijn vrouw Ida hoorproblemen had. De dokter vroeg hoe erg het probleem was, maar dat wist Marion niet echt. De arts vroeg om het uit te zoeken. Marion moest uit een andere kamer tot zijn vrouw spreken en dan dichter komen tot ze hem zou horen. Marion deed wat de dokter hem gevraagd had. Hij riep iets vanuit zijn slaapkamer naar Ida die in de keuken was – geen antwoord. Hij kwam dichter en weer kwam er geen antwoord. Dus ging hij voor de keukendeur staan en vroeg: ‘Ida, kan je me horen?’ Ze antwoordde: ‘Wat is er met jou, Marion? Ik antwoord nu al drie keer op dezelfde vraag!’ (Burton Howard)

Zelfs zonder hoorproblemen lijken sommige koppels niet naar elkaar te luisteren. Wijze partners luisteren om van elkaar te leren.
Met ons hele ‘zijn’ luisteren naar onze partner kan mooie momenten opleveren en crisissen de kop indrukken. Kijk in zijn/haar ogen en zie de schoonheid. Koester de expressie van de ogen, de mond, de handen. Luister met begrip en liefde.
Met ons hele ‘zijn’ luisteren naar onze kinderen kan bewondering, trots en liefdevol begrip geven. Luister naar wat je kind vertelt en moedig het aan met je ogen en je houding. Kinderen stellen veel vragen. Soms stellen ze zoveel vragen dat we het vervelend kunnen vinden. Maar besef dat ze je geen vragen zullen blijven stellen, en op een dag, als ze -veel te vlug- volwassen zijn, dan zal je wensen dat ze je wat meer vragen zouden stellen. Luister en geniet van je kind.

Spend a great deal of time listening,not just telling.This listening should be done with an open mind and heart.
When children feel they can talk freely about their feelings, problems and successes,
wonderful relationships develop between parents and children.
(Ben B. Banks)

Met ons hele ‘zijn’ luisteren naar onze ouders is het grootste geschenk dat we hen kunnen geven. Luister naar hun raad en hun herinneringen. Nu ze er nog zijn, luister naar het wonder van de ouderdom.

Luisteren met ons hele ‘zijn’ naar vrienden is de naam vriendschap waardig. Luister naar de zorgen en bekommernissen, naar de frustraties, de gedachten en de blijdschap. Luister en voel mee. Je kan op de sociale media veel likes en volgers hebben, maar een echte vriend krijg je en behoud je door goed te luisteren.

Onze ziel zal verruimen als we leren luisteren naar onze partner, naar onze kinderen, naar onze ouders en naar anderen. Mijn ziel is daar zeker wijzer door geworden.
Toch is er nog een ander soort luisteren wat ons enorme groei kan brengen. Net wat mensen proberen dat soort luisteren onder de knie te krijgen. Je merkt het aan bepaalde rimpelingen in onze overgeconsumeerde, egoïstische, bodycult-gerichte maatschappij: mensen zoeken de stilte op, camino-tochten zijn hip, meditatiecoaches springen als paddenstoelen tevoorschijn op het internet, filosofen krijgen weer een plaatsje in tijdschriften, enzovoort.

Ik ontdekte dat ik minder en minder te zeggen had,
tot ik uiteindelijk stil werd en begon te luisteren.
En in die stilte hoorde ik de stem van God.
(Sören Kierkegaard)

We moeten misschien eens gaan zoeken in onze eigen culturele roots: in de Bijbel en andere Schriften.
Jezus Christus gebruikt dikwijls de woorden horen en luisteren:

‘Wie oren heeft om te horen, laat hij horen.’ (Matt. 11:15)

‘Luister, o gij volk van mijn kerk, … Luister gij volk van verre; en gij die op de eilanden der zee zijt, luistert allen.’ (L&V 1: 1)

‘…gezegend zijn zij die naar mijn voorschriften luisteren en mijn raad het oor lenen, want zij zullen wijsheid leren…’ (2 Nephi 28:30)

‘Wie wijs is zal horen en inzicht vermeerderen.’ (Spreuken 1: 5)

‘Neig uw oor en kom tot Mij, luister, en uw ziel zal leven.’ (Jesaja 55: 3)

Wijsheid komt als we luisteren om iets te leren. Sommigen noemen het meditatie, een hogere bron, intuïtie. Ik noem het God.
In ons leven komen we allemaal moeilijkheden en uitdagingen tegen. We worstelen allemaal wel eens met vragen, teleurstellingen en ontmoediging. We hebben allemaal een of andere zwakheid en geregeld voelen we onze ‘kleinheid’ in het grote universum. Dan is het goed dat familie en vrienden naar ons luisteren. Maar ook God luistert en biedt kracht en hulp aan:

‘Ik zal u van mijn Geest meedelen, die uw verstand zal verlichten, die uw ziel met vreugde zal vervullen.’ (L&V 11: 13)

De fluisteringen van de Heilige Geest horen en herkennen is een levenslange opdracht. Net zoals goed luisteren naar onze medemens niet eenvoudig is en oefening en opoffering vraagt, is ook God horen een hele uitdaging. Meditatie, camino-tochten en stilte zijn prachtige hulpmiddelen, maar misschien moet je er ook de Schriften eens bijhalen en eens bidden. Sommigen kennen de bijbelverhalen nog van vroeger op school, anderen hebben er nog nooit van gehoord. Ik heb ondervonden dat als ik me in oude en hedendaagse schriftuur verdiep, ik Gods stem kan ‘horen’. Net zoals ik zijn stem ‘hoor’ als ik na mijn gebed ‘luister’.

Our Heavenly Father is only a prayer away,
and the Holy Ghost is within whispering distance.
Elaine S. Dalton

Ik heb misschien teveel geschreven over luisteren, maar ik ben er me van bewust dat elk mens zich daarin zou moeten verdiepen. Ons land heeft niet voor niets de hoogste zelfmoordcijfers, laten we dus leren luisteren met ons hele ‘zijn’.
Misschien ben je stil geworden bij mijn laatste opmerkingen over het spirituele luisteren. Maar stilte is goed, stilte spreekt.

Op mijn levensreis moet ik nog beter leren goed te luisteren. Ik wil dat doen, want luisteren is groeien.

 

 

Vrede, wat is dat?

 

Een Russisch schrijver keek glimlachend naar het spel van zijn kleinkinderen.
‘Wat spelen jullie?’ vroeg hij.
Wij spelen oorlog,’ riepen de kinderen.
Maar,’ zei de schrijver, ‘weten jullie dan niet dat oorlog veel pijn en verdriet met zich meebrengt? Speel liever vrede.’
‘Dat is goed, opa, ‘ zeiden de kinderen. ‘We zullen voortaan vrede spelen.’
Maar even later kwamen ze terug naar hun grootvader met de vraag:
Opa, hoe speel je vrede?”
Opa ging zitten op de bank en schudde zijn hoofd.
Ook hij wist het antwoord niet.
(uit ‘Een parel voor elke dag’)

Vredesweek, dag van de vrede … :
één van de vele projecten die op verschillende scholen georganiseerd worden, mèt of zonder gezucht van degenen die in dat werkteam zitten. Tussen alle te geven lessen en bergen papierwerk is het misschien te begrijpen dat er leerkrachten zijn die het vredesproject liever een jaartje willen overslaan. Maar als ik dan het nieuws hoor, of berichten lees van verre vrienden, dan schreeuwt mijn hart: NEE! Sla deze activiteit niet over!
Volgens mij heeft de wereld vandaag meer dan ooit nood aan een vredesboodschap. We leven in een tijd van oorlogen en geruchten van oorlogen. Aan die verschrikking kunnen we persoonlijk niets doen. Maar we moeten onverschilligheid en afstompen tegengaan.
Ik heb vele jaren met twaalf-jarige kinderen Ieper en de omliggende oorlogskerkhoven bezocht. Te midden van honderden witte kruisjes was deze luidruchtige ADHD-generatie stil en ontroerd.
We kunnen inderdaad zelf geen oorlog stoppen, maar we kunnen onszelf en de jongeren een geweten blijven schoppen!

We leven in een maatschappij waar veel haat, conflicten en ontevredenheid leeft. Onze kinderen groeien op met Facebook, Twitter, Instagram, Snapchat, …   nieuwe media die het leven weergeven, met zijn ups en downs, van gewone mensen zoals jij en ik. Maar teveel om goed te zijn, vergiftigen op die moderne berichtgeving haat- en nijdreacties de meningsuiting van een ander. Klimaatopwarming? Je moet eens een paar reacties lezen van voor- en tegenstanders – soms te lelijk om te herhalen. Hetzelfde bij genderuitingen en geloofsverklaringen. Het lijkt erop dat alleen de eigen mening mag zegevieren. Vrijheid van mening is een mensenrecht, maar o wee als die mening indruist tegen wat hip is of een hype, zelfs het suikergehalte in voeding zorgt voor verhitte gemoederen. In vroegere tijden zouden veel handschoenen toegeworpen zijn, nu snijden woorden diepe wonden.

Als we geen vrede hebben,
dan komt dat
omdat we vergeten zijn
dat we elkaar toebehoren.
(Moeder Teresa)

Dan is er ook nog de innerlijke strijd die in iedereen wel eens woedt. Dat laat me denken aan het verhaal van het schilderij van de vrede, waar een koning een grote beloning uitloofde voor de kunstenaar die het best de vrede kon weergeven op een schilderij. De koning moest uiteindelijk kiezen tussen twee schilderijen. Op het ene schilderij had de schilder een rustig meertje geschilderd, hoge bergen weerspiegelden in het water en in de lucht dreef een klein wolkje. Op het andere schilderij was een storm geschilderd. De regen pletste in een kolkende rivier en bliksemschichten verlichtten de hemel. In een struik, onder een overhangende rots, was een vogel te midden van al dit natuurgeweld aan het broeden. De koning koos dit schilderij, de schilder had uitgebeeld wat hij bedoelde: vrede is een kalm hart, te midden van de storm van het leven.
Dit verhaal leert me dat we in een prachtige, rustige omgeving kunnen wonen, maar toch geen vrede voelen omdat we innerlijk aan het strijden zijn. Aan de andere kant kunnen we ons te midden van verwoesting en vernietiging bevinden en toch een onbegrijpelijke vrede voelen. Vanwaar komt die vrede?

Vrede op aarde begint bij jezelf. Vrede verspreidt zich heel dichtbij: thuis, in je buurt, op je werk.
Of we nu geloven of niet, in onze zoektocht naar een veilige en vredevolle wereld kunnen we moeilijk het evangelie van Jezus Christus negeren. In de Bijbel komt het woord ‘vrede’ veel voor. De blijde boodschap is een evangelie van vrede. God legt veel nadruk op vrede. De engelen zongen bij de geboorte van Jezus: ‘Vrede op aarde aan alle mensen van goede wil.’
Howard W. Hunter zei: ‘De wereld waarin we leven, dicht bij huis of ver weg, heeft het evangelie van Jezus Christus nodig. Het evangelie verschaft de enige manier waarop de wereld ooit vrede zal vinden. We hebben een vreedzamere wereld nodig die ontstaat uit vreedzamere gezinnen, buurten en gemeenschappen. Om een dergelijke vrede te verwerven en te ontwikkelen ‘moeten we anderen liefhebben, zowel onze vijanden als onze vrienden.’ Wij moeten anderen in vriendschap de hand reiken. We moeten vriendelijker, zachtaardiger, vergevingsgezinder en minder snel kwaad worden. Gods handelswijze is voornamelijk gebaseerd op overreding, geduld en lankmoedigheid, niet op dwang of harde confrontatie. Zijn benadering is zachte aandrang en vriendelijke uitnodiging.’

Jezus, die ook Vredevorst genoemd wordt, zei zelf: ‘Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u; niet zoals de wereld die geeft, geef Ik die u.'(Joh. 14: 27)
Zijn boodschap is de grootste levensfilosofie ooit aan de mens gegeven. Je moet niet gelovig zijn om zijn raadgevingen in de praktijk te brengen. In de bergrede, één van de belangrijkste toespraken van Christus, staat: ‘Zalig zijn de vredestichters, want zij zullen Gods kinderen genoemd worden.’ (Matt. 5: 9)
Hebben we vandaag niet meer dan ooit vredestichters nodig?
We kunnen thuis en overal zelf een vredestichter zijn, door twist, afgunst en jaloersheid te vermijden. Probeer eens een maand thuis of op je werk vriendelijk en medelevend te zijn. Creëer een sfeer van liefde en harmonie, biedt spontaan hulp aan. Wanneer je geïrriteerd bent, beheers je, tel tot tien, zwijg. Stop met kritiek te geven of te roddelen. Vergeef en vergeet (anders worden ‘oude koeien’ vlug terug uit de sloot gehaald). Om een vredestichter te zijn (te worden) heb je dus véél geduld nodig, geduld met jezelf en met een ander.

De vrede waar de wereld naar verlangt is een staakt-het-vuren, maar men wil niet beseffen dat een blauwdruk van blijvende vrede in het evangelie van Jezus Christus ligt. Als men de moeite zou nemen om Zijn woorden te lezen, dan zou men versteld staan van de eenvoud van de dingen die Hij voorstelt om vrede te hebben.
Ik maak me ook wel zorgen om de gebeurtenissen in Noord-Korea. Mijn maag krimpt soms samen van de ophitsende taal van wereld- en plaatselijke leiders. Ik ben bezorgd om het verdwijnen van waarden en normen. Ik heb verdriet door zoveel ellende op deze wereldbol. Maar net zoals dat vogeltje op het schilderij vind ik vrede en gemoedsrust in de eenvoudige waarheidsbeginselen die Jezus onderwees. Ik heb zijn vredevolle boodschap bestudeerd. Ik speculeer niet dat God bestaat, maar ik geloof het ècht. Het herstelde evangelie van Jezus Christus heeft op mij een actieve invloed. Ik ben een mens en zeker niet volmaakt, maar mijn dagelijks toepassingen -in woord, gedachte en daad-  van waar ik in geloof geven me vrede en rust.

In het boek ‘Achterland’ van Caroline Brothers zegt Hamid:

Ik denk dat als we meer wisten over het heelal,
als we zouden weten hoe het in de ruimte is,
dat we dan hoog boven de grond zouden zijn,
ver weg van onze moeilijkheden,
en het hele leven hier beneden konden overzien.
Al het vechten zou klein zijn
en onbelangrijk en zinloos,
en misschien zouden mensen daardoor
meer van vrede houden.

De aarde is een stipje in het oneindige universum, de mens een stipje op dat stipje. Zal de mens eens begrijpen dat hij een verbondenheid moet zoeken met die nadere stipjes? Dat hij verbonden is met die stipjes? Zal hij eens echt beseffen dat ‘Wanneer de macht van de liefde, de liefde voor de macht overwint, dan pas de wereld vrede zal kennen (Jimi Hendrix)?

Er is nog nooit een goede oorlog
of een slechte vrede geweest.
(Benjamin Franklin)

Ik ben van nature optimist en ik weiger dus aan te nemen dat de mens verdrinkt in een duistere kolkende zee van racisme, geweld, slechtheid en oorlog. Ik geloof dat naastenliefde, eenheid en broederschap tussen alle volkeren eens een stralende dag zal inluiden. Een stemmetje in mij zegt: ‘Dat is het, maar je moet bij jezelf beginnen.’

September is de oogstmaand. Men oogst wat men gezaaid heeft. Als we vrede willen oogsten moeten we reinheid zaaien, moeten we eerlijk omgaan met elkaar en moeten we onzelfzuchtig helpen.

Ik ga me op het einde van elke dag afvragen:

Did I offer peace today?

Bracht ik vrede vandaag?

Doe je mee?

 

Tijd om te leren.

Je hebt ze waarschijnlijk ook zien fietsen of stappen: kleine en grotere mensjes met een van felgekleurde tot saai-grijze variërende tas op de rug, gezwind of ietsje trager, op weg naar een nieuw schooljaar om te leren. Want daarom gaan ze toch naar school, om te leren, niet?

Hoe leuk is het niet om een mini-mensje na de eerste klaservaring, met fonkelende ogen en een brede glimlach te horen verklaren: ‘Ik kan al lezen!’ Ik denk met vertedering terug aan zulke momenten met mijn eigen kinderen en met sommige van mijn kleinkinderen. Het geluk straalde eraf!
Het is een feit dat het gevoel dat je groeit als mens, bijdraagt aan je levensgeluk. Vitaminen zijn goed voor ons lichaam. Nieuwe dingen leren zijn vitaminen voor je geest.

Develop a passion for learning.
if you do,
you will never cease to grown.
(Anthony J. D’Angelo)

De manier waarop je als jongere en jongvolwassene leert, legt het fundament voor een leven lang leren.
Mogen groot worden in een (t)huis waar een liefde voor leren in de kamers rondzweeft, is een zegen.
Als kind droomde ik ervan om later in mijn eigen huis een kamer in te richten als bibliotheek. Je weet wel, zo’n kamer uit de films, met honderden boeken in rekken tegen de muur – zo hoog dat er ladders voorstaan. Nu, in mijn eigen huis is er geen plaats voor zo’n bibliotheek, maar in bijna elke kamer staat tenminste één boekenrek met allerlei soorten boeken.
De meeste gezinnen wonen niet in een kast van een huis en er is misschien zelfs plaatsgebrek. Maar met een beetje goed wil en wat fantasie, kan je in elk huis een ‘bibliotheekhoekje’ inrichten. Een hoekje waar het stil is – geen teevee, geen Wifi, waar ieder die het wil kan zitten lezen, snuisteren, nadenken en notities maken.
Mijn jarenlange ervaring in het onderwijs heeft me geleerd hoe belangrijk voorlezen, lezen en leren thuis wel is, voor ieder gezinslid.
Vroeger had elk gezin minstens twee gemeenschappelijke maaltijden. Daar werd niet alleen gegeten, maar ook gelachen, gekibbeld en verteld. Ik heb al heel wat bijgeleerd aan de eettafel, van goede manieren tot geduld en empathie. De gezinsmaaltijden waren in mijn ogen meestal een lawaaierige en gezellige boel, maar ik was toch blij dat ik me altijd kon terugtrekken in mijn bureautje.

Learning something new is a fabulous way to be refreshed.
When work can grind you down,
something about learning a new activity
thrills the soul.
It reminds you
that the world is bigger than
your desk and your to-do list.
(John Ortberg)

Er is al veel gezegd en geschreven over de noodzaak om een leven lang te leren. In onze tijd, waar technologie, globalisering en biodiversiteit ons met voortdurende aanpassingen en nieuwigheden overspoelen, is een leven lang leren geen hobby meer, het is een noodzaak. Leren is een proces dat nooit mag stoppen. Het maakt niet uit hoe oud we zijn, of hoe oud we ons voelen, we kunnen steeds nieuwe dingen in ons opnemen en ze toepassen.
Niemand weet genoeg, het leerproces heeft geen einde. Hoewel met ouder worden we zouden kunnen denken dat we alles al ervaren en geleerd hebben, ligt er nog zoveel om te leren te grijpen.
Ik ben van mening dat we moeten blijven lezen, observeren en nadenken over wat we leren. Er is zoveel ‘fake’ nieuws, zoveel valse, misleidende en onvolledige berichten. Onder geleerde namen en termen worden ons allerlei smoesjes voorgeschoteld. We moeten zelfredzaam in ons denken blijven!
Stel je eens voor wat er met jou zou gebeurd zijn als je gestopt was met leren toen de schoolpoort achter je dichtklapte. Zou je kansen gemist hebben? Zou je een andere persoon geworden zijn?
Als ik mezelf onder die loep neem, en deze vraag voor mezelf even laat sudderen, dan keer ik terug naar eind jaren zeventig van vorige eeuw. Ik voel dat sommigen nu gniffelen, maar nee, toen liepen er geen dinosaurussen op aarde. Maar als ik genoegen had genomen met de kennis die ik toen verworven had als afgestudeerde leerkracht,
dan zou ik niet op de computer kunnen werken,
dan zou ik geen berichten met de gsm kunnen versturen,
dan zou ik niet kunnen skypen met verre vrienden,
dan zou ik van de ontwikkelingen op technologisch vlak weinig of niets weten,
dan zou ik van wereldse, godsdienstige en politieke kwesties niet op de hoogte zijn,
dan was mijn visie op onderwijs en educatie in de oude doos blijven steken,
dan was ik geen natuurgids geworden,
dan kon ik geen harp spelen,
dan was ik mijn geloof kwijtgeraakt,
dan had ik weinig of geen persoonlijke en geestelijke groei doorgemaakt.

Aan leren komt geen eind.
Het is niet omdat je een boek of twee gelezen hebt,
of geslaagd bent in je examen,
dat je kan stoppen met leren.
Je hele leven,
van je geboorte tot je dood,
en zelfs nog verder,
is een leerproces.

We leven in een tijd waar eeuwenlange kennis binnen een duimklik in ons bereik komt. We kunnen in een korte periode leren waar anderen jarenlange onderzoeken over gedaan hebben. Er zijn nog nooit zoveel mensen in wereldse kennis onderlegd geweest. Men zou daarom kunnen verwachten dat de wereld bijna volmaakt moet zijn. Maar het tegengestelde is waar: ziektes in de maatschappij – letterlijk en figuurlijk, conflicten en problemen die miljoenen mensen op de vlucht doen slaan en anderen een bang hart geven.
Elke dag word ik me er meer van bewust dat het leven meer is dan wetenschap, wiskunde, geschiedenis en literatuur. Zoals Gordon B. Hinckley zei: ‘Er is een ander soort vorming nodig. Zonder die vorming leidt wereldse kennis alleen tot verwoesting. Ik heb het over de vorming van het hart, van het geweten, van het karakter, van de geest.’

Bij alles wat je verwerft:
verwerf inzicht!
(Spreuken 4:7)

De mens moet buiten kennis ook inzicht verwerven.
Inzicht in zichzelf: wie ben ik?
Inzicht in het doel van het leven: waarom leef ik?
Inzicht in geestelijke materie: bestaat er een God?
Die kennis zal onze seculiere opleiding prachtig aanvullen en ons leven en karakter op een unieke manier verrijken.

Het vormen van uw geest is even belangrijk
of zelfs belangrijker
dan het vormen van uw verstand.
(Gordon B. Hinckley)

Ik hou nog steeds van seculier leren. Mijn dag is niet goed als ik niet iets gelezen heb. Mijn man kijkt soms met opgetrokken wenkbrauwen naar de vier boeken die ik tegelijk aan het lezen ben en naar verschillende opengeslagen tijdschriften en notities die her en der rondzwerven in ons huis. Ik hoor hem dan iets mompelen in de trant van ‘ vrouwen’ en ‘met meer dan een ding bezig zijn’.
Ik vind het geweldig om te leren wat specialisten schrijven over de natuur, de sterfelijkheid, de psyche van de mens, enz. Deze seculiere ideeën bedreigen mijn geloof in een levende God niet, omdat ik door de jaren heen ook spirituele kennis verzameld heb. Door mijn geestelijke kennis kan ik dingen filteren en innerlijke vrede behouden. Mijn school- en werkervaringen hebben me de noodzaak geleerd om steeds meer geestelijke kennis op te nemen. Ik ga helemaal niet akkoord met wat Bertrand Russell zei: ‘ Religion is something left over from the infancy of our intelligence, it will fade away as we adopt reason and science as our guide lines.’
En je hoort ook wel eens zeggen dat onwetende mensen op godsdienst leunen omdat ze bang zijn van de dood. Mijn vader zou zeggen dat zulke uitspraken te flauw zijn om dood te doen. Ik vind me wel in de uitspraak van William Blake:

De adelaar verloor nooit zoveel tijd
als toen hij erin toestemde van de kraai te leren.

Voor vele gelovigen is een leven lang leren een van Gods hoogste prioriteiten voor de mens. Verschillende godsdiensten beklemtonen het belang van toenemende kennis en intelligentie. Een Joodse rabbijn zei: ‘Intelligentie is Gods grootste gave aan de mensheid.’ (Lord Jonathan Sacks). In schriftuur van de heiligen der laatste dagen staat: ‘De heerlijkheid Gods is intelligentie.’ (L&V 93:36)
De Koran leert dat het grote ontzag voor God alleen gerealiseerd wordt door degenen die kennis hebben (Qu’ran, 35: 28, Oxford World’s Classics edition)
Geloof is geen oogklep, geen kruk, geen blindheid!
Geloof moedigt nieuwsgierigheid en vragen aan. De werkwoorden vraag, zoek en klop komen meer dan 500 keer voor in de Bijbel. Christus onderwees zijn volgelingen: Bid, en u zal gegeven worden,zoek en u zult vinden; klop, en er zal voor u opengedaan worden.(Mattheus 7: 7)
Dit is geen passieve of blinde manier om te leren, maar een uitnodiging om door iets te doen, het zelf te weten te komen.

The realness of a personal God; the continued active life of the Christ; the divinity of the restoration, these can be known as surely as that the sun shines, by every responsible person, and to fail to attain this knowledge is to admit that one has not paid the price. Like academic degrees it is obtained by intense strivings.
(Spencer W. Kimball)

Een van de grootse gevaren voor de mensheid is dat de mens denkt alles te weten. De apostel Paulus schreef in 1 Korinthe 8:2 ‘En als iemand denkt iets te weten, dan heeft hij nog niets leren kennen zoals men het behoort te kennen.’
Er moet nog zoveel waarheid ontdekt worden!

Learning happens in the minds and souls,
not in the databases of multiple-choice tests.
(Ken Robinson)

Leren is zowel een praktische als een geestelijke kwestie (Gordon B. Hinckley).
Ik hou van leren en benut vele kansen om kennis op te doen. Ik vind het heel belangrijk om mezelf te blijven ontwikkelen. Soms wil ik direct kunnen vliegen, maar ik moet eerst leren kruipen, rechtstaan, stappen, lopen, klimmen en dansen. Seculier en geestelijk leren gebeurt stap voor stap. Men is nooit te oud om de eerste stappen te zetten, men is nooit te oud om te leren. Als je stopt met leren dan ben je oud, of je nu twintig of tachtig jaar bent. Wie blijft leren, blijft jong. Henry Ford zei het al: ‘The greatest thing in life is to keep your mind young.’

Michelangelo was 87 jaar toen hij zei: ‘I’m still learning.’

Ik leer nog alle dagen bij. Jij ook?