Welke kleur breng jij in je leven?

kleurAls ik naar buiten ga, dan ruik en voel ik dat de herfst op kousenvoeten de zomer verdrongen heeft.Niet bruusk, maar heel langzaam past de natuur zich aan dit nieuwe seizoen aan. De dagen worden steeds korter en bomen en bloemen maken zich klaar om met een laatste vuurwerk aan kleur de herfst een van de mooiste perioden van het jaar te maken.

John Burroughs merkte heel wijs op:

How beautiful the leaves grow old.
How full of light and color
are their last days.

Hoe prachtig zou het niet zijn moesten alle mensen het licht en de kleuren zien die oudere mensen uitstralen. De jeugd met hun zonnig, fel en uitbundig kleurenpalet zou zich nog mooier en dieper ontwikkelen als ze deze oude pracht zou opmerken en waarderen. Een mooi boek om hieromtrent te lezen is ‘Mijn dinsdagen met Morrie’ van Mitch Albom.

Ik hou van kleuren. Naargelang mijn ochtendhumeur kleed ik me feller of zachter. Mijn ‘ik’ heeft een grote voorkeur voor zachte tinten, maar af en toe ga ik ook eens uit de bol voor felrood of knaloranje.
Met mijn penseel en verf tover ik liever zachte lichtgevende aquarellen dan harde olieverftaferelen.
De kleurklank van mijn favoriete muziekinstrument, de harp, zal geen harde beats voortbrengen maar stuurt meestal lieflijke, klaterende klanken onze leefruimte in.

Color is a power

which directly

influences the soul.

(Wassily Kadinsky)

Kleur is een speciaal fenomeen. In wetenschappelijke termen is een kleur een eigenschap van licht en wordt de kleur bepaald door de verschillende golflengtes van dat licht.
Een oppervlak dat alle golflengten volledig absorbeert, wordt zwart genoemd. Een voorwerp dat alle golflengten (bijna) volledig diffuus weerkaatst, wordt wit genoemd.
Maar er is geen voor de hand liggende relatie tussen de natuurkundige definitie van kleur en de echte, dikwijls verschillende, kleurervaring die een mens opmerkt.

The whole world,

as we experience it visually,

comes to us through the mystic realm of color.

(Hans Hofmann)

Er is veel gezegd en geschreven over kleur. Psychologen, wetenschappers, kunstenaars, schrijvers, filosofen en kwakzalvers, allemaal hebben ze aan alles een kleurtje willen geven.
In 1666 verdeelde Isaac Newton het spectrum in zeven kleuren:
rood-oranje-geel-groen-blauw-indigo en violet.
In 1810 schreef Johann Wolfgang von Goethe zijn kleurenleer. Hij wist toen al dat sommige kleurcombinaties écht niet kunnen, en dat kleuren een eerste impressie kunnen maken of breken.
De architectuur en reclame- en modewereld gebruiken en misbruiken de emotionele uitstraling van kleuren.

Zo is rood overal ter wereld dé signaalkleur. Rood valt op. Denk maar aan het gebruik in verkeerslichten, verkeersborden en de remmen van een auto. Rood wordt gekoppeld aan bloed en vuur, maar ook aan liefde en hartstocht. Is rood je lievelingskleur? Volgens kleurpsychologen wil je dan indruk maken en presteren. Je kleding toch een beetje aanpassen als je gaat solliciteren? En gelukkig leven we niet meer in de middeleeuwen, toen werden roodharige vrouwen van hekserij verdacht. Toch moeten wij ook opletten dat we geen heksenjacht ontketenen aan de een of andere kleur.

If you’re white and you’re wrong,
then you’re wrong.
If you’re black and you’re wrong,
you’re wrong.
People are people.
Black, blue, pink, green –
God make no rules about color,
only society.
(Bob Marley)

Veel kinderen houden van geel. Misschien omdat geel wordt geassocieerd met zon, licht en leven? Als geel je lievelingskleur is dan zou je geestelijk zeer levendig zijn en wil je steeds meer kennis verkrijgen. Gelukkig mogen wij vandaag, als we dat willen, allemaal geel dragen. In China mocht alleen de keizerlijke familie dat, omdat ze gezien werden als afstammelingen van de zon.

Soms vinden we ook een tegenstrijdigheid in de betekenis van een kleur. Groen zou voor veiligheid en rust staan, maar is ook de kleur van vergif. In tekenfilms worden rare wezens graag in het groen afgebeeld.
Misschien ben je nog groen achter je oren, maar heb je wel al eens een blauwtje opgelopen?
Wist je dat vroeger de deuren en luiken vaak blauw geverfd werden? Men dacht dat de kleur blauw de kwade machten kon verjagen. In het zuiden vind je nu nog steeds veel blauwe deuren. Niet dat daar meer kwade machten aan het werk zouden zijn, maar omdat blauwe deuren blijkbaar de vliegen buiten houden (ik zal maar kleur bekennen: volgens mij zijn vliegenramen toch veel efficiënter).

The object and color in the materials around us

actually have a physical effect on us,

on how we feel.

(Florence Nightengale)

Kleuren hebben inderdaad een effect op de mens. Waarom dragen dokters, laboranten en koks een witte beroepskleding? Wit staat voor schoon en smetteloos en dat verwachten wij in het beroepsveld van die mensen toch?
Wit is een speciale kleur, ze is de optelsom van alle kleuren samen. Meestal heeft de totale som van iets ook de absolute meerwaarde. Maar gelukkig ziet ons oog alle kleurschakeringen. Stel je voor dat ons zicht beperkt zou zijn tot wit en zwart, dan zouden we nooit regenbogen zien.

Ik stel mijn leven graag voor als een kleurdoos. Hoeveel kleuren zitten er in jouw doosje? 8 of 64?
De dingen die we doen, kleuren onze wereld. Als we een zwartkijker zijn, zal ons beeld altijd grijs zijn. We moeten veel kleuren in ons leven gebruiken. Met wat humor en wat liefde begint ons grijs beeld al wat op te klaren. Opgelet! Nijd, afgunst en roddel geven een vale kleur en kan ons kleurenpalet verwoesten.

The world needs

your prismatic soul.

(Amy Leigh Mercree)

We moeten ‘in kleur leven’! De wereld is al donker genoeg!

Maar we kunnen de kleur zwart niet vermijden,, noch moeten we dat proberen. In een prachtig kunstwerk is ook zwart verwerkt. Zonder zwart kan men geen diepte scheppen. Zon èn regen laten de kleuren van de regenboog verschijnen! R. Tagore zei het zo mooi:

Clouds come floating into my life,

no longer to carry rain or usher storms,

but to add color to my sunset sky.

Ik vind een zonsopgang en een zonsondergang veel mooier met slierten wolken in de lucht. Door onze tegenslagen en negatieve ervaringen krijgt ons levensschilderij meer diepte.

Als we ons verdiepen in de problemen van onze huidige samenleving is het alsof we op een toverbal sabbelen. Je weet wel, onder elke kleur vind je een nieuwe. Toen we kinderen waren vergeleken we elkaars toverbal. Telkens een andere kleur verscheen, gaf dat een magisch gevoel. Ik weet niet of de verschillende politieke kleuren me een magisch gevoel geven, maar als we het over de wereldproblematiek hebben moeten we wel opletten dat we niet als een blinde over de kleuren gaan spreken. We moeten ook voorzichtig zijn of we niet door een gekleurde bril kijken. Een kunstenaar bestudeert ook eerst de kleuren voor hij een kunstwerk maakt.
Waar niemand voor gestudeerd moet hebben, is het feit dat we allemaal weten dat het enige wat we per kleur moeten scheiden, de was is! We zitten echter nog ver weg van de droom van Martin Luther King.

I have a dream

that my four little children

will one day live in a nation

where they will not be judged

by the color of their skin,

but by the content of their character.

Ik wil het ook een beetje over kameleons hebben. Dat zijn rare dieren. Ze veranderen van kleur naargelang de omgeving waarin ze vertoeven.
Misschien willen wij ook wel eens af en toe veranderen van kleur en opgaan in de massa. Maar John Locke gaf hierover wel een doordenkertje:

We are like chameleons.
We take our hue and the color
of our moral character
from those who are around us.

Het is belangrijk met wie we omgaan, zij kleuren ons leven.
Heb je zelf een grijze dag? Alles wat je nodig hebt is een spatje kleur van je vrienden.
Heb je een spetterende kleurrijke dag? Neem je kleurdoos en probeer een regenboog te zijn in iemands grauwe dag.
Aarzel je? Denk je dat jouw kleuren er niet toe doen, dat ze te oud zijn, dat ze niet goed meer kleuren?
Ik weet dat gebroken kleurpotloden nog steeds kunnen kleuren, echt waar.

The ones

who are crazy enough

to think they can

color the world

are the ones who do.

Binnenkort schildert de herfst de natuur vol prachtige kleuren. Vergeet niet wat tijd te maken om er vol verwondering naar te kijken.

Een tip voor de kleurrijke sportliefhebbers: doe eens mee aan the color run!
Dat is een loop van 5 km waarbij de deelnemers in een witte Tshirt starten. Elke kilometer krijgen ze een wolk van kleurpoeder over zich heen. Men loopt voor het goede doel: de strijd tegen borstkanker.
info: thecolorrun.be

Live in color!

Vul je kleurdoos en kleur erop los!

Angst voor spinnen? Angst voor andere dingen?

 

spin-fluo-is-terug

 

Enkele dagen geleden verstoorde een zwart harig monster onze gezellige filmavond. Mijn man maakte de duiksprong van zijn leven en …ik was gered!

 

 

Waarom ben ik, net als zoveel andere mensen, bang voor spinnen? Ik weet echt wel dat die angst overdreven is, ik ben groot en de spin is klein. Maar ik zit er ondertussen wel mee. Ik ben bang voor een levende spin, krijg de kriebels van een dode spin en huiver van plaatsen die perfect geschikt zijn voor spinnen en spinnenwebben – zoals onze zolder en tuinhuis. Kom ik ergens een foto van een spin tegen, dan kan die bladzijde niet vlug genoeg omgedraaid zijn. Ja, ik weet het, dat is allemaal echt overdreven.

Spinnen zijn nuttige beestjes en in onze streken zijn ze ongevaarlijk. Harige, handgrote vogelspinnen komen hier niet voor. Maar bij het zien van een dikke huisspin slaat mijn hart over en verstijf ik ter plaatse. Hoe komt dat toch? Is het een familie-erfenis? Zit het in mijn genen? Heb ik als kind een akelige onverwachte ontmoeting met een spin gehad?

Een spin ‘springt in ’t oog’ en zeker in ’t mijne! Ik heb ze meestal het eerst gezien. Misschien omdat ze er zo lelijk uitzien? Ik vind het ook eng dat ze zo snelle onvoorspelbare bewegingen maken. Daarom durf ik ze ook niet dood meppen, ik zou er toch naast slaan, met nog meer schrik als gevolg.

Aanvallen en vluchten

maken deel uit van de strijd.

Verlamd worden van de angst niet.

(Paul Coelho)

Het is een gegeven dat angst verdwijnt als we de confrontatie aangaan. Het is ook een feit dat we graag wegblijven van dingen die we eng vinden: speechen, autorijden,… De enige manier om de angst te verminderen is het te doen. Angst hoort bij onze groei. Maar het hoeft niet in één keer, je kan het spanningsniveau in stapjes opvoeren en zo veilig oefenen.
De stap-voor-stap-methode wordt op veel domeinen succesvol toegepast. Wat mijn spinnenfobie betreft, ik vond het van mezelf al een heel huzarenstukje om in mijn tweede kinderboek (Fluo is terug) over een reuzegrote spin te vertellen. Met een raar gevoel van binnen en een klam potlood in mijn hand heb ik ze ook getekend. Dat was mijn eerste stap in mijn spinnenangst. Ik weet niet wanneer ik er aan toe zal zijn een volgende stap te ondernemen. Dus hoop ik dat mijn man de reddende engel blijft spelen. Ik heb wel een afspraak met de spinnen in huis gemaakt: ze mogen blijven, als ik ze maar niet zie. Hopelijk hebben ze dat goed begrepen.

We kennen allemaal angstgevoelens en de verlammende uitwerking die ze teweeg brengen. Ook weten we dat angst een slechte raadgever is en toch laten we ons wel eens leiden door onze angsten.
Je moet de dag van vandaag wel heel cool zijn om niet onrustig te worden door alles wat er nu gaande is: opwarming van de aarde, zikavirus, terrorisme, aardbevingen, kernproeven in Noord-Korea, oprukkend China, Rusland dat weer ‘koud’ aanvoelt, Turkije in België, … Het zijn allemaal angstfactoren.
Ja, er kan nogal wat misgaan in onze wereld, veraf maar ook dichtbij.

Ik moest onlangs mijn dochter afzetten aan de luchthaven van Oostende. Een luchthaven vind ik altijd wat opwindend en exotisch, maar deze keer moet ik toegeven dat ik toch wat minder onbevangen was. Twee zwaar bewapende soldaten stonden aan de ingang van deze kleine luchthaven en vertroebelden direct het vrolijke gevoel. Waar is de tijd dat we tot aan de landingsbaan meekonden?
Heb jij bij de laatste terroristische aanslag ook tegen je kinderen of kleinkinderen gezegd dat ze niet bang moesten zijn? Maar geloofde je het zelf wel?

Moed is weerstand tegen angst,

beheersing van angst,

niet afwezigheid van angst.

(Mark Twain)

Psycho-oncologisch therapeut Eveline Tromp zei dat we de onvoorspelbaarheid van het leven eigenlijk niet goed hanteren:
Niets is zeker in het leven. Je kunt ineens ziek worden of overlijden door een ongeluk. Met die onzekerheid kunnen wij mensen vaak niet zo goed omgaan. We zien continu dreiging, in de ijdele hoop dat we het kunnen uitbannen. 

Het Engelstalige woord voor angst is FEAR. dat is de afkorting voor:

False
Expectations
Appearing
Real

FEAR heeft ook nog twee andere betekenissen:

Forget Everything And Run

OF

Face Everything and Rise

Onze fantasie kan ook op hol slaan. Misschien heb jij het volgende wel al eens meegemaakt: na het lezen van een thriller ga je twee keer controleren of alles in huis goed op slot zit. Of na een spannende film hoor je ’s nachts vreemde geluiden en lig je klaarwakker te bibberen onder je deken.
’s Anderendaags ben je doodmoe, heb je barstende hoofdpijn en ben je gegeneerd voor die nachtelijke spoken.

In het licht blijkt het monster
vaak de schaduw van een vlinder.

Wat volgens mij nog bijdraagt tot een bang gevoel is dat voor de huidige media angst creëren een vorm van entertainment is. Onder druk van de concurrentie brengen nieuwsgevers steeds meer negatief nieuws. Dat zorgt voor meer kijkcijfers.
Doordat we zoveel ellende zien en horen, lijkt de samenleving volledig om zeep. En dat is niet zo. Er is nog zoveel goed nieuws, maar dat haalt meestal de krant niet.

Angst verandert niets aan het verdriet van gisteren

en lost de problemen van mogen niet op.

Het enige dat angst doet,

is je vandaag verlammen.

(Corrie ten Boom)

Het blijkt dat slechtnieuwsberichten ons verdrietiger en angstiger maken. We gaan daarbij ook meer piekeren en doemdenken over onze eigen problemen. Als je 90% van je aandacht richt op die 10% die niet goed gaat in je leven, dan ga je na verloop van tijd denken dat 90% niet goed gaat.  Wat kan je daaraan doen?

Eveline Tromp schreef: ‘Als je al je gedachten uit je hoofd zou kunnen schudden, zou je ze in twee stapeltjes kunnen verdelen:
gedachten die voortkomen uit angst
en gedachten die voortkomen uit vertrouwen.
Angst is de grote ontmoediger.
Vertrouwen produceert bemoedigende gedachten.’

Je kan ook met je angsten op een goede manier omgaan: voorbereiden, erover lezen, veiligheidsmaatregelen nemen. Maar je kan niet alles uitbannen.

Wij moeten voortdurend dijken van moed opwerpen

tegen de stormvloeden van de angst.

(Martin Luther King)

Het leven is een reis. Een reis met spinnen en andere angsten. We kunnen altijd kiezen of we luisteren naar onze angst, of naar ons vertrouwen. Als we krampachtig iets willen bereiken, dan kunnen we faalangst ontwikkelen, schrik om verkeerd te doen of te zijn. dan belemmeren we onze groei en schieten we het doel waarom we hier op aarde zijn voorbij. We moeten ons niet alleen richten op het eindresultaat, maar ook genieten van de weg ernaar toe.
We moeten niet bang zijn iets nieuws uit te proberen. Amateurs bouwden de ark, professionals bouwden de Titanic. We moeten het Grote Plaatje durven zien.

Vertrouw op Mij bij iedere gedachte;

twijfel niet,

vrees niet.

(L&V 6: 36)

De Heiland is de Weg, de Waarheid en het Leven. Hij is er altijd om ons aan te moedigen, te vergeven en te redden. Daarom, zoals M. Russell Ballard zei: ‘Als we geloof oefenen en de geboden onderhouden, dan moeten we geen schrik hebben van de reis.’

In moments of fear or doubt or troubling times,

hold the ground you have allready won,

even if that ground is limited.

(Jeffrey R. Holland)

In het Oude Testament, in de Bijbel, heeft de profeet Jesaja mooie dingen geschreven die ons moed kunnen geven onze angsten te overwinnen:

Vrees niet, want Ik ben met u; zie niet angstig rond, want Ik ben uw God. Ik sterk u en help u.
Ik grijp uw rechterhand vast en zeg tot u:
Vrees niet, Ik help u.
(Jesaja 41: 10, 13)

Toen ik een klein meisje was, voelde ik me veilig aan de hand van mijn ouders. Toen ik wat groter was, had ik minder schrik toen ik met mijn vriendinnetje hand in hand verschillende avonturen ondernam. Nog wat groter voelde ik me rustig toen mijn man mijn hand in de zijne nam. Een hand vasthouden verdrijft angst. Ik hou er van om mijn hand in de hand van de Heer te leggen…

 

 

 

Weemoed in mijn tuinzetel.

nazomer

Hebben jullie dat ook, dat weemoedig gevoel in september dat langzaam vanuit je tenen opstijgt? Horen jullie ook een stemmetje dat je influistert dat die mooie zomer weer eens voorbij is?

“’t is weer voorbij die mooie zomer” is ook een liedje van Gerard Cox. Het stond in de jaren ’70 wekenlang in de hitparade. Misschien had het liedje zo’n succes in Nederland en Vlaanderen omdat het een nostalgische klank had. In onze natte lage landen kijken we immers maandenlang uit naar die lange zomerse dagen, maar voor we ’t weten zijn die weer allemaal voorbij.

Gerard Cox – Het is weer voorbij die mooie zomer.

Je hebt er maandenlang naar uitgekeken.
De koude winter wou maar eerst niet om.
Traag en langzaam kropen langs de weken.
Maar eindelijk, daar was ie toch: de zon.

De nachten kort, de dagen lang.
De ochtend vol van vogelzang.
Het scherpe, hoge zoemen van een mug.
Dan denk je: ha, daar is ie dan.
Dit wordt minstens de zomer van een eeuw.
Maar lieve mensen, oh wat gaat ’t vlug.

’t Is weer voorbij die mooie zomer.
Die zomer die begon zowat in mei.
Ah, je dacht dat er geen einde aan zou komen.
Maar voor je ’t weet is heel die zomer
Al weer lang voorbij.


De wereld was toen vol van licht en leven
Van haringgeur vermengd met zonnebrand.
Een parasol om ’t felle licht te zeven en in je kleren schuurde zacht het zand.
We speelden golf en jeux de boule en we zonken zalig in een stoel.
We dreven met een vlot op de rivier.
We werden wekenlang verwend, maar ach, aan alles komt een end
nu zit ik met mijn dia’s in de regen hier.

Herfst verkleurt weer langzaam alle bomen.
‘k heb ’s nachts al lang weer m’n pyjama aan.
Dan had je eens in juli moeten komen,
toen sliepen we ’s nachts buiten op het strand.

En ’s morgens vissen in de zon
en zwemmen zover als je kon
We voeren met een boot een end op zee.
’t is jammer dat het over ging,
’t is allemaal herinnering.
Daar doen we dan de hele winter maar weer mee.

’t Is weer voorbij die mooie zomer,
die zomer die begon zowat in mei.
Ah, je dacht dat er geen einde aan kon komen,
maar voor je ’t weet
is heel die zomer al weer lang voorbij.

Ik heb het liedje nog eens beluisterd op Youtube, doe dat ook maar eens en dan zal je het meer dan normaal vinden dat ik een beetje weemoedig de herfst tegemoet zie.

Weemoed is de aftershave van het verdriet.

(Johan Anthierens)

Wat is weemoed? Waarom voelen we ons soms weemoedig en kijken we nostalgisch terug naar het verleden?
Ik vind weemoed een raadselachtig woord met een even raadselachtig gevoel. Ik ben blij en gelukkig, maar ineens koppel ik een lied, een beeld, een geluid, … naar iets van vroeger en bekruipt me een warm verlangen naar toen, ik word overvallen door een soort heimwee en voel een zachte treurnis om wat voorbij is.

Nostalgie is

gedachten van vroeger

gestript van het gedoe van toen.

(Hanna Bervoets)

Als ik dieper in mijn nostalgische herinneringen graaf, dan merk ik wel dat in iedere moment van mijn leven wel wat ‘gedoe’ was;
Een mooie zomer met uitgeregende uitstapjes en doornatte bbq’s.
Schattige baby’s met kilo’s pampers, uren gekrijs en hoofdpijn.
Interessante uitjes met vrienden, maar waar ik niet begrepen werd.
Een toffe werksfeer met toch enkele venijnige collega’s die mijn leven meer dan zuur maakten.
Een gezonde jeugd, maar met enkele enge ziekenhuisopnames.
Een mooi huis, maar ook een periode van stresserende financiën.
Toffe familiefeestjes, maar ook slepende conflicten.
Veel plezier op school, maar ook deadlines en moeilijke taken.

Nostalgie doet ons dat allemaal vergeten. Hanna Bervoets zei het zo:

Nostalgie is een slijpmachine
die onze herinneringen bewerkt
alsof het ruwe diamanten zijn:
grillige hoekjes worden afgeschaafd
en het oppervlak opgepoetst
tot ons verleden dermate schittert
dat het iets begeerlijks lijkt.

Voorbije dingen lijken soms zo volmaakt. De snoepjes uit onze jeugd waren veel lekkerder, de liedjes veel mooier, het eten gezonder, de vriendschappen intenser en het leven zorgelozer en minder ingewikkeld. Owens Lee Pomeroy zei het zo mooi in het Engels:

Nostalgia is like a grammar lesson:

you find the present tense,

but the past perfect.

Misschien voelen we ons veilig in die nostalgische momenten, omdat vroeger toch nooit terug kan komen. Vele dingen willen we echt niet opnieuw beleven. De Franse zanger Charles Aznavour zei:

Nostalgie is de zucht naar de goede oude tijd,

waarin niets te lachen viel.

Is weemoed en nostalgie dan niet gepast? Moeten we ons ervoor schamen? Is het iets alleen voor stokoude mensen? George Eliot zei:

We could never have loved the earth so well
if we had had no childhood in it.

Weemoed wordt wel eens de brug tussen toen en nu genoemd. Maar ik begrijp echt wel dat ’toen’ niet terugkomt.
Weemoed, nostalgie, dit kan een genezende balsem zijn voor wonden uit ons verleden, maar we mogen er niet in blijven hangen. C. S. Lewis schreef: There are far better things ahead than any we leave behind.’

We kunnen geen betere toekomst hebben als we blijven denken aan gisteren. Ik zou echt niet terug willen. Ik ben mezelf geworden door alle levenservaringen die ik al had en de toekomst zal me verder blijven polijsten.

Misschien waren er vroeger sommige dingen beter (ik heb alvast de volle overtuiging dat de knalrode vierkante ‘lekstokken’ veel lekkerder waren dan enige lolly nu). Maar ik durf me schragen achter de woorden van Gordon B. Hinckley:

Er is nooit een betere tijd in de geschiedenis van de wereld geweest om op aarde te leven. We moeten allemaal dankbaar zijn dat we in deze prachtige tijd met zoveel fantastische zegeningen leven.

Het is een feit dat de mooie zomer op zijn laatste benen loopt. Ik ga genieten van een mooie nazomer en misschien zullen de kortere dagen me af en toe weemoedig maken. Maar hé, de herfst met al zijn kleuren ligt op de loer en in de verte fonkelen al kerstlichtjes. Ik ga genieten van al het moois op mijn pad, het leven gaat al vlug genoeg.

Ik zit in mijn tuinzetel. De weerman beloofde een prachtige nazomer. En dat is het ook. Ik zomer dus eventjes na. Het ruikt buiten al een beetje naar de herfst. De ‘grasparels’ blijven een hele dag liggen. De lijsterbes heeft geen oranje bessen meer en laat al bladeren vallen. Het zonlicht is niet meer zo fel. Wespen vliegen venijnig heen en weer en vlinders proberen de laatste nectar uit de vlinderstruik te halen. Spinnen weven kunstwerkjes en dikke libellen flitsen boven de vijver. Af en toe groepen vogels samen in de lucht, op weg naar warmere streken. Heel de natuur haalt weemoedig adem …

 

Onderwijs = leren?

school blog 2

Het nieuwe schooljaar is gestart. Duizenden kinderen, tieners en adolescenten sluiten de vakantiedeur en stappen of fietsen met gemengde gevoelens de schoolpoort binnen.
De eerste schooldag is altijd een mix van spanning en verwachting, en niet alleen voor de leerlingen. Ook ouders en leerkrachten produceren die dag wat meer stresshormonen.
Het jaarlijkse beeld aan de schoolingang heeft altijd wel min of meer dezelfde beelden in aanbieding. Sommige kleutertjes huilen en krijsen, terwijl andere kleintjes geen traan verpinken en zelfs niet meer omkijken naar mama of papa die met een krop in hun keel onnozel staan te zwaaien.
Op de speelplaats van de lagere school sleuren 6-jarigen een rugzak mee waar ze het liefst zelf willen inkruipen. Traantjes zijn dan al wat zeldzamer, maar die eerste ochtend vertoont bijna de hele klas symptomen van buik- en maagklachten.
Aan de middelbare scholen kan je er de meeste nieuwelingen zo uithalen: onzekere mensjes, die toch al meer dan acht jaar schoolervaring achter de rug hebben, gluren vanuit hun ooghoeken naar al die grote slungels. Ze zouden zich het liefst terug toveren naar het laatste jaar van de lagere school, toen ze de plak zwaaiden over al die ukkepukkies. Met weemoed beseffen ze dat de rangorde gewijzigd is en dat ze op dit onbekend domein hun positie weer zullen moeten verdienen.
Gelukkig zijn na een paar dagen de meeste horrorbeelden vervlogen en volgt een aanpassing aan het nieuwe leerproces.

Als we eerlijk terugdenken zijn wij, volwassenen, die gevoelens niet vergeten en weten we dat er voor deze jongeren nog veel zulke momenten zullen gebeuren: een nieuwe job, een eerste werkdag, nieuwe collega’s, een nieuwe baas … Ineens zijn onze ingewanden weer evenveel van slag als toen, aan die grote schoolpoort.

Onderwijs is slechts het minste deel

der opvoeding.

(John Locke)

Net als jullie heb ik verschillende facetten van het onderwijssysteem doorlopen. Mijn schoolloopbaan startte toen ik nog geen drie jaar was. Ik herinner me niet veel meer van mijn kleutertijd. Het kleuterschooltje had drie klaslokalen en ik zie het vage gezicht van een nonnetje en een juf met een blauwe schort aan. Aan die eerste schooljaren heb ik geen noemenswaardige complexen overgehouden. Het enige wat me blijven achtervolgen is, is het gevoel van verwarring tijdens een schilderles. We moesten een landschapje naschilderen naar het voorbeeld van de juf (of de non, dat weet ik niet meer). Ik kreeg een fikse uitbrander en voel de onrechtvaardigheid ervan nu nog altijd tot in mijn teentoppen. Ik had het gedurfd om het omgekeerde te schilderen: ik had de wolken wit en de lucht blauw gekleurd. Waarschijnlijk was de lucht buiten ook zo geschrokken van al dat tumult in die kleine kleuterklas, want vanaf dat moment zweven er, tot mijn grote opluchting,  witte wolken in een blauwe lucht.
Voor de rest had ik een zalige kleutertijd. Van kleutertesten hadden ze in die tijd nog niet gehoord, het leven van een kleuter was mooi en zorgeloos.

Toen ik zes was ging ik naar de ‘grote school’. Buiten een herinnering aan een heksenfiguur, die vooral in de refter schrik en terreur zwaaide, had ik het geluk om leuke juffen te hebben. Ik leerde zonder veel poespas lezen, schrijven en rekenen. Ik hield van spreekbeurten geven en van Frans. Ik was een gelukkig kind met veel vriendinnetjes. Pesten was een woord dat wij niet kenden. Iedereen hoedde zich ervoor om met straf naar huis te gaan, want thuis werd dat schrijfwerk op zijn minst verdubbeld.

De overgang van de lagere school naar de middelbare school verliep zonder stoten. Toen ik veertien was veranderde de schoolpolitiek en werd de school ‘gemengd’. Voor het eerst mochten jongens en meisjes naar dezelfde school gaan en in dezelfde klas zitten. De wereld van dat andere deel van het menselijk ras ging volledig open en ik onderscheidde algauw de ettertjes van de grapjassen, en de nerds van de speelvogels. Ik heb zoveel gelachen in mijn tienerjaren, maar ook veel geleerd –  van goede en minder goede leerkrachten. Van sommigen herinner ik me niets meer. Bij anderen kan ik het gezicht nog koppelen aan hun bijnaam en van enkelen weet ik ook nog hun hele naam.

Een middelmatige leraar spreekt,
een goede leraar verklaart,
een groot leraar toont,
een grandioze leraar inspireert.

Een biologieleraar ontstak het vuur voor de natuur in mijn binnenste. Ik denk dat hij fier zou zijn moest hij weten dat ik natuurgids ben.
Toen ik zeventien was, doofde de wiskundeleraar bij mij alle enthousiasme voor getallen, terwijl ik toch altijd prachtige cijfers had. Ik denk dat hij niet meer gemotiveerd was om het nut van algoritmen en parabolen te laten ontdekken door teenagers.
De leraar Frans boog zich teveel over de meisjes, wat heel gênant was, maar hij was met zijn punten ook veel guller voor hen. Niettemin hou ik aan zijn lessen toch een goede uitspraak van de Franse taal over.
Engels en Nederlands kregen we van dezelfde leraar. Er waren verschillende meisjes verliefd op hem en ik had ook wel een boontje voor deze nog jonge onderwijzer. Ik hield van zijn manier van lesgeven en droomde dat ik ooit een beroemde schrijfster of journalist zou worden.
Maar de leraar die me het meest is bijgebleven is mijn geschiedenisleraar. Hij heeft me echt laten nadenken en me verbanden laten ontdekken. Ik denk dat in zijn lessen het zaadje groeide om zelf leerkracht te worden.

Het gaat er niet om of
je binnen of buiten
de lijntjes kleurt,
het gaat erom
dat je
je eigen tekening maakt.

En zo belandde ik aan de andere kant van het klaslokaal. Ik heb enorm graag les gegeven. Ik hield ervan om de leerlingen te laten nadenken, om hen principes uit te leggen en hen dan zelf dingen te laten ontdekken. Ik probeerde hun visie op de wereld te verruimen en hen liefde voor boeken bij te brengen. Ik moedigde open communicatie aan en vond het fantastisch om jonge mensen klaar te stomen om met vastberadenheid hun dromen na te jagen. Ik was zeker geen volmaakte leerkracht en heb wel eens dingen verkeerd ingeschat. Ik vond de administratieve kant van de job uitputtend en soms zinloos. Maar het doet zo veel deugd als een oud-leerling naar me zwaait en met een brede lach ‘Dag juf Linda!’ roept.

Een leraar raakt de eeuwigheid.

Hij weet nooit waar zijn invloed

zal stoppen.

En toen kreeg ik de kans om directeur van een lagere school te zijn. Dat was een interessante, maar ook moeilijke periode in mijn beroepsleven. Door die functie uit te oefenen heb ik veel bijgeleerd over pedagogie en een school leiden. Mijn ervaring als hoofd van een school heeft me nog meer laten beseffen dat de leerkracht er toe doet!

Ik zou dan ook willen dat alle leerlingen dit nieuwe schooljaar een leerkracht hebben,
die zijn leerstof beheerst en enthousiast kan overbrengen,
die beseft dat hij lang niet alles weet en dus een leven lang verder leert,
die creatief is en
die leerlingen aanmoedigt om dingen te ontdekken en te creëren,
die kan lachen en kan troosten,
die gelooft in elk kind,
die weet dat kennis alleen niet voldoende is,
bij wie kinderen fouten durven maken,
die oog heeft voor veiligheid – fysisch en emotioneel,
die respect toont en eist,
die geduld heeft en complimentjes geeft,
die leert te onderscheiden wat waard is gelezen te worden,
die een open geest aanmoedigt,
die kritisch leert denken,
kortom, een leerkracht die met liefde lesgeeft en elk kind laat stralen.

De start van een nieuw schooljaar laat me niet alleen stilstaan bij al de scholen die tot mijn ontwikkeling hebben bijgedragen, maar ook bij de allerbelangrijkste school:de school van het leven.

Op school volg je eerst de lessen

en dan krijg je een test,

in het leven krijg je eerst een test,

en dan volgen de lessen.

We leven in de meest competitieve tijd die we ooit gekend hebben. De wereld zal ons meestal betalen wat we waard zijn. En onze waarde neemt toe door alles wat we leren en ik heb het hier niet alleen over onze ‘marktwaarde’. Alle training van ons verstand en onze handen kan ons helpen een goede invloed uit te oefenen.

Henry B. Eyring zei: ‘Onthou dat je een interesse moet hebben in leren, niet alleen voor het sterfelijk leven, maar voor de eeuwigheid.Als je begrijpt dat een geestelijk element je totale educatie verfijnt en opbouwt, dan zal je geestelijk onderwijs op de eerste plaats zetten en toch het seculiere onderwijs niet veronachtzamen. In feite zal je met die geestelijke visie harder werken op school.’

Russell M. Nelson, wereldberoemd hartchirurg, schreef: ‘Ons verstand is kostbaar. Het is heilig. Daarom is de educatie van ons verstand ook heilig. Educatie is een godsdienstige verantwoordelijkheid. Natuurlijk verschillen onze mogelijkheden en onze situaties.. Maar in het volgen van onderwijs is individueel verlangen belangrijker dan de school die je kiest en is persoonlijke drijfveer belangrijker dan de studierichting.’

Onze Schepper verwacht van al zijn kinderen dat ze zich persoonlijk ontwikkelen, dat ze kennis zoeken door studie en geloof (L&V 88:118).
Als we dit leven verlaten dan laten we al onze materiële bezittingen achter, maar de Heer heeft verklaard dat we alle kennis behouden die we in dit leven opgedaan hebben, als we naar het volgend leven gaan (L&V 130:18-19). Wat een prachtige belofte! Wat een motivatie om een leven lang te leren! Ons leren mag nooit stoppen! Als het stopt aan de klasdeur op de dag van de diploma-uitreiking, dan falen we. Er is in het leven nog zoveel meer te leren dan de dingen die we op de schoolbanken leerden. En er is nog zoveel meer op de ‘schoolbanken’ te leren dan toen we afstudeerden. We zijn nooit te oud om iets te leren!
Ik denk dat de manier waarop we les kregen een grote invloed heeft op het feit of we levenslange dorst naar kennis hebben.

Wat beeldhouwwerk is voor een stuk marmer,

dat is onderwijs voor de menselijke ziel.

(Joseph Addison)

Is onderwijs gelijk aan leren? Dat zou het meest logische zijn, maar dat is het niet altijd. Schoolmoeheid uit zich om verschillende redenen, die niet altijd zo duidelijk zijn. Mijn ervaring als moeder, leerkracht en directeur liet me inzien dat de leerkracht (en als ouder ben je de belangrijkste) dé persoon is om het motto ‘levenslang leren’ niet te laten verwateren of te laten verdrinken. Liefde is de sleutel. Zolang leerkrachten uit liefde onderwijzen en niet louter als ‘job met veel vakantie’ dan moet je je niet te veel zorgen maken. Een kind dat graag naar school gaat, is een begrepen kind.

Ik ben zo dankbaar dat ik in een maatschappij mag leven waar ik de vrijheid heb om te kiezen een leven lang te leren!

In de film ‘Dead Poets Society’ zitten pareltjes van educatie. Ik wil hem zeker nog eens bekijken.

robin williams

 

Meditatie aan zee.

zee blog

Een zonnige dag aan het Noordzeestrand: ik zet me neer in het zand en luister naar de wind. Is dit het perfecte plaatsje om de zware tas met strandlakens, zonnecrème, leesvoer, hapjes en drankjes van mijn schouder te gooien, of …?
Ik voel hoe een zeebries mijn haren streelt en bemerk hoe een beetje verderop het lichtwuivende duingras van een zandheuveltje me lonkt met de belofte op een eersteklas zitplaats.
Nog even stuntelig verder klauteren. Ik denk niet dat ‘klauteren’ de juiste omschrijving geeft van mijn ploeteren omhoog. Maar, hé, heb je ooit al een oma gracieus een duin zien beklimmen, beladen als een muilezel, met in de ene hand twee paar sandalen en een klein mensenhandje, en in de andere een tas vol met alle denkbare en ondenkbare strandspullen?
De achterhoede, met emmers, schopjes en grote spades, sjokt ook omhoog en keurt de strandplaats goed. In een wip lopen de groteren weer naar beneden. Het water komt op en dus is het zandkastelentijd!
Terwijl mijn man zich blaren op zijn handen schept, vlei ik me neer op een van de kleurrijke handdoeken. Ik sluit mijn ogen. Eventjes helemaal niets doen. Niets denken. Alleen maar languit genieten van de geluiden:
de bruisende golfslag,
kwetterende meeuwen,
lachende kinderen,
en het vallen van zand in een emmertje.

Onze jeugd en de zee,
ze denken dat ze oneindig zijn,
omdat we de andere oever niet zien.
(R.F.Lissens)

Ik ben vergeten hoeveel keer ik al naar de zee geweest ben, maar ze was altijd anders. De seizoenen, het weer, de wind, de sporters, mijn gezelschap en mijn gemoedstoestand, ze gaven telkens een ander beeld.
Soms was de zee een gladde spiegel waar mensen tot hun knieën in het water dromerig naar de horizon tuurden. Dan weer kolkten en lonkten luidruchtige golven surfers en moedige zwemmers tot ver buiten de boeien. Een ding blijft hetzelfde: als ik het strand en de zee zie, ben ik in een oogwenk weer een kind. Kinderliedjes als ”k Heb de zon zien zakken in de zee’, en ‘Tien kleine visjes’ springens spontaan in mijn hoofd. Ik beleef kinderlijke plezier aan warmte van het fijne zand tussen mijn tenen, het water  wel of niet over mijn voeten laten stromen, het duizelige gevoel van de steeds bewegende zee, springen over de golven en schelpen zoeken aan de vloedlijn. Nonnetjes, wenteltrapjes, kokkels, zaagjes, messchedes en andere grote en kleine strandschelpen, ik vind ze nog even mooi.
De zee heeft nog steeds iets oneindigs, ook al weet ik dat de Engelse kust echt niet zo veraf is. Ik las ergens de volgende uitspraak:

De liefde is als een schelp,

waarin je de zee van de eeuwigheid

hoort ruisen.

Wie heeft dat nooit gedaan: een schelp aan je oor houden en de zee ‘horen’?
Als ik mijn kleinkinderen nu verwonderd met een schelp aan hun oren zie staan, is een glimlach nooit ver weg.
Misschien moeten wij, de volwassenen, eens wat meer een schelp aan ons oor houden. Want alles gaat voorbij, maar de liefde blijft.
Ooit zag Phil Bosmans alle mensen als broeders in dezelfde boot varen:

Alle mensen als broeders in dezelfde boot.
Mensen die samen varen …
Een fantastisch droom.
De zon danst aan de hemel,
de vissen dartelen in de zee.
Alle mensen als broeders in ’n zelfde wereldboot.
Zwakken en sterken.
Alle volkeren en talen en rassen.
Machtigen en machtelozen.
Armen en rijken.
Mensen die samen varen,
als broeders op de wereldzee,
onder dezelfde zon,
op dezelfde baren,
wind mee,
wind tegen,
in dezelfde storm.
Er zijn geen zwakken meer,
geen machthebbers meer,
niemand wordt meer overboord gegooid,
geen mens meer in het vooronder
om te sterven van de honger.
Er is geen oorlog meer rond de commandobrug.
Zangers lopen over het dek met een lied.
Iedereen is veilig en geborgen aan boord.
Een fantastische droom.
Waarom moest ik ontwaken en zag ik
een zwaar gehavende boot op drift,
met een ontregeld kompas.
Waarom hoorde ik idealisten en profeten
wanhopig roepen
om een ‘hart’ in de boot.

Ik vraag me af wat Phil Bosmans nu zou schrijven moest hij slechts één dag het wereldnieuws lezen. Misschien schreef hij wel dat het kompas kapot zou zijn. Hij zou ontwaken met het beeld van duizenden bootvluchtelingen en drenkelingen in de Middellandse Zee. Zijn droom is een nachtmerrie geworden!
Misschien moeten de wereldleiders eens wat meer een schelp aan hun oren houden…

Aan die mooie blauwe Middellandse Zee moet ik denken als Anna haar hand in de mijne steekt en me meetrekt naar de zanderige Noordzee.
Anna en de zee,
de grote, woelige zee en de kleine, woelige Anna.
Anna, een klein roos mensenkind.
Verrukt blijft ze staan en roept:
“Kijk, Moekie! Een roos schelpje! Hier, voor jou!”
Voorzichtig stappen we samen verder over het scherpe schelpenstrand.
Met het breekbare schelpje en een nog breekbaarder mensenschelpje
spring ik over de witte golven.
Anna lacht naar mensen en meeuwen.
Mijn hart zwelt van vreugde.
Neem de zee mee, Anna,
neem ze volledig mee in je emmertje:
de schelpjes, de sponzen,de uitgedroogde krabben,..
En ’s avonds in je bed
springen er vissen en garnalen en zeemeerminnen.
Dan kruip je giechelend onder je deken
voor de haaien, de kwallen en de zeerovers.
Je oogjes knipperen nog even
en verbergen de zee in je zalige glimlach.
Een traan glijdt onverwachts uit mijn ooghoek.
Ik wrijf het nat vlug weg,
maar heb het zout alreeds geproefd.

Er moet een of ander vreemd geheim

in zout verborgen liggen.

Het is zowel in onze tranen als in de zee.

(Kahlil Gibran)

Dichters en schrijvers hebben heel wat inkt gebruikt toen ze over de zee mijmerden. Nu vult men er digitale wolken mee.
In mijn tienerjaren vond ik ‘Melopee’ van Paul van Ostaijen een van de mooiste zeegedichten.

Melopee

Onder de maan schuift de lange rivier
Over de lange rivier schuift moede de maan
Onder de maan op de lange rivier schuift de kano naar zee

Langs het hoogriet
langs de laagwei
schuift de kano naar zee
schuift met de schuivende maan de kano naar zee
Zo zijn ze gezellen naar zee de kano de maan en de man
Waarom schuiven de maan en de man getweeën gedwee naar zee

Melopee betekent ritmisch gezang en je kan het zangerige schuiven horen als je de zinnen leest. Je kan het gedicht lezen als enkel een spel van klanken en woorden.
Als ik ver genoeg van de massa opga in de klanken van de zee, worden er diep in mij woorden gevormd, dankbare, liefdevolle en ontzagwekkende woorden.
Ook ik schuif in een kano over de rivier van het leven naar de oneindige zee. Mijn kano beleeft hoogte-en dieptepunten. De maan vergezelt mijn kano naar de eeuwigheid. Ik ben niet alleen, ik heb gezelschap van een hogere bron.
Het gedicht eindigt met een vraag, een vraag naar het waarom van het leven. Het antwoord op die vraag laat de kano gedwee schuiven. Wat ook de moeilijkheden, tegenslagen en successen in het leven zijn, we schuiven allemaal naar de eeuwigheid.
Als we de verbinding van de man met de maan een zinvolle betekenis kunnen geven, dan worstelt onze kano niet. Alleen vinden we misschien dat de rivier te snel stroomt.

Een lofzang die ik graag zing (ja, af en toe zing ik wel eens) is: ‘Tel uw zegeningen’

Als op ’s levens zee de stormwind om u loeit,
als gij tevergeefs uw arme hart vermoeit,
tel dan al uw zegeningen één voor één,
en gij zegt verwonderd: God liet nooit alleen!

Tel uw zegeningen één voor één,
tel ze alle en vergeet er geen.
Tel ze alle, noem ze één voor één,
en gij ziet Gods liefde dan door alles heen.

Als je het even niet ziet zitten, als stress je genadeloos omcirkelt, als je gebukt gaat onder verdriet of onbegrip, als je door de bomen het bos niet meer ziet,
ga dan eens naar het strand,
er is nog een zee van ruimte en
er zijn nog genoeg vissen in de zee,
waai uit,
zoek schelpjes,
word zand,
word zee,
vind de maan.

 

Olympische Spelen en kampioenen.

blog olymp

Terwijl ik dit artikel aan het schrijven ben, zijn de Olympische Spelen in Rio, Brazilië, aan hun tweede week toe. De Belgische atleten hebben tot nu vijf medailles veroverd. Voor zo’n piepklein landje valt dit best mee.

Geschiedenis was een van mijn favoriete vakken op school. In mijn vroege tienerjaren zat daar ook al eens een les over de Olympische Spelen bij. We moesten dan een map maken met foto’s en verslagen over deze grote sportwedstrijd. Dit was voor het digitale tijdperk en vergde dus wel een en andere creativiteit. Alleen al aan een krant geraken waar ik in mocht knippen was al een grote stunt. Maar door dit opzoekingswerk kreeg ik een grote bewondering voor de mensen die zulk een sportprestatie neerzetten. De ene sporttak kon me al wat meer charmeren dan de andere, maar ik besefte al vroeg wat een voorbereiding de atleten maakten om mee te kunnen doen aan de Spelen.

Ongeveer 2000 jaar geleden werden de eerste Spelen in het Griekse plaatsje Olympia gehouden, vandaar de naam Olympische Spelen. De eerste spelen werden op de velden voor de tempel van hun oppergod Zeus gehouden. Maar door het grote succes werd er uiteindelijk in Olympia een stadion gebouwd voor 40 000 toeschouwers (veel Belgische steden hebben zelfs nu nog zo geen stadion). In de vierde eeuw verbood de Romeinse keizer Theodosius de Spelen, omdat ze gezien werden als een heidens feest.
Meer dan 1500 jaar later, in 1896, voerde Baron Pierre de Coubertin de huidige Olympische Spelen in.

De eerste moderne Olympische Spelen werden in Athene gehouden met negen sporten: schermen, atletiek, zeilen, zwemmen, ruitersport, gymnastiek, schieten, roeien, wielrennen en tennis. Nu staan op de Spelen in Rio 42 disciplines op het programma onderverdeeld in 28 sporten!

Wat hetzelfde gebleven is, is het Olympisch symbool van vijf ringen, ontworpen door de oprichter van de Spelen, Pierre de Coubertin. Elke ring heeft een andere kleur en stelt een werelddeel voor. De ringen zijn in elkaar gevlochten en hebben de mooie symbolische betekenis dat alle landen met elkaar verbonden zijn.

Bij elke start van de Olympische Spelen wordt het Olympisch vuur aangestoken in Olympia en doorgegeven tot aan de plaats waar de spelen georganiseerd worden. Het moet de hele duur van de spelen blijven branden en het is het symbool van de eeuwige strijd van de mens om tot eenheid en verbondenheid te komen. Als we de actualiteit ook maar een beetje opvolgen, dan merken we dat die strijd tot eenheid en verbondenheid nog volop bezig is.

Ieder van ons

heeft een vuur

branden in zijn hart.

Het is een doel in ons leven

om dit vuur te vinden

en brandend te houden.

(Melly Lou Retton, gouden medaille in 1984)

De spelen waren lang een zuivere mannenaangelegenheid. Pas vanaf 1952 mochten de vrouwen ook individueel meedoen. Girls bewezen vanaf toen dat ze ook sportpower bezaten!

De Olympische Spelen verliepen niet altijd even enthousiast. Voor de spelen in Rio nu had men vooral biologische bedenkingen, in 1936 waren de Spelen grimmig door de aanwezigheid van Adolf Hitler. De toenmalige zwarte atleet Jesse Owens zei toen deze beroemde woorden:

Ik wilde geen deel uitmaken van de politiek.
En ik was ook niet in Berlijn om te strijden tegen welke atleet ook.
Het doel van de Olympische Spelen is om je best te doen.
Ik leerde al lang geleden van Charles Riley dat
de enige overwinning die telt,
degene is over jezelf.

Ik vind het geweldig welk een prestaties deze sportmensen leveren en ik wilde als jong meisje ook uitmunten in een of ander sport. Ik kon goed spurten en heb zelfs een tijdje hoogspringen gedaan. Ik hield van basketten en volleyballen. Maar door een vervelende huidziekte wou ik mijn lichaam verstoppen. Ik kreeg het idee dat mensen me aanstaarden en werd heel verlegen. Ik stopte met sporten. De verplichte gym- en zwemlessen op school waren frustrerend. Moest het toen bestaan hebben, ik zou ook het liefst van al een boerkini aangetrokken hebben.
Had ik toen de uitspraak van bokster Katie Taylor gelezen, ik was misschien wel sportiever gebleven:

Ik wil jonge vrouwen vertellen
dat niet alles om make-up en uiterlijk draait,
je bent zo veel meer
dan hoe je eruitziet.

Gelukkig ben ik door diezelfde ziekte wel een doorzetter geworden op gebieden waar lange mouwen en lange broeken geen belemmering vormen.

De meeste mensen zullen nooit wereldberoemde sportsterren worden, maar we kunnen allemaal iets leren door naar de Spelen te kijken.
Atleten hebben meer nodig dan superkracht en talent, ze hebben haar op hun tanden en de wilskracht en vastberadenheid om telkens als ze vallen weer op te staan.

‘Er komt altijd een moment waarop je valt.
Maar ik trek me dan op aan wat ik geleerd heb:
als je hard werkt,
zal alles in orde komen.’
(Lolo Jones)

Dat harde werken geldt niet alleen voor sporten, maar op alle facetten van ons leven. Studeren, werken, acteren, relaties, … als we wat aanmodderen dan komt er niks van. Als we na een tegenslag opgeven, zullen we nooit onze dromen bereiken.
De uitspraak van Jesse Owens, gegeven in een periode van diepe rassendiscriminatie, raakt me diep en geeft me moed om verder verhalen te schrijven, om te blijven harp oefenen, om het aquarellen nieuw leven in te blazen, om vriendschappen te koesteren en om te blijven geloven in een betere wereld.

We hebben allemaal onze dromen.

maar om die dromen werkelijkheid te laten worden

is er heel veel vastberadenheid,

toewijding, zelfbeheersing en inzet nodig.

Op de Spelen in Brazilië hebben we grote atleten gezien. We hoorden hun oprechte uiting van dankbaarheid om alleen al deel te nemen. Soms waren hun prestaties niet zoals verwacht, maar ‘ik heb mijn best gedaan’ is een zin die je dikwijls hoort.
We zouden er allemaal beter van worden moesten we de Olympische gedachte naleven:

Het belangrijkste van de Olympische Spelen

is niet te winnen,

maar deel te nemen,

net als het belangrijkste in het leven

niet de overwinning,

maar de strijd is.

Het essentiële is

niet de overwinning te hebben behaald,

maar goed gestreden te hebben.

(Baron Pierre de Coubertin)

Het leven lijkt op een sportspel. Het is soms moeilijk om gedurende het hele sportspel gefocust te blijven. De tegenstander provoceert, daagt uit en test ons verder in de loop van het spel. Soms krijgen we een achterstand, we verliezen onze focus, krijgen een inzinking. Maar de coaches roepen, geven vertrouwen, raad, moed en veranderen soms onze positie. Coaches geven nooit op –  ze blijven geloven in de overwinning.
In het leven verliezen we soms ook onze focus. Onze gebeden verwateren. De drukte van het dagelijks leven maken schriftstudie moeilijker. We vergeten te luisteren naar de Geest. het wereldse krijgt meer aandacht. We vallen, blijven achter. maar we kunnen terug op het spoor geraken. De Heer heeft ons uren, dagen en jaren gegeven als checkpoints om ons te helpen focussen op het uiteindelijke doel: de gouden medaille van het Eeuwige Leven.
We hebben levenscoaches die ons helpen dat doel te bereiken: ouders, leerkrachten, vrienden, bisschoppen, engelen, profeten, apostelen, huisonderwijzers, huisbezoeksters, leiders en de heilige Geest.
Maak gebruik van beschikbare checkpoints: gebed, de schriften, kerkbezoek, devotionals, dienstbetoon. Behoud je focus. geef nooit op. Je coaches zijn er tot het laatste spel. (uit een toespraak van Elaine Michaelis)

Het motto van de Olympische spelen is:

Citius, Altius, Fortius.

Sneller, Hoger, Sterker.

In die woorden zit het hele verhaal van de Olympische Spelen vervat: gebroken records en een uitdaging naar verbetering. De wereldrecords van het begin van de spelen worden vandaag door tienermeisjes gebroken.
De woorden Citius, Altius en Fortius komen door de Olympische atleten tot leven. Diezelfde kwaliteiten die iemand tot kampioen maken, maken ook kampioenen in het leven.
De bokser Joe Frazier zei:

Niet iedereen kan een kampioen zijn –

niet iedereen kan een atleet zijn,

maar iedereen kan zijn best doen om te proberen

iets van zijn leven te maken.

Het Olympisch motto en de Olympische geest hebben voor mij een diepe betekenis, want ik geloof in eeuwige vooruitgang. Ze geven me de motivatie om me in alle aspecten van mijn leven te verbeteren, om mijn best te doen, mijn pas te verlengen, een kampioene te worden.

In onze seculiere wereld wordt wantrouwig en meewarig naar godsdienstbeleving gekeken. Godsdienstig geloof heeft nochtans bewezen dat ze een machtige kracht ten goede kan zijn voor heel de mensheid. Mijn geloof heeft van mij een beter en sterker mens gemaakt. Daarom wil ik de volgende uitspraken met jullie delen.

‘We zijn zonen en dochters van God. Als we genoeg geloof hebben dat wij kinderen van God zijn, en zo leven dat Hij ons kan zegenen en groter maken, dan zal Hij alles doen wat je Hem in rechtvaardigheid vraagt.
Als je streeft naar een zinvol leven en je medemens dient, zal de Heer je helpen. Hij kent je mogelijkheden en kan je helpen ontwikkelen zodat je sneller, hoger en sterker loopt dan dat je ooit voor mogelijk achtte. (Robert L. Backman)

Bisschop Gary E. Stevenson vergeleek onze weg naar het eeuwige leven met de ‘vier-minuten-prestatie- van Olympische sporters. Jaren van voorbereiding zouden als een succes of een teleurstelling gezien worden op basis van de resultaten in prestaties die soms maar enkele minuten beslaan. Hij zei:
Dit leven is jouw vier minuten. Terwijl je hier bent bepalen je daden of je de prijs van het eeuwige leven behaalt. De profeet Amulek beschreef het als volgt:” Dit leven is de tijd om je erop voor te bereiden God te ontmoeten; ja zie, de dag van dit leven is de dag om je arbeid te verrichten.” De apostel Paulus onderwees dat we zo moeten lopen dat we de prijs behalen.’

Als we iets willen bereiken dan gebeurt het wel eens dat er dingen tegen zitten. In mijn eigen leven en in het verwezenlijken van mijn dromen heb ik gevlogen, gezongen en succes gehad. Ik heb ook afgunst en nijd ontmoet, verwerping, onbegrip en ziekte. Jessica Ennis Hill, atleet, zei:

Ik ben trots op de manier
waarop ik omga met tegenslagen.
Het is lastig als je je down voelt
en denkt:
“Waarom gebeurt mij dit?”
Maar je moet verder gaan.
Dat is wat je een beter atleet maakt.

Verder gaan met leven, met goed te leven, met beter te leven, dat is onze opdracht.

De wereld heeft veel soorten kampioenen. Voor mij is een kampioen een winnaar, een held, een doorzetter. Het is iemand die nooit opgeeft, ook als alles tegenzit. Het is iemand die moeilijkheden overwint, ook al vergt het veel tijd, hard werk, creativiteit en onbegrip. Een kampioen is hoopvol, optimistisch en spot en hoon krijgen hem niet klein. Een kampioen houdt van zijn medemens.

Weet je, we kunnen allemaal een kampioen zijn in het spel dat ‘het leven’ heet.

 

Het staat in de sterren geschreven.

blog sterren

Nog nooit zag ik een sterrenhemel zo fonkelen als in de Dolomieten in Noord-Italië. Op tweeduizend meter hoogte, ver van alle lichtpollutie, leek het wel alsof ik midden in een sprookjesnacht beland was. Ik zag een sterrenshow die veel mooier was dan al het vuurwerk dat ik ooit al gezien heb.

Als alle vuurwerk is weggewaaid,

dat de kinderen zo verrukt,

blijven de oude, eeuwige sterren

in stille majesteit aan de hemel staan.

(Paul Heyse)

Waarschijnlijk zal in de woestijn of in ’t midden van de oceaan de sterrennacht er nog geweldiger uitzien, maar ik koester die nacht in de bergen als een van mijn mooiste natuurbelevenissen. Het was een wolkenloze nachtelijke hemel, geen wind, totale stilte en koud genoeg om een jas om te slaan. De melkweg leek een sluier geslingerd in de zwarte met diamanten bestrooide nacht. Ik kon Marguerite Yourcenar volledig begrijpen toen ze zei:

Het is niet moeilijk

verheven gedachten te koesteren

als de sterren stralen.

In de Bijbel suggereert de profeet Jeremia dat de sterren ontelbaar zijn, als de zandkorrels aan zee. Deze uitspraak geeft aan dat er veel meer sterren zijn dan die, die we met het blote oog kunnen waarnemen. Zonder hulpmiddelen kunnen we op een heldere nacht zo’n drieduizend sterren zien, het aantal zandkorrels in je hand. Maar in werkelijkheid is het aantal sterren overweldigend!

Astronomen verklaren dat de grootte en de ouderdom van het heelal buiten ons menselijk begrip gaat. Om de afstanden in de ruimte uit te drukken gebruikt men lichtsnelheid. Het licht verplaatst zich in één seconde zo’n 300 000 km. In één uur is dat 1 079 252 848,8 km. En in één jaar is de ongelooflijke afstand 9 500 miljard km !
90% van het heelal bestaat uit donkere materie. Deze materie kunnen we niet waarnemen en we weten ook niet waaruit deze donkere materie bestaat. Er is dus veel meer materie die we niet zien, dan die we wel zien.
Het heelal bestaat uit miljarden sterrenstelsels. Een sterrenstelsel bestaat uit gas en stof en sterren, miljarden sterren. De melkweg bevat zo’n 400 miljard sterren die allen in een bepaalde orde bewegen.
Deze gegevens lieten me duizelen op mijn donker hotelterras en ik voelde me heel klein in dit grote universum.

Zeg ook niet zomaar ster tegen een ster. Er zijn dubbelsterren, enkelvoudige sterren (zoals onze zon), veranderlijke sterren of Mira-sterren, Nova-sterren, hete en koele dwergsterren, blauwe en rode reuzen, witte, gele, bruine en zwarte dwergen, neutronensterren en superreuzen. En waarschijnlijk zijn er nog meer.

Hoe kon Jeremia, die ongeveer 2600 jaar geleden leefde, in een tijd waar nog geen telescopen waren, weten dat het aantal sterren dat hij zag in werkelijkheid nog veel groter was?
In Jesaja 40:26 staat: ‘Sla uw ogen naar omhoog, en zie Wie deze dingen geschapen heeft; Hij is het die hun leger voltallig tevoorschijn brengt, ze alle bij name roept door zijn grote vermogen en zijn sterke kracht; er ontbreekt er niet één.’

In de Parel van Grote Waarde lezen we dat God tegen Mozes zegt:
‘ En ontelbare werelden heb Ik geschapen; en ook die heb Ik voor mijn eigen oogmerk geschapen; en door de Zoon heb Ik ze geschapen, die mijn Eniggeborene is… Want zie, er zijn vele werelden die voorbijgegaan zijn door het woord van mijn macht. En vele zijn er die nu bestaan, en ze zijn voor de mens ontelbaar; maar alle dingen zijn geteld bij Mij, want ze zijn de mijne en Ik ken ze.’

Deze korte schrifttekst geeft ons een kleine glimp in de grootsheid van de Schepper. Daar, op de Seiseralm in de Dolomieten voelde ik me gekend en zong mijn hart een van mijn lievelingslofzangen:

‘O Here God, als ik met diepe eerbied kijk naar uw schepping ongeëvenaard; de zon en maan, een ster die snel voorbijschiet, uw macht in ’t gans heelal geopenbaard, dan zingt mijn ziel, mijn Heiland God tot U: ja, Gij zijt groot, oneindig groot.’

Voor de periode van de satellieten en de GPS gebruikten de zeelieden de sterrenmethode om hun koers te bepalen. Deze navigatie had minstens twee sterren nodig en om zeker te zijn was een derde ster noodzakelijk.
Er is veel onzekerheid in onze wereld. Het nieuws van de zomer 2016 kunnen we nu al inkaderen met een zwarte rand. Nice, Turkije, Baton Rouge, München, een piepklein dorp in Frankrijk, de massagraven in de Middellandse Zee, enz. Er zijn veel stemmen en veel wegen. En ze leiden niet allemaal naar goede plaatsen.

Bepaal je koers aan de hand van sterren,

niet aan de hand van de lichten

van ieder schip dat passeert.

(Omar N. Bradley)

Welke drie sterren bepalen mijn koers? Welke zijn jouw sterren?
Zonder te veronderstellen dat mijn sterren de beste zijn, wil ik jullie meegeven hoe de mijne noemen:

Een eerste ster op wie ik mijn levensweg baseer is schriftstudie. Ik hou ervan om in de Bijbel, het Boek van Mormon en andere schriftuur patronen te vinden die ik kan toepassen in mijn leven. In die momenten van studie en meditatie kan ik de zachte stem van mijn Schepper horen.

Een tweede fonkelende ster is mijn geloof in profeten, die de vertegenwoordigers zijn van Christus hier op aarde. Ik vergelijk ze met de Poolster die je steeds op dezelfde plaats kan vinden aan de hemel.
In de showbizz en de wereld van Hollywood vind je veel ‘nep’sterren. Hoewel ik sommige van die wereldse sterren wel bewonder om hun talent, zien mijn idolen er lichtjes anders uit, zonder glitter en glamour, maar met een immense wijsheid en kennis.

‘Voorzeker, de Heere Heere doet niets tenzij Hij zijn geheimenissen heeft geopenbaard aan zijn dienaren, de profeten.’ (Amos 3:7)

‘Wat Ik, de Heer, heb gesproken, heb Ik gesproken, en Ik verontschuldig Mijzelf niet; en al gaan de hemelen en de aarde voorbij, mijn woord zal niet voorbijgaan maar zal geheel worden vervuld, hetzij door mijn eigen stem, hetzij door de stem van mijn dienstknechten, dat is hetzelfde.’ (L&V 1:38)

Mijn derde ster is opgebouwd uit het sterrenstof van mijn toepassingen op wat ik gelezen, geleerd, gehoord en gevoeld heb. Hoe meer goeds ik doe, hoe feller deze ster schittert.
Als ik mijn levenskoers navigeer op deze drie sterren en geregeld bijstuur, dan voel ik meer vreugde en vrede. Dan weet ik dat ik de goede richting uitga.

De meeste mensen zijn als een blad dat valt,

als speeltuig van de wind

draait en wentelt het,

om ten slotte ter aarde te tuimelen.

Anderen echter,

zij zijn sterk in de minderheid,

lijken op de sterren die een vaste baan hebben,

zij zijn onbereikbaar voor de wind

en bezitten een wet en koers in zichzelf.

(Herman Hesse)

Net als iedereen is voor mij het leven niet altijd rozengeur en maneschijn en fonkelende sterren. De kunst is, om ondanks alles, de sterren te kunnen blijven zien.
Barbara Smith zei eens:

Twee mannen keken door de tralies,

de ene zag de modder,

de andere zag de sterren.

Hoe kunnen we de sterren zien terwijl de media gespecialiseerd is om de modder in de kijker te zetten? Kijk vooruit, kijk omhoog!
Ouders, grootouders, tantes, ooms, leerkrachten, buren,… we zouden kinderen van jongs af aan de weg omhoog moeten leren, zodat hun vizier altijd op de sterren gericht zal zijn. Leer hen dat elke droom begint met een dromer. Laat ze weten dat in hen de kracht, het geduld en de passie zit om naar de sterren te reiken en de wereld te veranderen!

Het is nog volop zomer en het kwaad zet zijn pionnen uit terwijl wij ons insmeren met zonnecrème. Leiders met extreme persoonlijkheidstrekken lijken tegelijk op vele plaatsen aan de macht te komen. Ze doen me denken aan Hitler,Stalin,Mussolini en Mao. Toen die figuren de plak zwaaiden waren de nachten donkerder dan donker. De sterren waren verdwenen, maar zij vonden de gele ster uit.

Toen Denemarken door Duitsland bezet werd, moesten de Deense joden van de bezetters een gele ster dragen. Zo kon iedereen hen van ver herkennen. Koning Christiaan liet op zijn kleren een gele ster naaien en hij vroeg aan de mensen van Denemarken om allemaal een gele ster te dragen. Als alle Denen en joden een gele ster dragen, dan kon men geen enkele jood meer vervolgen (naar een Deens verhaal).

Marilyn Monroe zei eens:

We are all stars

and we all serve to twinkle.

Dat is juist, maar mag ik het een beetje veranderen:

We are all stars

and we twinkle as we serve.

Veel jonge mensen zitten in parken, op straten en op pleintjes geestdriftig achter Pokémons te zoeken. Dat kan waarschijnlijk wel eventjes leuk zijn, ik hoop alleen dat ze niet vergeten ook eens omhoog te kijken. Daar kunnen ze misschien wel de grootste Pokémon ooit te pakken krijgen.

Nog enkele sterrentips voor deze maand:

  • Zoek een donker plaatsje op en geniet van de sterren.
  • Bezoek een sterrenwacht.
  • Zing met je kinderen: ’twinkel, twinkle, little star’ te vinden op Youtube.
  • Lees het boek ‘De nachtegaal’ van Kristin Hannah. Je leert er veel over gele en ander sterren. Een echte aanrader!

En, als 50-plusser kon ik dit toch niet achter houden:

De ouderdom heeft niet minder voordelen dan de jeugd,

ofschoon een ander uiterlijk.

Als de zon ondergaat,

komen er sterren aan de hemel,

die men bij dag niet ziet.

(Henry Wadsworth Longfellow)

Reik naar de sterren, tover sterren in je ogen, doe een wens als je een ster ziet vallen, en als er iets in de sterren geschreven staat is het wel dit: wees een fonkelende ster in deze soms verduisterde wereld.

Vakantie!

vakantie blog 2

Vakantie, wat is dat?

In het woordenboek lees ik dat vakantie een periode is van een aantal dagen waarin je vrij bent en niet hoeft te werken. Vandaar dat er velen zijn die na hard werken naar vakantie uitkijken!

Een tweede betekenis volgens dat serieuze boekje is dat vakantie een verblijf is buiten de eigen woonomgeving voor ontspanning of plezier. Vandaar de monsterfiles op de snelwegen!

Als je zegt dat je op vakantie gaat, dan geef je aan dat je naar een vakantiebestemming vertrekt. Die bestemming varieert van mijlenver weg tot Graskant of Nieverans (op zijn Frans uitgesproken).

Ik ga dit jaar

op vakantie naar Zicht.

Waar ligt dat?

…Weet ik niet,

maar in de krant stond

‘Mooi vakantieweer in zicht!’

Als je zegt dat je met vakantie bent, dan kan dat betekenen dat je thuis vakantie viert.

Dat ‘vieren’ vind ik mooi uitgedrukt. Vakantie niet gewoon vinden, of een verworven recht, maar iets om te vieren!

In het woord vakantie zit het stukje ‘vacant’. Dat betekent leeg, open, onbezet en vrij. Daar zou vakantie om moeten gaan: een periode je dagelijkse routine openbreken zodat er veel vrije ruimte komt. Maar als ik zo om me heen kijk, zijn de vakanties druk bezet, en helemaal niet leeg.
Ik hou niet van overvolle stranden waar je je handdoek niet kwijt kan en waar de geur van zonnecrème de zilte geur van het zeewater grotendeels maskert. Ik hou ook niet van drukke toeristische plaatsen waar het culturele erfgoed verstopt zit achter een meute foto’s – trekkende haastige passanten.
Er zijn mensen die zulke plaatsen juist opzoeken en het geweldig vinden, maar ik wil tijdens de vakantie dingen kunnen loslaten, om zo mijn eigen innerlijke ik te helen en op te laden.

Vakantie is volgens mij bedoeld om nieuwe krachten op te doen en het leven op een andere manier te benaderen. Daarom vind ik het Engelse woord voor vakantie zo mooi: holidays. Letterlijk: heilige dagen nemen.
Misschien vindt dat woord de oorsprong in het feit dat de mensen vroeger alleen de zondag een beetje vrijaf hadden. Ik geloof wel dat vakanties heilige momenten kunnen opleveren en niet alleen als je de stilte opzoekt in een oude abdij.

Het is alleszins zo dat het woord ‘vakantie’ nog niet zo lang in het woordenboek van de gewone man staat. Vanaf 1920 voerden enkele grote fabrieken in het Antwerpse enkele dagen vakantie in voor hun personeel.
In 1938 werd het recht op vakantie uitgebreid tot alle Belgische werknemers. En in 1963 werd een derde vakantieweek ingevoerd. Tachtig jaar geleden werd één week ‘betaald verlof’ voor iedereen werkelijkheid.
Ik heb daar niet zo bij stil gestaan, vakantie hebben is iets vanzelfsprekend geworden. Voor mijn grootouders was een dagje naar zee al een uitzondering. Mijn eigen ouders gingen voor de eerste keer een weekje naar Heist-aan-zee toen ik tien jaar was. Ik herinner me nog dat het veel regende en dat mijn kleine zus verloren gelopen was op het strand – met alle paniek en angst erbij. Ik weet ook nog dat ik met mijn zakgeld het spel ‘Monopoly’ gekocht had in plaats van strandballen en emmers met schopjes. Maar die aankoop zal wel beïnvloed geweest zijn door het natte weer toen (jaja, het regende toen ook al dikwijls).

In de arbeidersbuurt waar ik opgroeide, was een vakantie in het buitenland zeldzaam. Spanje en de Provence waren exotische namen waar wij als kinderen uren over konden fantaseren. Ik merkte toen echter al dat afgunst nooit vakantie neemt (Francis Bacon). Hoe verder je op reis ging, hoe meer  je bewonderd werd door je omgeving.

Het duurde nog tot ik veertien jaar was voor ik naar het buitenland op vakantie ging. Dat was met de ziekenbond, naar Zwitserland. Ik stond tussen een heleboel meisjes met een kartonnen valiesje nerveus op de nachttrein te wachten. Ik had een berglandschap op mijn valiesje geschilderd. Best wel cool, maar ik denk dat de jeugd nu liever hun vakantiekleren in een Samsonite – koffer of een Kipling – rugzak wringt. Veel spullen konden wij niet meenemen, want op een kartonnen koffertje gaan zitten was uitgesloten.
In ieder geval belette die kartonnen valies niet dat ik geweldige nieuwe indrukken mee naar huis kon nemen.

Collect moments

not things.

Vroeger gingen we heel zuinig om met het fotorolletje in onze camera. We moesten altijd afwegen of het wel de moeite waard was om een beeld te vereeuwigen. Want na de twaalfde foto kon er immers nog een dertiende of veertiende hoogtepunt komen. Ik hield niet van een filmrolletje van 12. Soms had je geluk en kon er nog een foto bij, maar meestal stond die laatste foto niet op de afdrukken die je enkele weken later bij de fotograaf ging ophalen.
Nu maakt een klikje meer of minder niet veel uit. Maar het is wel een heel werk om uit honderden digitale foto’s een album te maken waar je meer plezier aan zal hebben, dan aan de harde schijf die je toch niet meer bekijkt, of die je niet meer weet liggen.

Ik las eens ergens dat vakantie ook een periode zou kunnen zijn om recreatief bezig te zijn. Recreatie … herschepping.
Je leven even letterlijk en spiritueel recreëren, herscheppen:

In plaats van van hot naar her te rennen: uitslapen, je uitrekken en uitgebreid ontbijten.
In plaats van een overvolle agenda: doen wat je leuk vindt en in de tuinzetel figuren ontdekken in de wolken.
In plaats van haast en drukte: vrienden uitnodigen en een middagdutje doen.
In plaats van alles te regelen: je eens laten bedienen, zand tussen je tenen voelen en op onbekende wandelpaden je schoenafdruk achter laten.

We zouden eigenlijk altijd vakantie moeten hebben.

We zijn er voor geschapen.

Maar waar moet je dan nog naar verlangen?

Simon Carmiggelt

Altijd vakantie hebben is zoals alle dagen kerst vieren. We zouden het niet meer waarderen, saai vinden, of misschien zelfs willen verwijderen. Een gezonde afwisseling tussen aan de ene kant werken, je inzetten voor een ander en aan de andere kant vakantie en vrije tijd, dat levert volgens mij de meeste voldoening op.

Vakantie verloopt ook niet altijd zoals we het zouden willen. Het woord ‘vakantiestress’ bestond voor mijn grootouders nog niet. Ze vulden hun spaarzame vrije tijd eerder in met het genieten van kleine dingen en de jaarlijkse kermis met vlaaien en worsten.
Voor we vertrekken moeten we van alles voorbereiden: kleren wassen en strijken, koffers inpakken, het huis schoonmaken, boodschappen doen, een oplossing voor huisdieren zoeken.
En onderweg kan het stressduiveltje ook nog op onze schouder zitten. Kibbelende of zieke kinderen in de auto, een afslag missen, files… Je wordt er bijna gek van.

Er is maar één ding erger

dan rijden met een caravan:

rijden achter een caravan.

Nu is voor veel mensen op vakantie gaan geen keuze meer, maar een moeten. Iedereen gaat immers op vakantie. De sociale druk om de hipste reis te maken is groot. Facebook en Instagram hebben dit nog verder in de hand gewerkt met een toestroom van de meest exotische foto’s ooit.
En als je al een keuzeverlamming hebt als je naar de tandpasta kijkt in een warenhuis, welk gevoel krijg je dan als men je poeslief vraagt: ‘Welke vakantie doe jij dit jaar?’

Hoewel voor veel landen het verschijnsel vakantie economisch gezien van groot belang is, krijg ik soms een vakantiekramp bij de keuzelijst die ik voorgeschoteld krijg:

Een bootvakantie, cultuurvakantie, creatieve vakantie, taalvakantie, sportvakantie, fietsvakantie, natuurvakantie, schildervakantie, muziekvakantie, strandvakantie, rugzakvakantie, thuisvakantie, werkvakantie, …

Godfried Bomans zei het heel eenvoudig:

De kunst van het leven

is thuis te zijn

alsof men op reis is.

Vakantie moet niet veel kosten, met een portie creativiteit kan je dichtbij een topper in je herinneringen creëren. Wat dacht je van kamperen in je eigen tuin? Of kriebelbeestjes zoeken in je eigen straat? Een filmavond thuis? Wandelen in het veld om de hoek? Voor je vrienden je buurt gidsen?
Maar als je er dan toch geld aan wil spenderen:

Travel is the only thing

you can buy

that makes you richer.

In mijn brein is een kamertje met vakantierijkdommen opgeslagen. Piep je even mee? Als je de deur opent dan zie je:

Het gevoel van vrijheid, van zon, zee en strand.
Mijn voeten in het warme zand, schelpjes verzamelen en een lekker ijsje van het karretje.
Een hitlijst van vakantie- en kampliedjes, kampvuur en marshmallows.
Zonnecrème en insectenbetenzalf, vervelde huid en rode bolletjes.
De geur van lavendel en in houtvuur gebakken pizza.
Waterdruppels op mijn huid na een baantje of twee rustig zwemmen.
Het geruis van de golven en de stilte op een bergtop.
Alpenweiden, koeien en eeuwige sneeuw.
Meesterlijke bouwwerken, en eeuwenoude kunstwerken.
Wonderlijke culturen, ver en dichtbij.
Keuvelen met mijn buren en spelen met mijn kleinkinderen.
Hand in hand met mijn geliefde op onbekende wegen.
Lachende mensen en lachende kinderogen…

Iedereen heeft wel zo’n kamertje in zijn hoofd. En dat is ook het mooie van vakantie, de herinneringen die je meebracht kan je zomaar weer oproepen. Een foto, een souvenir, een liedje of een geur, dat kan de herinnering nog versterken.
Ik weet dat die herinneringen de bloemen in de winter van mijn leven zullen zijn. Ik kan ze nu nog volop kweken.

Nog een doordenkertje van P. Sookdhew om af te sluiten:

De meesten van ons denken beter na

over wat we met twee weken vakantie gaan doen,

dan over wat we met de rest van ons leven gaan doen.

Tja, vakantie is nu eenmaal een korte periode tussen plannen en herinneren. Ons leven is meer dan vakantie alleen. Als een lach directe vakantie is, dan kunnen alle dagen een vakantiegevoel geven, ook als het regent.

 

 

Ergens zijn stempel op drukken

 

 

blog stempel

 

Vorige week nestelde ik me tussen een paar kleinkinderen in de zetel. Buiten druppelde en regende het met tussenpozen van enkele minuten. Goed weer om een filmpje te kijken.

 

Drie paar onschuldige kinderogen en een paar ogen dat al wat meer van de wereld gezien had, fixeerden zich op een scherm tegen de muur.
Geamuseerd volgde ik het verhaal van een kleine dinosaurus die zo graag zijn stempel op een rots wou zetten. Zijn vader maakte de kleine dino duidelijk dat hij dat niet zomaar kon doen. Het zou veel tijd en werk vragen.

Wie heeft een stempel op jouw leven gedrukt?

Welke stempels heb jij gedrukt?

Jaren geleden had ik als jonge leerkracht een stempelkaart van de overheid gekregen. Ik moest een periode elke dag in een lange rij aanschuiven, om een verplichte stempel te halen.
Die stempelkaart was minder plezant dan de kaart die ik in het eerste leerjaar van een nonnetje kreeg. Toen kreeg ik een stempel als ik goed gewerkt had.

Nog steeds sieren stempels de schriften van kinderen die leren schrijven. Ze zien er veel leuker uit. In plaats van de bolletjes en sterretjes van vroeger, zijn het nu smiley’s of Disney-figuurtjes geworden. Het resultaat is hetzelfde: schitterende oogjes en het verlangen om nog beter te doen.

In de kleuterschool wordt nog steeds kwistig met vingerverf gesmeerd op handen en voeten. Die afdrukken worden dan fier overhandigd aan mama, papa, of oma en opa.

Kleine kinderen stempelen met hun handen, met beschilderde herfstbladeren, met een doorgesneden aardappel, of met kant en klare stempelstiften. Jonge ouders moeten hun kroost goed in het oog houden, want die kleine snottertjes willen wel overal een merkteken achterlaten. Net zoals een kater willen ze precies zeggen: ‘Hier ben ik geweest.’

De jeugd kerfde vroeger wel eens met een mes hun merkteken in een boomstam; nu krabbelen ze met stift hun namen op romantische bruggetjes of eeuwenoude stenen.

Hoe jong of oud we ook zijn, we willen een stempel achterlaten. Tegenwoordig vinden we een massa stempels op Facebook en andere sociale media. Alles wat we posten op social media heeft een invloed op ons persoonlijk merk.

Our fingerprints

do not fade from

the lives we have

touched.

Remember to leave

a positive mark.

(Healthy thoughts)

 

Er zijn veel mensen die niet alleen hun stempel op mijn wereld gezet hebben, maar die de hele wereld beïnvloed hebben.
Jezus Christus zei niet alleen hoe het moest, Hij leefde ook na wat Hij predikte. Zijn grote stempel van naastenliefde is misschien wel de meest belangrijke die ooit op deze wereld gezet is.
Joseph Smith gaf opnieuw betekenis aan ‘waarheid en licht’.
Grote filosofen zoals Plato, Socrates en Aristoteles lieten de mensen dieper nadenken.
Martin Luther King en Nelson Mandela behoren tot de strijders tegen de apartheid. Hun stempel is verdraagzaamheid en het aanvaarden van elke mens.
Ontdekkingsreizigers als Christoffel Colombus en Amundsen, om er een paar te noemen, stempelden onderzoekingsdrang en volharding.
Componisten en muzikanten, waaronder Beethoven, Mozart, de Beatles en Willem Vermandere, vormden gevoel voor ritme en muziek.
Net zoals vele mensen is mijn leven getekend door een reeks wetenschappers: Louis Pasteur, Marie Curie, Albert Einstein, en nog veel meer.
Uitvinders, zoals Henry Ford, Thomas Edison en Tim Berners Lee, hebben hun stempel gezet op ons dagelijks leven in dit digitale tijdperk.
Als ik een dipje heb, moet ik maar denken aan de vele helden van vroeger en nu. Het voorbeeld van van Florence Nightingale en Helen Keller geeft me een schop onder mijn kont. Marissa Mayer ging bij Google weg om Yahoo CEO te worden. Om vol te houden stelde ze prioriteiten: op de eerste plaats kwam God, dan haar gezin, en op de derde plaats het bedrijf. Wat een geweldige stempel hebben die vrouwen, en nog veel andere, nagelaten!

Het kan ook niet anders of er zijn kunstenaars en schrijvers die een onuitwisbare stempel hebben gezet. Om er een te noemen: de kunstwerken van Escher kunnen me nog steeds boeien.
Ik ben absolute fan van de schrijvers Gerald N. Lund, Emily Freeman en Richard Paul Evans. Ik ben jaloers op de schrijfstijl van Jodi Picoult, en J.K.Rowling is ook een favoriet. Buiten dat ik genoten heb van Harry Potter, vind ik het fantastisch dat deze schrijfster de wereld rondreist om kinderen het plezier van lezen bij te brengen.

The human soul

has still greater need

of the ideal

than of the real.

It is by the real

that we exist;

it is by the ideal

that we live.

(Victor Hugo)

 

Buiten al die grote namen, hebben ook heel gewone mensen een stempel op mij gedrukt.

You don’t have te be a

‘person of influence’

to be

influential.

In fact,

the most influential people

in my life

are probably not even aware

of the things

they’ve taught me

(Scott Adams)

Mijn ouders, sommige leerkrachten, mijn vrienden, zij hebben een stempel gezet op mijn denken, mijn doen en mijn laten. Misschien denk je nu dat ze te klein waren om invloed te hebben. Maar als je dat denkt, dan heb je waarschijnlijk nog nooit de nacht doorgebracht met een mug op je kamer. Iedereen heeft het karakter om een stempel te zetten.
Er waren mensen die slechts mijn leven gekruist hebben, en er waren er die slechts korte tijd op mijn pad meewandelden. Maar zij hebben een onuitwisbare stempel in mijn hart en ziel gedrukt.

 

How do you want to

leave your mark

on the world?

Ik hoop, dat als ik ergens vertrek, of als ik iemand moet verlaten, of afscheid moet nemen, dat ik dan die plaats, of die persoon, beter achter laat dan voor die ontmoeting. Soms zal mijn stempel klein zijn: een glimlach, een schouderklop, een luisterend oor.
Maar ik hoop, dat ik, door te schrijven een rimpeling in iemands leven kan veroorzaken.

Ik ben misschien van de oude stempel, maar ik geloof nog steeds dat het beter is te geven, dan te nemen.

We moeten allemaal geen beroemde personen worden, maar we oefenen allemaal een invloed uit: als mens, als partner, als ouder, als grootouder, als vriend, als …
L.Tom Perry zei over de stempel die ouders zetten:

The influence of righteous

conscientious,persistent,

daily parenting

is among the most powerful

and sustaining forces

for good

in the world.

 

En, o ja, ’the Good Dinosaur’ heeft zijn stempel kunnen plaatsen!

Al gelachen vandaag?

 

 

Een glimlach is de                                                                                                                                                                                                           zonlachen blog

die de winter

van je gezicht

verdrijft.

(Victor Hugo)

 

 

 

 

 

Lachen is de reactie van mensen op humor, of een uiting van blijdschap, opluchting of spanning.
Al gelachen vandaag?
Ik lachte gisteren om een grapje van mijn man. Hij heeft wel enkele leuke grapjes en hij vertelt nooit dezelfde. Soms gelijken ze goed op elkaar, maar dat doet er niet toe. Mijn man tovert altijd een glimlach op mijn gezicht.

Een Vlaming kan altijd drie keer lachen om een mop.

De eerste keer als je ze vertelt,

de tweede keer als je ze uitlegt

en de derde keer als hij ze begrijpt.

(Louis Paul Boon)

Ik lach vandaag, omdat de lucht er minder grijs uitziet. Het zonnetje geeft een blij gevoel en ik hang vrolijk de was  aan de droogmolen in onze tuin.

En ik lach morgen – zeker weten- om het liedje van ‘Ridder Martijn en ridder Koen’ dat mijn kleinkinderen met gebaren en al enthousiast zullen zingen.
Mijn kleinkinderen maken me blij. De twee oudste kleindochters zijn giechelkonten geworden, en een beetje jaloers denk ik terug aan die zorgeloze prille tienerperiode in mijn leven. Een ander kleinkind is een echte lachebek. Haar schaterlach werkt heel aanstekelijk en besmet in een mum van tijd heel haar omgeving. Mijn kleinzoons hebben dikwijls een grijnslach. Wie proberen ze nu weer een loer te draaien?
Ja, lachen is eigenlijk heel simpel. Het leven is veel te kort om er sip bij te lopen over dingen het echt niet waard zijn.

 

Lachen is een boeiend onderwerp. Het interesseert de wetenschap, de reclamewereld en degenen die kijkcijfers willen halen.
Als we lachen maken we een geluid dat we nauwelijks kunnen controleren. Een spontane lach maakt een spontaan geluid. Af en toe zweven er op het internet filmpjes met kraaiende en schaterende baby’s. Als je in een dipje zit en je kijkt naar zo’n filmpje, dan krullen je mondhoeken vanzelf omhoog.

De lach van een kind

is het mooiste geluid ter wereld.

De Mona Lisa heeft de beroemdste glimlach van heel de wereld. Hoeveel keer is haar glimlach al bekeken, gedeeld en bestudeerd? Elke dag passeren 20.000 mensen het schilderij in het Louvre. Een aantal jaren geleden was ik één van hen. Ik weet nog toen ik in dat indrukwekkende museum voor die beroemde glimlach stond, dat ik eigenlijk verbaasd was over de afmetingen van dat beroemde kunstwerk. Ik had me dat schilderij veel groter voorgesteld. Moest het niet duidelijk in de belangstelling staan, je zou er zo kunnen voorbij lopen. Over de glimlach van de dame zijn tientallen theorieën te vinden, van de mysterieuze glimlach van een zwangere vrouw tot de glimlach van Leonardo da Vinci zelf. Huidige software die emoties zou herkennen, geeft aan dat er voor 83% geluk in die lach zit. Oef, de beroemdste glimlach is dus een echte!

 

Behalve het gezicht van de Mona Lisa, moet je eens het gezicht van levende mensen observeren. Dat kan je doen als je aan het wandelen bent, of als je een terrasje doet. Ik vind dat mensen met een glimlach meer stralen. Ik krijg er zelf een glimlach van op mijn gezicht. Een oprechte glimlach is een reflexie van je karakter en zendt licht uit. Charles Gordy merkte op dat een glimlach een goedkope manier is om je uiterlijk te veranderen. Ik zou zelfs durven stellen dat een glimlach de beste facelift is die je jezelf kan geven. Kijk maar eens met een glimlach in de spiegel: je ziet er mooier, levendiger en jonger mee.

Je bent nooit helemaal gekleed

zonder glimlach.

(Martin Charnin)

 

Het is gemakkelijk om te glimlachen als je leven rustig verloopt. Maar wat doe je als dat leven in een stroomversnelling komt? In een storm? In een tsunami? Wat doe je als alles tegenzit? Zakt je gezicht dan in elkaar en kan er geen lachje meer af? Die sombere periode van je leven wordt nog somberder als je in de spiegel een gezicht ziet met neerhangende mondhoeken. Tegenslag is een deel van het leven, lift je mondhoek omhoog. Wilhelm Raaber zag het zo:

Humor

is de zwemgordel

op de rivier van het leven.

Ik heb al veel verhalen gelezen over dramatische oorlogen. In al die boeken waren er mensen in staat om die verschrikking te overleven door onder andere humor. In ons persoonlijke leven moeten we meer dan eens een oorlog uitvechten.

Het leven moet met liefde en met humor worden geleefd:

liefde om het te begrijpen,

en humor om het te dragen.

(Carlos Fisas)

 

Lachen en humor zullen onze levensvraagstukken niet oplossen, maar helpen ons wel er doorheen te spartelen. Het leven is ernstig, maar we nemen het soms te ernstig op. We moeten onszelf niet te serieus nemen, af en toe humor is goed. Het helpt ons door moeilijkheden en is als een tedere balsem wanneer dingen hard zijn. Toon Hermans zei:

Het leven is zeker niet altijd

‘een reden tot blij zijn’.

Om blij te zijn heb je moed nodig.

Daarom is het woord blijmoedig een veelzeggend woord.

 

In spreuken 17:22 staat: Een blij hart bevordert de genezing.
Ik heb dat zelf ondervonden. Gedurende een heel moeilijke periode van onbegrip, tegenwerking en vechten tegen windmolens, voelde ik me op en leeg. Ik voelde me zo verdrietig, zo onbekwaam. Het was moeilijk om nog licht te zien. Op een dag keek ik in mijn toverspiegel. Ik zag een doffe blik en een neerhangende mond. De spiegel, of hoe je het ook wil noemen, kuchte en zei heel liefdevol: Alleen al een glimlach zorgt voor een beter gevoel. Pas maar op, je wil je rimpels toch op de juiste plaats krijgen? 

So much in life

depends on our attitude.

The way we choose

to see things

and respond to others

makes all the difference.

To do the best we can

and then to choose

to be happy about our circumstances,

whatever they may be,

can bring peace and contentment.

We can’t direct the wind,

but we can adjust the sails.

For maximum happiness, peace and contentment,

may we choose

a positive attitude.

(Thomas S. Monson)

Mijn ’toverspiegel’ liet me inzien dat een vrolijk hart het duister helpt op te trekken. Een vrolijk hart geeft mij kracht en laat hoop groeien. Ik kon niets aan de wind doen, maar heb mijn zeilen bijgestuurd. Dat was niet zo gemakkelijk, en af en toe wakkert de wind weer een beetje aan, maar ik kan weer lachen en echt gelukkig zijn.
En terwijl mijn ogen weer fonkelen en mijn mondhoeken omhoog krullen, fluistert de spiegel opnieuw: één glimlach kan duizend anderen aansteken. Wees die ene.

Een glimlach doorgeven, een vrolijke noot uitdelen, laat ook bij anderen het duister optrekken en plant een sterk zaadje van kracht en hoop. Het is een andere manier van dienstbetoon aan onze kinderen, onze ouders, onze familie, of aan onze vrienden die problemen hebben, of die gewoon een extra dosis van dit vrolijke medicijn nodig hebben.

Probeer eens een ander aan het lachen te maken. Het zal je een fijn gevoel geven. Een heel ander gevoel dan dat je anderen belast met je tegenslagen en klachten.
Onze noorderburen spreken over een ‘baaldag’. Gelukkig hebben wij dat woord niet in onze Vlaamse woordenschat. Misschien moeten we er wel een ‘lachdag’ in opnemen. Dat zou een geweldige dag zijn, juist nu in deze wereld, waar men soms wel van zou balen.

Het aansteken van een lamp in het donker

is het meest zinvol.

Lachen kost minder dan elektriciteit

en geeft minstens evenveel licht.

(Abbé Pierre)

Lachen is een hulpmiddel om de lucht op te klaren, om de spanning te verlichten, en ook gewoon om plezier te maken. Zoals met alle gereedschap moeten we ook dit hulpmiddel goed en wijs gebruiken. We weten allemaal wel dat in bepaalde situaties ‘grappig zijn’, onbeleefd of aanvallend zou overkomen.
Misschien heb je ook wel al eens in gezelschap gelachen als een boer die kiespijn heeft, terwijl je het eigenlijk helemaal niet leuk vond. Lach eerlijk en vriendelijk.

We leven in een wereld waar ruwe taal aanvaard is om te spotten en dingen belachelijk te maken. Alles kan in de naam van ‘humor’. Het gelach en de humor die ik zoek, is die waarmee ik met opgeheven hoofd naast de Heer kan staan. Dit zorgt er voor dat ik ook oppas voor sarcasme of kwetsende humor.

Een goed ontwikkeld gevoel voor humor

is de pool

die balans toevoegt aan uw stappen,

terwijl u loopt

op het koord van het leven.

(William Arthur Ward)

Hugh B. Brown zei:

A wholesome sense of humor

will be a safety value

taht will enable you

to apply the lighter touch

to heavy problems,

and to learn some lessons

in problem solving

that

‘sweat and tears’

often fail

to dissolve.

Lachen is gezond! Gebruik de lach wijs. Gebruik hem op een vriendelijke manier. Lach eerlijk, lach zoals je bent. Te hard proberen grappig te zijn is niet meer grappig. Hou van je eigen lach, of die nu hoog, breed, laag of dun is. En help kinderen het belang van lachen in te zien. Leer hen het wapen van humor te gebruiken, zodat ze explosieve situaties kunnen ontladen. Leer hen dat ze zo kalmer kunnen worden onder druk. Leer hen dat lachen broodnodig is.

Al gelachen vandaag? Doen!
Want met een twinkel in onze ogen en liefde in ons hart kunnen we een drager zijn van licht en hoop.